Liebherr WFbli 5241 Perfection Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................ 3
1.3 SmartDevice.................................................................. 3
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 3
1.5 Conformiteit.................................................................. 4
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.7 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 In gebruik nemen................................................... 5
3.1 Opstelvoorwaarden..................................................... 5
3.2 Afmetingen apparaat................................................... 6
3.3 Apparaat transporteren.............................................. 6
3.4 Apparaat uitpakken..................................................... 6
3.5 Transportbeveiliging verwijderen.............................. 7
3.6 Deurgreep monteren.................................................... 7
3.7 Kantelbeveiliging monteren....................................... 7
3.8 Apparaat opstellen...................................................... 7
3.9 Apparaat uitlijnen......................................................... 8
3.10 Plaatsen van meerdere apparaten............................ 8
3.11 Na het plaatsen............................................................ 8
3.12 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 8
3.13 Deurscharnieren wisselen.......................................... 8
3.14 Deur uitlijnen................................................................ 15
3.15 Apparaat aansluiten.................................................... 15
3.16 Apparaat inschakelen (eerste inbedrijfstelling)...... 16
3.17 Uitrusting aanbrengen................................................ 16
4 Opslag.................................................................... 16
4.1 Instructies voor opslag............................................... 16
4.2 Wijnopslag.................................................................... 16
4.3 Opslagtekening............................................................ 17
5 Energie sparen....................................................... 19
6 Bediening............................................................... 19
6.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 19
6.1.1 Statusweergave........................................................ 19
6.1.2 Weergavesymbolen.................................................. 19
6.1.3 Akoestische signalen...............................................20
6.2 Navigatie....................................................................... 20
6.2.1 Navigatie met touchdisplay....................................20
6.2.2 Instellingenmenu......................................................20
6.2.3 Klantmenu................................................................. 20
6.2.4 Algemene regels........................................................21
6.3 Functies......................................................................... 21
6.3.1 Functieoverzicht........................................................21
6.3.2 Apparaat in- en uitschakelen .................................21
6.3.3 Temperatuur ............................................................. 22
6.3.4 Presentatielicht ........................................................22
6.3.5 HumiditySelect .........................................................22
6.3.6 SabbathMode............................................................ 23
6.3.7 Deurvergrendeling ...................................................23
6.3.8 Displayblokkering .................................................... 24
6.3.9 Toegangscodes......................................................... 24
6.3.10 Taal .............................................................................26
6.3.11 Temperatuureenheid ...............................................26
6.3.12 Displayhelderheid ....................................................26
6.3.13 Alarm Sound...............................................................27
6.3.14 Key Sound...................................................................27
6.3.15 WLAN ......................................................................... 27
6.3.16 Info..............................................................................28
6.3.17 Software.....................................................................28
6.3.18 Deuralarm ................................................................. 28
6.3.19 Fabrieksreset ............................................................29
6.4 Meldingen...................................................................... 29
6.4.1 Waarschuwingen...................................................... 29
6.4.2 Herinneringen........................................................... 30
7 Uitrusting.............................................................. 31
7.1 Veiligheidsslot.............................................................. 31
7.2 Accessoires................................................................... 31
8 Onderhoud............................................................. 31
8.1 Luchtuitwisseling door FreshAir-actievekoolfilter. 31
8.2 Apparaat reinigen......................................................... 32
9 Klantenhulp........................................................... 33
9.1 Technische gegevens.................................................. 33
9.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 33
9.3 Technische storing....................................................... 33
9.4 Klantenservice.............................................................. 34
9.5 Typeplaatje.................................................................... 35
10 Buiten bedrijf stellen............................................ 35
11 Afvalverwijdering.................................................. 35
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 35
11.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 35
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Videos
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
WFbli 5041 WFbli 5241 WFbli 7741
2 * afhankelijk van model en uitvoering
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij op-
of aanmerkingen contact op met de handelaar of de klan‐
tenservice (zie 9.4 Klantenservice) .
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide”
-„Installation Guide”*
-Servicebrochure
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeld
(1) Typeplaatje (5) Slot
(2) Oplegroosters (6) Bedieningselementen en
temperatuurweergave
(3) Stelvoeten (7) FreshAir-actievekoolfilter
(4) Binnenverlichting (8) Flessenmand
1.3 SmartDevice
SmartDevice is de netwerkoplossing voor uw wijnapparaat.
Als uw apparaat compatibel is met SmartDevice is of hier
voor is voorbereid, kunt u uw apparaat snel en eenvoudig
in uw WLAN integreren. Met de SmartDevice-app kunt u
uw apparaat vanaf een mobiel eindapparaat bedienen. In
de SmartDevice-app zijn aanvullende functies en instelmo‐
gelijkheden beschikbaar.
SmartDevice-
compatibel appa‐
raat:
Uw apparaat is met de SmartDevi‐
ceBox uitgerust. Om uw apparaat met
WLAN te kunnen verbinden, moet u de
SmartDevice-app downloaden.
Meer informatie
over SmartDevice:
smartdevice.liebherr.com
SmartDevice-app
downloaden:
Na installatie en configuratie van de
SmartDevice-app kunt u uw apparaat
met de SmartDevice-app en de appa‐
raatfunctie WLAN (zie 6.3.15 WLAN ) in
uw WLAN integreren.
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
opslaan van wijn in een huishoudelijke of
vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt bijv.
het gebruik gerekend
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet geschikt voor het
invriezen van levensmiddelen.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik buiten bij zeer hoge luchtvochtig‐
heid
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.5 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften
en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.
Voor GB-
markt:
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
Bij gebrek aan richtlijnen inzake energie-efficiëntie voor
apparatuur voor de regeling van de wijntemperatuur worden
wijncompartimenten bij de toewijzing van de energie-effi‐
ciëntieklasse beschouwd als keldercompartimenten.
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.7 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor‐
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 In gebruik nemen
3.1 Opstelvoorwaarden
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
uHet apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omge‐
ving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
3.1.1 Plaats van opstelling
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Een optimale opstelplaats is een droge en goed geventi‐
leerde ruimte.
-Wanneer het apparaat in een zeer vochtige omgeving
wordt neergezet, kan zich aan de buitenkant van het
apparaat condenswater vormen.
Let op de plaats van opstelling altijd op de be- en
ontluchting.
-Hoe meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des
te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat.
In te kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de
opstelruimte minstens 1 m3 groot zijn. Gegevens over
het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
-De vloer op de plaats van opstelling moet horizontaal en
vlak zijn.
-De plaats van opstelling moet voor het apparaatgewicht
inclusief de maximale belasting over voldoende draagver
mogen beschikken. (zie 9.1 Technische gegevens)
3.1.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Brandgevaar door verkeerd opstellen!
uVoorkom bij het opstellen van het apparaat dat onder het
apparaat stroomkabels klem komen te zitten.
uApparaat zodanig opstellen dat het geen stekker of
stroomkabel raakt.
uOp contactdozen in het achterpaneel van het apparaat
geen apparaten aansluiten.
uMeervoudige contactdozen of verdeeldozen en andere
elektronische apparaten (bijv. halogeen-transformatoren)
mogen niet aan het achterpaneel van apparaten worden
aangebracht en gebruikt.
3.2 Afmetingen apparaat
A B C D E
WFbli
5041 1684 mm 600 mm 763 mm 1323 mm 23 mm
WFbli 5241 1884 mm 600 mm 763 mm 1323 mm 23 mm
WFbli 7741 2044 mm 750 mm 763 mm 1473 mm 23 mm
A = hoogte van apparaat inclusief voeten/wielen/scharnier
B = breedte van apparaat zonder greep
C = diepte van apparaat zonder greep
D = diepte van apparaat bij geopende deur
E = scharnierhoogte
3.3 Apparaat transporteren
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Tijdens transport op een hoogte van meer dan 1500 m kan
het glas van de deur breken. De scherven zijn scherp en
kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
uNavenante veiligheidsmaatregelen treffen.
uBij eerste inbedrijfstelling: Apparaat verpakt transpor
teren.
uBij transport na eerste inbedrijfstelling (bijv. verhuizing):
Apparaat leeg transporteren.
uApparaat rechtop transporteren.
uApparaat met twee personen transporteren.
3.4 Apparaat uitpakken
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het aansluiten
contact met de leverancier opnemen.
uControleer of het apparaat en de verpakking op trans‐
portschade. Neem onmiddellijk contact met de leveran‐
cier op als u een beschadiging opmerkt.
uVerwijder alle materialen van de achterzijde of de
zijwanden van het apparaat die een correcte plaatsing
of ventilatie kunnen belemmeren.
uAlle beschermfolies van het apparaat verwijderen. Hierbij
geen puntige of scherpe voorwerpen gebruiken!
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
3.5 Transportbeveiliging verwijderen
Fig. 2
uBeugel Fig. 2 (1) naar voren trekken.
uTransportbeveiliging Fig. 2 (2) naar boven toe lostrekken.
wBasishouder blijft op het apparaat.
3.6 Deurgreep monteren
Fig. 3
uMeegeleverde greep met de meegeleverde schroeven
Fig. 3 (1) op de deur aanbrengen.
uAfdekking Fig. 3 (2)plaatsen.
3.7 Kantelbeveiliging monteren
WAARSCHUWING
Verwondings- en beschadigingsgevaar door kantelend
apparaat!
Levensgevaar en materiële beschadiging van het apparaat.
Als u vol beladen steunen uit het apparaat trekt, kan het
apparaat kantelen.
uVoor inbedrijfstelling van het apparaat: Kantelbeveiliging
overeenkomstig de instructies monteren.
Fig. 4
De kantelbeveiliging wordt bij het apparaat geleverd. Hij
bestaat uit een houder, een hoek en vier schroeven.
Aanwijzing
De kantelbeveiliging moet van de achterzijde gezien aan
linker of rechter zijde gemonteerd worden. Afhankelijk van
de montage zijn de volgende afbeeldingen met links (L) of
rechts (R) gekenmerkt.
Fig. 5
uHouder met meegeleverde schroeven op het apparaat
monteren.
Fig. 6
Afhankelijk van de eigenschappen van de wand of de
vloer (hout, beton) geschikt bevestigingsmateriaal (bijv.
pluggen) en voldoende bevestigingspunten gebruiken .
uHoek aan de wand Fig. 6 (1) of vloer Fig. 6 (2) bevestigen.
uApparaat aan hoekschuiven en uitlijnen. (zie 3.9 Apparaat
uitlijnen)
Fig. 7
uHoek en houder vastschroeven.
3.8 Apparaat opstellen
VOORZICHTIG
Letsel- en beschadigingsgevaar!
uApparaat met 2 personen opstellen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
VOORZICHTIG
Letsel- en beschadigingsgevaar!
De deur kan tegen de wand slaan en hierdoor worden
beschadigd. Bij glazen deuren kan het beschadigde glas tot
letsel leiden!
uDeur tegen het slaan tegen de wand beveiligen. Deur‐
stopper, bijv. van vilt, op de wand aanbrengen.
uAlle benodigde onderdelen (bijv. netkabel) op de achter
zijde van het apparaat aansluiten en naar de zijkant
leiden.
Aanwijzing
Kabels kunnen beschadigd worden!
uKabels bij het terugschuiven niet ingeklemd raken.
3.9 Apparaat uitlijnen
LET OP
Vervorming van het apparaat en deur sluit niet.
uApparaat horizontaal en verticaal uitlijnen.
uOneffen ondergrond met stelvoeten compenseren.
WAARSCHUWING
Niet-deskundige hoogteverstelling van de stelvoet!
Zwaar tot dodelijk letsel. Door verkeerde hoogteverstelling
kan het onderdeel van de stelvoet losraken en het apparaat
kantelen.
uDe stelvoet er niet te ver uitdraaien.
Fig. 8
Apparaat optillen:
uStelvoet rechtsom draaien.
Apparaat neerlaten:
uStelvoet linksom draaien.
3.10 Plaatsen van meerdere apparaten
LET OP
Beschadigingsgevaar door condenswater tussen de
zijwanden!
uHet apparaat niet direct naast een ander koelapparaat
plaatsen.
uApparaat met afstand van 3 cm tussen de apparaten
opstellen.
uMeerdere apparaten alleen tot temperaturen van 35 °C
en 65 % luchtvochtigheid naast elkaar opstellen.
uBij hoge luchtvochtigheid afstand tussen de apparaten
vergroten.
Fig. 9 Side-by-side-opstelling
Aanwijzing
Een side-by-side-kit is als toebehoren via de Liebherr-klan‐
tenservice verkrijgbaar. (zie 9.4 Klantenservice)
3.11 Na het plaatsen
uBeschermfolies van de buitenzijde van de behuizing
lostrekken.
uApparaat reinigen. (zie 8.2 Apparaat reinigen)
uIndien nodig: Apparaat desinfecteren.
uFactuur bewaren om voor servicediensten apparaat- en
dealergegevens beschikbaar te hebben.
3.12 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly
ethyleen*
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inza‐
melpunt.
3.13 Deurscharnieren wisselen
Gereedschap
Fig. 10
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
WAARSCHUWING
Letselgevaar door niet-deskundige wissel van de deurschar
nieren!
uDeurscharnieren alleen door deskundig personeel laten
wisselen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar en materiële schade door hoog deurgewicht!
uOmbouw alleen uitvoeren, als u een gewicht van 25 kg
kunt dragen.
uOmbouw alleen met twee personen uitvoeren.
LET OP
Onder stroom staande onderdelen!
Beschadiging van elektrische onderdelen.
uNetstekker eruit trekken voordat de deurscharnieren
worden gewisseld.
uDeur openen.
Fig. 11
uVoorste afdekkingen Fig. 11 (1) binnen ontgrendelen en
naar de zijkant toe verwijderen.
uBovenste afdekking Fig. 11 (2) naar boven toe verwijderen.
Fig. 12
uMiddelste afdekking ontgrendelen en verwijderen.
Fig. 13
uStekker Fig. 13 (1) van printplaat loskoppelen.
Fig. 14
uStekker Fig. 14 (1) op printplaat verwisselen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Fig. 15
uAfdekking met een kleine schroevendraaier ontgrendelen
en verwijderen.
Fig. 16
uStekker uit stekkerhouder verwijderen.
Fig. 17 De inbouwpositie van de stekkerhouder kan 180°
gedraaid zijn.
uStekkerhouder ontgrendelen.
Fig. 18
uSchroeven Fig. 18 (1) verwijderen.
uGrendelnokken Fig. 18 (2) opzij drukken en afstandsslot
Fig. 18 (3) verwijderen.
Fig. 19
uAfstandsslot Fig. 19 (1) met 180° draaien en aan tegen‐
overliggende zijde bevestigen.
uStekkerhouder Fig. 19 (2) aan tegenoverliggende zijde
vergrendelen.
LET OP
Letselgevaar door eruit vallende deur!
uDeur vasthouden.
Fig. 20
uScharnierhoek Fig. 20 (1) losschroeven.
uDeur inclusief scharnierhoek Fig. 20 (2) circa 200 mm
recht omhoog tillen en verwijderen.
uDeur voorzichtig op een zachte ondergrond leggen.
In gebruik nemen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 21
uKabel voorzichtig eruit trekken.
Fig. 22
uScharnierhoek eruit trekken.
Fig. 23
uScharnierbus Fig. 23 (1) met de vingers eruit trekken.
uAfdekstop Fig. 23 (2) voorzichtig met een sleufschroeven‐
draaier optillen en eruit trekken.
Fig. 24
uScharnierbus en afdekstop steeds aan tegenoverliggende
zijde plaatsen (de afgeschuinde zijden omhoog).
Fig. 25 Glasdeur
uPanelen verwijderen.
uGreep losschroeven.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Fig. 26
uStop naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Fig. 27 Glasdeur
uGreep aan tegenoverliggende zijde schroeven.
uPanelen aanbrengen.
Fig. 28
uSluithaak naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Aanwijzing
Gaten zijn voorgemarkeerd en moeten met zelftappende
schroeven worden doorboord.
Fig. 29
uScharnierhoek naar tegenoverliggende zijde verplaatsen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar en materiële schade door eruit kantelende
deur!
uLagerbout met aangegeven aanhaalmoment vastdraaien.
In gebruik nemen
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 30
uBouten Fig. 30 (1) naar de scharnierhoek verplaatsen.
uBouten Fig. 30 (2) met aanhaalmoment van 12 Nm vast‐
draaien.
uScharnierhoek weer losschroeven.
LET OP
Letselgevaar door gespannen veer!
uDeursluitsysteem Fig. 31 (1) niet uit elkaar halen.
Fig. 31
uSluitsysteem Fig. 31 (2) draaien tot het klikt.
wVoorspanning van het sluitsysteem is losgemaakt.
uScharnierhoek losschroeven Fig. 31 (3).
Fig. 32
uDeursluitsysteem naar de scharnierhoek verplaatsen.
uLet erop dat bij het plaatsen de boutafschuining
Fig. 32 (1) naar het ronde gat wijst.
Fig. 33
uAfdekplaat naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Fig. 34
uScharnierhoek aan tegenoverliggende zijde schroeven.
Aanwijzing
De correcte uitlijning en voorspanning is belangrijk voor de
functie van het sluitsysteem.
Fig. 35 Links scharnierend (A) / rechts scharnierend (B)
uSluitsysteem tegen de weerstand in draaien tot het schot
van het sluitsysteem Fig. 35 (1) naar buiten wijst.
wSluitsysteem blijft zelfstandig in deze positie staan.
wSluitsysteem is uitgelijnd en voorgespannen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Fig. 36
uScharnierhoek in de deur plaatsen.
Fig. 37
uKabel er voorzichtig doorsteken.
LET OP
Letselgevaar door eruit vallende deur!
uDeur vasthouden.
Fig. 38
uDeur met een tweede persoon van de grond optillen.
uDeur in 90° geopende toestand voorzichtig op het sluit‐
systeem plaatsen.
LET OP
Materiële schade door verkeerde montage!
uKabel bij het monteren van de scharnierhoek niet
klemmen.
Fig. 39
uKabel door de uitsparing van de scharnierhoek leiden en
voorzichtig monteren Fig. 39 (1).
uScharnierhoek Fig. 39 (2) vastschroeven.
Fig. 40
uStekker Fig. 40 (1) in stekkerhouder steken.
Fig. 41
uStekker Fig. 41 (1) in printplaat steken.
In gebruik nemen
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 42
uAfdekking plaatsen.
Fig. 43
uMiddelste afdekking vergrendelen.
Fig. 44
uVoorste afdekkingen Fig. 44 (1) zijdelings bevestigen en
vastklikken.
uBovenste afdekking Fig. 44 (2) van boven vastklikken.
uDeur sluiten.
wDe deurscharnieren zijn gewisseld.
3.14 Deur uitlijnen
Als de deur niet recht is, kunt u de deur aan de onderste
scharnierhoek afstellen.
Fig. 45
uMiddelste schroef aan onderste scharnierhoek verwij‐
deren.
Fig. 46
uBeide schroeven iets losmaken en deur met scharnier
hoek naar rechts of links verschuiven.
uSchroeven tot de aanslag vastdraaien (middelste schroef
is niet meer nodig).
wDe deur is recht uitgelijnd.
3.15 Apparaat aansluiten
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
uGeen verlengkabel gebruiken.
uGeen verdeeldozen gebruiken.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 15
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
uSluit het apparaat niet aan op stand-alone-omvormers
zoals zonne-energiesystemen en benzinegenerators.
Aanwijzing
Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer.
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
- Het apparaat alleen met wisselstroom gebruiken.
-De toegestane spanning en frequentie staan op het type‐
plaatje. De positie van het typeplaatje is in het hoofd‐
stuk Apparaatoverzicht zichtbaar. (zie 1.2 Apparaat- en
uitrustingsoverzicht)
-Contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard
en elektrisch gezekerd.
-Uitschakelstroom van de zekering ligt tussen 10 A en 16
A.
- De contactdoos is eenvoudig toegankelijk.
uElektrische aansluiting controleren.
uApparaatstekker aan de achterzijde van het apparaat
aanbrengen. Let op het correct vastklikken.
uNetstekker op de voeding aansluiten.
wWeergave wisselt naar stand-bysymbool.
3.16 Apparaat inschakelen (eerste inbe‐
drijfstelling)
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
- Apparaat is opgesteld en aangesloten.
-Alle plakstroken, plak- en beschermfolies en de trans‐
portbeveiligingen in en aan het apparaat zijn verwijderd.
Fig. 47 Startprocedure
Het stand-bysymbool knippert tot de startprocedure is
beëindigd.
Het display geeft het stand-bysymbool aan.
Als het apparaat met fabrieksinstelling wordt geleverd,
moet bij inbedrijfstelling eerst de beeldschermtaal en de
datum/tijd ingesteld worden.
De volgende talen zijn beschikbaar:
- Engels
- Spaans
- Frans
- Duits
- Nederlands
- Deens
- Italiaans
- Pools
- Tsjechisch
- Russisch
- Chinees
- Japans
- Portugees
- Bulgaars
Fig. 48
uStappen (zie Fig. 2664) uitvoeren.
wTaal is ingesteld.
Fig. 50 Statusweergave
wHet apparaat is klaar voor gebruik zodra de temperatuur
op het display verschijnt.
3.17 Uitrusting aanbrengen
Aanwijzing
Toebehoren zijn verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-shop
op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
uBijgevoegde uitrusting aanbrengen om het apparaat opti‐
maal te gebruiken.
4 Opslag
4.1 Instructies voor opslag
Bij het bewaren in acht nemen:
qDraagplateaus afhankelijk van de benodigde hoogte
aanbrengen.
qMaximale belading in acht nemen. (zie 9.1 Technische
gegevens)
qVloeistoffen afgesloten bewaren.
4.2 Wijnopslag
Voor de langdurige opslag van wijn wordt een temperatuur
van 10 °C tot 14 °C aanbevolen.
Bij deze temperaturen, die overeenkomen met een wijn‐
kelder, kan de wijn zich optimaal ontwikkelen.
De onderstaande drinktemperaturen worden voor de
verschillende wijnsoorten aanbevolen.
Rode wijn 14 °C tot 18 °C
Roséwijn 10 °C tot 12 °C
Witte wijn 8 °C tot 12 °C
Mousserende wijn, Prosecco 7 °C tot 9 °C
Champagne 5 °C tot 7 °C
Opslag
16 * afhankelijk van model en uitvoering
4.3 Opslagtekening
4.3.1 WF 50
Fig. 51 Totaal 158 flessen
Fig. 52 Afstanden oplegroosters
WF 50
A260 mm
B240 mm
C540 mm
D180 mm
4.3.2 WF 52
Fig. 53 Totaal 188 flessen
Opslag
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Fig. 54 Afstanden oplegroosters
WF 52
A260 mm
B240 mm
C540 mm
D180 mm
E180 mm
4.3.3 WF 77
Fig. 55 Totaal 284 flessen
Opslag
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 56 Afstanden oplegroosters
WF 77
A320 mm
B240 mm
C480 mm
D240 mm
E240 mm
5 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.4 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-De koelmachine met warmtewisselaar
- metalen roosters aan de achterkant
van het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
6 Bediening
6.1 Bedienings- en weergave-elementen
Het display geeft een snel overzicht van de huidige status
van het apparaat, de temperatuurinstelling, de status van
functies en instellingen, evenals alarm- en foutmeldingen.
Het apparaat wordt rechtstreeks op het touch-kleurendis‐
play bediend door vegen en tikken.
Er kunnen functies worden geactiveerd of gedeactiveerd en
instellingswaarden worden gewijzigd.
Fig. 57 Touch-kleurendisplay
(1) Statusweergave
6.1.1 Statusweergave
Fig. 58 Statusweergave
(1) Werkelijke temperatuur
De statusweergave is de uitgangsweergave.
Vanuit statusweergave wordt naar de functies en instel‐
lingen genavigeerd. (zie 6.2 Navigatie)
6.1.2 Weergavesymbolen
De weergavesymbolen geven informatie over de actuele
toestand van het apparaat.
Symbool Apparaattoestand
Stand-bysymbool
Apparaat is uitgescha‐
keld.
Stand-bysymbool (knip‐
pert)
Apparaat beweegt
omhoog.
Temperatuur (knippert)
Doeltemperatuur nog niet
bereikt. Apparaat koelt af
tot de ingestelde tempe‐
ratuur.
Temperatuurindicatie
Apparaat toont de inge‐
stelde temperatuur.
Statusweergave (witte
rand)
Apparaat is vergrendeld.
Energie sparen
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Symbool Apparaattoestand
D in de weergave
Apparaat werkt in Demo‐
Mode.
Handmatige deurope‐
ning (geel)
De vergrendelde
deur werd handmatig
geopend.
Foutsymbool (rood)
Apparaat is in fouttoe‐
stand.
Pijl terug
Gaat naar het hogere
menu.
Achtergrond (blauw)
Actieve instelling of
actieve functie
Balk (oplopend)
3 seconden indrukken om
instelling te activeren.
Balk (aflopend)
3 seconden indrukken om
instelling te deactiveren.
Symbolen van de statusweergave
6.1.3 Akoestische signalen
In de volgende gevallen klinkt een signaal:
-Als een functie of waarde wordt bevestigd.
-Als een functie of een waarde ofwel niet geactiveerd
ofwel niet gedeactiveerd kan worden.
-Zodra een fout optreedt.
-Bij een alarmmelding.
De alarmtonen kunnen in het klantmenu worden in- en
uitgeschakeld.
6.2 Navigatie
Toegang tot de afzonderlijke functies door menunavigatie.
Bediening direct via het touch-kleurendisplay door vegen en
tikken met de vingers.
6.2.1 Navigatie met touchdisplay
Navigatie Beschrijving
Kort tikken
Scherm kort met vinger aanraken.
Functie activeren/deactiveren
Keuze bevestigen.
Submenu openen.
Lang tikken
Scherm 3 seconden met vinger
aanraken.
Functie activeren/deactiveren (de
oplopende / aflopende balk wordt
bovenaan het scherm weergegeven)
Keuze bevestigen.
Apparaat/waarden resetten.
Apparaat in-/uitschakelen.
Navigatie Beschrijving
Vegen
Naar links of rechts vegen
In het menu navigeren.
Naar waarden zoeken.
Terugsymbool met uw vinger kort
aanraken.
Een niveau in het menu terugspringen.
Terugsymbool 3 seconden met vinger
aanraken.
Terugspringen naar statusweergave.
6.2.2 Instellingenmenu
Via het instellingenmenu krijgt u toegang tot volgende func‐
ties:
-Info (zie 6.3.16 Info )
-Temperatuur (zie 6.3.3 Temperatuur )
-Deuralarm (zie 6.3.18 Deuralarm )
-Verlichting
-Deurvergrendeling (zie 6.3.7 Deurvergrendeling )
-Taal (zie 6.3.10 Taal )
-Temperatuureenheid (zie 6.3.11 Temperatuureenheid )
-Displayhelderheid (zie 6.3.12 Displayhelderheid )
-Apparaat uitschakelen (zie 6.3.2 Apparaat in- en uitscha‐
kelen )
Instellingenmenu oproepen
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 59
uStappen (zie Fig. 2675) uitvoeren.
wHet instellingenmenu is geopend. Van hieruit zijn alle
bovengenoemde functies toegankelijk.
6.2.3 Klantmenu
Het klantmenu geeft toegang tot de volgende verborgen
informatie en instellingen door de cijfercode 151 in te
voeren:
-Bedrijfsuren
-Softwareversie (zie 6.3.17 Software )
-Wijziging van de deur-pincode (zie 6.3.9 Toegangscodes)
-Alarmtonen (zie 6.3.13 Alarm Sound )
-Bevestigingstonen (zie 6.3.14 Key Sound )
-DemoMode
-Fabrieksreset (zie 6.3.19 Fabrieksreset )
Bediening
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Klantmenu oproepen
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 60
uStappen (zie Fig. 2676) uitvoeren.
wHet verborgen klantmenu is geopend. Van hieruit heeft u
toegang tot alle specifieke menus.
6.2.4 Algemene regels
Naast de beschikbare gebaren gelden de volgende alge‐
mene regels:
-Nadat een waarde is gekozen, wordt de keuze gedurende
2 seconden weergegeven. De weergave springt daarna
een niveau terug.
-Na 10 seconden zonder interactie verschijnt de status‐
weergave weer
-Als een keuze in het submenu wordt bevestigd, gaat de
weergave terug naar het menu.
-Geactiveerde functies en gekozen waarden zijn blauw
gemarkeerd.
-Fout- en alarmmeldingen, en waarschuwingen worden
rood gemarkeerd.
-Aanwijzingen/herinneringen worden geel gemarkeerd.
-Lang tikken om functies te activeren: er verschijnt een
oplopende balk op het scherm.
-Lang tikken om functies te deactiveren: er verschijnt een
aflopende balk op het scherm.
6.3 Functies
6.3.1 Functieoverzicht
Apparaat in-/uitschakelen
Instellingen
De toegang tot deze functie kan door een
pincode worden geblokkeerd.
Info
Temperatuurinstelling
Deuralarm
Verlichting
Taal
Temperatuureenheid
Helderheid beeldscherm
WLAN *
HumiditySelect
Deurblokkering
Displayblokkering
Software
Pincode deurvergrendeling wijzigen
Pincode wijziging displayblokkering
Alarmtonen
Toetstonen
DemoMode
SabbathMode
Fabrieksreset
6.3.2 Apparaat in- en uitschakelen
Met deze functie kan het gehele apparaat worden in- en
uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen
Zonder geactiveerde DemoMode:
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 21
Fig. 61
uStappen uitvoeren.
Met geactiveerde DemoMode:
Fig. 62
uStappen uitvoeren.
Aanwijzing
DemoMode voor aflopen van de countdown deactiveren.
Fig. 64 Statusweergave
wDe temperatuurweergave verschijnt op het display.
Apparaat uitschakelen
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uOp het display naar links of rechts vegen tot de beno‐
digde functie wordt weergegeven.
Fig. 65
uStappen uitvoeren.
wDisplay toont stand-bysymbool.
wDisplay wordt na ongeveer 10 minuten uitgeschakeld.
6.3.3 Temperatuur
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-hoe lang de deur geopend blijft
-ruimtetemperatuur van de plaats van opstelling
-type, temperatuur en hoeveelheid van het koelgoed
Aanwijzing
In sommige delen van de binnenruimte kan de luchttempe‐
ratuur van de weergegeven temperatuur afwijken.
Met de correcte temperatuur blijft het koelgoed langer
houdbaar. Overbodig wegwerpen kan zo worden vermeden.
Temperatuur instellen
De volgende stappen beschrijven hoe u de temperatuur van
bijv. 5 °C tot 10 °C verhoogt.
uTemperatuur aantikken.
Fig. 66
uStappen (zie Fig. 2682) uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
6.3.4 Presentatielicht
Met deze instelling kan de helderheid van het presentatie‐
licht worden ingesteld.
De volgende helderheidswaarden kunnen worden ingesteld:
-Uit
-20%
-40%
-60%
-80%
-100% (voorinstelling)
Presentatielicht instellen
De volgende stappen beschrijven hoe u de displayhelder
heid van bijv. 100 % tot 40 % verlaagt.
uNavigatiepijl indrukken tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
Fig. 67
uStappen (zie Fig. 2683) uitvoeren.
wDe helderheid van het presentatielicht is overeenkomstig
gewijzigd.
6.3.5 HumiditySelect
Met deze functie stelt u de luchtvochtigheid in de binnen‐
ruimte van uw apparaat in. Als u de juiste luchtvochtigheid
instelt, heeft dit bij langdurige opslag een positief effect
op de structuur van de kurken waardoor uitdroging wordt
voorkomen.
Aanwijzing
Het aantal keren dat deuren worden geopend en de duur
ervan beïnvloeden de luchtvochtigheid in het apparaat.
Bediening
22 * afhankelijk van model en uitvoering
U kunt twee instellingen voor luchtvochtigheid kiezen:
Functie
HumiditySe‐
lect
Tempera‐
tuurinstelling
op het appa‐
raat
Toepassing/energieverbruik
Standaard
(vooringe‐
steld)
10-12 °C gemiddelde luchtvochtigheid
in de omgeving tussen
50-80%
laag energieverbruik van het
apparaat
Hoog 10-12 °C gemiddelde luchtvochtigheid
in de omgeving < 50%
Energieverbruik van het appa‐
raat stijgt
Luchtvochtigheid in het apparaat verhogen
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Humidity
Humidity
Humidity
Humidity
Fig. 68
uStappen (zie Fig. 2684) uitvoeren.
wLuchtvochtigheid in het apparaat neemt toe.
Luchtvochtigheid in het apparaat op Standard instellen
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Humidity
Humidity
Humidity
Humidity
Fig. 69
uStappen (zie Fig. 2685) uitvoeren.
wLuchtvochtigheid in het apparaat neemt af.
6.3.6 SabbathMode
Met deze functie activeert of deactiveert u de
SabbathMode. Als u deze functie activeert, worden sommige
elektronische functies uitgeschakeld. Hierdoor voldoet het
apparaat aan de religieuze eisen op Joodse feestdagen
zoals sabbat en aan de Star-K Kosher Certification.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De statusweergave toont continu SabbathMode.
Alle functies op het display behalve de functie
SabbathMode deactiveren zijn geblokkeerd.
Actieve functies blijven actief.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
Het display blijft verlicht, als de deur wordt gesloten.
De binnenverlichting is gedeactiveerd.
Herinneringen worden niet uitgevoerd. Het ingestelde
tijdsinterval wordt gestopt.
Herinneringen en waarschuwingen worden niet weerge‐
geven.
Er is geen deuralarm.
Er is geen temperatuuralarm.
Na een stroomuitval keert het apparaat terug naar de
SabbathMode.
Apparaatstatus
Aanwijzing
Dit apparaat is gecertificeerd door het „Institute for Science
and Halacha”. (www.machonhalacha.co.il)
Een lijst met STAR-K-gecertificeerde apparaten vindt u op
www.star-k.org/appliances.
SabbathMode activeren
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 70
uStappen (zie Fig. 2686) uitvoeren.
wSabbathMode is geactiveerd.
wStatusweergave toont continu SabbathMode.
SabbathMode deactiveren
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 71
uStappen (zie Fig. 2687) uitvoeren.
wSabbathMode is gedeactiveerd.
6.3.7 Deurvergrendeling
Het apparaat heeft een elektronische deurvergrendeling. Bij
eerste inbedrijfstelling is de deur ontgrendeld en kunt u
deze openen.
Met deze functie kan het apparaat tegen ongewenst leeg‐
halen worden beveiligd.
Hiervoor heeft u de volgende instelmogelijkheden:
-Deur met deurcode vergrendelen.
-Deur met deurcode ontgrendelen.
-Wijzigen van de deurcode. (zie 6.3.9 Toegangscodes)
-Resetten van de deurcode. (zie 6.3.9 Toegangscodes)
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 23
Deur met deurcode vergrendelen
Aanwijzing
uIn het volgende voorbeeld wordt de af fabriek ingestelde
pincode: 1 1 1 1 gebruikt.
Fig. 72 Statusweergave
Fig. 73 Deur met deurcode 1 1 1 1 vergrendelen.
uStappen (zie Fig. 2689) uitvoeren.
5°C
Fig. 74 Statusweergave
wDe deur is vergrendeld.
Deur met deurcode ontgrendelen
Aanwijzing
uIn het volgende voorbeeld wordt de af fabriek ingestelde
pincode: 1 1 1 1 gebruikt.
5°C
Fig. 75 Statusweergave
Fig. 76 Deur met deurcode 1 1 1 1 vergrendelen.
uStappen (zie Fig. 2692) uitvoeren.
Fig. 77 Statusweergave
wDe deur is ontgrendeld.
Wijzigen van de deurcode
(zie 6.3.9 Toegangscodes)
Resetten van de deurcode
(zie 6.3.9 Toegangscodes)
6.3.8 Displayblokkering
Deze instelling vermijdt onbedoelde bediening van het appa‐
raat.
Toepassing:
-Onbedoeld wijzigen van instellingen en functies
vermijden.
-Onbedoeld uitschakelen van het apparaat vermijden.
-Onbedoelde temperatuurinstelling vermijden.
Aanwijzing
Het deurslot kan ondanks geactiveerde displayblokkering
altijd met de pincode (zie 6.3.9 Toegangscodes) worden
geopend en vergrendeld.
Displayblokkering activeren
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uOp het display naar links of rechts vegen tot de beno‐
digde functie wordt weergegeven.
Fig. 78
uStappen (zie Fig. 2694) uitvoeren.
wDe displayblokkering is geactiveerd.
wDe statusweergave verschijnt.
Displayblokkering deactiveren
Fig. 79
uStappen (zie Fig. 2695) uitvoeren.
wDe displayblokkering is gedeactiveerd.
wDe statusweergave verschijnt.
6.3.9 Toegangscodes
Verschillende instellingen zijn mogelijk.
Toepassing:
-Wijzigen van de deurcode.
-Resetten van de deurcode.
-Wijzigen van de displayblokkeringscode.
-Resetten van de displayblokkeringscode.
Bediening
24 * afhankelijk van model en uitvoering
Deurcode
Deurcode wijzigen
Deze instelling maakt het wijzigen van de deurcode van de
deurvergrendeling mogelijk.
De instelling wordt in 3 stappen uitgevoerd:
- Invoer van de oude deurcode
- Invoer van de nieuwe deurcode
- Bevestiging van de nieuwe deurcode
Aanwijzing
uIn het volgende voorbeeld wordt de af fabriek ingestelde
deurcode 1 1 1 1 gewijzigd.
uDe nieuwe deurcode is: 2 3 4 5
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 80
uStappen (zie Fig. 2696) uitvoeren.
wInvoer van de oude deurcode succesvol.
Fig. 81
uStappen (zie Fig. 2697) uitvoeren.
wInvoer van de nieuwe deurcode succesvol.
Fig. 82
uStappen (zie Fig. 2698) uitvoeren.
wBevestiging van de nieuwe deurcode succesvol.
wDe deurcode is gewijzigd.
Deurcode resetten
Deurcode vergeten of niet bekend.
uApparaat resetten naar fabrieksinstellingen.
(zie 6.3.19 Fabrieksreset )
wHet apparaat is gereset naar de oorspronkelijke instel‐
lingen.
wDe af fabriek ingestelde deurcode luidt: 1 1 1 1
Displayblokkering
Displayblokkeringscode wijzigen
Deze instelling maakt het wijzigen van de deurcode van de
deurblokkering mogelijk.
De instelling wordt in 3 stappen uitgevoerd:
- Invoer van de oude code
- Invoer van de nieuwe code
- Bevestiging van de nieuwe code
Aanwijzing
uIn het volgende voorbeeld wordt de af fabriek ingestelde
code 1 1 1 1 gewijzigd.
uDe nieuwe code is: 2 3 4 5
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 25
Fig. 83
uStappen (zie Fig. 2699) uitvoeren.
wInvoer van de oude code succesvol.
Fig. 84
uStappen (zie Fig. 2697) uitvoeren.
wInvoer van de nieuwe code succesvol.
Fig. 85
uStappen (zie Fig. 2701) uitvoeren.
wBevestiging van de nieuwe code succesvol.
wDe code is gewijzigd.
Displayblokkeringscode resetten
Code vergeten of niet bekend.
uApparaat resetten naar fabrieksinstellingen.
(zie 6.3.19 Fabrieksreset )
wHet apparaat is gereset naar de oorspronkelijke instel‐
lingen.
wDe af fabriek ingestelde code luidt: 1 1 1 1
6.3.10 Taal
Met deze instelling wordt de taal van de weergave inge‐
steld.
Taal instellen
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 86
uStappen (zie Fig. 2702) uitvoeren.
wDe geselecteerde taal is ingesteld.
6.3.11 Temperatuureenheid
Met deze instelling kan de temperatuureenheid van Celsius
naar Fahrenheit en omgekeerd worden gewisseld.
Temperatuureenheid instellen
Het voorbeeld toont hoe u de temperatuureenheid van
Celsius naar Fahrenheit wijzigt.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 87
uStappen (zie Fig. 2703) uitvoeren.
wDe temperatuureenheid Fahrenheit is ingesteld.
6.3.12 Displayhelderheid
Deze instelling maakt de trapsgewijze instelling van de
displayhelderheid mogelijk.
De volgende helderheidswaarden kunnen worden ingesteld:
-40%
-60%
-80%
-100% (voorinstelling)
Displayhelderheid instellen
De volgende stappen beschrijven hoe u de displayhelder
heid van bijv. 100 % tot 40 % verlaagt.
Bediening
26 * afhankelijk van model en uitvoering
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNavigatiepijl indrukken tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
Fig. 88
uStappen (zie Fig. 2704) uitvoeren.
wDe displayhelderheid is overeenkomstig gewijzigd.
6.3.13 Alarm Sound
Met deze functie kunnen alle alarmtonen, bijvoorbeeld deur‐
alarm, worden in- en uitgeschakeld.
Alarm Sound activeren
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 89
uStappen (zie Fig. 2705) uitvoeren.
wAlarm Sound is geactiveerd.
Alarm Sound deactiveren
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 90
uStappen (zie Fig. 2706) uitvoeren.
wAlarm Sound is gedeactiveerd.
6.3.14 Key Sound
Met deze functie kunnen alle toetstonen, bevestigingstonen
en de opstarttoon in- en uitgeschakeld worden.
Key Sound activeren
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uOp het display naar links of rechts vegen tot de beno‐
digde functie wordt weergegeven.
Fig. 91
uStappen (zie Fig. 2707) uitvoeren.
wKey Sound is geactiveerd.
Key Sound deactiveren
uKlantmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
Fig. 92
uStappen (zie Fig. 2708) uitvoeren.
wKey Sound is gedeactiveerd.
6.3.15 WLAN
Via deze functie verbindt u uw apparaat met WLAN. U kunt
het dan via de SmartDevice-app op een mobiel eindapparaat
bedienen. Met deze functie kunt u de WLAN-verbinding ook
weer verbreken of resetten. Om uw apparaat met WLAN
te verbinden, hebt u de SmartDeviceBox nodig. Meer infor
matie over de SmartDeviceBox en het gebruik van de Smart‐
Device-app: (zie 1.3 SmartDevice)
Aanwijzing
In de volgende landen kunt u de SmartDeviceBox niet
gebruiken: Rusland, Belarus, Kazachstan. De SmartDevice-
functie is niet beschikbaar.
WLAN-verbinding maken
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qSmartDevice-app is geïnstalleerd (zie
apps.home.liebherr.com).
qRegistratie in de SmartDevice-app is afgesloten.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
WiFi
On Off Re
WiFi
fo On Of
WiFi
WiFi
WiFi connecting
Fig. 93
uStappen (zie Fig. 2709) uitvoeren.
wVerbinding is gemaakt.
WLAN-verbinding verbreken
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 27
WiFi WiFi
On
fo Of
WiFi
Off
On Re
WiFi
Fig. 94
uStappen (zie Fig. 2710) uitvoeren.
wVerbinding is verbroken.
WLAN-verbinding resetten
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Reset WiFi
WiFi
WiFi
WiFi
On Off Re
WiFi
ff Reset In Press screen for
3 seconds.
3s
Fig. 95
uStappen (zie Fig. 2711) uitvoeren.
wVerbinding is gereset.
WLAN-info
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
WiFi WiFi
On Off Re
WiFi
Onet Info MAC: 84:7B:EB:1D:2D:C1
IP: 192.0.2.42
SSID: FritzBox12345678
Signal: High
10s
Fig. 96
Fig. 97 Statusweergave
uStappen uitvoeren.
6.3.16 Info
Deze weergave toont model, serienummer en service‐
nummer van het apparaat.
Info weergeven
uInstellingsmenu oproepen (zie 6.2 Navigatie) .
uNaar links of rechts vegen tot de desbetreffende functie
wordt weergegeven.
Fig. 98
wDe apparaatinformatie verschijnt.
6.3.17 Software
Deze weergave toont de softwareversie van het apparaat.
Softwareversie weergeven
uKlantmenu oproepen .
uNaar links of rechts vegen tot de desbetreffende functie
wordt weergegeven.
Fig. 99
wDe softwareversie verschijnt.
6.3.18 Deuralarm
Instelling van de tijdsduur nadat bij geopende deur het
deuralarm klinkt.
De volgende waarden kunnen worden ingesteld:
-15 seconden
-30 seconden
-60 seconden
-90 seconden
-120 seconden
-150 seconden
-180 seconden
-Uit
Deuralarm instellen
De volgende stappen beschrijven hoe u de tijdsduur tot het
deuralarm instelt.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Bediening
28 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 100
uStappen (zie Fig. 2716) uitvoeren.
wHet deuralarm is ingesteld.
Deuralarm deactiveren
De volgende stappen beschrijven hoe u het deuralarm deac‐
tiveert.
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 101
uStappen (zie Fig. 2717) uitvoeren.
wHet deuralarm is gedeactiveerd.
6.3.19 Fabrieksreset
Met deze functie kunnen alle instellingen op de fabrieks‐
instellingen worden gereset. Alle tot nu toe uitgevoerde
instellingen worden op hun oorspronkelijke waarde gereset.
Fabrieksreset uitvoeren
uInstellingenmenu oproepen. (zie 6.2 Navigatie)
uNaar links of rechts vegen tot de benodigde functie wordt
weergegeven.
Fig. 102
uStappen (zie Fig. 2718) uitvoeren.
wFabrieksreset werd uitgevoerd.
wApparaat start opnieuw.
6.4 Meldingen
6.4.1 Waarschuwingen
Waarschuwingen worden akoestisch door een signaaltoon
en optisch door een symbool op het display weergegeven.
De signaaltoon wordt sterker en luider tot de melding wordt
bevestigd.
Melding (rood) Oorzaak Oplossing
Deur open
De melding verschijnt, als de deur te lang
geopend is.
Deur sluiten.
Kort tikken
Alarm wordt beëindigd.
Aanwijzing
De tijdsduur waarna de melding moet verschijnen
kan worden ingesteld (zie 6.3.18 Deuralarm ) .
Temperatuuralarm
De melding verschijnt, als de tempera‐
tuur niet overeenkomt met de ingestelde
temperatuur. Oorzaken voor temperatuur‐
verschillen kunnen zijn:
Er zijn warme levensmiddelen in het appa‐
raat geplaatst.
Bij het herplaatsen en het eruit halen van
levensmiddelen is te veel warme lucht in
het apparaat gestroomd.
De stroom is gedurende langere tijd uitge‐
vallen.
Kort tikken
Informatie over fouten en de apparaatstatus
worden weergegeven.
Kort tikken
Hoogste/laagste temperatuur, de datum en de
tijd worden weergegeven.
Kort tikken
Statusbeeldscherm wordt weergegeven.
De huidige temperatuur en het alarmsymbool
knipperen rood tot de ingestelde temperatuur
bereikt is.
Kwaliteit van het koelgoed controleren.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 29
Melding (rood) Oorzaak Oplossing
Fout
Apparaat is defect, er is een apparaatfout
of een onderdeel van het apparaat geeft
een fout aan.
Koelgoed verplaatsen.
Kort tikken
Foutcode (bijv. BT021) wordt
weergegeven.
Kort tikken
Eventuele verdere foutcode
wordt weergegeven.
of
Statusbeeldscherm met
knipperend foutsymbool
wordt weergegeven.
Door vegen of tikken op het display wordt/
worden de foutcode(s) opnieuw weergegeven.
Foutcode(s) noteren en contact opnemen met
klantenservice. (zie 9.4 Klantenservice)
Stroomuitval
De melding verschijnt na een onderbreking
van de stroomvoorziening.
Kort tikken
De oplaadtoestand van de batterij, informatie
over fouten en de apparaatstatus worden weer
gegeven.
Kort tikken
Hoogste temperatuur, periode en aantal stroom‐
onderbrekingen worden weergegeven.
Kort tikken
Statusbeeldscherm wordt weergegeven.
De huidige temperatuur en het alarmsymbool
knipperen rood tot de ingestelde temperatuur
bereikt is.
Kwaliteit van het koelgoed controleren.
Defrost-fout
Automatisch ontdooien werkt niet fout‐
vrij. De laatste 5 ontdooicycli waren niet
succesvol.
Kort tikken.
Alarm wordt beëindigd.
Contact opnemen met klantenservice
(zie 9.4 Klantenservice) .
WLAN-fout
WLAN-verbinding is onderbroken. Verbinding controleren.
Kort tikken.
Alarm wordt beëindigd.
WWW-fout WLAN
De melding verschijnt als er geen internet‐
verbinding via WLAN is.
Verbinding controleren.
Kort tikken.
Alarm wordt beëindigd.
6.4.2 Herinneringen
Er verschijnen herinneringen bij oproepen om iets te doen.
Ze worden akoestisch door een signaaltoon en optisch door
een symbool op het display weergegeven. Bevestigen van
de melding door drukken op de bevestigingstoets.
Melding (geel) Oorzaak Oplossing
Handmatig geopend
De melding verschijnt, als de elektronisch
gesloten deur handmatig werd geopend.
Deur sluiten
Kort tikken.
Herinnering wordt beëindigd.
Bediening
30 * afhankelijk van model en uitvoering
Melding (geel) Oorzaak Oplossing
FreshAir filter
*
FreshAir-actiefkoolfilter
vervangen*
De melding verschijnt om de 6 maanden.* FreshAir-actiefkoolfilter vervangen.*
Kort tikken.*
Herinnering wordt beëindigd.*
7 Uitrusting
7.1 Veiligheidsslot
Het apparaat heeft een elektronisch slot.
Mogelijke functies:
-Vergrendelen en ontgrendelen van het deurslot met de
deurcode. (zie 6.3.7 Deurvergrendeling )
-Automatisch blokkeren van de deur activeren en deacti‐
veren. (zie 6.3.7 Deurvergrendeling )
-Bediening via de afstandsbediening.
7.1.1 Noodontgrendeling
Bij een stroomuitval kan de deur met de noodontgrende‐
lingssleutel worden geopend.
Fig. 103
uNoodontgrendelingssleutel in voorgeschreven positie
positioneren Fig. 103 (A) ≈ 100mm.
uNoodontgrendelingssleutel tussen deur en apparaat er
van boven helemaal insteken Fig. 103 (1).
uNoodontgrendelingssleutel richting scharnierzijde
trekken Fig. 103 (2).
wHet slot is ontgrendeld. De deur kan worden geopend.
7.2 Accessoires
7.2.1 Etiketten
Etiketten kunt u als toebehoren bij uw detailhandelaar
verkrijgen. Hierop kunt u de wijnsoorten aangeven die in het
desbetreffende vak worden bewaard.
Fig. 104
uEtiket vanaf boven opsteken.
8 Onderhoud
8.1 Luchtuitwisseling door FreshAir-
actievekoolfilter
Wijnen ontwikkelen zich voortdurend afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden; de kwaliteit van de lucht is dus
cruciaal voor de conservering.
Het FreshAir-actievekoolfilter garandeert een optimale
luchtkwaliteit.
qActievekoolfilter iedere 6 maanden vervangen.
qActievekoolfilter weggooien met het normale huisvuil.
Aanwijzing
Het FreshAir-actievekoolfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-
Hausgeräte-shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/
zubehor.html.
8.1.1 FreshAir-actievekoolfilter vervangen
Fig. 105
uAfdekking eraf trekken.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 31
Fig. 106
uFilter eruit nemen.
Fig. 107
uNieuw filter plaatsen.
Fig. 108
uAfdekking plaatsen.
8.2 Apparaat reinigen
8.2.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok!
uTrek de stekker van de koelkast uit het stopcontact of
onderbreek de stroomtoevoer.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
8.2.2 Behuizing reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper‐
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
uBehuizing met een zachte, schone doek schoonvegen.
Bij sterke vervuiling lauwwarm water met neutraal reini‐
gingsmiddel gebruiken. Glazen oppervlakken kunnen ook
met een glasreinigingsmiddel worden gereinigd.
8.2.3 Binnenruimte reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
uKunststof vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uMetalen vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening: afzettingen verwijderen met een dun
hulpmiddel, bijv. wattenstaafje.
8.2.4 Uitrusting reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Reiniging met een droge pluisvrije doek:
- Flessenplank
uUitrusting reinigen.
Onderhoud
32 * afhankelijk van model en uitvoering
9 Klantenhulp
9.1 Technische gegevens
Maximaal beladingsgewicht van de uitrusting
Uitrusting Apparaat
breedte
600 mm
(zie
montage‐
handlei‐
ding,
apparaa‐
tafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
750 mm (zie
montage‐
handleiding,
apparaataf
metingen)
Flessenplank 60 kg 60 kg
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een of meerdere lichtbronnen
van energie-efficiëntieklasse F.
LED
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
Voor apparaten met WLAN-verbinding:
Frequentievermelding
Frequentieband 2,4 GHz
Maximum uitge‐
straald vermogen
< 100 mW
Beoogd gebruik van
de radioapparatuur
Integratie in het plaatselijke WLAN-
netwerk voor gegevenscommunicatie
9.2 Bedrijfsgeluiden
Het apparaat veroorzaakt tijdens de werking verschillende
loopgeluiden.
-Bij een lage koelcapaciteit werkt het apparaat zuiniger,
maar langer. De geluidssterkte is lager.
-Bij een krachtige koelcapaciteit worden levensmiddelen
sneller gekoeld. De geluidssterkte is hoger.
Voorbeelden:
Geactiveerde functies (zie 6.3 Functies)
Draaiende ventilator
Vers erin gelegde levensmiddelen
Hoge omgevingstemperatuur
Lang geopende deur
Geluiden Mogelijke oorzaak Type geluid
Borrelen en ruisen Koelmiddel
stroomt in het
koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Blazen en sissen Koelmiddel spuit in
het koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Brommen Het apparaat koelt.
De geluidssterkte
is afhankelijk van
de koelcapaciteit.
Normaal
werkingsgeluid
Zoemen en ruisen De ventilator
draait.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Klikken Componenten
worden in- en
uitgeschakeld.
Normaal schakel
geluid
Ratelen of
zoemen
Ventielen of
klappen zijn actief.
Normaal schakel
geluid
Geluiden Mogelijke
oorzaak
Type geluid Oplossen
Trilling Ongeschikte
opbouw
Foutgeluid Apparaat met
stelvoeten
horizontaal
uitlijnen.
Klapperen Uitrusting,
Voorwerpen
aan de
binnenkant
van het
apparaat
Foutgeluid Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen de
voorwerpen
laten.
9.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
9.3.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
uDe netstekker controleren.
De zekering van de netstekker is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
uLevensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
uOntdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 33
Probleem Oorzaak Oplossing
De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
uApparaatstekker controleren.
Temperatuur is
niet voldoende
koud.
De apparaatdeur is niet correct
gesloten.
uApparaat sluiten.
De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uProbleemoplossing: (zie 1.4 Toepassingsgebied van het
apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de gewenste temperatuur zichzelf weer
instelt. Indien dit niet het geval is, contact met de klan‐
tenservice opnemen (zie 9.4 Klantenservice) .
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
Het apparaat
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
Het deurrubber kan uit de groef
geschoven zijn.
uHet deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelcircuit
wordt ter voorkoming van condens‐
water gebruikt.
uDit is normaal.
9.3.2 Uitrusting
Probleem Oorzaak Oplossing
Schimmel op de
wijnflessen
Overeenkomstig andere lager
vormen kan er afhankelijk van het
soort etikettenlijm lichte schimmel
vorming ontstaan.
uLijmresten verwijderen.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd.
uContact opnemen met de klantenservice (zie 9.4 Klan‐
tenservice) .
9.4 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 9 Klan‐
tenhulp) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te
nemen met de klantenservice.
Het adres staat in de bijgevoegde brochure „Liebherr-
Service”.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 8 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
Klantenhulp
34 * afhankelijk van model en uitvoering
9.4.1 Contact met de klantenservice opnemen
Zorg ervoor dat u de volgende informatie van het apparaat
ter beschikking heeft:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatgegevens via het display oproepen .
-of-
uApparaatgegevens van het typeplaatje lezen
(zie 9.5 Typeplaatje) .
uApparaatinformatie noteren.
uContact met de klantenservice opnemen: Fout en appa‐
raatinformatie mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uOverige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
9.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich linksonder in de binnenzijde
van het apparaat.
Fig. 109
(1) Apparaatbeschrijving (3) Serienr.
(2) Servicenr.
uInformatie van het typeplaatje lezen.
10 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen .
uNetstekker eruit halen.
uIndien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit halen
en gelijktijdig van links naar rechts bewegen.
uApparaat reinigen (zie 8.2 Apparaat reinigen) .
uDeur open laten, zodat geen slechte geur kan ontstaan.
11 Afvalverwijdering
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
11.2 Apparaat volgens milieuvoor‐
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Buiten bedrijf stellen
* afhankelijk van model en uitvoering 35
home.liebherr.com/fridge-manuals
ORIGINELE GEBRUIKSHANDLEIDING
Datum van uitgave: 20230330 Artikelnr.-index: 7083360-00
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Liebherr WFbli 5241 Perfection Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor