Miele PRI 421 Installation Plan

Type
Installation Plan

Deze handleiding is ook geschikt voor

Installatieschema
Professionele mangel
(verwarmddoorgas)
PRI318G
PRI418G
PRI421G
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veilig voor u en zo voorkomt u
schade.
nl-NL
M.-Nr. 11 470 390
2
Inhoud
3
Installatie-instructies ...................................................................................................... 5
Installatievoorwaarden ...................................................................................................... 5
Voorwaarden voor het gebruik .......................................................................................... 5
Vloerbevestiging................................................................................................................ 5
Elektrische aansluiting....................................................................................................... 5
Gasaansluiting................................................................................................................... 6
Verbrandingsgasleiding ..................................................................................................... 7
Lengte buis en doorsnede buis......................................................................................... 7
Bepaling van de totale buislengte en doorsnede van de buis ...................................... 7
Vervangende buislengte................................................................................................ 8
Toelaatbare totale buislengte ........................................................................................ 9
Eisen aan de luchtafvoerleiding .................................................................................... 9
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht .................................................................................. 9
1. Waar moet u vóór de ingebruikneming op letten? ........................................................ 10
Plaats van opstelling ..................................................................................................... 10
Vereiste doorstroomhoeveelheid................................................................................... 12
Aardgas......................................................................................................................... 12
Vloeibaar gas ................................................................................................................ 12
Afvoer verbrandingsgassen .......................................................................................... 13
Uitzonderingen.............................................................................................................. 13
Diameters luchtafvoer- en luchttoevoerleidingen ......................................................... 14
Tabel verbrandingsgas .................................................................................................. 14
Ventilatieopening in het vertrek bij luchtaanzuiging uit de opstelruimte ....................... 14
2. Waar moet u bij de ingebruikneming op letten? ........................................................... 15
Aansluit- en aanpassingsinstructies ............................................................................. 16
PRI318G (verwarmd door gas) ...................................................................................... 19
Afmetingen ........................................................................................................................ 19
Installatie ........................................................................................................................... 20
Opstelling .......................................................................................................................... 21
Technische gegevens........................................................................................................ 22
Spanningsvarianten/elektrische gegevens ................................................................... 22
Gasaansluiting............................................................................................................... 22
Luchtafvoer ................................................................................................................... 22
Afmetingen/gewicht ...................................................................................................... 23
Emissiegegevens .......................................................................................................... 23
Vloerbevestiging............................................................................................................ 23
PRI418G (verwarmd door gas) ...................................................................................... 24
Afmetingen ........................................................................................................................ 24
Installatie ........................................................................................................................... 25
Opstelling .......................................................................................................................... 26
Technische gegevens........................................................................................................ 27
Spanningsvarianten/elektrische gegevens ................................................................... 27
Gasaansluiting............................................................................................................... 27
Luchtafvoer ................................................................................................................... 27
Afmetingen/gewicht ...................................................................................................... 28
Emissiegegevens .......................................................................................................... 28
Vloerbevestiging............................................................................................................ 28
PRI421G (verwarmd door gas) ...................................................................................... 29
Afmetingen ........................................................................................................................ 29
Inhoud
4
Installatie ........................................................................................................................... 30
Opstelling .......................................................................................................................... 31
Technische gegevens........................................................................................................ 32
Spanningsvarianten/elektrische gegevens ................................................................... 32
Gasaansluiting............................................................................................................... 32
Luchtafvoer ................................................................................................................... 32
Afmetingen/gewicht ...................................................................................................... 33
Emissiegegevens .......................................................................................................... 33
Vloerbevestiging............................................................................................................ 33
Installatie-instructies
5
Installatievoorwaarden
Het apparaat mag alleen door Miele of door geschoold personeel van een geautoriseer-
de vakhandelaar worden geplaatst.
De installatie van het apparaat moet altijd volgens alle geldende voorschriften en nor-
men worden uitgevoerd.
Gebruik het apparaat alleen in een goed geventileerde, vorstvrije ruimte.
Voorwaarden voor het gebruik
Algemeen gelden de voorwaarden volgens DIN60204 en EN60204-1.
- Omgevingstemperatuur: +5°C tot +40°C
- Luchtvochtigheid: 10% tot 85%
- Bij een omgevingstemperatuur van +21°C is de maximaal toegestane relatieve lucht-
vochtigheid 70%.
- Maximale plaatsingshoogte boven NAP: 1000m
Plaats de mangel niet in één ruimte met reinigingsautomaten waarin oplosmiddelen
worden gebruikt die PER of CFK's bevatten.
Vrijkomende dampen kunnen door vonken in de collectormotor in zoutzuur worden om-
gezet, waardoor aanzienlijke schade kan ontstaan.
Zorg dat de ruimte waar de mangel staat tijdens het gebruik van de mangel voldoende
wordt geventileerd.
Vloerbevestiging
Voor deze mangel is een vloerbevestiging vereist.
Om schuiven tegen te gaan, moet u de mangel na het plaatsen met de bijgeleverde plug-
gen en schroeven op de vloer bevestigen.
Het meegeleverde bevestigingsmateriaal met pluggen is bedoeld voor een betonnen
vloer. Voor andere vloerconstructies moet u specifiek bevestigingsmateriaal bestellen.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet door een elektricien worden uitgevoerd. Deze vakman is
verantwoordelijk voor de naleving van alle geldende normen en voorschriften.
De elektrische aansluiting en het bedradingsschema bevinden zich achter de kap van de
rechterzijstaander.
De benodigde aansluitspanning, het verbruik en de richtlijn voor de externe zekering
staan op het typeplaatje van de mangel.
Als de mangel wordt aangesloten op een spanning die niet overeenkomt met de specifi-
caties op het typeplaatje, kunnen er storingen optreden of kan de mangel defect raken.
Controleer of de spanning van het elektriciteitsnet overeenkomt met de spanning die op
het typeplaatje staat, voordat u de mangel op het elektriciteitsnet aansluit.
Installatie-instructies
6
De elektrische installatie van de mangel voldoet aan de normen IEC61000-3-12, IEC/
EN60335-1, IEC/EN60335-2-44, ENISO10472-1 en ENISO10472-5.
Bij ongunstige netwerkvoorwaarden kan de mangel storende spanningsschommelingen
veroorzaken. Als de netimpedantie bij het aansluitpunt naar het openbare elektriciteitsnet
groter is dan 0,265Ohm, kan het nodig zijn om extra maatregelen te treffen voordat het
apparaat conform het beoogde gebruik op deze aansluiting kan worden gebruikt. Indien
nodig kan de impedantie bij uw plaatselijke energiebedrijf worden opgevraagd.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat ter plaatse via een schakelaar met alle polen
van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde
toestand moet minimaal 3mm bedragen. Geschikte schakelaars zijn zelfuitschakelaars, ze-
keringen en relais (EN0660).
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de netspanning moet al-
tijd toegankelijk zijn.
Als de mangel van de netspanning wordt losgekoppeld, moet de werkschakelaar afsluit-
baar zijn. Hierop moet op elk moment controle kunnen worden uitgeoefend.
Is volgens de voorschriften een aardlekschakelaar (RCD) vereist, dan kan een aardlekscha-
kelaar van het typeA worden gebruikt.
Gasaansluiting
De gasaansluiting mag alleen door een erkende installateur met inachtneming van de
landspecifieke voorschriften worden uitgevoerd. Ook de voorschriften van het plaatse-
lijke gastoeleveringsbedrijf moeten in acht worden genomen.
Onderhoudswerkzaamheden mogen in principe alleen door een vakman, met inachtne-
ming van alle geldende veiligheidsvoorschriften, worden uitgevoerd. Voordat er onder-
houdswerkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, dient het apparaat beslist
losgekoppeld te worden van het gasnet.
Lees voor de gasaansluiting de installatiehandleiding.
Af fabriek wordt de gasverwarming overeenkomstig de gastechnische gegevens op de
mangel (zie de sticker aan de achterkant van de machine) ingesteld.
Bij het veranderen van de gasfamilie moet een ombouwset worden aangevraagd bij de
MieleService. Houd voor dit doel de informatie over mangeltype, apparaatnummer, gasfa-
milie, gasgroep, gastoevoerdruk en installatieland bij de hand.
Risico door ondeskundig onderhoud.
Ondeskundig onderhoud kan veel schade en ernstig letsel veroorzaken en levensgevaar-
lijk zijn.
Voer nooit zelf reparaties uit aan gasapparaten.
Neem onmiddellijk contact op met de MieleService of een erkende dealer als u repara-
ties nodig heeft.
Installatie-instructies
7
Verbrandingsgasleiding
Het verbindingsstuk voor de verbrandingsgasleiding (120mm) bevindt zich aan de ach-
terkant van de mangel naast de rechterzijstaander.
Lees de installatiehandleiding.
Zorg ervoor dat er constant voldoende lucht naar de installatieruimte wordt geleid (bijv.
door niet af te sluiten ventilatieopeningen).
Lengte buis en doorsnede buis
Bepaling van de totale buislengte en doorsnede van de buis
Voor de uitvoering moet worden besloten of er een leidingbuis van flexibel materiaal of een
ronde of vierkante stalen buis moet worden geplaatst.
Tip: Maak de leidingbuis zo kort mogelijk. Vermijd indien mogelijk hoekige bochten in de
leiding omdat daardoor het luchtverplaatsingsvermogen afneemt.
Zorg dat de ruimte tijdens het gebruik van de mangel voldoende wordt geventileerd (bij-
voorbeeld met ventilatieopeningen die niet kunnen worden gesloten).
Brandgevaar door hete luchtafvoer.
De hete luchtafvoer kan de luchtafvoerleidingen uit brandbaar materiaal doen ontbran-
den.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding uitsluitend niet-brandbaar materiaal.
Model Maximale temperatuur luchtafvoer (circa)*
PRI318G 133°C
PRI418G 135°C
PRI421G 130°C
*Gegevens uit testdiagrammen
Bij een naar boven gaande luchtafvoerleiding moet op het laagste punt een condensafvoer
aanwezig zijn. Het condensaat moet worden afgevoerd met behulp van een opvangschaal
voor het water of via een bodemafvoer.
Als meerdere apparaten worden aangesloten op een gezamenlijke afvoer (verzamelleiding),
moet voor elk afzonderlijk apparaat een terugstroombeveiliging worden geplaatst.
Tip: Om de reiniging te vereenvoudigen, moeten in bochten reinigingskleppen worden ge-
plaatst.
Brandgevaar door ophoping van pluizen.
In de luchtafvoerleidingen afgezette pluizen kunnen door de hete afvoerlucht ontbran-
den.
Verwijder regelmatig pluisafzettingen uit de luchtafvoerleidingen en de afvoer naar bui-
ten.
Installatie-instructies
8
Vervangende buislengte
Soort bocht
Vervangende buislengte
PRI318/418/421G
(verwarmd door gas)
90°-bocht r=2d 1,5m
45°-bocht r=2d 0,85m
90°-bocht r=d 2,55m
45°-bocht r=d 1,4m
90°-bocht van flexibele buis
r=2d
2,0m
45°-bocht van flexibele buis
r=2d
90°-segmentbocht
(3lasnaden)
r=2d
1,25m
90°-flexibele bocht uit
Westerflex
r=2d
r=4d
0,9m
1,2m
45°-flexibele bocht uit
Westerflex
r=2d
r=4d
0,6m
0,75m
Installatie-instructies
9
Toelaatbare totale buislengte
Minimale buisdiameter voor metalen buizen
Maximaal toegestane totale buislengte luchtafvoer
PRI318/418/421G
(verwarmd door gas)
70mm
80mm
90mm
100mm
110mm
120mm 10m
130mm 14,5m
150mm 30m
180mm 75,5m
200mm
Eisen aan de luchtafvoerleiding
Belangrijke aanwijzingen voor vormgeving van de luchtafvoerleiding:
- Let op een goede verbinding en luchtdichtheid bij het aansluiten van de luchtafvoerlei-
ding op de luchtafvoeraansluiting van een machine.
- De luchtafvoerleiding mag niet worden aangesloten op een schoorsteen waarop tevens
een middels gas, kolen of huisbrandolie gevoede installatie is aangesloten.
- De vochtige warme lucht moet via de kortst mogelijke weg naar buiten of naar een hier-
voor geschikt ontluchtingskanaal worden geleid.
- De luchtafvoerleiding moet, vanwege de hogere luchtsnelheid, op een stromingstech-
nisch gunstige wijze worden geplaatst (weinig bochten, korte leidingen, correct afge-
werkte en op luchtdichtheid gecontroleerde aansluitingen en overgangen). In de luchtaf-
voerleiding mogen geen zeven of jaloezieën worden ingebouwd.
- Het buitenpandige uiteinde van de luchtafvoerleiding kunt u bijvoorbeeld door een bocht
van 90° omlaag tegen weersinvloeden beschermen.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
- Open vuur onmiddellijk blussen en sigaretten uit.
- Voer geen handelingen uit die elektrische vonken produceren: gebruik geen lichtschake-
laars, apparaatschakelaars of deurbellen meer. Trek geen stekker uit de contactdoos.
Gebruik geen telefoon of mobiele telefoon.
- Open direct alle ramen en deuren en zorg voor tocht.
- Sluit de gaskraan van de gasleidingen.
- Betreed ruimten waarin een gaslucht hangt nooit met het licht aan.
- Steek geen lucifer of aansteker aan.
- Neem contact op met het verantwoordelijke gasbedrijf.
Installatie-instructies
10
Voordat de werkzaamheden bij ingebruikneming, onderhoud, ombouw en reparatie wor-
den afgesloten, moeten alle gasvoerende onderdelen, van de met de hand dicht te
draaien kraan tot en met de inspuiter van de brander, worden gecontroleerd op lekkage.
Er moet vooral worden gelet op de meetaansluitingen op de gasklep en op de brander.
De controle moet bij een ingeschakelde en bij een uitgeschakelde brander worden uitge-
voerd.
Neem bij het installeren van gasapparatuur de volgende voorschriften in acht:
NEN 1078 en GAVO 1987.
De nationale en regionale bouwverordeningen, de voorschriften voor verwarmingsinstal-
laties en alle voorschriften van het gasbedrijf.
1. Waar moet u vóór de ingebruikneming op letten?
Vermeld bij de bestelling van gasverwarmde apparaten de op de opstellocatie aanwezi-
ge gasfamilie, gasgroep en aansluitdruk.
Plaats van opstelling
Plaats gasverwarmde apparaten niet in één ruimte met reinigingsautomaten waarin oplos-
middelen worden gebruikt die PER of CFK's bevatten. Vrijkomende dampen kunnen bij
verbranding in zoutzuur worden omgezet, waardoor aanzienlijke schade aan het wasgoed
en apparaat kan ontstaan. Bij opstelling in gescheiden ruimtes mag er geen luchtuitwisse-
ling plaatsvinden.
Ruimtes waarin verbrandingssystemen zijn opgesteld, moeten voldoende worden geventi-
leerd. Elk gasverwarmd apparaat moet worden gezien als een verbrandingssysteem (onaf-
hankelijk van de gasstroom).
Bij het ondergronds opstellen van met vloeibaar gas verwarmde apparaten moet de exploi-
tant van de installatie zorgen voor de noodzakelijke voorzieningen voor beluchting en ge-
dwongen ontluchting conform de “Technische regels voor vloeibaar gas” (TRF).
De ventilatie in een ruimte is in orde als er geen onderdruk ontstaat wanneer alle verbran-
dingssystemen voluit branden, ook als de verbrandingsgassen mechanisch worden afge-
zogen. Hierdoor is gewaarborgd dat er een probleemloze verbranding van het gas en een
volledige afvoer van de verbrandingsgassen plaatsvindt.
De be- en ontluchtingsopeningen mogen niet afsluitbaar zijn.
Voordat de werkzaamheden bij ingebruikneming, onderhoud, ombouw en reparatie
worden afgesloten, moeten alle gasvoerende onderdelen, van de met de hand dicht te
draaien kraan tot en met de inspuiter van de brander, worden gecontroleerd op lekkage.
Het gas kan bij lekken ontsnappen.
Er moet vooral worden gelet op de meetaansluitingen op de gasklep.
De controle moet zowel bij een ingeschakelde als bij een uitgeschakelde brander wor-
den uitgevoerd.
Installatie-instructies
11
Alleen voor NL: Het apparaat is afgestemd voor de categorie K(I2K) en hiermee ge-
schikt voor het gebruik van G en G+ distributiegassen volgens de specificaties zoals
vermeld in NTA8837:2012 AnnexD met een Wobbe-index van 43,46 – 45,3MJ/m³
(droog, 0°C, bovenwaarde) of 41,23 – 42,98MJ/m³ (droog, 15°C, bovenwaarde). Het
apparaat kan daarnaast opnieuw worden afgeregeld voor de categorie E(I2E).
Aanbevolen wordt om ter plekke een thermische afsluitvoorziening te installeren.
Als de gasverwarmde apparaten openlijk toegankelijk zijn, moet bovendien worden ge-
controleerd of er een gasstroombeveiliging moet worden gebruikt.
Installatie-instructies
12
Vereiste doorstroomhoeveelheid
Machinetype Nominale warmtebe-
lasting (Hi)
Aardgas (LL) Aardgas (E) Vloeibaar gas
PRI318 22kW 2,71m³/h 2,33m³/h 1,74kg/h
PRI418 28kW 3,44m³/h 2,97m³/h 2,21kg/h
PRI421 30kW 3,69m³/h 3,18m³/h 2,37kg/h
De aansluitwaarde is gebaseerd op de volgende verwarmingswaarden:
- AardgasLL (G25): 29,25MJ/m³(Hi)
- AardgasE (G20): 34,02MJ/m³(Hi)
- Vloeibaar gas (G30): 45,65MJ/m³(Hi)
Aardgas
Aardgas Lengte gasleiding
3 m 5 m 10 m 20 m 30 m 50 m 100 m
Diameter
binnenwerks Maximale doorstroomhoeveelheid
¾" (20 mm) 4,7 m³/h 3,7 m³/h 2,6 m³/h 1,6 m³/h 1,1 m³/h 0,7 m³/h 0,3 m³/h
1" (25 mm) 8,6 m³/h 6,9 m³/h 4,8 m³/h 3,1 m³/h 2,4 m³/h 1,9 m³/h 0,9 m³/h
1 ¼" (32 mm) 16,0 m³/h 12,4 m³/h 8,7 m³/h 6,2 m³/h 5,0 m³/h 3,8 m³/h 2,4 m³/h
1 ½" (40 mm) 26,5 m³/h 20,5 m³/h 14,5 m³/h 10,3 m³/h 8,4 m³/h 6,5 m³/h 4,0 m³/h
2" (50 mm) 60,0 m³/h 47,0 m³/h 33,0 m³/h 23,0 m³/h 19,0 m³/h 15,0 m³/h 10,0 m³/h
Vloeibaar gas
Vloeibaar
gas
Lengte gasleiding
5 m 10 m 20 m 50 m
Diameter
binnenwerks
Maximale doorstroomhoeveelheid
10 mm 1,3 kg/h 1,0 kg/h - -
12 mm 2,0 kg/h 1,5 kg/h 1,0 kg/h -
16 mm 4,0 kg/h 3,0 kg/h 2,0 kg/h 1,5 kg/h
22 mm 9,0 kg/h 6,5 kg/h 4,5 kg/h 3,0 kg/h
27 mm - 12,0 kg/h 8,0 kg/h 5,0 kg/h
Installatie-instructies
13
Afvoer verbrandingsgassen
De gasverwarmde mangels zijn gasverbrandingssystemen zonder stromingsbeveiliging
van het type B22 met ventilator achter de verwarming.
- Het mengsel van verbrandingsgas en lucht van mangels moet door een geschikte
schoorsteen en via het dak naar de buitenlucht worden afgevoerd.
- Afvoeren voor afvoerlucht/verbrandingsgas dienen zo kort mogelijk te worden gehouden
en moeten stijgend naar de afvoerschoorsteen worden geplaatst.
- Er mogen alleen warmte- en roetbestendige materialen worden gebruikt.
- Op het laagste punt van de luchtafvoer-/verbrandingsgasleiding moet een condensaataf-
voer aanwezig zijn. Het condensaat moet worden afgevoerd met behulp van een op-
vangschaal voor het water of via een bodemafvoer die op de betreffende plaats is aan-
gebracht. Er mogen geen spijlen of jaloezieën worden ingebouwd. De luchtafvoer-/ver-
brandingsgasleiding moet drukdicht worden gelegd.
Zie hiervoor: richtlijn voor de toelating van verbrandingsgasinstallaties voor verbrandings-
gassen met lage temperaturen (Institut für Bautechnik, Berlijn).
Uitzonderingen
1. Als een afzonderlijke afzuiging niet kan worden uitgevoerd, moet er bij het gebruik
van meerdere verbrandingsgas-/luchtafvoerleidingen voor worden gezorgd dat het
verbrandingsgas-/luchtafvoermengsel niet via de luchtafvoeren van andere apparaten
in de ruimte kan komen. Geschikte afmetingen zijn bijvoorbeeld door geleideplaten en
stromingstechnisch gunstige samenvoeging. In de verbrandingsgas-/luchtafvoerlei-
dingen van de niet-gebruikte apparaten mag geen overdruk ontstaan. Apparaten met
en zonder ventilator mogen niet tegelijk op één schoorsteen voor de luchtafvoer wor-
den aangesloten.
2. Het mengsel van verbrandingsgas en lucht kan in uitzonderingsgevallen door de bui-
tenmuur (conform §38hfdst.4lid3MBO) worden afgevoerd. Dat mag echter niet lei-
den tot gevaren of onaanvaardbare overlast.
3. Bij het gebruik van een verzamelleiding moeten de afzonderlijke luchtafvoeren van de
apparaten zijdelings en stromingstechnisch gunstig in de gemeenschappelijke verza-
melleiding worden geleid. De diameter van de schoorsteen voor de luchtafvoer mag
niet kleiner zijn dan die van de verzamelleiding. De verzamelleiding moet zo kort mo-
gelijk worden gehouden en stijgend naar de schoorsteen voor de luchtafvoer worden
geplaatst. Op het laagste punt moet een condensafvoer aanwezig zijn. Het con-
densaat moet, zoals hierboven beschreven, worden afgevoerd.
Voor alle uitzonderingen, in het bijzonder voor de installatie van een verzamelleiding,
moet speciale toestemming van een vakman worden verkregen.
Installatie-instructies
14
Diameters luchtafvoer- en luchttoevoerleidingen
Model Diameters van de luchtafvoertuiten
PRI318/418/421 gas 113cm²
Tabel verbrandingsgas
PRI318 PRI418 PRI421
Massastroom verbrandingsgas* 160g/s 101g/s 122g/s
Temperatuur* 120°C 130°C 130°C
CO2-gehalte* 0,6% 1,0% 1,0%
Afzuigvermogen** 530m³/h 530m³/h 530m³/h
Maximaal toegestane tegendruk 200Pa 200Pa 200Pa
*Voorbeeldwaarde
**Bij 0mbar tegendruk
Ventilatieopening in het vertrek bij luchtaanzuiging uit de opstelruimte
De minimale afmeting voor de ventilatieopening hangt af van de diameter van de luchtaf-
voerbuis.
Luchtafvoerbuis Minimale afmeting ventilatieopening
  A A  
100mm - 79cm² 237cm² 175mm 155mm
- 100mm 100cm² 300cm² 200mm 175mm
120mm - 113cm² 339cm² 210mm 185mm
- 120mm 144cm² 432cm² 235mm 210mm
150mm - 177cm² 531cm² 260mm 230mm
- 150mm 225cm² 675cm² 295mm 260mm
180mm - 254cm² 762cm² 315mm 280mm
- 180mm 324cm² 972cm² 355mm 315mm
200mm - 314cm² 942cm² 350mm 310mm
- 200mm 400cm² 1200cm² 395mm 350mm
220mm - 380cm² 1140cm² 381mm 377mm
- 220mm 484cm² 1452cm² 430mm 382mm
250mm - 491cm² 1473cm² 435mm 385mm
- 250mm 625cm² 1875cm² 490mm 435mm
300mm - 707cm² 2121cm² 520mm 460mm
- 300mm 900cm² 2700cm² 590mm 520mm
Installatie-instructies
15
2. Waar moet u bij de ingebruikneming op letten?
Controleer of rekening is gehouden met de in hoofdstuk 1 “Waar moet u vóór de ingebruik-
neming op letten?” genoemde punten. De hierna genoemde volgorde moet absoluut in
acht worden genomen bij de ingebruikneming of aanpassing:
1. Meet de aansluitdruk. De aansluitdruk moet in de conform EN437 aangegeven berei-
ken liggen (zie hoofdstuk “Land van bestemming en categorie”).
2. Vraag naar de beschikbare gasfamilie, gasgroep en aansluitdruk bij het verantwoor-
delijke gasbedrijf en vergelijk deze met de op het apparaat vermelde waarden (zie de
sticker op de achterkant van het apparaat).
3. Controleer de af fabriek ingestelde inspuitdruk volgens de hoofdstukken “Land van
bestemming en categorie”, “Instelwaarden bij aardgas” of “Instelwaarden bij vloeibaar
gas” en corrigeer, indien nodig, de inspuitdruk.
4. Als de gasfamilie, gasgroep en aansluitdruk afwijken, moeten deze volgens de in-
structies in het hoofdstuk “Aansluit- en aanpassingsinstructies” worden aangepast en
moet de sticker op de achterkant van het apparaat worden vervangen.
Stel de inspuitdruk in op de gasregelklep van het apparaat (zie hoofdstuk “Instelwaarden
bij aardgas” of “Instelwaarden bij vloeibaar gas”).
Bij het veranderen van de gasfamilie moet een overeenkomstige ombouwset worden
aangevraagd bij Miele Service. Vermeld daarbij de productnaam, het apparaatnummer,
de gasfamilie, gasgroep, de gasaansluitdruk en het land waarin het apparaat wordt op-
gesteld.
5. Schakel alle aanwezige gasverbruikers in, inclusief die van het geïnstalleerde appa-
raat.
Installatie-instructies
16
Aansluit- en aanpassingsinstructies
Aansluit- en aanpassingswerkzaamheden mogen alleen door geschoold personeel van
een geautoriseerde vakhandelaar worden uitgevoerd.
Gasverwarmde Miele-mangels zijn in de fabriek overeenkomstig de gastechnische specifi-
caties op de achterkant van het apparaat ingesteld.
Gasslang
Voor het aansluiten van het gasapparaat moet een geribbelde metalen slangleiding van
roestvrij staal conform DIN3384 worden gebruikt. Alternatief kan een slang conform
DINEN16617 met aansluitingen conform DIN3384 worden gebruikt. Bij het selecteren van
de slang moet rekening worden gehouden met de vereiste doorstroomhoeveelheid. Boven-
dien moet rekening worden gehouden met de landelijk geldige voorschriften.
Hoofdaansluiting
Aardgas Vloeibaar gas
Inschroefkoppeling*
Verloopmof*
* Wordt geleverd bij de “ombouwset voor aanpassing van aardgas naar
vloeibaar gas”.
Slang
Aansluitdruk-
meetaansluitingen
Kopschroef
drukregelaar
Kopschroef
drukregelaar Inspuitdruk-
meetaansluitingen
V1 V2
Gasregelklep
Installatie-instructies
17
Gasregelklep controleren en instellen
Verwijder de kopschroeven op de drukregelaars.
Maak de borgschroeven op de meetaansluitingen los.
Voer een volledige meting uit.
Draai de borgschroeven na de meting weer aan.
Controleer de aansluitdruk bij de gasregelklepV1 (zie hoofdstuk “Aansluitdruk en catego-
rie”).
Draai de drukregelaar bij de gasregelklepV1 helemaal open.
Stel de inspuitdruk bij gasregelklepV2 in conform de hieronder aangegeven instelwaar-
den voor aardgas of vloeibaar gas.
De brander instellen
De betreffende diameters voor inspuiters en panelen worden in de volgende tabellen sa-
men met de instelwaarden weergegeven.
De inspuiters en panelen worden meegeleverd met de ombouwset voor aanpassing van
aardgas naar vloeibaar gas.
Paneel 2x
Inspuiter 2x
Vervang de 2inspuiters.
Vervang de 2panelen.
Gevaar door gaslekkage.
Na aansluit-, instel- en aanpassingswerkzaamheden kunnen gasleidingen en schroef-
koppelingen lekken.
Na aansluit-, instel- en aanpassingswerkzaamheden moeten de gasleidingen, alle
schroefkoppelingen (ook die van de inspuiters) en de borgschroeven op de meetaanslui-
tingen op lekkage worden gecontroleerd, zowel in stilstand als tijdens het gebruik.
Installatie-instructies
18
Aansluitdruk en categorie
De gasverwarmde mangels zijn voor de volgende landen, aansluitdrukken en categorieën
toegelaten:
Land van be-
stemming Categorie
Aansluitdruk (aardgas)
DINEN437
Aansluitdruk (vloeibaar gas)
DINEN437
pnpmin pmax pnpmin pmax
Nederland (NL)
II2EK3B/P
II2L3B/P
20mbar 17mbar 25mbar (E) 29mbar 25mbar 35mbar
25mbar 20mbar 30mbar
(L, K) 50mbar 42,5mbar 57,5mbar
Belgie (BE)
I2E(R)B en
I3+
20mbar 17mbar 25mbar (Es) 29mbar 20mbar 35mbar (B)
25mbar 20mbar 30mbar (Ei) 37mbar 25mbar 45mbar (P)
Informeer het gasbedrijf als de aansluitdruk bij aardgas lager is dan 15mbar.
Instelwaarden bij aardgas
Model Belasting (Hi) Diameter inspuiter Paneel Ø Inspuitdruk
E, H LL, L
PRI318 22kW 2x3,0mm 30mm 8,6mbar 12,8mbar
PRI418 28kW 2x3,5mm 35mm 7,5mbar 11,2mbar
PRI421 30kW 2x3,5mm 35mm 8,6mbar 12,8mbar
Instelwaarden bij vloeibaar gas 3B/P (30/50mbar)
Model Belasting (Hi) Diameter inspuiter Paneel Ø Inspuitdruk
PRI318 22kW 2x1,7mm 25mm 29mbar
PRI418 28kW 2x1,95mm 30mm 28,5mbar
PRI421 30kW 2x2,05mm 30mm 27mbar
Instelwaarden bij vloeibaar gas 3+ (zonder regelaar)
Model Belasting (Hi) Diameter inspuiter Paneel Ø Inspuitdruk
PRI318 22kW 2x1,7mm 25mm
Regelaar blokkerenPRI418 28kW 2x1,95mm 30mm
PRI421 30kW 2x2,05mm 30mm
PRI318G (verwarmd door gas)
19
Afmetingen
300
60
300
60
1750
1110
>350 >350
2469
1377
BWR
>300 780 160
437
850
919
71
1240
300
0–20
Afmetingen in millimeters
BWR Ombouwsetwasterugvoer
Optionele uitrusting om het wasgoed na het mangelproces aan de voorkant te ver-
wijderen.
PRI318G (verwarmd door gas)
20
Installatie
1
240
133–
153
360
> 5000
~1415
1600
2
3
2
133–153
623
1590
215–
235
185–
205
4
1
1
Afmetingen in millimeters
aElektrische aansluiting
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
PRI318G (verwarmd door gas)
21
Opstelling
A
A
355
159
1768
5
4
159
464
355 350
5
5
5
Ø 10
~70
A-A
5
3
2
Afmetingen in millimeters
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
eBoorgat/bevestigingspunt
PRI318G (verwarmd door gas)
22
Technische gegevens
Spanningsvarianten/elektrische gegevens
3NAC 380–415V, 50–60Hz
Aansluitspanning 3NAC 380-415 V
Frequentie 50–60 Hz
Verbruik 1,0 kW
Vereiste zekering (ter plaatse) 3 × 16 A
Minimale doorsnede voor aansluitkabel 5 × 1,5 mm²
Schroefkoppeling M25
Gasaansluiting
Nominale warmtebelasting 22kW
Aansluitstukken op apparaat conform ISO7-1 ½" buitenschroefdraad
Aansluitdruk aardgas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor aardgas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Aansluitdruk vloeibaar gas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor vloeibaar gas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Alternatief: buis van precisiestaal conform DIN2391/DIN2393 met glad buisein-
de (ter plaatse)
Reduceermof ½"x⅜", schroefkoppeling: ⅜"xDN12
Min. 40mm lang, DN12
Vereisten voor de gasslang Geribbelde metalen slangleiding van roestvrij staal
conform DIN3384 of een slang conform
DINEN16617 met aansluitingen conform DIN3384
Luchtafvoer
Diameter luchtafvoeraansluiting 120mm
Maximale temperatuur luchtafvoer (circa) 133°C
Afzuigvermogen 0,45kW
Luchtverplaatsingsvermogen (0bar) 270m³/h
Maximaal toelaatbaar drukverlies 200Pa
PRI318G (verwarmd door gas)
23
Afmetingen/gewicht
Breedte apparaat totaal 2469mm
Hoogte apparaat totaal 1110mm
Diepte apparaat totaal 1377mm
In hoogte verstelbaar via stelvoeten 29mm
Lengte strijkrol 1750mm
Roldiameter 300mm
Grootste demonteerbare onderdeel Mulde
Breedte grootste demonteerbare onderdeel 440mm
Hoogte grootste demonteerbare onderdeel 242mm
Diepte grootste demonteerbare onderdeel 1096mm
Breedte verpakking 2576mm
Hoogte verpakking 1388mm
Diepte verpakking 1096mm
Maximaal brutovolume 3918l
Maximaal brutogewicht 501kg
Maximaal nettogewicht 424kg
Maximale vloerbelasting tijdens gebruik 4160N
Emissiegegevens
Geluidsdrukniveau 60 dB(A) re 20 μPa
Warmteafgifte aan de plaats van opstelling 11,5MJ/h
Vloerbevestiging
Vereiste bevestigingspunten 4
Houtschroef conform DIN571 (diameterxlengte) 8mmx50mm
Plug (diameterxlengte) 10mmx50mm
PRI418G (verwarmd door gas)
24
Afmetingen
300
60
300
60
1750
1110
>350 >350
2469
1441
BWR
>300 780 193
469
850
919
104
1273
365
0–20
Afmetingen in millimeters
BWR Ombouwsetwasterugvoer
Optionele uitrusting om het wasgoed na het mangelproces aan de voorkant te ver-
wijderen.
PRI418G (verwarmd door gas)
25
Installatie
1
240
133–
153
360
> 5000
~1415
1600
2
3
2
133–153
623
1590
215–
235
185–
205
4
1
1
Afmetingen in millimeters
aElektrische aansluiting
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
PRI418G (verwarmd door gas)
26
Opstelling
A
A
355
159
1768
5
4
159
464
355 350
5
5
5
Ø 10
~70
A-A
5
3
2
Afmetingen in millimeters
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
eBoorgat/bevestigingspunt
PRI418G (verwarmd door gas)
27
Technische gegevens
Spanningsvarianten/elektrische gegevens
3NAC 380–415V, 50–60Hz
Aansluitspanning 3NAC 380-415 V
Frequentie 50–60 Hz
Verbruik 1,0 kW
Vereiste zekering (ter plaatse) 3 × 16 A
Minimale doorsnede voor aansluitkabel 5 × 1,5 mm²
Schroefkoppeling M25
Gasaansluiting
Nominale warmtebelasting 28kW
Aansluitstukken op apparaat conform ISO7-1 ½" buitenschroefdraad
Aansluitdruk aardgas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor aardgas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Aansluitdruk vloeibaar gas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor vloeibaar gas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Alternatief: buis van precisiestaal conform DIN2391/DIN2393 met glad buisein-
de (ter plaatse)
Reduceermof ½"x⅜", schroefkoppeling: ⅜"xDN12
Min. 40mm lang, DN12
Vereisten voor de gasslang Geribbelde metalen slangleiding van roestvrij staal
conform DIN3384 of een slang conform
DINEN16617 met aansluitingen conform DIN3384
Luchtafvoer
Diameter luchtafvoeraansluiting 120mm
Maximale temperatuur luchtafvoer (circa) 135°C
Afzuigvermogen 0,45kW
Luchtverplaatsingsvermogen (0bar) 270m³/h
Maximaal toelaatbaar drukverlies 200Pa
PRI418G (verwarmd door gas)
28
Afmetingen/gewicht
Breedte apparaat totaal 2469mm
Hoogte apparaat totaal 1110mm
Diepte apparaat totaal 1441mm
In hoogte verstelbaar via stelvoeten 29mm
Lengte strijkrol 1750mm
Roldiameter 365mm
Grootste demonteerbare onderdeel Mulde
Breedte grootste demonteerbare onderdeel 500mm
Hoogte grootste demonteerbare onderdeel 270mm
Diepte grootste demonteerbare onderdeel 1855mm
Breedte verpakking 2576mm
Hoogte verpakking 1388mm
Diepte verpakking 1096mm
Maximaal brutovolume 3918l
Maximaal brutogewicht 530kg
Maximaal nettogewicht 453kg
Maximale vloerbelasting tijdens gebruik 4444N
Emissiegegevens
Geluidsdrukniveau 60 dB(A) re 20 μPa
Warmteafgifte aan de plaats van opstelling 13,7MJ/h
Vloerbevestiging
Vereiste bevestigingspunten 4
Houtschroef conform DIN571 (diameterxlengte) 8mmx50mm
Plug (diameterxlengte) 10mmx50mm
PRI421G (verwarmd door gas)
29
Afmetingen
300
60
300
60
2040
1110
>350 >350
2759
1441
BWR
>300 780 193
469
850
919
104
1273
365
0–20
Afmetingen in millimeters
BWR Ombouwsetwasterugvoer
Optionele uitrusting om het wasgoed na het mangelproces aan de voorkant te ver-
wijderen.
PRI421G (verwarmd door gas)
30
Installatie
1
240
133–
153
360
> 5000
~1415
1600
2
3
2
133–153
768
1735
215–
235
185–
205
4
1
1
Afmetingen in millimeters
aElektrische aansluiting
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
PRI421G (verwarmd door gas)
31
Opstelling
A
A
355
159
2058
5
4
159
464
355 350
5
5
5
Ø 10
~70
A-A
5
3
2
Afmetingen in millimeters
bElektrische mantelbuis
Voor het leggen van de elektrische aansluitkabel in het gebouw.
cLuchtafvoeraansluiting
dGasaansluiting
eBoorgat/bevestigingspunt
PRI421G (verwarmd door gas)
32
Technische gegevens
Spanningsvarianten/elektrische gegevens
3NAC 380–415V, 50–60Hz
Aansluitspanning 3NAC 380-415 V
Frequentie 50–60 Hz
Verbruik 1,0 kW
Vereiste zekering (ter plaatse) 3 × 16 A
Minimale doorsnede voor aansluitkabel 5 × 1,5 mm²
Schroefkoppeling M25
Gasaansluiting
Nominale warmtebelasting 30kW
Aansluitstukken op apparaat conform ISO7-1 ½" buitenschroefdraad
Aansluitdruk aardgas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor aardgas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Aansluitdruk vloeibaar gas (conform DINEN437) Zie installatiehandleiding
Vereiste schroefkoppeling voor vloeibaar gas (ter plaatse) ½" binnenschroefdraad
Alternatief: buis van precisiestaal conform DIN2391/DIN2393 met glad buisein-
de (ter plaatse)
Reduceermof ½"x⅜", schroefkoppeling: ⅜"xDN12
Min. 40mm lang, DN12
Vereisten voor de gasslang Geribbelde metalen slangleiding van roestvrij staal
conform DIN3384 of een slang conform
DINEN16617 met aansluitingen conform DIN3384
Luchtafvoer
Diameter luchtafvoeraansluiting 120mm
Maximale temperatuur luchtafvoer (circa) 130°C
Afzuigvermogen 0,45kW
Luchtverplaatsingsvermogen (0bar) 270m³/h
Maximaal toelaatbaar drukverlies 200Pa
PRI421G (verwarmd door gas)
33
Afmetingen/gewicht
Breedte apparaat totaal 2759mm
Hoogte apparaat totaal 1110mm
Diepte apparaat totaal 1441mm
In hoogte verstelbaar via stelvoeten 29mm
Lengte strijkrol 2040mm
Roldiameter 365mm
Grootste demonteerbare onderdeel Mulde
Breedte grootste demonteerbare onderdeel 500mm
Hoogte grootste demonteerbare onderdeel 270mm
Diepte grootste demonteerbare onderdeel 1096mm
Breedte verpakking 2866mm
Hoogte verpakking 1388mm
Diepte verpakking 1096mm
Maximaal brutovolume 4359l
Maximaal brutogewicht 556kg
Maximaal nettogewicht 477kg
Maximale vloerbelasting tijdens gebruik 4679N
Emissiegegevens
Geluidsdrukniveau 60 dB(A) re 20 μPa
Warmteafgifte aan de plaats van opstelling 15,1MJ/h
Vloerbevestiging
Vereiste bevestigingspunten 4
Houtschroef conform DIN571 (diameterxlengte) 8mmx50mm
Plug (diameterxlengte) 10mmx50mm
Nederland:
België:
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 – 1730 Mollem (Asse)
Tel. 02/451.15.40
Internet: www.miele-professional.be
Miele Professional
De Limiet 2
Postbus 166
4130 ED VIANEN
Afdeling Customer Service Professional
Tel.: (03 47) 37 88 84
Fax: (03 47) 37 84 29
E-mail: [email protected] (verkoop & algemene vragen)
E-mail: [email protected] (service & onderhoud)
Website: www.miele-professional.nl
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh, Duitsland
Wijzigingen voorbehouden / Productiedatum: 45.22 M.-Nr. 11 470 390 / 04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

Miele PRI 421 Installation Plan

Type
Installation Plan
Deze handleiding is ook geschikt voor