Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Voor u begint
Veiligheidsinstructies
Juiste houding tijdens computergebruik
Overzicht
De computer aan- en uitzetten
95
Wat is Microsoft Windows?
Overzicht van het scherm
Het menu Charms gebruiken
Apps gebruiken
Windows-sneltoetsfuncties
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Hoofdstuk 3. Werken met de computer
56
59
63
65
68
73
74
76
79
81
Toetsenbord
Aanraakvlak
Extern cd-station (ODD, aan te schaffen)
Multicardsleuf
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Het volume instellen
Helderheidsinstelling LCD-scherm
Bedraad netwerk
Draadloos netwerk (optioneel)
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
1
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Samsung Software Update
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen
De beveiligingssleuf gebruiken
Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade
97
99
102
103
106
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
35
36
39
41
46
47
91
93
94
Hoofdstuk 1. Aan de slag
3
6
23
26
31
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
BIOS-instellingen
Een opstartwachtwoord instellen
De opstartprioriteit wijzigen
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Oplaadbare batterij
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
111 Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
118 Windows opnieuw installeren (optioneel)
122 V&A
Hoofdstuk 6. Aanhangsel
128
130
132
145
146
Belangrijke veiligheidsinformatie
Vervangende onderdelen en accessoires
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Informatie Over Het WEEE-Merk
Gecertificeerd voor TCO
(uitsluitend voor overeenkomende modellen)
147 Productspecificaties
149 Woordenlijst
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
3
Veiligheidsinstructies
6
Juiste houding tijdens computergebruik
23
Overzicht
26
De computer aan- en uitzetten
31
Voor u begint
Voordat u de gebruiksaanwijzing gaat lezen, moet u de volgende
informatie doornemen.
•• Optionele items, bepaalde apparaten en software waarnaar
in de gebruiksaanwijzing wordt verwezen, worden
mogelijk niet of in een bijgewerkte versie meegeleverd.
Houd er rekening mee dat de computeromgeving
waarnaar in de gebruiksaanwijzing wordt verwezen, kan
afwijken van uw eigen omgeving.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanduidingen met betrekking tot de veiligheid
Pictogram
•• Deze handleiding is geschreven voor Windows 8.1.
De beschrijvingen en afbeeldingen kunnen verschillen,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
•• De gebruiksaanwijzing die bij de computer wordt geleverd,
kan per model verschillen.
Aanduiding
Beschrijving
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
Waarschuwing symbool resulteren in persoonlijk
letsel en zelfs fatale gevolgen
hebben.
•• De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. Dit model
kan enigszins afwijken van het uiterlijk van het product dat
u hebt aangeschaft.
•• Deze handleiding geeft informatie over het bedienen van
menu’s via de muis en bewegingen (gebaren).
Bewegingen kunnen alleen worden gebruikt bij
aanraakgevoelige modellen.
3
Attentie
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte
verwondingen of schade aan uw
eigendommen.
Tekstaanduidingen
Pictogram
Aanduiding
Attentie
Opmerking
Beschrijving
In dit gedeelte vindt u informatie
die u nodig hebt voor een functie.
In dit gedeelte vindt u nuttige
informatie over het gebruik van een
functie.
Voor u begint
Copyright
© 2014 Samsung Electronics Co., Ltd.
Samsung Electronics Co., Ltd. is eigenaar van het auteursrecht met
betrekking tot deze handleiding.
Geen enkel gedeelte van deze handleiding mag worden
gereproduceerd of uitgezonden in welke vorm of op welke wijze,
elektronisch of mechanisch, dan ook, zonder de toestemming van
Samsung Electronics Co., Ltd.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd in het kader van de verbetering
van de prestaties van het product.
Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies
van gegevens. Ga zorgvuldig te werk om te voorkomen dat
u belangrijke gegevens verliest en maak een back-up van uw
gegevens om dergelijk gegevensverlies te voorkomen.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
4
Besturingssysteem en softwareondersteuning
Als u het besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd,
vervangt door een ander besturingssysteem of als u software
installeert die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem
wordt ondersteund, hebt u geen recht op technische
ondersteuning, een vervangend product of een vergoeding. In
dat geval worden er servicekosten in rekening gebracht.
Gebruik uw computer met het oorspronkelijke besturingssysteem
dat af fabriek wordt meegeleverd. Als u een ander
besturingssysteem installeert, is het mogelijk dat er gegevens
worden verwijderd of dat de computer niet start.
Voor u begint
Over de standaard voor de weergave van de
capaciteit van het product
Informatie over de capaciteitsweergave van de opslag
Bij de berekening van de capaciteit van een opslagapparaat (HDD,
SSD) door de fabrikant wordt uitgegaan van de aanname dan 1 KB
gelijk is aan 1000 bytes.
Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit
echter op basis van de aanname dat 1 KB gelijk is aan 1024 bytes.
Als gevolg van dit verschil in berekening wordt voor de capaciteit
van de vaste schijf in Windows een lagere waarde vermeld dan
door de fabrikant is opgegeven.
(Bijvoorbeeld, in het geval van een vaste schijf van 80 GB vermeldt
Windows de capaciteit als 74,5 GB, 80 x 1000 x 1000 x 1000 byte/
(1024 x 1024 x 1024) byte = 74,505 GB)
De capaciteit die in Windows wordt vermeld kan zelfs nog lager
uitvallen doordat bepaalde programma’s, zoals Recovery, zich op
een verborgen gedeelte van de vaste schijf bevinden.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
5
De weergave van de geheugencapaciteit
De geheugencapaciteit die is vermeld in Windows is lager dan de
werkelijke geheugencapaciteit.
Dit wordt veroorzaakt doordat het BIOS of de videokaart een
gedeelte van het geheugen gebruikt of reserveert voor eigen
gebruik.
(Bijvoorbeeld, als 1 GB (=1024 MB) aan geheugen is geïnstalleerd,
wordt in Windows mogelijk een capaciteit van 1022 MB of minder
vermeld.)
Veiligheidsinstructies
Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door om uw
veiligheid te waarborgen en schade te voorkomen.
Dit gedeelte wordt gebruikt door diverse Samsungcomputers. Als gevolg hiervan kunnen de afbeeldingen
afwijken van wat u in werkelijkheid te zien krijgt.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Installeer het product niet op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan een hoge
vochtigheidsgraad, zoals in een badkamer.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik het product uitsluitend in de
bedrijfsomstandigheden die worden vermeld
in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Houd de plastic zakken buiten het bereik
van kinderen.
Er bestaat verstikkingsgevaar.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
6
Bewaar een afstand van tenminste 15 cm
tussen de computer en de wand en plaats
geen objecten tussen de computer en de
wand.
Dit kan leiden tot een hogere temperatuur
in de computer en kan verwondingen
veroorzaken.
Plaats de computer niet op een schuin
aflopende plaats of een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan trillingen, of
vermijd tenminste de computer langere tijd
op een dergelijke plaats te gebruiken.
Dit verhoogt het risico op storingen of schade
aan het product.
Let erop dat mensen niet te lang worden
blootgesteld aan de ventilator, adapter
enz. van de computer, aangezien lange
tijd deze warmte genereren als uw pc is
ingeschakeld.
Het gedurende langere tijd blootstellen
van een lichaamsdeel aan de warme lucht
uit de luchtopening of de warmte van de
netspanningsadapter kan brandwonden
veroorzaken.
Ver 3.6
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Voorkom dat de luchtinlaat aan de
onderkant van de computer wordt
geblokkeerd, wanneer u de computer op
een bed of kussen plaatst.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de voeding
De afbeeldingen van de stekker en het stopcontact
kunnen afwijken, afhankelijk van het in het land gebruikte
systeem en het model van het product.
Raak de stekker en de voedingskabel niet
met natte handen aan.
Als de luchtinlaat wordt geblokkeerd, bestaat
gevaar voor beschadiging van de computer
of oververhitting van het binnenwerk van de
computer.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Overschrijd niet de standaardcapaciteit
(spanning/stroom) van een verdeeldoos
of een verlengkabel die u eventueel in
combinatie met het product gebruikt.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
G
Als de voedingskabel of het stopcontact
geluid maakt, moet u de stekker uit het
stopcontact halen en contact opnemen met
het servicecentrum.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
7
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Gebruik geen beschadigde voedingskabels
of beschadigde of loszittende stekkers of
stopcontacten.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Sluit de voedingskabel aan op een
stopcontact of op een verlengsnoer met een
geaarde terminal.
Wanneer u dit niet doet, kan dit elektrische
schokken veroorzaken.
Als de voeding niet geaard is, kan er lekstroom
ontstaan die leidt tot elektrische schokken.
Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Als er water of andere geleidende
stiffen (bijvoorbeeld vloeistoffen, stof,
metaalpoeder, potloodstiften, enzovoort)
in het product komen, koppelt u het
netsnoer los en neemt u contact op met het
servicecentrum van Samsung.
Haal de stekker niet uit het stopcontact
door aan de kabel te trekken.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Sluit de voedingskabel stevig aan op het
stopcontact en de AC-adapter.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken.
Buig de voedingskabel niet overmatig
en plaats geen zware objecten op de
voedingskabel. Het is uiterst belangrijk de
voedingskabel buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren te houden.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken of brand.
8
Schade aan het binnenwerk van de computer
kan elektrische schokken en brandgevaar
opleveren.
Houd de voedingskabel en het stopcontact
schoon, zodat deze niet met stof bedekt
raken.
Wanneer u dit niet doet, kan dit brand
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Let op bij het gebruik van de
wisselstroomadapter
Sluit het netsnoer stevig aan op de
wisselstroomadapter.
Als het contact niet goed wordt gemaakt,
bestaat gevaar voor brand.
Gebruik uitsluitend de wisselstroomadapter
die bij het product is geleverd.
Als u een andere adapter gebruikt, kan het
scherm gaan flikkeren.
Plaats geen zware objecten en stap niet op
het netsnoer of de wisselstroomadapter,
om beschadiging van het netsnoer of de
wisselstroomadapter te vermijden.
Als het snoer is beschadigd, bestaat gevaar
voor elektrische schokken en brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
9
Trek de netvoedingsadapter voor
wandmontage (adapter met ingebouwde
stekker) aan de stekker uit het stopcontact
en trek deze in de richting van de pijl.
Als u de adapter loskoppelt door de kabel beet
te pakken en hieraan te trekken, kan de adapter
beschadigd raken en kunt u een elektrische
schok krijgen, klinkt er mogelijk een explosief
geluid of kan er vonkvorming optreden.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Laad de accu volledig op voordat u de computer voor
de eerste keer gebruikt.
Houd de oplaadbare accu buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren, zodat ze
deze niet in de mond kunnen nemen.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken en
verstikking.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde accu
en wisselstroomadapter.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
10
Gebruik de computer niet op een plaats die
onvoldoende ventilatie biedt, zoals op een
bed of een kussen, en gebruik de computer
niet op een vloer met vloerverwarming. De
computer zou dan oververhit kunnen raken.
Zorg er met name in deze omgevingen voor
dat de ventilatieopeningen (aan de zijkant) niet
zijn geblokkeerd. Als de ventilatieopeningen
zijn geblokkeerd, kan de computer oververhit
raken, hetgeen kan leiden tot problemen met
de computer of zelfs ontploffing.
Gebruik de computer niet op een vochtige
plaats, zoals in een badkamer of sauna.
Anders werkt de computer mogelijk niet goed
en bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik de computer altijd binnen
het aanbevolen temperatuur- en
luchtvochtigheidbereik (10-32ºC, 20-80% RV).
Gebruik uitsluitend accu’s en adapters
die zijn goedgekeurd door Samsung
Electronics.
Sluit het LCD-scherm niet en doe de
computer niet in de tas wanneer deze nog
aan staat.
Niet goedgekeurde accu’s en adapters voldoen
mogelijk niet aan de juiste veiligheidsvereisten
en kunnen problemen en storingen
veroorzaken die resulteren in ontploffing of
brand.
Als u de computer in de tas doet zonder deze
uit te schakelen, kan de computer oververhit
raken en is er gevaar voor brand. Sluit de
computer naar behoren af voordat u deze
verplaatst.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
U mag dit product (of de batterij) nooit
verhitten of in het vuur werpen. Bewaar
of gebruik het product (of de batterij) niet
op een hete plaats, zoals in een sauna,
in een voertuig blootgesteld aan de zon,
enzovoort.
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Zorg ervoor dat metalen voorwerpen, zoals
een sleutel of paperclip, de aansluitpunten
van de accu (metalen onderdelen) niet
kunnen raken.
Als een metalen voorwerp de aansluitpunten
van de accu raakt, kan kortsluiting ontstaan
die de accu kan beschadigen of brand kan
veroorzaken.
Als vloeistof uit het product (of de batterij)
lekt of een vreemde geur uit het product (of
de batterij) komt, verwijdert u het product
(of de batterij) en neemt u contact op met
het servicecentrum.
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vervang een kapotte of versleten accu om
veiligheidsredenen altijd door een nieuw
goedgekeurd exemplaar.
11
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Als de computer is gebarsten of gevallen,
moet u de voedingskabel loshalen en
contact opnemen met het servicecentrum
om een veiligheidscontrole uit te voeren.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
12
Haal alle op de computer aangesloten
kabels los voordat u deze reinigt. Als
uw notebook over een externe en
verwijderbare batterij beschikt, verwijdert
u de externe batterij.
Het gebruik van een kapotte computer kan
leiden tot elektrische schokken en brandgevaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
beschadiging van het product.
Er bestaat gevaar voor brand. De computer kan
oververhit raken of ten prooi vallen aan dieven.
Sluit op het modem geen telefoonlijn aan
die is verbonden met een digitale telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken,
brand of beschadiging van het product.
Plaats geen voorwerpen gevuld met water
of chemicaliën boven of in de buurt van de
computer.
Als water of chemicaliën in de computer
binnendringen, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Vermijd direct zonlicht wanneer de
computer zich bevindt in een ruimte zonder
ventilatie, zoals in een voertuig.
Gebruik uw notebook-pc niet lang wanneer
een lichaamsdeel in contact met de
notebook-pc staat. De temperatuur van het
product kan tijdens normaal functioneren
stijgen.
Dit kan leiden tot het beschadigen of het
verbranden van uw huid.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Voer alleen zelf een upgrade van de
computer uit als u over voldoende kennis
en vaardigheden hiertoe beschikt.
Als dat niet het geval is, vraagt u het
servicecentrum of een geautoriseerde
technicus om de upgrade uit te voeren.

Zorg ervoor dat u alleen een upgrade
uitvoert van de onderdelen die zijn
opgegeven in de gebruikershandleiding
volgens de procedures die zijn beschreven
in de gebruikershandleiding.
Demonteer de andere onderdelen of
apparaten niet zelf. Er bestaat gevaar voor
elektrische schokken, brand of beschadiging
van het product.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
13
Haal de voedingseenheid of de AC-adapter
in geen geval uit elkaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Als u de accu van de ingebouwde klok
verwijdert, houd deze dan buiten het
bereik van kinderen zodat ze deze niet
kunnen aanraken en/of inslikken.
Er bestaat verstikkingsgevaar. Als een kind de accu
inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Sluit, voordat u een upgrade van de
computer gaat uitvoeren, de computer af
en ontkoppel alle aangesloten kabels. Als
de notebookcomputer is voorzien van een
externe (verwijderbare) batterij, verwijdert
u ook deze batterij.
Anders kan er gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Gerelateerd aan opslag en verplaatsing
Volg de aanwijzingen voor de locatie waar
u zich bevindt (bijvoorbeeld vliegtuig,
ziekenhuis, enzovoort) op als u gebruik
maakt van draadloze communicatie (Wifi,
Bluetooth, enzovoort).
Vermijd om een station bloot te stellen aan
magnetische velden. Beveiligingsapparaten
met magnetische velden zijn onder
andere detectiepoorten op luchthavens en
draagbare detectoren.
Bij beveiligingsapparaten op luchthavens
waarmee handbagage wordt gecontroleerd
zoals transportbanden, wordt gebruik
gemaakt van röntgenstraling in plaats van
magnetisme. Hierdoor wordt een station
niet beschadigd.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Als u de notebookcomputer meedraagt
met andere voorwerpen, zoals de
adapter, muis, boeken, enzovoort, moet
u ervoor zorgen dat niets tegen de
notebookcomputer aandrukt.
Als een zwaar object tegen de
notebookcomputer wordt gedrukt, kan een
witte plek of een vlek op het lcd-scherm
verschijnen. Let daarom goed op dat u geen
druk uitoefent op de notebook.
Plaats de notebookcomputer in dat geval in
een afzonderlijk compartiment, apart van
andere objecten.
14
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Aanwijzingen met betrekking tot de installatie
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Voer verbruikte oplaadbare batterijen op verantwoorde
wijze af.
•• Er is gevaar voor brand en ontploffing.
Zorg ervoor dat u de ventilatie- en andere openingen in het
product niet blokkeert, en steek geen voorwerpen in de
openingen.
•• De wijze waarop verbruikte oplaadbare batterijen worden
verwerkt kan verschillen per land of regio. Voer de verbruikte
oplaadbare accu op een verantwoorde wijze af.
Schade aan een onderdeel in de computer kan elektrische
schokken en brand veroorzaken.
Smijt niet met de oplaadbare accu, haal hem niet uit elkaar
en gooi hem niet in water.
Als u de computer gebruikt terwijl deze op zijn zijde ligt,
moet u deze dusdanig plaatsen dat de ventilatieopeningen
zich aan de bovenzijde bevinden.
Dit kan leiden tot verwondingen, brand of ontploffing.
Als u dat niet doet, kan de temperatuur binnen in de computer
stijgen, hetgeen tot storingen en uitvallen van de computer kan
leiden.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ontploffing.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
Dit kan problemen met de computer veroorzaken. Bovendien
kan het voorwerp vallen en verwondingen of schade aan de
computer veroorzaken.
15
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die zijn goedgekeurd
door Samsung Electronics.
Vermijd contact met metalen voorwerpen, zoals autosleutels
en clips, tijdens het vasthouden of dragen van een
oplaadbare accu.
Contact met metaal kan leiden tot kortsluiting en een hoge
temperatuur en kan leiden tot schade aan de oplaadbare accu of
kan brand veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Vervang de oplaadbare accu in overeenstemming met de
instructies in deze handleiding.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ontploffing of brand als
gevolg van schade aan het product.
U mag het product (of de batterij) niet verwarmen of
blootstellen aan hitte (bijvoorbeeld in een voertuig tijdens
de zomer).
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
16
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Plaats geen kaars, brandende sigaret, enzovoort boven of
op het product.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik een stopcontact of verdeeldoos met randaarde.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
Laat het product na reparatie testen door een
veiligheidstechnicus.
Geautoriseerde Samsung-servicecentra voeren na de reparatie
een veiligheidscontrole uit. Als u een gerepareerd product
gebruikt zonder het op veiligheid te testen, kan dit leiden tot
elektrische schokken of brand.
Schakel bij bliksem het systeem onmiddellijk uit, haal de
stekker uit het stopcontact en gebruik geen modem of
telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand.
Gebruik de computer en de AC-adapter niet op schoot of op
een zacht oppervlak.
Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen
branden.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
17
Volg bij het omgaan met computeronderdelen de aanwijzigen
uit de handleiding de bij de onderdelen werd geleverd op.
Anders kan schade aan het product ontstaan.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand
ontstaan.
Als er rook uit de computer komt of u een brandlucht
ruikt, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u
onmiddellijk contact op met een servicecentrum.
Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij
beschikt, verwijdert u de externe batterij.
Sluit het LCD-scherm pas nadat u hebt gecontroleerd dat de
notebookcomputer is uitgeschakeld.
Gebruik geen beschadigde of aangepaste cd.
Sluit alleen toegestane apparaten aan op de aansluitingen
of poorten van de computer.
Er bestaat gevaar voor brand.
De temperatuur kan oplopen, waardoor het product oververhit
en vervormd kan worden.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan het product of persoonlijk
letsel.
Druk niet op de uitwerptoets op het moment dat het cd-romstation in bedrijf is.
Steek uw vingers niet in de PC Card-sleuf.
U kunt gegevens kwijtraken of de schijf kan plotseling worden
uitgeworpen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
Laat het product niet vallen en stoot het niet om.
U zou letsel kunnen oplopen of de gegevens zouden beschadigd
kunnen raken.
Breng de antenne niet in contact met een voedingsbron,
zoals een stopcontact.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Dit zou kunnen leiden tot letsel of elektrische schokken.
Gebruik altijd een aanbevolen computerreinigingsmiddel
voor het reinigen van het product en gebruik de computer
pas wanneer deze weer helemaal droog is.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
De noodmethode voor het uitwerpen van een schijf met
behulp van een paperclip mag niet worden gebruikt
op het moment dat de schijf in beweging is. Gebruik de
noodvoorziening voor het uitwerpen van schijven alleen als
de optische schijf tot stilstand is gekomen.
Er is gevaar voor verwondingen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
18
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Wees voorzichtig bij het aanraken van een onderdeel of
apparaat van het product.
Houd uw gezicht uit de buurt van de lade van de optische
schijf op het moment dat deze in bedrijf is.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
U zou gewond kunnen raken als de schijf onverhoopt plotseling
wordt uitgeworpen.
Smijt niet met de computer of onderdelen ervan en pas op
dat u deze niet laat vallen.
Controleer cd’s voor gebruik op barsten en andere
beschadigingen.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
Het station zou beschadigd kunnen worden en de gebruiker zou
gewond kunnen raken.
Sluit na de demontage de klep en sluit vervolgens het
netsnoer weer aan.
Laat het product niet achter op een plaats die is blootgesteld
aan magneetvelden.
Wanneer u dit niet doet, kunnen er elektrische schokken ontstaan
door het blootliggende circuit.
•• Een magneetveld kan ervoor zorgen dat het product niet
normaal werkt of dat de batterij wordt ontladen.
Gebruik alleen onderdelen die zijn goedgekeurd door
Samsung Electronics.
•• De informatie die is opgeslagen op de magneetband van een
creditcard, telefoonkaart, bankpas, vervoerticket, enz. kan
beschadigd raken door het elektromagnetische veld van een
computer.
Dit zou tot schade aan het product kunnen leiden of brand
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
19
Gerelateerd aan opslag en verplaatsing
Schakel voordat u het product verplaatst de stroomtoevoer
uit en haal alle aangesloten kabels los.
Haal het product nooit uit elkaar en probeer het product
niet zelf te repareren.
Het product zou beschadigd kunnen raken en gebruikers zouden
over de kabels kunnen vallen.
Als het product is gemodificeerd, gedemonteerd of gerepareerd
door de gebruiker, vervalt de garantie, wordt er een servicetarief
in rekening gebracht en bestaat het gevaar van een ongeluk.
Als u de notebookcomputer langere tijd niet gebruikt, moet
u de oplaadbare accu ontladen en los van de computer
bewaren. (Voor typen met een externe en verwijderbare
batterij)
Gebruik een geautoriseerd servicecentrum van Samsung
Electronics.
Als u een apparaat wilt aansluiten dat niet is gemaakt of
goedgekeurd door Samsung Electronics, moet u vooraf
contact opnemen met het servicecentrum.
Het product zou beschadigd kunnen raken.
De oplaadbare accu blijft dan in zo goed mogelijke conditie.
Bedien of bekijk de computer niet tijdens het besturen van
een voertuig.
U zou betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval. Houd uw
aandacht op het verkeer.
Wees voorzichtig wanneer u het LCD-paneel sluit.
Als u het LCD-paneel sluit terwijl een voorwerp (zoals een pen)
op het toetsenbord van het apparaat ligt, kan het LCD-paneel
beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Adviezen ter voorkoming van
gegevensverlies (vasteschijfbeheer)
Ga met zorg te werk om beschadiging van de gegevens op
de vaste schijf te voorkomen.
•• Een vasteschijfstation is dermate gevoelig dat stoten van
buiten kunnen leiden tot verlies van gegevens op het
schijfoppervlak.
•• Wees uiterst voorzichtig, want verplaatsing van de computer
of aanstoten van de computer terwijl deze aan staat kan leiden
tot beschadiging van de gegevens op het vasteschijfstation.
•• Het bedrijf is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens
op de vaste schijf.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
20
Oorzaken die schade aan de gegevens op de vaste schijf of
aan de vaste schijf zelf zouden kunnen veroorzaken.
•• De gegevens kunnen verloren gaan wanneer stoten van buiten
worden aangebracht op de schijf tijdens het uit elkaar halen of
in elkaar zetten van de computer.
•• De gegevens kunnen verloren gaan als de computer wordt
uitgeschakeld of gereset als gevolg van een stroomstoring
terwijl de vaste schijf in bedrijf is.
•• Gegevens kunnen onherstelbaar verloren gaan als gevolg van
een virusinfectie.
•• Gegevens kunnen verloren gaan als de stroomtoevoer wordt
uitgeschakeld terwijl een programma wordt uitgevoerd.
•• Als u de computer verplaatst of aanstoot terwijl de vaste
schijf in bedrijf is, kunnen bestanden beschadigd worden of
beschadigde sectoren ontstaan op de vaste schijf.
Maak regelmatig back-ups van uw gegevens om
gegevensverlies als gevolg van beschadiging van de vaste
schijf te voorkomen.
Veiligheidsinstructies
Het gebruik van de voeding in een vliegtuig
Aangezien het type stopcontact kan verschillen afhankelijk van
het type vliegtuig, sluit u het stroomsnoer op de vereiste wijze
aan.
Aangezien er voor de voedingskabel en autoadapter
representatieve afbeeldingen worden gebruikt, kunnen
deze afwijken van de daadwerkelijke onderdelen.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
21
Wanneer u een AC-stekker gebruikt
Plaats de pinnen van de stekker recht in het midden van het
stopcontact.
•• Als de pinnen van de stekker niet in het midden van de
gaten worden geplaatst, kan de stekker slechts half in het
stopcontact worden gedrukt. In dat geval steekt u de stekker
opnieuw in het stopcontact.
•• U moet de stekker in het stopcontact steken wanneer de
stroomindicator (LED) van het stopcontact groen brandt.
Wanneer de stekker op de juiste manier is aangesloten, blijft
de stroomindicator (LED) groen branden.
Anders wordt de stroomindicator (LED) uitgeschakeld. In dat
geval trekt u de stekker uit het stopcontact en controleert u of
de stroomindicator (LED) groen brandt. Vervolgens steekt u de
stekker weer in het stopcontact.
Stroomindicator (LED)
Center
Holes
Stopcontact van
220 V
Goed
Stopcontact van
110 V
Fout
Veiligheidsinstructies
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Wanneer u de autoadapter gebruikt
In het geval van een aanstekercontact moet u de autoadapter
gebruiken (optioneel). Steek stekker van de autoadapter in de
aanstekerhouder en sluit de DC-stekker van de autoadapter aan
op de voedingsaansluiting op de computer.
Wanneer u de oplaadconverter in het vliegtuig
gebruikt
Mogelijk moet u, afhankelijk van het vliegtuig, de autoadapter
en oplaadconverter gebruiken. Sluit de oplaadconverter in het
vliegtuig (optioneel) aan op de autoadapter (optioneel) en steek
de vliegtuigstekker in het stopcontact.
Oplaadconverter
dit eind aan op
1 Sluit
de autoadapter.
Autoadapter
DC-stekker
Aanstekeraansluiting
Aanstekerhouder
22
Steek de vliegtuigaansluiting in
het stopcontact van het vliegtuig.
2
Juiste houding tijdens computergebruik
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
23
Het bewaren van de juiste houding tijdens computergebruik is
uiterst belangrijk om fysieke schade te voorkomen.
•• Gebruik de computer niet in een liggende houding, maar
alleen in een zittende houding.
De volgende instructies gaan over het aannemen van een goede
houding tijdens het werken met de computer, zoals bepaald door
middel van human engineering. Lees de instructies goed door en
volg deze op tijdens het werken met de computer.
•• Gebruik de computer niet op uw schoot. Als de temperatuur
van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden.
Anders loopt u een verhoogd risico op blessures (RSI: Repetitive
Strain Injury) als gevolg van herhaalde handelingen, en kunt u te
maken krijgen met ernstig lichamelijk letsel.
•• De instructies in deze handleiding zijn zodanig
geformuleerd dat ze van toepassing zijn op de gemiddelde
gebruiker.
•• Als de instructies niet van toepassing zijn op een
gebruiker, moeten de aanbevelingen worden toegepast in
overeenstemming met de behoeften van de gebruiker.
Juiste houding
De hoogte van uw bureau en stoel instellen in
overeenstemming met uw lengte.
De hoogte moet zodanig worden ingesteld dat uw armen een
rechte hoek vormen wanneer u op uw stoel zit en uw handen op
het toetsenbord plaatst.
Stel de hoogte van de stoel zodanig in dat uw hielen comfortabel
op de grond staan.
•• Houd uw polsen tijdens het werken recht.
•• Gebruik een stoel met een comfortabele rug.
•• Laat uw zwaartepunt tijdens het zitten op de stoel niet rusten
op de stoel maar op uw voeten.
•• Gebruik een hoofdtelefoon als u de computer wilt gebruiken
terwijl u een telefoongesprek voert. Werken met de computer
met de telefoon op uw schouder is slecht voor uw houding.
•• Houd artikelen die u vaak gebruikt binnen handbereik.
Juiste houding tijdens computergebruik
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
24
Oogpositie
Handpositie
Bewaar een afstand van tenminste 50 cm tussen uw ogen en
het beeldscherm.
Houd uw arm onder een rechte hoek, zoals aangegeven in de
afbeelding.
•• Stel de hoogte van het beeldscherm zodanig in dat de
bovenkant van het scherm op gelijke hoogte met of lager dan
uw ogen licht.
•• Houd de lijn van uw elleboog naar uw hand recht.
•• Stel de helderheid van het beeldscherm niet te hoog in.
•• Houd het beeldscherm schoon.
•• Als u een bril draagt, maak deze dan schoon voordat u de
computer gebruikt.
•• Als u gegevens van een vel papier invoert op de computer,
gebruik dan een vaste documenthouder die het papier op
vrijwel gelijke hoogte met het beeldscherm houdt.
•• Plaats uw handpalm niet op het toetsenbord tijdens het typen.
•• Houd de muis niet krampachtig vast.
•• Druk niet krampachtig op het toetsenbord, aanraakvlak of de
muis.
•• Het is raadzaam een extern toetsenbord en een muis aan te
sluiten als u de computer langere tijd gebruikt.
Juiste houding tijdens computergebruik
Volumeregeling (hoofdtelefoon en luidsprekers)
Controleer het volume voordat u naar muziek gaat luisteren.
Controleer
het volume!
•• Controleer of het volume niet te luid is voordat u een
hoofdtelefoon gebruikt.
•• Het is niet raadzaam langdurig een hoofdtelefoon te
gebruiken.
•• Afwijkingen van de standaardinstelling van de equalizer
kunnen leiden tot gehoorschade.
•• De standaardinstellingen kunnen zonder uw tussenkomst
worden gewijzigd door updates van software en
stuurprogramma’s. Controleer de standaardinstellingen van de
equalizer voor het eerste gebruik.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
25
Luister niet gedurende langere tijd op hoog volume om mogelijke
gehoorschade te voorkomen.
Werktijd (pauzes)
•• Als u langer dan een uur achter elkaar werkt, neem dan telkens
na 50 minuten een pauze van tenminste 10 minuten.
Verlichting
•• Gebruik de computer niet op een donkere plaats. De
verlichting bij het werken met de computer moet net zo sterk
zijn als bij het lezen van een boek.
•• Indirecte verlichting is het beste. Gebruik een gordijn om
weerspiegelingen in het LCD-scherm te voorkomen.
Werkomstandigheden
•• Gebruik de computer niet op een warme en vochtige plaats.
•• Gebruik de computer binnen de toegestane temperatuuren luchtvochtigheidswaarden die worden vermeld in de
gebruiksaanwijzing.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vooraanzicht
1
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. De vormgeving
en kleur in de afbeeldingen kan enigszins afwijken van het
werkelijke product, afhankelijk van het model.
1 2 3
4
5
Bedrijfsindicator
camera
2 Cameralens
26
Geeft de bedrijfsstatus van de camera aan.
Met deze lens kunt u foto’s maken en
bewegende beelden opnemen.
U kunt een foto maken of een film opnemen
met Charms > Start > Camera.
Deze sensor detecteert het omgevingslicht
van de computer.
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
afneemt, wordt automatisch de
Verlichtingssensor achtergrondverlichting van de computer
3
(optioneel)
ingeschakeld.
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
toeneemt, wordt automatisch de
achtergrondverlichting van de computer
uitgeschakeld.
4 Microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon gebruiken.
5 LCD
Hier wordt het beeld weergegeven.
6
Hier kunt u de bedrijfsstatus van de computer
6 Statusindicatoren zien. Een brandend lampje geeft aan dat de
corresponderende functie actief is.
7
7 Aan/Uit-knop
Hiermee zet u de computer aan en uit.
8 Toetsenbord
Door het indrukken van de toetsen kunt u
gegevens invoeren.
Aanraakvlak en
9
knoppen
Het aanraakvlak en de knoppen bij het
aanraakvlak vervullen dezelfde functie als
een muis en de knoppen die zich daarop
bevinden.
8
9
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
27
Statusindicatoren
Geeft de bedrijfsstatus van de computer aan.
1 Aan/Uit
Aan: de computer is in bedrijf.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Geeft de voedingsbron en de status van de
oplaadbare batterij aan.
1
2
2
Oplaadstatus
roen: de oplaadbare batterij is volledig
G
opgeladen of is niet aanwezig.
/ Rood of oranje: de oplaadbare batterij
wordt opgeladen.
it: de computer draait op de oplaadbare
U
batterij en is niet aangesloten op het lichtnet.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
28
Rechter aanzicht
1
2
1 Multicardsleuf
Een kaartsleuf ondersteunt meerdere
kaarten.
2 USB 2.0-poort
Op de USB-poort kunt u USBapparaten aansluiten, zoals een
toetsenbord/muis, digitale camera,
enzovoort.
3 Beveiligingssleuf
U kunt de computer beveiligen
door een slot en een kabel aan de
Beveiligingssleuf te bevestigen.
3
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Linker aanzicht
1
2
3
4
5
6
Wat is een USB-oplaadpoort?
•• De functies voor toegang tot en het opladen van USBapparaten worden ondersteund.
•• De USB-laadfunctie wordt altijd ondersteund, ongeacht of
de computer is in- of uitgeschakeld.
•• Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort
duurt niet langer dan met een gewone oplader.
•• Als u de USB-oplaadfunctie gebruikt wanneer de computer
op de oplaadbare batterij werkt, wordt de gebruiksduur
van de batterij verkort.
•• De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat
niet controleren vanaf de computer.
•• Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten
ondersteund.
•• U kunt de functie voor het opladen via USB in- en
uitschakelen (ON/OFF) door achtereenvolgens Settings
> Energiebeheer > Opladen via USB e selecteren.
(Optioneel)
29
1 Voedingsaansluiting
Aansluiting voor de
wisselstroomadapter voor de
stroomvoorziening van de computer.
2 Netwerkpoort
Poort voor het aansluiten van een
Ethernet-kabel.
3 Monitorpoort
Poort voor het aansluiten van een
monitor, tv of projector door middel
van een 15-pins D-SUB-aansluiting.
4 HDMI-poort
Poort voor het aansluiten van een
HDMI-kabel. Met behulp van deze
poort kunt u genieten van digitaal
beeld en geluid op het scherm.
USB 3.0-poort
of
5 oplaadbare USB 3.0poort
(optioneel)
6
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
De pc beschikt zowel over
USB-poorten waarop u USBapparaten kunt aansluiten als USBoplaadpoorten.
Via de USB-oplaadpoort hebt u niet
alleen toegang tot een USB-apparaat,
u kunt het apparaat ook opladen.
U kunt de poort herkennen door
de afbeelding (
of
) die
op de poort van het product is
gedrukt.
Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon
aansluiten.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
30
Onderaanzicht
1
Onder het deksel bevinden zich de
Deksel van het
geheugencompartiment geheugenmodules.
Deze opening is bedoeld om de
stroomtoevoer naar de accu te
onderbreken. Steek het uiteinde van een
uitgevouwen paperclip in de opening
om de stroomtoevoer naar de accu te
onderbreken.
1
2
3
2 Noodopening accu
Raadpleeg Over de functie
voor het onderbreken van de
stroomtoevoer naar de interne accu
in de Veiligheidsinstructies voor meer
informatie.
e positie van de noodopening kan
D
afhankelijk van het model afwijken.
3 Luidspreker
Hiermee wordt het geluid gegenereerd.
Als u hardware wilt vervangen, zoals harde schijf, geheugen,
batterijen, enz., neemt u contact op met het Samsung Service
Center voor assistente.
In dat geval worden mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
31
De computer aanzetten
1
2 Klap het LCD-scherm omhoog.
3 Druk op de Aan/Uit-knop om de computer aan te zetten.
Sluit de AC-adapter aan.
Over het activeren van Windows
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
activeringsvenster van Windows.
Volg de instructies op het scherm voor de procedures om de
computer te gebruiken.
De helderheid van het scherm aanpassen
Wanneer de computer op batterijvoeding werkt, wordt
automatisch de helderheid van het LCD-scherm gereduceerd.
Druk op de toetsencombinatie
+
áᔪ
om de helderheid van
het scherm te verhogen.
Ŗᮁ
4
Als de stroom wordt ingeschakeld, gaat het LED-lampje
Power branden.
de Charms.
1 •Open
A
anraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen.
᯲
•A
anraakvlak/muis: sleep de muisaanwijzer naar de
rechterboven- of rechteronderhoek van het scherm.
2
ᰆ⊹
U maakt de balk groter door te drukken op Instellingen
> Helderheid
.
ᖅᱶ
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Op het startscherm
De computer uitzetten
•• Aangezien de procedures voor het uitschakelen van de
computer per besturingssysteem kunnen verschillen, dient
u de computer uit te schakelen volgens de procedures van
uw besturingssysteem.
Selecteer Aan/Uit
1 Startscherm.
in de rechterbovenhoek van het
⦽
•• Sla al uw gegevens op alvorens op Afsluiten te klikken.
Op het bureaublad
anraakscherm: tik op de knop Start
1 • Alinkeronderhoek
en houd deze vast.
Start
in de
•A
anraakvlak/muis: klik met de rechtermuisknop op de
knop Start
in de linkeronderhoek.
2 Klik op Afsluiten of afmelden > Afsluiten.
2 Selecteer Afsluiten.
32
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
áᔪ
In de charms
1
Het scherm ontgrendelen
Ŗᮁ
U kunt het vergrendelscherm op de volgende manieren
ontgrendelen:
Open de Charms.
᯲
•A
anraakscherm: veeg
vanaf de rechterrand naar binnen.
•A
anraakvlak/muis: sleep de muisaanwijzer naar de
rechterboven- of rechteronderhoek
van het scherm.
ᰆ⊹
2
Klik op Instellingen
> Aan/Uit
ᖅᱶ
> Afsluiten.
•• Aanraakscherm: veeg van onder naar boven over het
vergrendelscherm.
•• Aanraakvlak/muis: klik op het vergrendelscherm.
•• Toetsenbord: druk op een willekeurige toets.
⦽
10:00
Woensdag 1 januari
Als u uw computer wilt uitschakelen wanneer u bent
afgemeld, ontgrendelt u het scherm en klikt u op Aan/Uit
> Afsluiten.
⦽
Als er een wachtwoord is ingesteld voor het account, geeft u
het wachtwoord in om u aan te melden nadat het scherm is
ontgrendeld.
33
Hoofdstuk 2.
Windows gebruiken
Wat is Microsoft Windows?
35
Overzicht van het scherm
36
Het menu Charms gebruiken
39
Apps gebruiken
41
Windows-sneltoetsfuncties
46
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
47
Wat is Microsoft Windows?
Microsoft Windows is een besturingssysteem dat nodig is voor de
besturing van een computer.
Als u uw computer optimaal wilt gebruiken, moet u weten hoe u
deze op de juiste manier moet gebruiken. Als u wilt weten hoe u
het besturingssysteem moet gebruiken, raadpleegt u Windows
Help en ondersteuning en Help & tips.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
35
Help & tips weergeven
Selecteer op het startscherm Help & tips.
Start
•• Het scherm kan enigszins afwijken, afhankelijk van het
computermodel en het besturingssysteem.
•• Deze handleiding is bedoeld voor Windows 8.1 en kan,
afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, qua
inhoud afwijken.
•• De getoonde bureaubladafbeelding verschilt per model en
versie van het besturingssysteem.
De Help weergeven
U opent Help als volgt:
•• Toetsenbord: druk op het bureaublad op de F1-toets.
•• Aanraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen. De
Charms worden weergegeven. Tik op Instellingen > Help.
•• Aanraakvlak/muis: plaats de muisaanwijzer boven de
rechterboven- of rechteronderhoek van het scherm om de
Charms weer te geven. Tik op Instellingen > Help.
Als u verbinding met internet hebt, kunt u de meest recente
online Help weergeven.
Bediening van Windows-menu's kan op twee manieren worden
gedaan: via de muis en via bewegingen.
Overzicht van het scherm
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Windows bevat zowel de nieuwe Startschermmodus als de
bureaubladmodus van het bestaande besturingssysteem.
1
Bureaublad
2
Bureaublad
Het menu Charms
weergeven
Startscherm
3
Charms
Hier vindt u soortgelijke functies als op het bureaublad van
eerdere versies van Windows 8.
3
10:00
1-1-2014
•• Aanraakscherm: veeg vanaf de
rechterrand naar binnen.
Verwijst naar het menu waarmee u functies
als Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen kunt uitvoeren.
Naar het Startscherm gaan.
1
2
NLD
De Charms worden weergegeven zoals in
de afbeelding wordt getoond.
•• Aanraakvlak/muis: plaats de
muisaanwijzer boven de rechterbovenof rechteronderhoek van het scherm.
10:00
1-1-2014
Bureaublad
4
Verwijst naar het bureaublad.
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm.
Start
NLD
36
2
4
Knop Start
Klik met de rechtermuisknop op de knop
of tik erop en houd deze vast om menu's
voor snelle toegang te selecteren, zoals
Afsluiten of Configuratiescherm.
Overzicht van het scherm
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
De knop Start gebruiken
Startscherm
Ga als volgt te werk als u snel en gemakkelijk verschillende
functies van Windows wilt gebruiken:
•• Aanraakscherm: blijf de knop Start (
37
U kunt op het Startscherm applicaties openen.
Klik op het bureaublad op de knop Start
en selecteer de charm Start.
) aanraken.
•• Aanraakvlak/muis: rechtsklikken op de knop Start (
).
1
of open de charms
2
3 45
6
Configuratiescherm
Verkenner
Start
Menu met opties voor
Aan/Uit
Knop Start
7
8
9
10
6
Overzicht van het scherm
1
2
3
4
5
6
7
8
Startscherm
App
Verwijst naar het standaard Startscherm van
Windows.
Verwijst naar de apps die momenteel zijn
geïnstalleerd.
Samsung Apps geleverd bij het
originele fabrieksproduct zijn
compatibel met het ondersteunde
besturingssysteem van het product.
Als u het besturingssysteem vervangt,
kan dit resulteren in beperking van het
gebruik van de Apps.
Gebruikersac- Deze term verwijst naar de gebruikersaccount
count
die momenteel wordt gebruikt.
Schakel de computer uit of selecteer
Aan/uit
Slaapstandmodus en Opnieuw opstarten.
⦽
Een zoekopdracht op trefwoorden uitvoeren
om een geïntegreerde lijst weer te geven met
Zoeken
resultaten betreffende apps, bestanden en
webpagina's.
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
Het menu
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
Charms
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
weergeven rechterbenedenhoek van het scherm om het
menu Charms weer te geven.
Verwijst naar het menu waarmee u functies als
Charms
Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen
kunt uitvoeren.
Bureaublad
Hiermee schakelt u naar de bureaubladmodus.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
9
10
Knop Start
38
Het scherm met apps wordt weergegeven
op de plaats waar een lijst met tegels van
alle op de computer geïnstalleerde apps
wordt weergegeven. Dit scherm wordt alleen
áᔪ
weergegeven als u de muis gebruikt.
Deze knop wordt alleen weergegeven als u de
Ŗᮁ
muis gebruikt. Verplaats de muisaanwijzer naar
de linkeronderhoek om de knop Start
weer
᯲
te geven.
Klik op de knop om over te schakelen naar het
scherm van de laatst uitgevoerde app ofᰆ⊹het
bureaublad.
Klik met de rechtermuisknop op deze
knop en selecteer desgewenst Afsluitenᖅᱶ
of
Configuratiescherm.
Het menu Charms gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Het menu Charms is een nieuw soort. Het is een combinatie
van het menu Start en het Configuratiescherm van bestaande
Windows-systemen.
Met het menu Charms kunt u snel apparaten instellen die op
uw computer zijn aangesloten, naar apps/bestanden zoeken, de
functies voor delen gebruiken, enz.
Search
Search
Search
Search
Zoeken
Share
Share
Share
Share
Delen
De charms activeren
U opent de Charms als volgt:
•• Aanraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen.
Start
Start
Start
Start
Start
•• Aanraakvlak/muis: plaats de muisaanwijzer boven de
rechterboven- of rechteronderhoek van het scherm.
Start
Het menu
Charms
weergeven
Device
Device
Device
Apparaten
Device
Settings
Instellingen
Settings
Charms
Het menu
Charms
weergeven
Settings
Settings
39
Een zoekopdracht op trefwoorden uitvoeren om
een geïntegreerde lijst weer te geven met resultaten
betreffende apps, bestanden en webpagina's.
Verschillende soorten bestanden met anderen delen
via e-mailcommunicatie.
Naar het startscherm gaan of de laatst uitgevoerde
app openen.
Aangesloten apparaten (zoals printers en
beeldschermen) zoeken en gebruiken.
De computer- of appinstellingen naar uw voorkeur
configureren.
Het menu Charms gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
40
De instellingen wijzigen
Veelgebruikte Windows-menu's worden verzameld.
Pictogram
Klik op Charms > Instellingen.
Naam
Functiebeschrijving
U kunt verbinding maken met
een draadloos netwerk. Selecteer
Draadloos netwerk
het draadloze netwerk waarmee
u verbinding wilt maken.
⦽
⦽
⦽
⦽
Het volume
instellen
U kunt het volume instellen of
het geluid dempen.
Schermhelderheid
U kunt de helderheid van het
scherm aanpassen.
Opmerking
U kunt een interval instellen
waarmee de app meldingen
verzendt.
Aan/uit
Schakel de computer uit of
selecteer Slaapstandmodus en
Opnieuw opstarten.
⦽
ENG
Taal
Een voorkeurstaal selecteren.
Pc-instellingen wijzigen
U kunt meer instellingen wijzigen.
Apps gebruiken
De term app verwijst naar een programma (hierna app genoemd).
In bredere zin verwijst de term naar alle softwareprogramma's die
op het besturingssysteem zijn geïnstalleerd.
Windows bevat eenvoudige apps voor veelgebruikte taken.
Een app starten/afsluiten
Klik op een app in het Startscherm om de desbetreffende app te
activeren.
De huidige app op het aanraakscherm afsluiten
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Apps gebruiken
De apps weergeven die momenteel worden uitgevoerd
Plaats de muisaanwijzer in de linkerbovenhoek van het
1 scherm
om laatst uitgevoerde app weer te geven.
Beweeg uw muisaanwijzer vervolgens omlaag om een lijst
2 weer
te geven met de apps (op volgorde) die momenteel
worden uitgevoerd.
Klik op een app in de lijst of sleep de app naar het midden
3 van
het scherm. Nu kunt u de app die momenteel wordt
uitgevoerd, controleren.
Veeg vanaf de bovenrand van het scherm naar beneden.
Klik met de rechtermuisknop op de app n de lijst en klik op
Sluiten om de app af te sluiten.
De huidige app afsluiten via de muis
Beweeg de cursor naar de rechterbovenrand van het
applicatiescherm en selecteer .
41
1
2
Apps gebruiken
Gesplitste schermen gebruiken
1 Selecteer de apps in het Startscherm.
anraakscherm: plaats uw vinger op de bovenrand en
2 • Aveeg
naar links of rechts.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
42
Verplaats de splitsbalk om de splitsverhouding van het
4 scherm
te wijzigen.
App
Weather
Schermsplitsbalk
App Store
•A
anraakvlak/muis: beweeg de muisaanwijzer naar de
bovenrand. De muisaanwijzer verandert in een handje.
Sleep vervolgens de muis naar links of rechts.
3 Bepaal de positie van elk gesplitst scherm naar eigen inzicht.
Voorbeeld) Als u de app Weather en Store tegelijkertijd uitvoert
Apps gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een app aan het Startscherm toevoegen of verwijderen
1 Naar het scherm met apps gaan.
•A
anraakscherm: veeg vanuit het startscherm naar boven.
•A
anraakvlak/muis: klik op het pictogram
linkeronderhoek van het startscherm.
in de
Tik op de app en houd deze vast of klik erop met de
2 rechtermuisknop
om de lijst met apps weer te geven.
Vastmaken aan Start
3 Selecteer
.
of Losmaken van Start
1
2
Voorbeeld) Wanneer u een app uit het
Startscherm verwijdert
43
De app Camera in het kort
De bij het besturingssysteem inbegrepen camera-app gebruiken
om foto's te nemen of films te maken en deze naar wens
bewerken.
1 Selecteer Camera op het startscherm.
Als u foto's wilt nemen, selecteert u
. Voor het maken van
2 films
selecteert u
.
Apps gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
De foto of film weergeven
Foto's bewerken
► De met de app Camera genomen foto's meteen weergeven
1 Selecteer de foto die u wilt bewerken.
vanaf de onderkant van het scherm naar boven.
2 UVeeg
kunt ook met de rechtermuisknop op de foto klikken.
• Aanraakscherm: veeg van links naar rechts.
• Aanraakvlak/muis: klik op het pijltje links in het scherm.
► Selecteer op het startscherm Foto's
> Camera-album.
U kunt een doorlopende serie foto's en video's weergeven.
Selecteer vervolgens Bewerken en bewerk de foto's naar
3 wens.
Let op
•• Neem geen foto's van anderen zonder hun toestemming.
•• Neem geen foto's of maak geen video-opnamen op
plaatsen waar dit verboden is.
•• Neem geen foto's of maak geen video-opnamen die
inbreuk maken op privacy of vertrouwelijkheid.
44
Apps gebruiken
De Windows Store gebruiken
Als u de App Store uitvoert in het Startscherm, worden de apps in
de Windows Store weergegeven.
U hebt echter een Microsoft-account nodig om apps in de
Windows Store te kunnen kopen.
Ga door nadat u uw Microsoft-account in de Charms hebt
geregistreerd.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
45
Uw Microsoft-account configureren
Met een Microsoft-account kunt u online uw instellingen
synchroniseren met andere apparaten waarop Windows wordt
uitgevoerd, zodat u bestanden of instellingen kunt delen.
U moet een Microsoft-account registreren om apps via de Store te
kunnen downloaden of kopen.
Open het menu Charms en klik op Instellingen > Pc1 instellingen
wijzigen.
Of selecteer Pc-instellingen op het scherm Start.
Selecteer Uw account > Koppelen aan een Microsoft2 account.
1
2
Samsung kan ikke løse problemer, der opstår med andre
apps installeret fra Windows Store. Tag direkte kontakt til
kundesupport for app’en.
3 Registreer uw account via de volgende relevante procedures.
Windows-sneltoetsfuncties
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
46
U kunt de volgende handige sneltoetsen in Windows gebruiken.
Functie
Sneltoetsen
Functiebeschrijving
Het Startscherm weergeven
Windows-toets
Het bureaublad weergeven
Windows-toets + D
Hiermee schakelt u naar de bureaubladmodus.
Het menu Charms openen
Windows-toets + C
Hiermee activeert u de charms.
Het scherm vergrendelen
Windows-toets + L
Hiermee vergrendelt u het scherm.
Het Ease of Access Center
(Toegankelijkheidscentrum) openen
Windows-toets + U
Hiermee opent u de configuratie-instellingen voor het Ease
of Access Center (Toegankelijkheidscentrum).
De instellingen voor het tweede scherm openen
Windows-toets + P
Hiermee opent u het menu External Monitor Settings
(Instellingen externe monitor).
Het hulpprogramma Advanced Management
(Geavanceerd beheer) openen
Windows-toets + X
Hiemee opent u het hulpprogramma Advanced Management
(Geavanceerd beheer).
App afsluiten
Alt + F4
Hiermee schakelt u naar de startmodus.
Hiermee sluit u de app die momenteel wordt uitgevoerd, af.
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
47
Met een aanraakscherm kunt u uw computer bedienen zonder een toetsenbord of muis nodig te hebben.
In de instructies voor het aanraakscherm worden tevens de functies beschreven die kunnen worden geactiveerd via het aanraakscherm.
•• Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter een toetsenbord en muis gebruiken.
•• Zorg ervoor dat u het aanraakscherm bedient met uw vinger. Als u uw aanraakscherm met een hard voorwerp bedient, werkt het
niet.
•• Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoffen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren.
Een aanraakscherm gebruiken
•• Deze functie wordt ondersteund door aanraakschermmodellen met Windows en werkt voor bepaalde toepassingen.
•• Houd er bovendien rekening mee dat het van de toepassing afhankelijk is welke functies worden ondersteund.
Elementair gebruik van het aanraakscherm
U kunt op eenvoudige wijze ontdekken hoe u probleemloos het aanraakscherm kunt gebruiken.
Aanraking
Vanaf de rechterrand naar binnen
vegen
Functiebeschrijving
Hiermee wordt het menu Charms weergegeven dat verborgen is aan
de rechterkant van het scherm.
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking
Vanaf de linkerrand naar binnen
vegen
of
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Functiebeschrijving
Hiermee wordt de als laatste uitgevoerde app weergegeven.
Vanaf de bovenrand naar beneden
vegen of vanaf de onderrand naar
boven vegen
Hiermee worden de opties voor de huidige actieve toepassing
weergegeven.
Vanuit het startscherm naar boven
vegen
Er wordt een tegel weergegeven met alle geïnstalleerde apps.
Veeg omlaag vanaf de bovenkant in
Het scherm met alle apps verandert in het startscherm.
het scherm All Apps (Alle apps).
Vanaf de bovenrand naar beneden
vegen
Alle apps afsluiten die op dat moment worden uitgevoerd.
48
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
49
Functiebeschrijving
Druk zachtjes met uw vinger om een optie te selecteren.
Licht aanraken
(klikken)
Tweemaal aanraken
(dubbelklikken)
Tikken en vegen
Draaien met meer dan 2 vingers
(Als u zachtjes een specifiek menu of toepassingspictogram of een
specifieke optie aanraakt op het scherm, wordt de bijbehorende
functie geactiveerd.)
Druk zachtjes tweemaal met uw vinger om een optie te selecteren.
Hiermee wordt het geselecteerde doel verplaatst of gaat u naar de
volgende pagina.
U kunt een afbeelding tekenen of enkele letters schrijven met deze
bewerking.
Hiermee draait u het geselecteerde doel.
2 vingers uitspreiden of naar elkaar
Hiermee zoomt u in of uit op het doel.
toe bewegen
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking
Aanraken en enige tijd vasthouden
(met de rechtermuisknop klikken)
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
50
Functiebeschrijving
Hiermee beschikt u over dezelfde functie als bij met de
rechtermuisknop klikken.
Hiermee worden de extra opties weergegeven die kunnen worden
ingesteld voor het geselecteerd doel of wordt meer gedetailleerde
informatie verstrekt.
Met 2 vingers aanraken en omhoog/
Hiermee gaat u omhoog/omlaag of naar links/rechts. Biedt dezelfde
omlaag of naar links/rechts slepen
functie als scrollen met de muis.
(bladeren)
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Het scherm kalibreren
Als u het aanraakscherm voor het eerst gebruikt of als de
aanwijzer niet precies overeenkomt met het aangeraakte punt en
de nauwkeurigheid is verminderd, kalibreert u het scherm.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
51
het venster Kalibreren wordt weergegeven, drukt
2 uWanneer
op het plusteken (+) door de instructies op het scherm te
volgen.
De schermkalibratie kan afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem. Mogelijk wordt het niet ondersteund door
sommige besturingssystemen.
op het bureaublad op menu Charms > Instellingen
1 >Druk
Configuratiescherm > Instellingen voor Tablet PC >
Kalibratie. Druk vervolgens op OK.
3 De invoerlocatie van uw aanraakscherm wordt gekalibreerd.
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Tekens invoeren
U kunt het toetsenbord of het schermtoetsenbord gebruiken
om tekens in te voeren.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Tik op het bureaublad rechts van de taakbalk op
3 schermtoetsenbord
weer te geven.
Het invoeren van tekens kan variëren, afhankelijk van het
besturingssysteem, en wordt door bepaalde besturingssystemen
mogelijk niet ondersteund.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u
beter het toetsenbord gebruiken.
Het invoeren van tekens wordt uitgelegd aan de hand van een
voorbeeld met Kladblok.
Aanraakmodus
(geeft het numerieke toetsenblok
in het midden weer.)
Het schermtoetsenbord gebruiken
Het schermtoetsenbord is een toetsenbord op het scherm dat is
inbegrepen bij het Windows-besturingssysteem.
Aanraakmodus
Handschriftmodus
Instructies voor gebruik van de aanraakmodus en
handschriftmodus worden hierna gegeven.
Veeg in het startscherm naar boven. Het scherm met alle
1 apps
wordt weergegeven. Selecteer Kladblok.
U kunt ook op het pictogram
linksonder op het
startscherm klikken en vervolgens op Kladblok klikken.
Plaats uw hand op het scherm van Kladblok om de cursor
2 weer
te geven.
[Invoermodus]
52
om het
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
53
Aanraakmodus
Tekens invoeren in de handschriftmodus
De aanraakmodus heeft dezelfde invoermogelijkheden als een
fysiek toetsenbord.
U kunt tekens invoeren door deze te schrijven op het
invoerscherm voor de handschriftmodus op het aanraakscherm.
Tik op het pictogram voor de aanraakmodus
1 pictogram
Schermtoetsenbord.
1
2 Druk op de toetsen om uw tekens in te voeren.
op het
Tik op het pictogram voor de handschriftmodus
het schermtoetsenbord.
op
tekens in het invoervak van het invoerscherm voor
2 deSchrijf
handschriftmodus op het aanraakscherm.
3 Druk op de knop Invoegen om tekens in te voeren.
Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Opmerking bij het gebruik van het aanraakscherm
•• Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
uw handen schoon en droog blijven.
In vochtige omgevingen droogt u uw handen en het oppervlak
van het aanraakscherm af voordat u het aanraakscherm
gebruikt.
•• Spuit niet rechtstreeks reiniger voor LCD-schermen op het
aanraakscherm. De reiniger kan door de onderkant van
het aanraakscherm sijpelen. Als u een reiniger voor LCDschermen gebruikt, spuit u deze op een doek waarmee u het
aanraakscherm vervolgens reinigt.
(Als u een schurende reiniger of doek gebruikt, kan uw
aanraakscherm beschadigd raken.)
•• Stel het scherm niet bloot aan zware schokken of trillingen
en druk niet een scherp voorwerp, zoals een balpen, op het
scherm.
Dit kan ertoe leiden dat het aanraakscherm beschadigd raakt.
•• Als uw vinger het scherm slechts licht aanraakt, wordt de
aanraking mogelijk niet herkend.
•• Als u het aanraakscherm aanraakt, moet u precies op het
gewenste item drukken met uw vinger en ervoor zorgen dat u
geen andere items aanraakt.
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
54
•• De sensoren van het aanraakscherm zijn geïnstalleerd langs de
randen van het aanraakscherm.
Als u beschermingsmateriaal of accessoires installeert, moet u
voorzichtig zijn dat u de randen van het aanraakscherm niet
afdekt.
•• Zorg ervoor dat u de randen van het aanraakscherm niet
beschadigt.
Als de randen van het aanraakscherm worden beschadigd,
werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed meer.
•• Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoffen,
zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren. Gebruik
uw aanraakscherm pas nadat u alle vuil of vloeistoffen hebt
verwijderd.
•• Als u uw aanraakscherm bedient met een hard voorwerp, zoals
een spijker of pen, werkt het niet.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Toetsenbord
56
Aanraakvlak
59
Extern cd-station (ODD, aan te schaffen)
63
Multicardsleuf
65
Een extern weergaveapparaat aansluiten
68
Het volume instellen
73
Helderheidsinstelling LCD-scherm
74
Bedraad netwerk
76
Draadloos netwerk (optioneel)
79
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
81
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
91
Samsung Software Update
93
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen
94
De beveiligingssleuf gebruiken
95
Toetsenbord
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Sneltoetsfuncties en -procedures worden in de volgende gedeelten behandeld.
•• Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het werkelijke toetsenbord.
•• Het toetsenbord kan afwijken, afhankelijk van uw land. Hieronder worden voornamelijk de sneltoetsen beschreven.
Sneltoetsen
Terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt, drukt u op een sneltoets.
U kunt ook op de toets Fn Lock drukken en op een sneltoets om de functies van de sneltoetsen gemakkelijker te kunnen gebruiken.
► Methode 1
+
Sneltoetsen
► Methode 2
1
Fn Lock On: De blauwe LED wordt ingeschakeld
2
Sneltoetsen
56
Toetsenbord
Sneltoetsen
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Naam
Settings
Helderheid instellen
LCD-scherm/
externe monitor
Aanraakvlak
Dempen
Volumeregeling
Helderheid
achtergrondverlichting
toetsenbord instellen
(optioneel)
Stille modus
Wi-Fi
57
Functie
Het Samsung-programma voor het beheren van de software, Settings, wordt gestart.
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
Schakelen tussen weergave van het beeld op het LCD-scherm of het externe beeldscherm,
als een externe monitor (of TV) is aangesloten op de computer.
De werking van het aanraakvlak in- en uitschakelen.
Als u een externe muis gebruikt, kunt u de werking van het aanraakvlak uitschakelen.
Druk op deze knop om het geluid in of uit te schakelen.
Het volume instellen.
Hiermee past u de helderheid van de achtergrondverlichting van het toetsenbord aan.
Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met de functie voor toetsenbordverlichting.
Reduceert het geluid van de ventilator, zodat de gebruiker de computer kan gebruiken
zonder hinderlijke geluiden.
Wi-Fi-netwerkverbinding in- of uitschakelen. Als Wi-Fi-netwerk is ingeschakeld, wordt de lijst
met toegangspunten (AP’s) weergegeven.
Toetsenbord
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Overige functietoetsen (optioneel)
•• Functie van de rechtermuisknop (aanraakvlak).
+
•• Wanneer u op de toets Fn Lock drukt, kunt u de sneltoetsen
gebruiken zonder dat u de toets Fn hoeft in te drukken.
•• Als u op de toets Num Lock drukt, kunt u de numerieke
toetsen gebruiken.
Num
Lock
Als de sneltoetsen niet naar behoren werken, moet u
Settings installeren.
58
Aanraakvlak
Her aanraakvlak biedt dezelfde functionaliteit als de muis.
De linker- en rechterknop van het aanraakvlak vervullen dezelfde
rol als de linker- en rechtermuisknop.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
59
Klikken
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en klik één keer op een item.
U kunt ook één keer snel op de linkerknop drukken.
•• Raak het aanraakvlak alleen met uw vingers aan. Andere
voorwerpen dan uw vingers, zoals een balpen, worden
niet door het aanraakvlak herkend.
Tik
of
•• Als u het aanraakvlak aanraakt of de knoppen van het
aanraakvlak indrukt tijdens het opstarten van de computer,
kan het opstarten van Windows meer tijd in beslag nemen.
Klik
Dubbelklikken
Basisfuncties van het aanraakvlak
De cursor over het scherm verplaatsen
Wrijf uw vinger lichtjes over het aanraakvlak.
De muisaanwijzer volgt de beweging van uw vinger. Schuif uw
vinger in de richting waarin u de cursor wilt verplaatsen.
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en tik tweemaal kort achter
elkaar op het vlak terwijl de cursor op het gewenste object staat.
U kunt ook tweemaal kort achter elkaar op de linkerknop van het
aanraakvlak drukken.
TikTik
of
KlikKlik
Aanraakvlak
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Rechtsklikken
60
De speciale functies van het aanraakvlak (optioneel)
De rechterknop van het aanraakvlak correspondeert met de
rechtermuisknop. Druk eenmaal op de rechterknop van het
aanraakvlak. Het corresponderende pop-upmenu wordt geopend.
Klik
De speciale aanraakfuncties zijn mogelijkáᔪ
niet beschikbaar
en de versie of functies kunnen afwijken afhankelijk van
het model. Sommige gebruiksprocedures kunnen afwijken,
Ŗᮁ
afhankelijk van de versie.
᯲ configureren
De speciale functies van het aanraakvlak
Sommige gebarenfuncties zijn mogelijk niet geconfigureerd.
In dat geval kunt u deze configureren via het ᰆ⊹
volgende pad.
klikt u op het menu Charms > Instellingen
> Pc-instellingen
ᖅᱶ
wijzigen > PC en apparaten > Muis en touchpad.
Slepen
Slepen is het verplaatsen van een object nadat u het hebt
geselecteerd.
Zet de cursor op het object dat u wilt verslepen en druk de
linkerknop van het aanraakvlak in. Houd de rechterknop ingedrukt
en sleep het object naar de gewenste plaats door uw vinger over
het aanraakvlak te schuiven.
De linkerknop van het
aanraakvlak ingedrukt
houden
Verplaatsen
Als u de gebarenfunctie ongedaan door het selectievakje
voor het desbetreffende item uit te schakelen in het venster
voor de aanraakvlakinstellingen.
Aanraakvlak
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Scrollen
Functie voor het activeren van het menu Charms
Deze functie werkt hetzelfde als de scrollstrook van het
aanraakvlak.
Als u uw vinger op de rechterrand van uw touchpad plaatst
en uw vinger naar het midden sleept, wordt het menu Charms
weergegeven.
Plaats twee vingers op het aanraakvlak en beweeg ze omhoog,
omlaag, naar links of naar rechts om omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts te scrollen.
61
of
Functie Laatst uitgevoerde venster openen
In- en uitzoomen van beeld en tekst
Als u twee vingers op het aanraakvlak zet en deze naar elkaar of
van elkaar weg schuift, wordt in- of uitgezoomd op het beeld of
de tekst.
Inzoomen
Uitzoomen
of
Plaats uw vinger op de linkerrand van uw touchpad en sleep uw
vinger naar het midden om een eerder gebruikt programma te
openen.
Aanraakvlak
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Aanraakvlak aan/uit
Vergrendelen met sneltoetsen
Als u alleen muisbediening wilt, vergrendel dan het touchpad.
U kunt het aanraakvlak vergrendelen met de toetsencombinatie
+
.
U kunt ook op de toets
drukken en vervolgens op de toets
drukken om de touchpadfunctie uit te schakelen.
62
Extern cd-station (ODD, aan te schaffen)
Deze computer ondersteunt een extern cd-rom-station, aan te
sluiten via USB (kan worden aangeschaft).
Controleer of de aansluiting van het externe cd-rom-station van
het type USB is. Raadpleeg de catalogus voor gedetailleerde
specificaties.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het cd-rom-station aansluiten
Sluit het cd-rom-station aan op de USB-poort.
•• Plaats geen disc met barsten of krassen in het station.
De disc zou kunnen breken en het optische station
beschadigen wanneer dat deze op hoge snelheid wordt
rondgedraaid.
•• Reinig een cd of dvd door deze met een zachte doek van
binnen naar buiten schoon te wrijven.
•• Werp een disc niet uit zolang het inbedrijflampje op het
schijfstation brandt.
•• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
•• Het gebruik van een cd die niet rond van vorm is wordt
niet aanbevolen.
USB-poort
63
Extern cd-station (ODD, aan te schaffen)
Een disc inleggen en uitnemen
1 Druk op de uitwerptoets van het cd-rom-station.
2 Druk de cd of dvd op de geopende lade totdat deze vastklikt.
Duw de lade dicht totdat deze vastklikt.
3 Het
statuslampje van het schijfstation gaat branden.
•• De lees- en schijfsnelheid van het cd-station kan variëren,
afhankelijk van de conditie en het type van de media.
•• Als het schijfstation niet werkt of de computer is
uitgeschakeld, kunt u een disc uitnemen door het uiteinde
van een paperclip (
) in de noodopening te steken
totdat de lade wordt uitgeworpen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
64
Multicardsleuf
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt de multicardsleuf gebruiken om gegevens te lezen van of
te schrijven naar verschillende typen geheugenkaarten.
Als u een geheugenkaart plaatst, moet u ervoor zorgen dat u deze
in de juiste richting plaatst. Als u tegen een onjuist geplaatste
geheugenkaart drukt, kan de kaart zelf of de sleuf beschadigd raken.
Voorbeeld: SD Card
•• U kunt geheugenkaarten gebruiken als verwisselbare schijf
voor gegevensuitwisseling met digitale apparaten, zoals
een digitale fotocamera, enzovoort.
•• Schaf geheugenkaart met de gewenste capaciteit apart aan.
•• De kleur van de multicardsleuf kan afwijken van de kleur in
de afbeelding in deze handleiding.
•• Voordat u de sleuf gebruikt, moet u de dummykaart
uit de sleuf verwijderen. (Alleen voor modellen waarbij
dummykaarten worden verstrekt.)
•• Plaats de geheugenkaart in de op de sleuf afgedrukte
richting in de multicardsleuf.
•• Bij geheugenkaarten die zijn gemarkeerd met ‘*’ moet u
eerst een opgegeven adapter installeren en daarna de
adapter in de multicardsleuf plaatsen.
Als u dergelijke geheugenkaarten rechtstreeks in de
multicardsleuf steekt zonder gebruik te maken van een
opgegeven adapter kan de computer beschadigd raken.
•• De computer herkent het apparaat mogelijk niet
afhankelijk van de status van de opgegeven adapter.
•• De snelheid van gegevensoverdracht kan variëren
afhankelijk van de specificatie van de geheugenkaart.
Naamgeving geheugenkaart
In de volgende tabel worden de volledige namen van
geheugenkaarten weergegeven voor elke afkorting.
Afkorting
SD
Naam geheugenkaart
Secure Digital
*mini SD
mini Secure Digital
*micro SD
micro Secure Digital
SDHC
Secure Digital High Capacity
*mini SDHC
mini Secure Digital High Capacity
*micro SDHC
micro Secure Digital High Capacity
SDXC
*micro SDXC
Secure Digital eXtended Capacity
micro Secure Digital eXtended Capacity
65
Multicardsleuf
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting in de
1 multicardsleuf.
Het volgende bericht wordt rechts bovenin weergegeven:
2 Klik
om de map te openen en klik op Bestanden weergeven.
Als een venster wordt weergegeven waarin u op een
probleem wordt gewezen, klikt u op het bijbehorende
venster > Doorgaan zonder scannen. U kunt het volgende
proces uitvoeren dat in nr. 3 wordt beschreven.
wordt op het bureaublad uitgevoerd.
3 UVerkenner
kunt gegevens opslaan, verplaatsen en verwijderen op het
corresponderende station.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
66
Een geheugenkaart verwijderen
Verwijder de kaart door deze aan de rand uit de sleuf te trekken.
U kunt ook op de rand van de kaart drukken en de kaart
verwijderen als deze naar buiten springt.
Multicardsleuf
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een geheugenkaart formatteren
Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze
formatteren.
Tijdens het formatteren worden alle op de kaart aanwezige
gegevens gewist. Als de kaart gegevens bevat, maak dan
hiervan een back-up voordat u de kaart formatteert.
het pictogram Verkenner
1 inKlikhetopbureaublad.
in de taakbalk onder
67
•• Als u een geheugenkaart wilt delen met een digitaal
apparaat, zoals een digitale camera, wordt aanbevolen
de geheugenkaart te formatteren in het digitale
apparaat voordat u de kaart gaat gebruiken. Als u een
geheugenkaart formatteert op de computer en vervolgens
in het digitale apparaat plaatst, moet u de geheugenkaart
mogelijk opnieuw formatteren in het digitale apparaat.
•• Als er een apparaat voor schrijfbeveiliging is opgenomen
op de geheugenkaart en het apparaat is vergrendeld, kunt
u de kaart niet formatteren, er geen gegevens naartoe
schrijven en er geen gegevens van verwijderen.
Rechtsklik op het kaartstation met het aanraakvlak en kies
2 Formatteren.
•• Herhaaldelijk insteken en verwijderen van een
geheugenkaart kan leiden tot beschadiging van de
geheugenkaart.
3 Klik op Start om het formatteren te starten.
•• U kunt geen gegevens met copyrightbeveiliging lezen of
wegschrijven.
•• SDIO (Secure Digital Input Output) wordt niet ondersteund.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Als u een extern weergaveapparaat aansluit, zoals een monitor, tv,
projector, enzovoort, kunt u de afbeelding op het bredere scherm
van het externe apparaat weergeven wanneer u een presentatie
geeft of video bekijkt.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
. Over de verbindingskabel
Gebruikers moeten zelf de benodigde verbindingskabels
aanschaffen.
De computer ondersteunt twee typen poorten: een D-SUBmonitorpoort en een HDMI-poort.
Aangezien de beeldkwaliteit voor HDMI beter is dan voor D-SUB,
kunt u, wanneer er meerdere poorten beschikbaar zijn, de monitor
het beste aansluiten op de poort die de beste beeldkwaliteit
levert.
Voordat u start, controleert u de poort en kabel van het
externe weergaveapparaat en sluit u het apparaat aan op de
computer.
Kabel voor een analoge monitor
(D-SUB)
HDMI-kabel
68
Ŗᮁ
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
69
᯲
Aansluiten op de monitorpoort
Sluit een externe monitor, tv of projector aan die de D-SUBinterface ondersteunt om het beeld op een breder scherm weer
te geven.
U kunt betere presentaties geven door de computer aan te sluiten
op een projector.
1
Gebruik de monitorkabel (15-pins) om de D-SUB-poort van
de computer aan te sluiten op de monitor of tv.
Externe
monitor
Tv:
Projector
Selecteer menu Charms > Apparaten
3 Tweede
scherm.
3&ִփ
> Projector >
ᰆ⊹
Selecteer de gewenste
monitormodus.
3&ִփ
3&ִփ
ᖅᱶ
Alleen
De3&ִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op de pcࢿـ
monitor (huidig apparaat).
ࢿـ
Dupliceren
Deࢿـ
inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven
op het externe apparaat.
ࢿـ
ࢠ
Uitbreiden
ࢠ
Het
scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid
naar het externe apparaat.
ࢠ
Alleen
ࢠ tweede scherm
Deѿءधִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm
van het externe apparaat.
ѿءधִփ
ѿءधִփ
Twee monitoren instellen:
Steek de voedingskabel van de aangesloten monitor, tv of
2 projector
in het stopcontact en schakel het apparaat in.
Wijzig uw tv naar de modus voor extern apparaat wanneer u
verbinding maakt met de tv.
ѿءधִփ
Open in het Configuratiescherm
de Weergave-instellingen,
selecteer Monitor 2 en schakel vervolgens het selectievakje
Het bureaublad naar dit beeldscherm uitbreiden in voor
twee monitoren. Zie de online Help van Windows voor meer
informatie.
Ŗᮁ
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
70
᯲
Aansluiten via de micro HDMI-poort (optioneel)
Door de computer via een HDMI-poort aan te sluiten op een
computer, geniet u van zowel een hoge beeldkwaliteit als een
hoge geluidskwaliteit.
Nadat u de tv via HDMI hebt aangesloten, moet u het beeld en
het geluid configureren.
1 Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de tv.
Externe
monitor
Tv:
Projector
Selecteer menu Charms > Apparaten
2 Tweede
scherm.
3&ִփ
> Projector >
ᰆ⊹
Selecteer de gewenste monitormodus.
3&ִփ
ᖅᱶ
3&ִփ
Alleen
De3&ִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op de pc( ࢿـhuidig apparaat).
monitor
ࢿـ
Dupliceren
Deࢿـ
inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven
op het externe apparaat.
ࢿـ
ࢠ
Uitbreiden
ࢠ
Het
scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid
naar het externe apparaat.
ࢠ
ࢠ tweede scherm
Alleen
Deѿءधִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm
van het externe apparaat.
ѿءधִփ
ѿءधִփ
•• Een tv-scherm wordt alleen ondersteund op modellen met
een tv-uitgang (HDMI).
•• Als de tv is voorzien van meer dan één HDMI-poort, sluit u
de computer aan op de poort DVI IN.
•• Als u de computer aansluit op een tv, moet u de externe
ingang van de tv in de modus HDMI zetten.
ѿءधִփ
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Grafische kaart van NVIDIA efficiënter gebruiken
(optioneel)
NVIDIA Optimus is een functie waarmee u automatisch
de interne en externe grafische chipsets kunt selecteren en
gebruiken, afhankelijk van de software die op dat moment wordt
uitgevoerd.
De interne grafische chipset kan bijvoorbeeld worden gebruikt als
u op internet surft of als u tekst verwerkt om het energieverbruik
van de batterij te minimaliseren en de high-performance externe
grafische chipset kan worden gebruikt voor het spelen van games
of het afspelen van video voor een levensechtere ervaring.
•• Het model NVIDIA Optimus ondersteunt uitsluitend
Windows 8.
•• Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen die de
NVIDIA Optimus-technologie ondersteunen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
71
Programma’s registreren die moeten worden
uitgevoerd door de externe grafische chipset
Als u een programma wilt uitvoeren met de externe grafische
chipset, moet u het programma registreren in het NVIDIAconfiguratiescherm.
Bepaalde programma’s zijn al geregistreerd. Als u meer
programma’s wilt registreren (bijvoorbeeld 3D-games, enz.), voert
u de volgende stappen uit.
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer
1 NVIDIA-configuratiescherm.
Selecteer in het linkerdeelvenster 3D-instellingen > 3D2 instellingen
beheren en selecteer het tabblad Programmainstellingen.
In het veld Selecteer een aan te passen programma (S)
3 klikt
u op de knop Toevoegen om de software te registreren.
U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
In het veld Selecteer de voorkeur grafische processor voor
4 dit
programma (O) selecteert u select High-performance
NVIDIA processor en klikt u op de knop Toevoegen.
x
x
c
v
v
Het programma is geregistreerd.
5 Wanneer
u het geregistreerde programma uitvoert, wordt
het uitgevoerd door middel van de externe grafische chipset,
zonder dat aanvullende configuratie nodig is.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
72
Het volume instellen
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt het volume instellen met behulp van het toetsenbord en
met het programma Volumeregeling.
73
Werken met de geluidsrecorder
De procedures voor het opnemen van geluid met Geluidsrecorder
worden hieronder beschreven.
Het volume instellen met behulp van het
toetsenbord
Sluit een microfoon op de oor- of hoofdtelefoonaansluiting
1 aan.
U kunt ook de interne MIC gebruiken.
+
of
+
áᔪ
Druk op de toetsencombinatie
in of uit te schakelen.
+
om het volume
Ŗᮁ
Rechtsklik op het pictogram Volume
2 kies
Opnameapparaat.
Controleer of de microfoon is ingesteld als het standaard
3 opnameapparaat.
Als dit het geval is, is het al ingesteld als standaardapparaat.
Zo niet, rechtsklik op de microfoon en selecteer Als
standaard instellen.
᯲
Het volume regelen met het programma
Volumeregeling
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms > Instellingen
controlebalk bij te stellen.
>
om de
ᖅᱶ
4
Klik op het pictogram
linksonder op het startscherm en
vervolgens op Geluidsrecorder.
5 Klik op Opname starten.
Dempen
⦽
op de taakbalk en
᯲
Helderheidsinstelling LCD-scherm
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
74
ᰆ⊹
1 Klik op. het menu Charms > Instellingen
> Helderheid
ᖅᱶ
2 Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid.
⦽
De fotomodus wijzigen
U kunt de fotomodus instellen op uw voorkeursweergave,
bijvoorbeeld om de weergave voor films of elektronische boeken
te optimaliseren.
1 Klik op het pictogram linksonder op het startscherm.
2 Klik op Settings > Weergave > Weergavekleur.
•• Dynamisch: hiermee wordt de foto duidelijk en scherp.
•• Standaard: normale fotomodus.
•• Film: schakel over naar deze modus als er weinig
omgevingslicht is of als u naar films kijkt.
•• Film (helder): hiermee maakt u een donkere scène helderder
zodat de scène duidelijker wordt.
•• Lezen: geschikt voor het lezen van elektronische boeken.
•• Geen effect: dit is de standaardmodus voor foto’s.
De helderheid van het scherm wordt automatisch ingesteld
op het hoogste niveau wanneer de computer op netstroom
is aangesloten en de helderheid wordt automatisch gedimd
wanneer de computer op de accu loopt, zodat deze minder
snel leeg raakt.
Helderheidsinstelling LCD-scherm
•• Batterijverbruik besparen
Vermindert de helderheid van de LCD wanneer
de computer op de oplaadbare batterij draait om
batterijverbruik te besparen.
•• Principe slechte LCD-pixels van laptop
Beschrijving: Samsung houdt zich aan de specificaties
van strikte kwaliteit en betrouwbaarheid van LCD. Het is
desondanks onvermijdelijk dat er een kans op een klein
aantal slechte pixels is. Een groot aantal slechte pixels kan
weergaveproblemen veroorzaken, maar een klein aantal
slechte pixels heeft geen invloed op de prestaties van de
computer.
Daarom gelden bij Samsung de volgende principes:
- Heldere dot: 2 of minder
- Zwarte dot: 4 of minder
- Combinatie van helder en donker: 4 of minder
Aanwijzingen voor het reinigen van de LCD
Reinig het LCD-scherm met een zachte doek, licht bevochtigd
met een reinigingsmiddel voor computer, bewegend in één
richting.
Overmatige druk op het LCD-scherm tijdens het reinigen
ervan kan het LCD-scherm beschadigen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
75
Bedraad netwerk
Een bedraad netwerk (LAN) is een netwerkomgeving zoals wordt
gebruikt voor een bedrijfsnetwerk en voor een breedband
internetverbinding thuis.
•• Deze handleiding is gebaseerd op de nieuwste Windowsversie. De inhoud of afbeeldingen kunnen afwijken van het
echte model, afhankelijk van de Windows-versie. De meest
basishandelingen zijn echter vergelijkbaar met die in de
vorige versies van het Windows-besturingssysteem.
᯲
2
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
76
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Netwerk en internet >
ᖅᱶ
Netwerkcentrum
en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
•• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Verbinding met bedraad LAN
1 Sluit de LAN-kabel aan op de bedrade LAN-poort.
Selecteer Ethenet en klik op de rechtermuisknop en selecteer
3 Eigenschappen.
De naam van het LAN-apparaat kan afwijken, afhankelijk van
het netwerkapparaat van uw computer.
Bedraad netwerk
Selecteer Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4) in de lijst
4 met
netwerkcomponenten en klik op Eigenschappen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
77
Configureer de IP-instellingen.
5 Wanneer
u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een
IP-adres laten toewijzen. Als u een statisch IP-adres wilt
gebruiken, selecteert u Het volgende IP-adres gebruiken
en stelt u het IP-adres handmatig in.
•• De naam van de netwerkcomponent kan afwijken,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
•• Als u een netwerkcomponent wilt toevoegen, klikt u in
het scherm in de bovenstaande afbeelding op Install
(Installeren). U kunt clients, services en protocollen
toevoegen.
Als DHCP niet wordt gebruikt, moet u contact opnemen met
de netwerkbeheerder voor het IP-adres.
Wanneer u de instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop
6 OK.
Uw netwerkinstellingen zijn voltooid.
Bedraad netwerk
áᔪ
Ŗᮁ
De WOL-functie
(Wake On LAN) gebruiken
<Wake On LAN> is een functie die het systeem uit de slaapstand
haalt ᯲
wanneer een signaal (bijvoorbeeld een ping of magic packet
opdracht) aankomt via het bekabelde netwerk (LAN).
1
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
78
- De functie <Wake On LAN> (Wake On LAN) werkt mogelijk
niet wanneer u de hybride energiebesparingsfunctie
gebruikt. De hybride slaapstand kan worden
uitgeschakeld Power Options (Energiebeheer) in het
Configuratiescherm.
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Netwerk en internet >
ᖅᱶ
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
rechtermuisknop op de lokale netwerkverbinding
2 enKlikklikmetopdeEigenschappen.
op Configureren > Energiebeheer. Dit apparaat mag
3 deKlikcomputer
uit slaapstand halen en klik op OK. Start het
systeem opnieuw op.
- Als het systeem uit de slaapstand wordt gehaald terwijl
geen signaal wordt ontvangen, moet u de functie <Wake
On LAN> uitschakelen.
- Als u een bekabeld netwerk aansluit terwijl u een draadloos
netwerk gebruikt, kan het zijn dat de functie <Wake On
LAN> niet wordt geactiveerd. Stel het draadloze netwerk
in op Uitgeschakeld als u de functie <Wake On LAN> wilt
gebruiken.
Wake On LAN geactiveerd door Ping wordt niet ondersteund.
Als de computer is aangesloten op een 100Mbps/1Gbps
bekabeld netwerk en uit de slaapstand/sluimerstand komt,
meldt deze echter een verbinding met een 10Mbps/100Mbps
bekabeld netwerk. Dit gebeurt omdat het ongeveer 3
seconden duurt voordat de netwerkfunctionaliteit is hersteld
wanneer de computer terugkeert uit de stand stand-by- of
slaapstand. Zodra de netwerkfunctionaliteit is hersteld, werkt
deze met 100Mbps/1Gbps.
Wanneer de batterijvoeding wordt gebruikt en er een LANkabel wordt aangesloten, duurt het soms een paar seconden
voordat er verbinding met internet is. Dit symptoom is gevolg
van de energiebesparingsfunctie om het energieverbruik van
de batterij te reduceren.
Wanneer het systeem op batterijvoeding werkt, wordt de
snelheid van het bekabelde LAN automatisch verlaagd om
het energieverbruik van de batterij te reduceren.
In dat geval werkt een 1Gbps /100Mbps LAN met een
snelheid van 100Mbps/10Mbps.
Draadloos netwerk (optioneel)
Een draadloze netwerkomgeving (WLAN) is een
netwerkomgeving, thuis of in een klein kantoor, waarbinnen
meerdere computers onderling kunnen communiceren door
middel van draadloze netwerkapparatuur.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
79
•• De schermafbeelding en terminologie kan afhankelijk van
het model enigszins afwijken.
•• Het is afhankelijk van het model mogelijk dat bepaalde
functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies
beschikbaar zijn.
•• De onderstaande beschrijvingen zijn van toepassing op
computermodellen met een draadloze netwerkkaart of
-module. Een draadloze netwerkmodule is optioneel.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van
wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van
uw draadloze netwerkmodule.
Wat is een toegangspunt?
Een toegangspunt, ook wel Access Point of AP genoemd,
is een netwerkapparaat dat een brug vormt tussen het
bekabelde netwerk en het draadloze netwerk en fungeert als
een draadloos schakelpunt binnen een netwerk met kabels.
U kunt meerdere draadloze netwerkapparaten een verbinding
laten maken via één toegangspunt.
Draadloos netwerk (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
áᔪ
Ŗᮁ
Een verbinding maken met een draadloos netwerk
᯲
Als er een toegangspunt aanwezig is, kunt u via dat
toegangspunt
een verbinding met internet maken via de draadloze
netwerkverbindingsmethode die wordt geboden door Windows.
ᰆ⊹
80
Klik op Verbinding maken.
2 Als
er een netwerksleutel voor het toegangspunt is ingesteld,
voert u de netwerksleutel in en klikt u op OK.
Vraag uw netwerkbeheerder om de netwerksleutel.
1
Als u op het menu Charms > Instellingen
>
ᖅᱶ
Netwerkverbindingen
klikt, verschijnt er
een lijst met
beschikbare toegangspunten.
Als u een toegangspunt selecteert, wordt de knop Verbinden
weergegeven.
Lijst met
toegangspunten
Wanneer een AP-aansluiting is voltooid, wordt naast het
3 bijbehorende
AP ‘Verbonden’ weergegeven. U kunt nu het
draadloze netwerk nu gebruiken.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een
beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens
van gebruikers beschermt door de gebruikersverificatiegegevens
op te slaan op de TPM-chip die op de computer is geïnstalleerd.
Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u
de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPMprogramma initialiseren en de gebruiker registreren.
•• Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die
zijn voorzien van TPM (beveiligingschip).
•• Raadpleeg de online Help van het programma voor meer
informatie.
•• De programmaversie die in deze handleiding
wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de
schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen
afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw
versie worden gebruikt.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
81
De TPM instellen
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende
stappen uitvoeren.
TPM-chip initialiseren
1 De
De verificatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen,
initialiseren.
TPM-programma installeren
2 Het
Hiermee installeert u het TPM-programma.
TPM-programma registreren
3 Het
Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren.
Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de
TPM-functie gebruiken.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
De TPM-chip initialiseren
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als het BIOS-scherm verschijnt, selecteert u Security > TPM
2 Configuration.
Wanneer u de TPM-functie voor de eerste keer gebruikt of als
u de gebruiker opnieuw wilt registreren, moet u de TPM-chip
initialiseren.
•• Wanneer de TPM-chip wordt geïnitialiseerd, worden alle
verificatiegegevens op de TPM-chip gewist. Denk dus goed
na voordat u besluit om te initialiseren.
•• Als u de TPM-chip opnieuw wilt initialiseren terwijl de
TPM-functie wordt gebruikt, moet u eerst de bestaande
bestanden en mappen die met de TPM-functie zijn
gecodeerd, decoderen. Anders kunt u de bestanden
en mappen niet openen nadat deze opnieuw zijn
geïnitialiseerd.
Start de computer opnieuw op. Wanneer het Samsung-logo
1 verschijnt,
drukt u herhaaldelijk op de toets F2.
82
Supervisor Password
User Password
HDD Password
Clear
Clear
Clear
Set Supervisor Password >
Set User Password >
Set HDD Password >
Power On Boot
On
TPM Configuration >
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Selecteer voor TPM Device de optie On en selecteer voor
3 TPM
State de optie Clear.
TPM Device
TPM State
Security Chip State
On
Clear
No Change
Clear
Enabled & Activate
Deactivate & Disable
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
4 Selecteer Exit om de wijzigingen op te slaan.
de computer automatisch opnieuw is opgestart
5 enWanneer
het Samsung-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de
toets F2.
Selecteer Security > TPM Configuration > TPM State en
6 stel
de optie Enable & Activate in.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
83
Het TPM-programma installeren
U kunt het TPM-programma als volgt installeren. Installeer het
programma overeenkomstig de onderstaande procedures.
Dit programma wordt alleen geleverd bij modellen met
Recovery en de TPM-functie.
Methode 1
TPM Device
TPM State
Security Chip State
On
Clear
Enabled & Activate
Clear
Enabled & Activate
Deactivate & Disable
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
7
Selecteer Exit om de wijzigingen op te slaan.
De computer wordt automatisch opnieuw opgestart.
Initialisatie van de TPM-chip is voltooid. Installeer nu het
TPMprogramma en registreer het.
Voer Recovery uit en klik op System Software
1 (Systeemsoftware).
- Als uw computer niet wordt opgestart of als niet System
Software (Systeemsoftware) wordt weergegeven in het
programma Recovery, gebruikt u Methode 2 om het TPMprogramma te installeren.
Klik op System Software Installation (Systeemsoftware
2 installeren).
Het programma SW Update wordt nu gestart.
3 Selecteer
TPM Host SW (TMP-hostprogramma) en klik op
Install Now (Nu installeren).
Als de systeemsoftwaremedia bij het product is geleverd, kunt
u het programma installeren via de systeemsoftwaremedia
(alleen wanneer deze bij het product is geleverd).
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Als u na de installatie op OK klikt, wordt de computer
4 opnieuw
opgestart.
Methode 2
1
Zet de computer aan en druk direct verschillende keren op
de toets F4.
Na enige tijd wordt het programma Recovery uitgevoerd.
2 Klik
op System Software (Systeemsoftware).
Als een pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt
3 gevraagd
om het systeem opnieuw op te starten, klikt u op
Yes (Ja).
Het systeem wordt opnieuw opgestart. Na enige tijd wordt
automatisch het programma SW Update uitgevoerd.
4 Maak verbinding met het netwerk.
5 Selecteer TPM-host SW en klik op Install (Installeren).
Klik, nadat het programma volledig is geïnstalleerd, op Close
6 (Sluiten).
Sluit het venster SW Update en start de computer opnieuw
7 op.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
84
Het TPM-programma registreren
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
1 taakbalk.
op de
Voer het item Security Platform Management (Beheer
beveiligingsplatform) uit met beheerdersrechten.
Klik op het tabblad User Settings (Gebruikersinstellingen)
en initialiseer de instellingen.
verificatie-instellingen voor de beveiliging beginnen met
2 deDe Initialization
Wizard (Wizard Initialisatie). Zodra de
initialisatiewizard verschijnt, klikt u op Next (Volgende).
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Als het bericht status not initialized (status niet
geïnitialiseerd) verschijnt, klikt u op Yes (Ja).
Als u de instructies in de initialisatiewizard volgt om een
back-up van het noodherstelbestand op te slaan naar een
extern apparaat, kunt u het TPM-beveiligingsapparaat veiliger
gebruiken.
Selecteer een Security Platform Feature
3 (Beveiligingsplatformfunctie)
en geef het Basic user
password (Basisgebruikerswachtwoord) op.
4 Voltooi de registratie aan de hand van de instructies.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
85
registratie van de gebruiker van het TPM-programma
5 isDevoltooid.
U kunt bestanden en mappen coderen via het
bestandssysteem voor decoderen en de bestanden en
mappen gebruiken die moeten worden gecodeerd door op
het virtuele station te maken of ze hier naartoe te kopiëren.
THet virtuele station wordt gemaakt op de volgende locatie.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Het TPM-programma gebruiken
Raadpleeg de online Help van het TPM-programma voor
meer informatie over het gebruik van het programma.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
86
Als het venster Confirm Attribute Changes window
2 (Wijzigingen
van kenmerken bevestigen) wordt
weergegeven, selecteert u het bereik waarop u de codering
wilt toepassen. Klik vervolgens op OK. (Dit dialoogvenster
wordt alleen weergegeven wanneer de map is gecodeerd.)
Een bestand (map) coderen
Deze functie stelt u in staat om bestanden en mappen te coderen.
U kunt documenten beveiligen via EFS (Encrypt File System).
De EFS-functie (Encrypt File System) wordt ondersteund door
de volgende besturingssystemen.
•• Windows 7 Professional / Enterprise / Ultimate
•• Windows 8 Pro / Enterprise
•• Windows 8.1 Pro / Enterprise
Klik met de rechtermuisknop op de map (bestand) die u
1 wilt
coderen en selecteer in het pop-upmenu Encrypt
(Versleutelen).
Als het venster User authentication (Gebruikersverificatie)
3 wordt
weergegeven geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
U zult zien dat de kleur van de naam van de map (het
4 bestand)
in de gecodeerde map is gewijzigd in groen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
87
Een gecodeerde map (bestand) decoderen
Klik met de rechtermuisknop op een gecodeerde map
1 (bestand)
en selecteer in het pop-upmenu de optie Decrypt
(Decoderen).
gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft
2 uAlshethetBasic
user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3 De map (bestand) is gedecodeerd.
Een gecodeerde map (bestand) openen
1 Dubbelklik op de gecodeerde map (bestand).
gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft
2 uAlshethetBasic
user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3 De map (bestand) wordt geopend.
Het virtuele station
(Personal Secure Drive: PSD) gebruiken
Het virtuele station (PSD) is een virtuele ruimte voor het opslaan
en beheren van vertrouwelijke gegevens. U kunt op het virtuele
station (PSD) dat u hebt gemaakt, net als op een normaal station
(bijvoorbeeld station C:) gewoon bestanden en mappen maken.
Daarnaast kun u de vertrouwelijke gegevens gebruiken die u op
een ander station hebt opgeslagen, door de gegevens naar het
virtuele station (PSD) te kopiëren.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
88
Als het virtuele station (PSD) niet wordt weergegeven
Als het virtuele station (PSD) niet wordt geladen
U kunt het virtuele station (PSD) alleen gebruiken wanneer u
tijdens de registratie van het programma de optie Personal Secure
Drive (Persoonlijke beveiligd station) (PSD) hebt geselecteerd. Als
u bij het registreren deze optie niet hebt geselecteerd, voltooit u
de volgende stappen.
Als u het virtuele station (PSD) wilt gebruiken, moet het virtuele
station (PSD) eerst worden geladen. Als het station niet wordt
geladen, kunt u de onderstaande procedure gebruiken om het
station te laden.
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
taakbalk.
op de
Voer het item Security Platform Management (Beheer
beveiligingsplatform) uit met beheerdersrechten.
Klik op Configure Security Platform Features (Security
Platform-functies configureren).
Wanneer de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
2 wordt
weergegeven, selecteert u Personal Secure Drive
(PSD) (Persoonlijk beveililgd station) en geeft u het
gebruikerswachtwoord op.
3
Klik een paar maal op Next (Volgende), overeenkomstig de
instructies in de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
om de wizard te voltooien.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Security
1 Platform
(Beveiligingsplatform)
in het systeemvak
van de taakbalk en selecteer in het pop-upmenu Personal
Secure Drive (Persoonlijk beveiligd station) > Load
(Laden).
2 enGeefklikinophetOK.laadvenster het basisgebruikerswachtwoord op
Open de Verkenner
. U ziet het persoonlijk beveiligd
3 station
in het overzichtsvenster links.
Houd er rekening mee dat wanneer u vertrouwelijke
gegevens naar de PSD hebt gekopieerd, de oorspronkelijke
gegevensbestanden niet worden gecodeerd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Als u nogmaals moet registeren (om de
verificatiegegevens op de TPM-chip te wissen)
Als u opnieuw wilt registreren, moet u de bestaande
verificatiegegevens die op TPM-chip zijn opgeslagen, wissen en
moet u de TPM-chip initialiseren.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
89
Het virtuele station verwijderen
Als er een virtueel station is gemaakt, moet u dit verwijderen
voordat u de bestaande verificatiegegevens verwijdert die zijn
opgeslagen op de -chip.
Registreer de gebruiker volgens de onderstaande stappen.
Klik met de rechtermuisknop op
>
en klik op
1 Persoonlijk
beveiligd station > Maken/beheren.
1 Verwijder het virtuele station.
Verwijder de bestaande verificatiegegevens die zijn
2 opgeslagen
op de TPM-chip.
2 Klik op Volgende.
Voer het wachtwoord in dat u hebt ingevoerd bij registratie
3 van
het TPM-programma en klik op Volgende.
Selecteer ‘Geselecteerde PSD verwijderen’ en klik op
4 Volgende.
Selecteer ‘Ik wil mijn PSD verwijderen zonder een niet5 versleutelde
kopie van de inhoud op te slaan’ en klik op
Volgende.
6 Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
7 Het virtuele station is nu verwijderd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
90
De bestaande verificatiegegevens verwijderen die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
Zoek de map Infineon in Verkenner
6 ProgramData
en verwijder deze.
1
Het TPM-programma is nu verwijderd.
7 Als
u de TPM-functie wilt gebruiken, herhaalt u de procedures
Selecteer op het bureaublad het menu Charms >
Instellingen > Control Panel (Configuratiescherm)
> Programs (Programma’s) > Uninstall a program
(Programma verwijderen) > Infineon TPM Professional
Package. Klik vervolgens op Uninstall (Verwijderen).
Als er een berichtvenster verschijnt, klikt u op Yes (Ja) om het
2 programma
te verwijderen.
het bericht Infineon Security Platform verschijnt, klikt u
3 opAls No
(Nee).
het pictogram Verkenner
4 inKlikhetopbureaublad.
in de taakbalk onder
Selecteer in View (Beeld) > Options (Opties) > Folder
5 Options
(Mapopties) > View (Weergave) > Hidden files
and folders (Verborgen bestanden en mappen) de
optie Show hidden files, folders, and drives (Verborgen
bestanden, mappen en stations weergeven) en klik op OK.
van het TPM-initialisatieproces.
> C-schijf: >
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Met S PhotoStudio en S Player+ kunt u foto’s nemen en video’s
maken en deze naar wens bewerken.
S PhotoStudio
Foto's die u hebt genomen of gekozen naar
wens bewerken.
S Player+
Muziek of videoclips afspelen die zijn
opgeslagen op de computer.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
91
De app S PhotoStudio gebruiken
1 Selecteer S PhotoStudio in het startscherm.
2 Selecteer de foto die u wilt bewerken.
Selecteer een bewerkingsmodus op de balk rechtsonder. De
3 inhoud
op de balk linksboven verschilt afhankelijk van de
geselecteerde bewerkingsmodus.
•• Afhankelijk van de versie van het programma is het
mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat
er andere functies beschikbaar zijn.
•• De toepassing is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
het model.
Services de zijn gerelateerd aan software van derden
•• Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken
voor software van derden, neemt u contact op met de
desbetreffende producent.
•• Sommige probleemopsporingsacties als reactie op
serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de
softwareproducent.
Terug naar Start
Effecten toepassen op de
huidige foto
Wijzigingen
ongedaan
maken
Wijzigingen
opnieuw
uitvoeren
Een nieuw
bestand
openen Opslaan als
Delen met SNS
Bewerkingsmodus
Wanneer u klaar bent, slaat u de afbeelding op met een
4 andere
naam.
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
De app S Player+ gebruiken
Er zijn verschillende bestandstypen, inclusief multimediaindelingen, beschikbaar met S Player+.
1
Klik op een bestand om het bestand af te spelen.
2 Alleen
bestanden in de map Video of Muziek kunnen worden
Selecteer S Player+ in het startscherm.
afgespeeld. Verplaats het geselecteerde bestand naar een
bijbehorende map.
•• Als u ondertiteling wilt weergeven, moet het
ondertitelingsbestand zich in dezelfde map bevinden als
het af te spelen multimediabestand.
Of klik met de rechtermuisknop op het videoscherm en
selecteer Ondertiteling > Toevoegen. Geef het pad naar
de ondertiteling op en klik op Openen.
•• Bepaalde bestaande worden, afhankelijk van het type
codering, mogelijk niet goed afgespeeld.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
92
Als u een andere video wilt afspelen terwijl het huidige
videobestand wordt afgespeeld
1. Klik met de rechtermuisknop op het scherm of veeg vanaf
de bovenkant omlaag.
2. Klik of tik in de bovenste lijst op het bestand dat u wilt
afspelen.
z
x
Samsung Software Update
SW Update is een softwareprogramma dat naar de software en
stuurprogramma's van Samsung zoekt die al bij aankoop van uw
computer waren geïnstalleerd, om deze stuurprogramma's of
programma's bij te werken.
•• U kunt de updatebestanden alleen controleren voordat u
bijwerkt, wanneer u verbinding met internet hebt.
•• SW Update levert geen updates voor
apparaatstuurprogramma's of softwareprogramma's die
achteraf door de gebruiker zijn geïnstalleerd.
•• De toepassing is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
het model.
1
Klik op het pictogram
op SW Update.
linksonder op het startscherm en
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het programma SW Update wordt uitgevoerd.
2 Selecteer
de items die u wilt bijwerken voordat u doorgaat
met het updateproces.
Softwarelijst
Softwareupdate
93
Een diagnose van de status van de computer maken
en problemen oplossen
Met programma Support Center, oftewel de handleiding van
Samsung voor het oplossen van problemen, kunt u een diagnose
maken van het systeem en beschikt u over een FAQ voor
veelvoorkomende problemen.
Het is mogelijk dat Support Center niet beschikbaar is of
dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk
van het model.
op het pictogram
1 opKlikSupport
Center.
linksonder op het startscherm en
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
94
Support Center wordt geactiveerd en maakt een diagnose
2 van
uw computer.
Nadat de diagnose is voltooid, wordt in het menu System
Status (Systeemstatus) een lijst met huidige problemen
weergegeven die moeten worden opgelost overeenkomstig
de instructies.
Een
diagnose van de
computer maken
en problemen
oplossen
FAQ voor de
belangrijkste
problemen met
de computer
Problemen met de
computer zoeken
U kunt een probleem oplossingen door op de knop
3 Troubleshoot
(Oplossen) voor het probleem te klikken.
De beveiligingssleuf gebruiken
U kunt de computer beveiligen door een slot en een kabel aan de
beveiligingssleuf te bevestigen.
Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, moet u apart een
kabel en slot aanschaffen.
Raadpleeg de producthandleiding voor meer informatie over het
gebruik van een slot en kabel.
Bevestig het slot en de kabel aan een vast object en bevestig het
andere uiteinde van de kabel aan de beveiligingssleuf.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
95
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
BIOS-instellingen
97
Een opstartwachtwoord instellen
99
De opstartprioriteit wijzigen
102
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
103
Oplaadbare batterij
106
BIOS-instellingen
In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer
instellen in overeenstemming met uw behoeften.
•• U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord
voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te
wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen.
•• Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot
storingen en het vastlopen van het systeem, moet u
zorgvuldig te werk gaan bij het configureren van het BIOS.
•• De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden
gewijzigd in het kader van productverbetering.
•• De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
De BIOS-instellingen openen
Schakel de computer in.
1 Druk
meteen enkele malen op toets F2.
Na enige tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm.
2 De
items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken,
afhankelijk van het product.
97
BIOS-instellingen
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het BIOS-instellingenscherm
Instellingenmenu
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
SysInfo
Advanced
Instellingenmenu
Security
Boot
System Time >
System Date >
SATA Port 1
xxxxxxxxxxxx
CPU
CPU
CPU
CPU
Intel(R)
xxxxxxxxxxxx
x.xx GHz
Supported
Vender
Type Core
Speed
VT (VT-x)
Total Memory
xxxx MB
BIOS Version
MICOM Version
E00AAT.017.120804.dg
E00AAT.017
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Help
Help-informatie voor
de geselecteerde optie
verschijnt automatisch.
Instellingsopties
98
Beschrijving
Dit is een beschrijving van de
basisspecificaties van de computer.
Met dit menu kunt u de belangrijkste
chipsets en aanvullende functies instellen.
Instellen van beveiligingsfunctionaliteit, met
inbegrip van wachtwoorden.
In dit menu kunt u instellingen voor
randapparaten en het opstarten opgeven,
zoals de opstartprioriteit.
Een opstartwachtwoord instellen
Als u een wachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als
u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen.
Door een wachtwoord in te stellen kunt u de toegang tot het
systeem beperken tot bevoegde gebruikers en de gegevens en
bestanden die op de computer zijn opgeslagen beschermen.
•• De wachtwoordinstelling biedt de volgende 3 submenu’s.
(Supervisor Password (Supervisorwachtwoord), Use
Password (Gebruikerswachtwoord) en HDD Password
(HDD-wachtwoord))
•• Vergeet of verlies uw wachtwoord niet.
•• Zorg dat anderen niet achter uw wachtwoord komen.
•• Als u het supervisorwachtwoord of HDD-wachtwoord
vergeet, moet u om assistentie vragen bij het
servicecentrum. In dat geval zullen kosten in rekening
worden gebracht.
•• Als u het gebruikerswachtwoord vergeet, kunt
u het supervisorwachtwoord uitschakelen. Het
gebruikerswachtwoord wordt dan automatisch
uitgeschakeld.
•• De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
99
Een Supervisor-wachtwoord instellen
Als u een supervisorwachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord
invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen
wilt openen.
Het is niet erg veilig om alleen het supervisorwachtwoord en het
gebruikerswachtwoord in te stellen.
U kunt het HDD-wachtwoord eveneens gebruiken om de
beveiliging te versterken.
1 Selecteer het menu Security in de BIOS-instellingen.
2 Selecteer Set Supervisor Password.
Supervisor Password
User Password
HDD Password
Clear
Clear
Clear
Set Supervisor Password >
Set User Password >
Set HDD Password >
Power On Boot
On
Secure Boot Configuration >
TPM Configuration >
Intel Anti-Theft Technology Configuration >
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Een opstartwachtwoord instellen
Voer een wachtwoord in, druk op <Enter>, voer het
3 wachtwoord
ter bevestiging nogmaals in, en druk nogmaals
op <Enter>.
Het wachtwoord mag maximaal 8 alfanumerieke tekens lang
zijn. Speciale tekens zijn niet toegestaan.
Het Supervisor-wachtwoord is ingesteld.
4 Het
Supervisor-wachtwoord is vereist voor het inschakelen
van de computer en het openen van de BIOS-instellingen.
voor sommige modellen geldt dat als in het venster Setup
Notice een bericht wordt weergegeven dat een wachtwoord
is opgegeven, de instellingen niet zijn voltooid totdat u op
Enter drukt.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
100
Een gebruikerswachtwoord instellen
Met behulp van het gebruikerswachtwoord kunt u de computer
inschakelen, maar kunt u geen belangrijke opties in de BIOSinstellingen wijzigen omdat u geen toegang hebt tot de BIOSinstellingen.
Dit helpt onbevoegde toegang tot de belangrijkste instellingen
van het menu BIOS Setup (BIOS-instellingen) te voorkomen.
Voordat u een gebruikerswachtwoord configureert moet u
een Supervisor-wachtwoord configureren. Op het moment
dat u het Supervisor-wachtwoord uitschakelt, wordt ook het
gebruikerswachtwoord uitgeschakeld.
Selecteer Set User Password en voltooi de procedures uit stap 3
voor het instellen van een supervisorwachtwoord.
Een opstartwachtwoord instellen
Voordat u een opstartwachtwoord kunt instellen, moet u een
beheerderswachtwoord (Supervisor-wachtwoord) instellen.
Stel de optie Password on boot in op Enabled. Als u een
opstartwachtwoord instelt, moet een wachtwoord worden
ingevoerd om de computer te kunnen opstarten.
Onthoud het wachtwoord voor later gebruik.
Een opstartwachtwoord instellen
Een wachtwoord instellen voor een vaste schijf
(optioneel)
Als u een wachtwoord instelt voor een vaste schijf, kan deze niet
worden geraadpleegd vanaf een andere computer.
Selecteer het item Set HDD Password en definieer een
wachtwoord, zoals wordt beschreven in stap 3 voor het instellen
van het supervisorwachtwoord.
•• De functie voor het instellen van een wachtwoord voor de
vaste schijf is mogelijk niet op alle modellen aanwezig.
•• Het wachtwoord voor de vaste schijf wijzigen
Om veiligheidsredenen kunt u het wachtwoord voor
de vaste schijf uitsluitend wijzigen nadat de computer
opnieuw is gestart door middel van het indrukken van de
knop Aan/Uit op de computer.
Als u het wachtwoord voor de vaste schijn niet kunt
wijzigen, of de melding HDD Password Frozen verschijnt
nadat u in de BIOS-instellingen Security > HDD Password
hebt geselecteerd, moet u de knop Aan/Uit op de
computer indrukken om de computer opnieuw in te
schakelen.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
101
Het wachtwoord opheffen
Selecteer het wachtwoord dat moet worden uitgeschakeld.
1 Als
u bijvoorbeeld het beheerderswachtwoord wilt
ontgrendelen, drukt u op Set Supervisor Password.
Voer in het vak Enter Current Password het huidig
2 ingestelde
wachtwoord in en druk op <Enter>.
3 Laat het veld Enter New Password leeg en druk op <Enter>.
Laat het veld Confirm New Password leeg en druk op
4 <Enter>.
Het wachtwoord is opgeheven.
voor sommige modellen wordt het wachtwoord alleen
geannuleerd wanneer u op Enter drukt in het venster Setup
Notice.
De opstartprioriteit wijzigen
De computer is zo geconfigureerd dat deze standaard in eerste
instantie wordt opgestart vanaf de HDD.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
102
Stel de optie Boot Device Priority > Boot Option #1 op het
4 rechterscherm
in op USB-apparaat.
In dit gedeelte wordt getoond hoe u deze instelling zodanig kunt
wijzigen dat de computer opstart vanaf een USB-apparaat.
Het schermbeeld en de termen kunnen verschillen,
afhankelijk van het model en de versie van het
apparaatstuurprogramma.
1 Een opstartbaar USB-apparaat aansluiten.
direct nadat de computer opnieuw is opgestart,
2 Druk
meerdere keren op F2.
de BIOS-instellingen. Selecteer het menu Boot in de
3 Open
BIOS-instellingen.
Boot Device Priority >
Secure Boot Control
On
Fast BIOS Mode
Off
PXE OPROM
Off
Boot Option Priorities
Boot Option #1
xxx
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
5 Selecteer Save gevolgd door Yes.
De computer wordt opnieuw opgestart.
6 Nu
is de opstartprioriteit gewijzigd zodat de het apparaat in
eerste instantie wordt opgestart vanaf het USB-apparaat.
Als u wilt opstarten in DOS wanneer u een USB-apparaat
gebruikt, opent u de BIOS setup, selecteert u het menu Boot
en stelt u het item Fast BIOS Mode in op Off.
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Deze beschrijvingen gelden voor modellen met een klep
voor het geheugencompartiment. Voor het vervangen of
upgraden van het geheugen bij modellen zonder klep voor
het geheugencompartiment vraagt u om assistentie bij het
servicecentrum.
Er is één geheugenslot waarvoor de gebruiker het bijbehorende
geheugen kan vervangen.
Vervang of installeer een geheugenmodule alleen nadat
de computer volledig is afgesloten en de AC-adapter is
losgekoppeld van de computer.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
103
Geheugenmodules verplaatsen
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
1 uitgeschakeld.
Steek een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de
2 noodopening
aan de onderkant van de computer om de
batterijstroom te onderbreken. Als de aan/uit-knop niet meer
werkt, betekent dit dat u de stroomtoevoer met succes hebt
onderbroken.
Als u doorgaat zonder op de noodopening te drukken, kunnen
het moederbord en de geheugenmodule beschadigd raken.
•• Het wordt aanbevolen geheugen toe te voegen met
dezelfde specificaties (dezelfde fabrikant en capaciteit) als
van het geïnstalleerde geheugen.
•• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
Noodopening
De locatie van de Noodopening accu kan per model
verschillen.
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Verwijder de schroef in het afdekplaatje van het
3 geheugencompartiment
aan de onderkan van de computer
met een schroevendraaier.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
104
Als het geheugen is afgedekt met een
beschermingskapje
Draai de bevestigingschroef los om het beschermingskapje
te verwijderen en plaats de geheugenmodule.
Deksel van het
geheugencompartiment
Bevestigingsschroef
Steek de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van
4 ongeveer
30 graden in de modulesleuf, gelijk aan de hoek
van de modulesleuf.
Geheugensleuf
Beschermingskapje voor geheugen
Duw de geheugenmodule omlaag totdat deze volledig vast
5 zit.
Als de geheugenmodule niet gemakkelijk past, moet u
de vergrendelingspalletjes naar buiten trekken terwijl u de
module omlaag duwt.
Klepjes geheugenmodule
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
het afsluitplaatje van het geheugencompartiment draai
6 deSluitschroef
vast.
Als uw computer is uitgerust met een beschermingskapje
voor het geheugen, brengt u dit beschermingskapje aan
voordat u het afdekplaatje van het geheugencompartiment
sluit.
Sluit de netvoedingsadapter aan en druk op de aan/uit-knop
7 om
de computer in te schakelen.
Als u de netvoedingsadapter niet aansluit, wordt de
computer niet ingeschakeld, ook al drukt u op de aan/uitknop.
Een geheugenmodule verwijderen
Trek de vergrendelingspalletjes van de geheugenmodule
naar buiten.
De geheugenmodule springt omhoog.
Verwijder de geheugenmodule onder een hoek van 30
graden.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
105
Oplaadbare batterij
Volg de onderstaande aanwijzingen op wanneer u de computer
gebruikt op de oplaadbare batterij, zonder te zijn aangesloten op
het lichtnet.
Deze computer is uitgerust met een interne accu.
Voorzorgsmaatregelen
•• Gebruikers kunnen de interne batterij niet verwijderen
of vervangen.
•• Maak gebruik van een geautoriseerd servicecentrum
om de batterij te laten verwijderen of vervangen zodat
het product en de gebruikers hiervan geen gevaar
lopen. U betaalt voor deze dienst.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
•• Zorg ervoor dat u de AC-adapter aansluit en de accu
volledig oplaadt voordat u de computer voor het eerst
gebruikt.
•• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
•• U kunt de computer gewoon gebruiken wanneer de
batterij wordt opgeladen. Het duurt dan echter wel
langer voordat de batterij is opgeladen. Als de batterij
een bepaalde temperatuur bereikt, is het mogelijk dat
de computer uit veiligheidsoverwegingen stopt met het
opladen van de batterij.
•• Gebruik alleen de opladers die in deze handleiding worden
gespecificeerd.
•• De oplaadbare batterij nooit verhitten, in of bij vuur
leggen, of gebruiken bij een temperatuur van meer dan
60°C. Er zou brand kunnen ontstaan.
•• Raadpleeg de handleiding voor informatie over de
omgeving waarin het systeem kan worden gebruikt en
bewaar de batterij op kamertemperatuur.
106
De locatie van de
interne accu
Oplaadbare batterij
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
De batterij opladen
De resterende capaciteit van de batterij meten
AC-adapter aan op de aansluiting voor stroominvoer
1 opSluitdedecomputer.
De accu begint met opladen.
2 Het oplaadlampje wordt groen zodra het opladen is voltooid.
Status
107
Oplaadlampje
U kunt de resterende capaciteit van de batterij als volgt bekijken.
Het laadniveau van de batterij controleren op de
taakbalk
Koppel de netvoedingsadapter los en beweeg de muisaanwijzer
over het batterijpictogram in het systeemvak van de taakbalk om
de resterende batterijlading te bekijken.
5 uur en 21 minuten (64%) resterend
Bezig met opladen
Rood of oranje
Opladen voltooid
Groen
Wisselstroomadapter
niet aangesloten
Uit
NLD
10:00
1-1-2014
Vise gjeldende batterinivå når datamaskinen er slått av
Koble vekselstrømadapteren til eller fra datamaskinen for å se
gjeldende batterinivå når datamaskinen er slått av.
Oplaadbare batterij
áᔪ
Informatie over de gebruiksduur van de oplaadbare
batterijen
Een oplaadbare batterij is een verbruiksartikel. Na verloop van tijd
loop de capaciteit en gebruiksduur van de batterij terug. Wanneer
de gebruiksduur van de batterij is teruggelopen tot minder dan
de helft van de oorspronkelijke gebruiksduur, raden we aan een
nieuwe batterij te kopen.
áᔪ
Als u de batterij gedurende langere tijd niet wilt gebruiken, slaat
u de batterij op nadat u deze hebt opgeladen tot 30-40% van de
capaciteit. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
Ŗᮁ
De gebruiksduur van de batterij verlengen
᯲
De helderheid van het LCD-scherm verlagen
ᰆ⊹
1 Klik op. het menu Charms > Instellingen
> Helderheid
ᖅᱶ
Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid
2 De
levensduur van de batterij wordt verlengd.
⦽
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
108
Ŗᮁ
Het programma
voor energiebeheer gebruiken
Dit programma helpt u efficiënter gebruik te maken van de accu
᯲
en ondersteunt
de energiemodus die is geoptimaliseerd voor de
bedrijfsomgeving.
1
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
ᖅᱶ
Energiebeheer.
U kunt ook met de rechtermuisknop op het energiepictogram
in het systeemvak op de taakbalk klikken en Energiebeheer
selecteren.
Als het volgende scherm verschijnt, selecteert u een van de
2 modi.
Oplaadbare batterij
De batterij kalibreren (optioneel)
Nadat de batterij een aantal keren achter elkaar kort wordt
gebruikt en weer opgeladen, kan een verschil ontstaan tussen de
werkelijke en weergegeven resterende capaciteit.
In dat geval kunt u het verschil wegwerken door de batterij
volledig te ontladen met de kalibratiefunctie en vervolgens weer
op te laden.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
109
3 Selecteer Advanced > Smart Battery Calibration.
CPU Power Saving Mode
On
Touch Pad Mouse
USB Charge In Sleep Mode
On
Off
USB S3 Wake-up
Off
Smart Battery Calibration >
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
1 uitgeschakeld.
2
Schakel de computer opnieuw in en druk op de toets F2 om
het instellingenscherm te openen.
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
De batterijkalibratiefunctie wordt geactiveerd en de batterij
4 wordt
volledig ontladen. U kunt de bewerking afbreken door
op de toets <Esc> te drukken.
De bewerking duurt 3 tot 5 uur, afhankelijk van de totale
capaciteit van de batterij en de resterende capaciteit.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer (optioneel) 111
Windows opnieuw installeren (optioneel)
118
V&A
122
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, kunt u met
Recovery (herstelprogramma) de computer eenvoudig herstellen
naar de standaard (fabrieks)instellingen. U kunt eventueel ook een
back-up van uw computer maken, zodat u de computer op elk
moment naar de gewenst status kunt herstellen.
Functie
Recover
(Herstellen)
Back Up
(Back-up)
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
111
Beschrijving
Hiermee herstelt u het volledige Windowsstation.
U kunt een back-up van het volledige Windowsstation maken.
Inleiding tot Recovery
•• O Recovery pode não ser fornecido ou ter uma versão
diferente dependendo do modelo.
Herstellen
Back-up
•• Algumas funções podem ser um pouco diferentes ou não
estar presentes dependendo da versão. Consulte a seção
Help (Ajuda) do programa para obter mais informações.
•• Para modelos cuja capacidade do disco rígido ou SSD é
menor de 64 GB, o programa Recovery não é fornecido.
•• Um ODD (unidade de CD/DVD, etc.) não é suportado pelo
programa Recovery.

Help
•• Como a recuperação do sistema exclui todos os dados e
programas instalados pelo usuário salvos após o último
ponto de restauração, é aconselhável fazer back-up de
todos os dados importantes antes de restaurar seu sistema.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen
Wanneer uw computer niet opstart, kunt u deze herstellen naar
de standaard (fabrieks)status.
1
- Als Windows niet kan worden gestart
Z
et uw computer aan en druk op toets F4.
Voer de herstelmodus uit.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
112
Als het beginscherm wordt weergegeven, klikt u op Recover
3 (Herstellen).
Selecteer een herstelpunt en klik op Recover (Herstellen).
Als u de optie User Data Maintenance (Gebruikersgegevens
behouden) instelt op ON (AAN), wordt de computer hersteld
en blijven de huidige gebruikersgegevens behouden.
- Als Windows wordt uitgevoerd
Klik op het pictogram
en op Recovery.
linksonder op het startscherm
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
2 moet
u akkoord gaan met de User Agreement
(Gebruikersovereenkomst).
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
4 instructies
op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gewoon gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen na een back-up
U kunt uw computer herstellen nadat u een back-up naar een
afzonderlijk station of een extern opslagapparaat hebt gemaakt.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
113
Klik op Backup (Back-up) in het startscherm van Recovery.
2 Selecteer
het station en klik op Backup (Back-up).
U kunt geen dvd-station selecteren.
Een back-up maken
Als u een back-up van uw computer naar een extern
1 opslagapparaat
wilt maken, sluit u het externe
opslagapparaat aan en selecteert u het desbetreffende
station.
Selecteer het
station waarnaar
u wilt opslaan.
Het back-upproces moet worden uitgevoerd op basis van de
3 instructies.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen
U kunt uw computer herstellen middels de bovenstaande backupprocedure.
Als de back-upimage is opgeslagen naar een extern
1 opslagapparaat,
sluit u het desbetreffende apparaat aan.
2 Start Recovery en klik op Recover (Herstellen).
Selecteer een herstellenoptieen klik op Recover
3 (Herstellen).
Selecteer het punt dat u wilt herstellen.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
4 instructies
op het scherm.
114
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
115
De schijf voor externe opslag kopiëren
Wanneer u een in uw computer ingebouwd opslagapparaat
als een HDD, SSD, enz. (hierna de vaste schijf genoemd) wilt
vervangen, kunt u uw bestaande gegevens eenvoudig en snel
overzetten naar het nieuwe opslagapparaat.
Het nieuwe opslagapparaat moet over voldoende capaciteit
voor de opslag van uw gegevens beschikken.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaffen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
1 aanschaffen
om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
2 Start Recovery en klik op Disk copy (Schijfkopie) .
Selecteer een optie in Disk recovery Point (Herstelpunt
3 van
schijf) en klik op Disk copy (Schijfkopie).
De gegevens op de huidige vaste schijf worden opgeslagen
4 naar
de nieuwe vaste schijf.
Zodra alle gegevens zijn opgeslagen, opent u de klep voor de
5 vaste
schijf aan de onderkant van uw computer en vervangt
u de bestaande vaste schijf door de nieuwe schijf.
Als u de klep aan de onderkant van de computer niet kunt
openen, neemt u contact op met het servicecentrum van
Samsung voor ondersteuning.
In dit geval worden er mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
Uw computer is nu voorzien van een nieuwe vaste schijf.
6 De
nieuwe harde schijf bevat nu alle gegevens van de oude
harde schijf met dezelfde instellingen.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Functie Export Disk Image (Schijfimage exporteren)
Als u uw computer regelmatig herstelt naar de standaard (fabrieks)
instellingen, kunt u de computer eenvoudig herstellen door een
schijfimage van de standaard (fabrieks)status te exporteren naar
een extern opslagapparaat.
Sluit het externe opslagapparaat aan en selecteer het station
1 waarnaar
u de image wilt opslaan.
2 Klik op Run (Uitvoeren).
Voer de procedure uit door de instructies op te volgen voor
3 het
opslaan van een schijfimage van de standaard (fabrieks)
status naar het externe opslagapparaat.
Koppel het externe opslagapparaat met de schijfimage nu los
en bewaar het apparaat.
Als u de standaard fabrieksinstellingen van de computer
wilt terugzetten, sluit u het externe opslagapparaat met de
schijfimage van uw computer aan en herhaalt u de stappen
die worden beschreven in het gedeelte Herstellen.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
116
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Functie Computerherstel in Windows 8
Wanneer er een probleem optreedt met uw computer, kunt u de
computer met behulp van het herstelprogramma terugzetten op
de standaardinstellingen.
Voor modellen met een SSD van minder dan 64 GB gebruikt
u de Windows-functie Systeem herstellen in plaats van het
programma Recovery (Herstel).
1
Klik op Charms > Instellingen > Pc-instellingen wijzigen >
Bijwerken en herstellen > Systeemherstel.
2
Klik op de knop Start voor Pc vernieuwen…. of Alles…..
Als uw pc niet naar behoren werkt, kunt
u deze herstellen met behoud van uw
Pc vernieuwen…. mediabestanden zoals foto-, videoen muziekbestanden, enz. en van uw
persoonlijke documenten.
Alles….
U kunt alle items in uw pc verwijderen en
Windows opnieuw installeren.S
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
117
Maak een back-up van de bestanden in de volgende
mappen voordat u de functie Pc-herstel gebruikt omdat
deze bestanden niet bewaard blijven.
\Windows, \Program files, \Program files(x86), \ProgramData,
OEM-map (bijv. c:\samsung), \User\<gebruikersnaam>\
AppData
Volg de instructies op het scherm om het herstelproces uit te
3 voeren.
Wanneer het herstel is voltooid, kunt u uw computer weer
normaal gebruiken.
Klik na het uitvoeren van het herstel op het pictogram
linksonder op het startscherm en voer SW Update uit.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
U kunt Windows opnieuw installeren met behulp van de SYSTEM
RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) voor
Windows als Windows niet meer naar behoren werkt.
(Voor modellen geleverd met SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA
VOOR SYSTEEMHERSTEL).)
Voor modellen die zijn uitgerust met Recovery kunt u Windows
opnieuw installeren door middel van Recovery.
•• Afhankelijk van uw model computer is het mogelijk dat
er geen SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) beschikbaar is.
•• Als u Windows niet kunt starten of alle bestaande
gegevens wilt verwijderen en Windows opnieuw wilt
installeren, kunt u Windows installeren volgens de
aanwijzingen in [Opnieuw installeren als Windows niet
kan worden gestart].
•• Bepaalde afbeeldingen kunnen afwijken van het
daadwerkelijke product.
•• Deze beschrijvingen kunnen afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem.
•• Wanneer u Windows opnieuw installeert, worden de
gegevens (bestanden en programma's) op de vaste schijf
mogelijk verwijderd.
•• Maak een back-up van alle belangrijke gegevens. Samsung
Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van
gegevens.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
118
Opnieuw installeren binnen Windows
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
1 SYSTEEMHERSTEL)
in het dvd-station.
Als het venster Select Windows Installation (Windows2 installatie
selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren). Wanneer het venster Select Update (Update
selecteren) verschijnt, klikt u op het gewenste item.
Als u in het venster Select Update (Update selecteren) de
optie Go online to get the latest updates for installation
(Online gaan om de nieuwste updates te installeren)
selecteert, worden de nieuwste updates geïnstalleerd en
volgt stap 4. Tijdens deze bewerking moet de computer
verbonden zijn met internet.
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
3 verschijnt,
selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Next (Volgende).
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
119
Het volgende venster verschijnt. Selecteer een installatieoptie.
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
4 Als
5
selecteren van de locatie van het besturingssysteem,
u op Custom (Aangepast) klikt, worden de procedures
uit stap 5 achtereenvolgens weergegeven.
Als u op Upgrade (Upgrade) klikt, worden de procedures uit
stap 6 achtereenvolgens weergegeven.
•• Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
•• Custom (Aangepast)
Selecteer deze optie om Windows opnieuw te
installeren. U moet alle benodigde stuurprogramma's en
programma's na de installatie opnieuw installeren. Het kan
zijn dat na de installatie onnodige mappen en bestanden
achterblijven op de vaste schijf (bijvoorbeeld C:\Windows.
old, enzovoort).
•• Upgrade (Upgrade)
Selecteer deze optie als u een Upgrade van Windows wilt
uitvoeren maar de huidige bestanden, configuraties en
programma's wilt behouden. Hoewel het niet nodig is alle
stuurprogramma's en programma's opnieuw te installeren,
werken sommige programma's misschien niet goed meer
na de upgrade.
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht waarin met de tekst dat de mappen en bestanden
naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop
OK.
De installatie van Windows wordt voortgezet.
6 De
computer wordt tijdens de installatie 3 keer opnieuw
opgestart. Druk niet op een toets als het bericht Press any
key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op
te starten vanaf cd of dvd...) wordt weergegeven nadat de
computer opnieuw is opgestart.
Registreer een gebruiker aan de hand van de instructies in
7 het
Windows-scherm.
Wanneer de registratie is voltooid, verschijnt het Windows8 bureaublad.
Voor een goede werking van de computer verdient het
aanbeveling om de noodzakelijke software te installeren.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
Opnieuw installeren als Windows niet kan
worden gestart
Wanneer Windows niet kan worden gestart, start u de computer
op vanaf de media voor systeemherstel. U kunt Windows opnieuw
installeren vanaf deze media.
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
1 SYSTEEMHERSTEL
in het dvd-station en start de computer
opnieuw op.
2
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord als het
bericht Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op
een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) tijdens het
opstarten wordt weergegeven.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
120
Als het venster Select Windows Installation (Windows4 installatie
selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren).
Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem wordt u
mogelijk gevraagd om een besturingssysteem te selecteren.
Als u op de knop Next (Volgende) klikt, verschijnt het
scherm uit stap 5.
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
5 verschijnt,
selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Volgende.
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
Wanneer er gevraagd wordt om het type installatie, klikt u op
6 Custom
(Aangepast).
Na enige tijd wordt het venster weergegeven met de opties
3 voor
de taal, de tijd, het toetsenbord, enz. Bevestig de
instellingen en klik op Volgende.
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
7 selecteren
van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
•• Als u op Drive Options (Advanced) (Stationsopties
(geavanceerd)) klikt, kunt een partitie verwijderen,
formatteren, maken of uitbreiden. Klik op een functie en
volg verder de instructies op het scherm.
•• Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht met de tekst dat de mappen en bestanden naar de
map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK.
De volgende stappen zijn hetzelfde als die in stap 7 voor het
8 opnieuw
installeren in Windows.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
121
V&A
U kunt zoeken naar potentiële problemen met het systeem en
de relevante oplossingen voor het probleem bekijken. U kunt
ook de benodigde referenties zoeken voor de bediening van de
computer.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V2
Bij de berekening van de capaciteit van het opslagapparaat
(HDD) door de fabrikant wordt aangenomen dat 1 kB gelijk is
aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent
de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1
kB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg hiervan wordt voor de
capaciteit van het vasteschijfstation in Windows een lagere
waarde weergegeven dan de werkelijke capaciteit.
De weergegeven capaciteit in Windows is mogelijk kleiner
dan de werkelijke capaciteit omdat sommige programma's
een bepaald gedeelte van het vasteschijfstation buiten
Windows beslaan.
Voor modellen met Recovery wordt de capaciteit van
het vasteschijfstation in Windows mogelijk weergegeven
als kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat Recovery
gebruikmaakt van een verborgen gebied van ongeveer
5-20 GB op het vasteschijfstation voor het opslaan van het
imagebestand voor herstel. Dit verborgen gebied wordt
niet meegerekend in de totale beschikbare capaciteit voor
Windows.
De grootte van Recovery verschilt per model, afhankelijk van
de grootte van de toegepaste programma's.
Wat is een herstelgebied?
A Een computer van Samsung beschikt over een extra partitie
voor het herstellen van computers of het opslaan van backupbestanden. (Alleen voor modellen met Recovery.)
Deze partitie wordt een herstelgebied genoemd en
bevat een herstelimage met het besturingssysteem en
toepassingen.
De weergegeven capaciteit van het
vasteschijfstation (HDD) in Windows verschilt van de
productspecificaties.
A
Met betrekking tot het herstel
V1
122
V&A
V3
A
V4
A
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Met betrekking tot Windows
Wat is een herstelimage?
Dit verwijst naar de status van de computer (inclusief
het besturingssysteem, bepaalde stuurprogramma's,
software, enz.). Deze status wordt geconverteerd naar een
gegevensimage. De image is nodig om uw computer te
herstellen en wordt opgeslagen op de vaste schijf van de
computer. Een dergelijke image is echter niet beschikbaar
wanneer de capaciteit van de vaste schijf kleiner is dan 64
GB.
Hoe kan ik een computer herstellen dat het Recoveryprogramma niet heeft?
U kunt de pc-instellingen herstellen met de Windows-functie
voor pc-herstel.
Raadpleeg het onderdeel Functie herstellen in het Helpgedeelte voor meer informatie.
123
V1
Ik kan de knop voor het afsluiten van de computer
niet vinden.
A • A
anraakscherm:
- S electeer in de rechterbovenhoek van het scherm Start de
optie Aan/Uit ( ) > Afsluiten.
- T ik op Charms >⦽Instellingen > Aan/Uit > Afsluiten.
- T ik op de knop Start en houd deze ingedrukt om
Afsluiten of afmelden > Afsluiten te selecteren.
• Aanraakvlak/muis:
- S electeer in de rechterbovenhoek van het scherm Start de
optie Aan/Uit ( ) > Afsluiten.
-K
lik op Charms ⦽
> Instellingen > Aan/Uit > Afsluiten.
-K
lik met de rechtermuisknop op de knop Start en
vervolgens op Afsluiten of afmelden > Afsluiten.
V&A
V2
De app op het Startscherm is verdwenen.
A • A
anraakscherm:
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V3
124
Hoe kan ik een applicatie verwijderen?
A
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen > Configuratiescherm > Een programma
verwijderen.
1. Veeg in het startscherm naar boven.
2. Er wordt een tegel weergegeven met alle geïnstalleerde
apps.
3. Tik op een app en houd deze vast om toe te voegen en tik
vervolgens op Vastmaken aan Start.
U kunt ook rechtsklikken op de knop Start en op
Programma's en onderdelen klikken.
Klik op het programma. Klik dan op Verwijderen.
• Aanraakvlak/muis:
1. Klik op het pictogram
linksonder op het startscherm
om een tegel weer te geven met alle apps die op de
computer zijn geïnstalleerd.
V4
2. Klik met de rechtermuisknop op de applicatie en selecteer
Vastmaken aan Start om die op de tegels op het
Startscherm weer te geven.
A
Klik op Charms > Instellingen > Pc-instellingen wijzigen >
Pc en apparaten. U kunt de besturingssysteeminstellingen
zoals schermontwerp enz. instellen.
Tom uw computer gedetailleerd te configureren klikt
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Configuratiescherm.
U kunt uw computer op dezelfde manier configureren als
bestaande Windowssystemen.
Hoe kan ik de scherminstellingen,
omgevingsinstellingen, kleur enzovoort wijzigen?
V&A
V5
A
Active X wordt niet uitgevoerd in Internet Explorer op
het startscherm.
Aangezien Internet Explorer op het startscherm de
HTML5 web-standaarden aanhoudt, wordt Active X
niet ondersteund. Internet Explorer op het bureaublad
ondersteunt Active X echter wel.
V6
► Active X activeren:
Klik rechts op Internet Explorer en het volgende venster
wordt weergegeven. Druk op de knop
en klik op Op het
bureaublad weergeven. Active X is nu ingeschakeld.
Ik wil het vooraf geïnstalleerde Windows 8- of
Windows 8.1-besturingssysteem verwijderen en een
ander besturingssysteem installeren.
A
Als u een ander besturingssysteem op uw pc wilt installeren,
moet u eerst de BIOS-instellingen wijzigen.
Ga voor meer informatie naar http://www.samsung.com
en ga naar Support > Hulp en probleemoplossing. Zoek
naar Windows 8 of Windows 8.1 en neem de lijst met
zoekresultaten door voor het betreffende probleem.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V7
A
125
Skærmen overlapper teksttegnene, eller skriften ser
mindre ud.
Hvis skriftstørrelsen er indstillet for stor eller for lille, kan
skærmen overlappe tekst, så det er svært at læse.
Højreklik et tomt sted på skrivebordet, og klik på Personlig
tilpasning > Skærm > Skift størrelse på alle elementers,
og klik derefter på Anvend.
V&A
Met betrekking tot het scherm
V1
A
Ga naar het configuratievenster voor de grafische weergave
om de scherminstellingen aan te passen.
► Voor grafische kaarten van AMD
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad
en selecteer Graphics Properties (Grafische
eigenschappen) > Desktop and Display (Bureaublad
en beeldscherm) > My Digital Flat Panel (Mijn digitale
flatpanel) > Expansion Options (Digital Flat Panel)
(Uitbreidingsopties (digitale flatpanel)).
2. Pas de regelaar zodanig aan dat het beeld overeenkomt
met de grootte van uw tv en klik op Apply (Toepassen).
126
Met betrekking tot het geluid
V1
A
► Voor grafische kaarten van Intel
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en ga naar
Graphics Properties (Grafische eigenschappen > Display
(Beeldscherm) > General (Algemeen). Pas de instellingen
voor de Horizontal Ratio (Horizontale verhouding) en
Vertical Ratio (Verticale verhouding) aan op uw scherm
en klik op OK.
Het bureaublad dat op de tv wordt weergegeven
nadat er via de HDMI-poort verbinding is gemaakt,
past niet op het scherm.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
De tv geeft geen geluid weer nadat ik de computer via
de HDMI-poort heb aangesloten.
1. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk op het
bureaublad en klik op Play Device (Afspeelapparaat).
2. Wijzig de optie in Digital Audio (HDMI) (Digitale audio
(HDMI)), HDMI device (HDMI-apparaat), HDMI Output
(HDMI-uitvoer) of een andere optie en klik op Set as
Default (Als standaard instellen). Klik vervolgens op OK.
Overige
V1
A
Ik kan mijn computer niet in DOS opstarten via een
USB-apparaat.
Als u uw computer in DOS wilt starten via een USB-apparaat,
stelt u Snelle BIOS modus in het menu Geavanceerd
in BIOS Setup op Uitgeschakeld voordat u deze functie
gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Belangrijke veiligheidsinformatie
128
Vervangende onderdelen en accessoires
130
Verklaringen betreffende de naleving
van voorschriften
132
Informatie Over Het WEEE-Merk
145
Gecertificeerd voor TCO
(uitsluitend voor overeenkomende modellen)
146
Productspecificaties
147
Woordenlijst
149
Belangrijke veiligheidsinformatie
Veiligheidsvoorschriften
Dit systeem is ontworpen en getest in overeenstemming met
de meest recente veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur.
Om veilig gebruik van het product te waarborgen is het echter
belangrijk dat de veiligheidsinstructies die op het product en in de
documentatie zijn aangegeven worden nagevolgd.
Volg deze instructies altijd op om persoonlijk letsel en schade
aan het systeem te voorkomen.
Het systeem installeren
•• Lees alle instructies die zijn opgenomen op het product
en in de documentatie en volg deze op voordat u het
systeem in gebruik neemt. Bewaar alle veiligheids- en
bedieningsinstructies voor toekomstig gebruik.
•• Gebruik dit product niet in de buurt van water of een
warmtebron, zoals een radiator.
•• Installeer het systeem op een stabiel werkoppervlak.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
128
•• Als de computer is voorzien van een voltageschakelaar, moet
u controleren of deze schakelaar op de juiste stand staat, in
overeenstemming met het voltage dat op de betreffende
locatie in gebruik is.
•• In de computer zijn openingen aangebracht ten behoeve
van de ventilatie. Let op dat u deze openingen niet blokkeert
of afdekt. Zorg tijdens de installatie van het systeem voor
voldoende ruimte rond het systeem (tenminste 15 cm) ten
behoeve van de ventilatie. Steek nooit voorwerpen, van welke
aard dan ook, in de ventilatieopeningen van de computer.
•• Zie erop toe dat de ventilatieopeningen aan de onderkant van
de behuizing te allen tijde vrij zijn. Plaats de computer niet op
een zacht oppervlak. Anders zouden de ventilatieopeningen
aan de onderkant kunnen worden geblokkeerd.
•• Als u een verlengsnoer gebruikt voor het systeem, moet u
erop toezien dat het totale opgenomen vermogen van de
apparaten die op het verlengsnoer worden aangesloten niet
de opgegeven capaciteit van het verlengsnoer overschrijdt.
•• Bij notebooks met glanzend oppervlak kan de gebruiker de
notebook zo plaatsen dat deze geen hinderlijke weerspiegeling
van omgevend licht en heldere oppervlakken veroorzaakt.
•• Het product mag uitsluitend worden gebruikt met het type
voedingsbron dat op het classificatielabel is aangegeven.
•• Zorg ervoor dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het
voeden van de apparatuur vrij toegankelijk is, mocht zich
brand of kortsluiting voordoen.
Ver 3.5
Belangrijke veiligheidsinformatie
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
129
Voorzichtigheid tijdens gebruik
•• Stap niet op de voedingskabel en laat er geen voorwerpen op
rusten.
– Het systeem niet goed werkt, ondanks dat de aanwijzingen
voor gebruik worden nagevolgd.
– Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd.
– De prestaties van het systeem plotseling veranderen.
•• Mors niets op het systeem. De beste manier om morsen te
voorkomen is niet te eten en drinken in de buurt van het
systeem.
•• Sommige producten zijn voorzien van een vervangbare
CMOS-accu op het moederbord. Onjuiste plaatsing van de
CMOS-accu kan leiden tot ontploffing. Vervang de accu door
hetzelfde of een gelijkwaardig type volgens de aanbevelingen
van de fabrikant.
Voer de gebruikte accu af volgens de aanwijzingen van de
fabrikant. Als de CMOS-accu moet worden vervangen, moet
u deze handeling laten uitvoeren door een gekwalificeerde
technicus.
•• Ook wanneer de computer is uitgeschakeld, stroomt nog een
kleine hoeveelheid elektriciteit door de computer.
Voorkom elektrische schokken door altijd alle kabels los te
halen, de oplaadbare accu te verwijderen en de modemkabels
uit het wandcontact te halen voordat u het systeem reinigt.
•• Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact en laat het
onderhoud over aan gekwalificeerd personeel indien:
– De voedingskabel of stekker is beschadigd.
– Vloeistof is terechtgekomen in het systeem.
Instructies voor het veilig werken met een
notebookcomputer
1. Raadpleeg voor de installatie en het gebruik van apparaten de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing.
2. Een apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met
de apparatuur die wordt gespecificeerd in de technische
specificaties van het apparaat.
3. Als een brandlucht of rook vanuit de computer wordt
waargenomen, moet het product onmiddellijk worden
uitgeschakeld en moet de oplaadbare accu worden verwijderd.
Laat het product nakijken door een gekwalificeerde technicus
voordat u het weer in gebruik neemt.
4. Onderhoud en reparatie aan apparaten dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerd service center.
5. Laat de draagbare computer tijdens het werken niet voor
langere tijd op uw blote huid rusten. De temperatuur van
de bodem loopt tijdens normaal gebruik op (met name bij
voeding vanaf het lichtnet). Langdurig contact met de huid
kan leiden tot een onprettig gevoel en uiteindelijk zelfs tot
brandwonden..
Vervangende onderdelen en accessoires
Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen en accessoires die
worden aanbevolen door de fabrikant.
Gebruik uitsluitend telefoonkabel van het type No. 26 AWG
of groter om het risico op brand te verlagen.
Gebruik dit product niet op plaatsen die als gevaarlijk
worden beschouwd. Hierbij kunt u denken aan plaatsen
waar patiënten worden behandeld in medische of
tandheelkundige faciliteiten, omgevingen met een hoog
zuurstofgehalte en industriële werkterreinen.
Afvoeren van verbruikte batterijen
Doe oplaadbare batterijen of producten die worden gevoed
door niet-verwijderbare oplaadbare batterijen niet bij het
huishoudelijk afval.
Neem contact op met de Samsung Helplijn voor meer informatie
over het afvoeren van batterijen en oplaadbare batterijen die u
niet meer kunt gebruiken of opladen.
Houd u bij het afvoeren van oude batterijen en oplaadbare
batterijen aan alle plaatselijke voorschriften.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
130
ER BESTAAT KANS OP ONTPLOFFING ALS EEN ACCU WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ACCU VAN EEN VERKEERD TYPE.
VOER VERBRUIKTE BATTERIJEN EN OPLAADBARE BATTERIJEN
AF VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
Veiligheid van de laser
Alle systemen die zijn voorzien van een cd- of dvd-station
voldoen aan de toepasselijke veiligheidsstandaards, met inbegrip
van IEC 60825-1. De lasercomponenten in deze apparaten zijn
geclassificeerd als “Class 1 Laser Products” volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health
and Human Services (DHHS). Mocht ooit onderhoud aan het
apparaat nodig zijn, neem dan contact op met een geautoriseerde
servicevestiging.
•• Opmerking betreffende de veiligheid van de laser:
Gebruik van andere besturingselementen, aanpassingen
of procedures dan welke in deze handleiding worden
uiteengezet kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling. Maak de behuizing van het cd- of dvd-station niet
open, om blootstelling aan laserstralen te voorkomen.
Vervangende onderdelen en accessoires
•• Laserstraling van Class 1M indien de bedrijfsmodule is
geopend.
Niet rechtstreeks bekijken met optische instrumenten.
•• Onzichtbare laserstraling van Class 3B indien geopend.
Vermijd blootstelling aan de straal.
De wisselstroomadapter aan- en afsluiten
Gebruik een stopcontact dat zich in de buurt van de apparatuur
bevindt en eenvoudig toegankelijk is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te
trekken.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
131
Vereisten voor de voedingskabel
De voedingskabel (stekker, kabel en connector naar de ACadapter) die u bij de computer hebt ontvangen voldoet aan de
vereisten voor gebruik in het land waar u de apparatuur hebt
aangeschaft.
Wanneer u de computer in een ander land gebruikt, moet u een
voedingskabel gebruiken die voldoet aan de vereisten van het
betreffende land. Voor meer informatie over de vereisten voor
voedingskabels kunt u terecht bij uw geautoriseerde dealer,
wederverkoper of serviceprovider.
Algemene vereisten
De hieronder vermelde vereisten gelden voor alle landen:
•• Alle voedingskabels moeten zijn goedgekeurd door een hiertoe
bevoegde organisatie in het land waar de voedingskabel wordt
gebruikt.
•• De voedingskabel moet een vermogenscapaciteit hebben
van minimaal 7 A en een nominale spanningscapaciteit van
125 of 250 Volt AC, afhankelijk van het in het betreffende land
gebruikte elektriciteitssysteem. (ONLY USA)
•• De koppeling aan de apparaatzijde moet voldoen aan
de mechanische configuratie van een EN 60 320/IEC 320
Standard Sheet C7(of C5)-connector, voor koppeling aan de
apparaatingang op de computer.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Richtlijn voor draadloze communicatie
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band.
Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de
overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos
apparaat.
Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient
te houden in specifieke landen worden vermeld in de gedeelten
die aan deze specifieke landen (of groepen landen) zijn gewijd.
De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend
goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het
systeemclassificatielabel van toepassing is. Als het land waarin
u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld,
moet u contact opnemen met de betreffende instantie in uw
verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik
van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels
en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan.
De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw
notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale
limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment
bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk
in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen
dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op
het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant
ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
132
Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de
componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het
gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel
voorkomen beperkingen vermeld:
• Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in
vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de
luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten
worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig.
Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend
als draadloze Ethernet of Wifi) en Bluetooth-connectiviteit
zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van
draadloze communicatie.
• In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt
beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan
beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens,
ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van
zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden
van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten
beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens
bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van
draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken
autoriteit om toestemming vragen voordat u het
draadloze apparaat inschakelt of gebruikt.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
• De beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten
verschillen per land. Aangezien uw systeem is voorzien
van een draadloze component, dient u als u het systeem
meeneemt op reis naar een ander land voorafgaande aan
uw reis bij de betreffende autoriteiten te informeren naar
eventuele beperkingen op het gebruik van een draadloos
apparaat in het land van bestemming.
• Indien uw systeem is geleverd met een ingebouwd
geïntegreerde draadloze component, mag u de draadloze
component alleen gebruiken als alle afdekkingen en
afschermingen zijn aangebracht en het systeem volledig is
geassembleerd.
• Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem
contact op met de fabrikant voor reparaties.
• Gebruik uitsluitend stuurprogramma’s die zijn
goedgekeurd voor het land waarin het apparaat zal
worden gebruikt. Raadpleeg de System Restoration Kit
van de fabrikant of neem contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor meer informatie.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
133
Verenigde Staten
Veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen voor de VS
en Canada
Raak de antenne niet aan en beweeg de antenne niet tijdens het
uitzenden en ontvangen.
Houd componenten waarin de zender zich bevindt tijdens het
uitzenden niet zodanig vast dat de antenne zich zeer dichtbij het
lichaam bevindt of in contact komt met delen van het lichaam,
met name het gezicht en de ogen.
Gebruik de zender niet en probeer geen gegevens te verzenden
wanneer de antenne niet is aangesloten. Anders zou de zender
beschadigd kunnen raken.
Gebruik in specifieke omstandigheden:
Het gebruik van draadloze apparaten op locaties met een hoog
risico is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door de
veiligheidsautoriteiten van de betreffende locaties.
Voor het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen gelden
de voorschriften van de Federal Aviation Administration (FAA).
Het gebruik van draadloze apparaten in ziekenhuizen is
onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door het
betreffende ziekenhuis.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Waarschuwing voor gebruik in de nabijheid van
explosieve materialen
Gebruik heen draagbare zenders (zoals een draadloos
netwerkapparaat) in de nabijheid van niet afgeschermde
ontstekingsmechanismen of in een explosieve omgeving,
tenzij het apparaat is aangepast en goedgekeurd voor
dergelijk gebruik.
Gebruik in vliegtuigen
De voorschriften van de FCC en FAA verbieden het gebruik
van draadloze RF-apparaten tijdens het vliegen omdat de
signalen invloed zouden kunnen uitoefenen op essentiële
vlieginstrumenten.
Overige draadloze apparaten
Veiligheidsinformatie betreffende andere apparaten in een
draadloos netwerk: Raadpleeg de documentatie die wordt
geleverd bij de draadloze Ethernet-adapters en andere apparaten
die binnen het draadloze netwerk worden gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
134
Onbedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Voor het gebruik
gelden de volgende twee voorwaarden:(1) het apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet
ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die
de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
limieten voor een digitaal apparaat van Class B ingevolge Part
15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij
installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert
en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen.
Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming
met de instructies kan de apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaken die zich niet in alle installaties zal voordoen. Indien
de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt met radioen televisieontvangst, hetgeen kan worden vatgesteld door
de apparatuur uit en weer aan te zetten, wordt de gebruiker
aangeraden de interferentie te verhelpen door een of meer
van de volgende maatregelen te nemen:
•• De ontvangstantenne verdraaien of verplaatsen.
Het Part 15-zendapparaat werkt op een noninterferentiebasis met andere apparaten die werken op deze
frequentie. Wijzigingen of modificaties aan het product die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Intel kunnen de
toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken
laten vervallen.
•• De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
•• De apparatuur aansluiten op een stopcontact dat behoort
tot een andere groep dat het stopcontact waarop de
ontvanger is aangesloten.
•• Contact opnemen met de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus voor assistentie.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Zonodig dient de gebruiker de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus te raadplegen voor aanvullende suggesties. Het
volgende boekje bevat nuttige informatie: “Something About
Interference.”
Dit boekje is verkrijgbaar bij de regionale kantoren van de FCC.
Ons bedrijf is niet aansprakelijk voor interferentie met radio
of televisie die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde
aanpassingen aan deze apparatuur of de vervanging of aansluiting
van andere verbindingskabels en apparatuur dan welke door ons
bedrijf worden gespecificeerd. Het verhelpen van het probleem
zal in dat geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker zijn.
Gebruik uitsluitend afgeschermde datakabels voor dit systeem.
Bedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in
de Verenigde Staten als een ID-nummer van de FCC op het
systeemlabel wordt vermeld.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
135
Dit apparaat kan alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het
in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door FCC
wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat
het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke
storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal
vermindert. Krachtige radars zijn als primaire gebruikers van de
5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen.
Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het
beschadigen.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Informatie over gezondheid en veiligheid
Blootstelling aan RF-signalen (radiofrequentie)
Certificeringsgegevens
Dit product kan een radiozender en -ontvanger bevatten.
Het apparaat is ontworpen en geproduceerd om de limieten
voor blootstelling aan radiostraling (radiofrequentie) niet te
overschrijden die zijn ingesteld door de Federal Communications
Commission (FCC) van de Amerikaanse overheid. Deze FCClimieten voor blootstelling zijn afgeleid van de aanbevelingen
van twee deskundige organisaties, de NCRP (National Council
on Radiation Protection and Measurement) en het IEEE (Institute
of Electrical and Electronics Engineers). In beide gevallen zijn de
aanbevelingen ontwikkeld door wetenschappelijke en technische
deskundigen afkomstig uit de industrie, overheid en academici na
uitgebreide beoordeling van de wetenschappelijke literatuur met
betrekking tot de biologische effecten van RF-energie.
Voordat een nieuw model beschikbaar wordt gesteld voor
verkoop aan het publiek, moet worden gecertificeerd aan de FCC
dat het apparaat de limiet voor blootstelling niet overschrijdt die
is vastgesteld door de FCC. Evaluatie per model wordt uitgevoerd
op posities en locaties (bijvoorbeeld met de onderkant op het
lichaam) zoals vereist door de FCC.
Dit model voldoet aan de richtlijnen voor radiostraling van de
FCC bij gebruik op het lichaam wanneer gebruikt met Samsungaccessoires ontworpen voor dit product. Als niet wordt voldaan
aan de bovenstaande beperkingen, kan dit resulteren in
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
136
schending van de FCC-richtlijnen voor RF-blootstelling.
Informatie over RF-blootstelling of SAR kan online worden
bekeken op http://www.fcc.gov/oet/ea/fccid/. Deze site gebruikt
dit FCC id-nummer voor het product op de buitenzijde van het
product. Het is soms nodig om de accu te verwijderen om het
nummer te controleren. Wanneer u het FCC id-nummer voor een
bepaald product hebt gevonden, volgt u de instructies op de
website en ontvangt u informatie over RF-blootstelling of waarden
voor de standaard of maximale SAR voor een specifiek product.
Alleen voor bijbehorend model
SAR (Specific Absorption Rate) is een maateenheid van de
opnamecapaciteit van RF-energie door het lichaam, uitgedrukt
in eenheden van watt per kilo (W/kg). De FCC garandeert dat
draadloze apparaten voldoen aan een veiligheidslimiet van 1,6
watt per kilo (1,6W/kg).
Het SAR-niveau van dit apparaat tijdens het gebruik, is mogelijk
ver onder de maximale waarde. Dit komt omdat het apparaat
op meerdere vermogensniveaus kan werken, zodat alleen het
vermogen wordt gebruikt dat nodig is voor verbinding met het
netwerk. Over het algemeen is het zo dat hoe dichter u zich bij een
draadloos basisstation bevindt, hoe minder vermogen nodig is.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Canada
Onbedoelde uitzendingen, volgens ICES-003
Dit digitale apparaat blijft binnen de limieten van Class B voor
afgifte van radiosignalen vanuit een digitaal apparaat zoals
bepaald in de voorschriften voor radio-interferentie van Industry
Canada.
Bedoelde uitzendingen, volgens RSS 210
Dit apparaat voldoet aan de RSS 210-norm van Industry Canada.
Er moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan:
(1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie tolereren, inclusief de
interferentie die kan leiden tot ongewenste werking.
De term ‘IC’, dat voor het certificeringsnummer van het
apparaat staat, geeft alleen aan dat het apparaat voldoet aan
de technische specificaties van Industry Canada. Om eventuele
radio-interferentie voor andere gebruikers te reduceren, moet er
een type antenne en gain worden gekozen waarbij de effectief
uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van
een isotrope straler (EIRP; Equivalent Isotropically Radiated Power)
niet meer is dan het vereiste vermogen voor een succesvolle
communicatie. Om interferentie met radiosignalen van
gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat
bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van
het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
137
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in Canada
als een ID-nummer van Industry Canada op het systeemlabel
wordt vermeld.
Bij gebruik van het draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11a is dit
product alleen geschikt voor gebruik binnenshuis omdat het in
het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door Industry
Canada wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt
omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op
schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde
kanaal vermindert.
Krachtige radar is als primaire gebruiker van de 5.25 tot 5.35 GHz
band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen. Deze radarstations
kunnen storen op dit apparaat en/of het beschadigen.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
De maximale toegestane antenneversterking voor gebruik van
dit apparaat is 6 Db(i) om te voldoen aan de EIRP-limiet voor het
frequentiebereik tussen 5.25 tot 5.35 en tussen 5.725 tot 5.85 GHz
tijdens werken met een point-to-pointverbinding.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder
de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door Industry
Canada zijn gesteld.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde
zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd
om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het
raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Brazilië
Este produto esta homologado pela ANATEL, de acordo com
os procedimentos regulamentados pela Resolucao 242/2000, e
atende aos requisitos tecnicos aplicados.
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não
tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo
de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a
sistemas operando em caráter primário.
138
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Europese Unie
CE-merk van de Europese Unie en kennisgevingen met
betrekking tot naleving
Producten die bestemd zijn voor verkoop in de Europese Unie zijn
voorzien van een CE-merk (Conformité Européenne), dat aangeeft
dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke richtlijnen en
Europese standaards en amendementen die hieronder worden
vermeld. Daarnaast draagt deze apparatuur de aanduiding Class 2.
De volgende informatie is uitsluitend van toepassing op systemen
.
die zijn voorzien van het CE-merk
Europese richtlijnen
Deze IT-apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
volgende Europese richtlijnen:
•• EMC-richtlijn 2004/108/EC
•• Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC
•• R&TTE-richtlijn 1999/5/EC
Samsung Electronics (UK) Ltd, Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park
Saxony Way, Yateley, Hampshire
GU46 6GG United Kingdom
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
139
Informatie over Europese goedkeuring voor
zendapparatuur (voor producten die zijn uitgerust met
zendapparatuur die is goedgekeurd door de EU)
Dit product is een notebookcomputer; in dit notebooksysteem,
dat bestemd is voor gebruik thuis of op kantoor, kunnen draadloze
netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een
laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen
de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als
deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te
controleren of draadloze componenten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze componenten die zich in uw systeem
bevinden mogen alleen in de Europese Unie en aanverwante
gebieden worden gebruikt indien een CE-merk
met het
registratienummer van een aangemelde instantie en een
waarschuwingssymbool op het etiket zijn aangebracht.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de
limieten voor blootstelling aan RF-straling die door de Europese
Commissie in de R&TTE-richtlijn zijn gesteld.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Zie de beperkingen voor 802.11b en 802.11g die gelden in
specifieke landen of regio’s binnen landen in het gedeelte
“Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte”
hieronder.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Verklaringen betreffende de naleving van de R&TT-richtlijn
van de EU
Česky
[Czech]
Samsung tímto prohlašuje, že tento Notebook
PC je ve shodě se základními požadavky a
dalšími příslušnými ustanoveními směrnice
1999/5/ES.
Dansk
[Danish]
Undertegnede Samsung erklærer herved,
at følgende udstyr Notebook PC overholder
de væsentlige krav og øvrige relevante krav i
direktiv 1999/5/EF.
Deutsch
[German]
Hiermit erklärt Samsung, dass sich das Gerät
Notebook PC in Übereinstimmung mit den
grundlegenden Anforderungen und den
übrigen einschlägigen Bestimmungen der
Richtlinie 1999/5/EG befindet.
Eesti
[Estonian]
Käesolevaga kinnitab Samsung seadme
Notebook PC vastavust direktiivi 1999/5/
EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist
tulenevatele teistele asjakohastele sätetele.
English
Hereby, Samsung, declares that this Notebook
PC is in compliance with the essential
requirements and other relevant provisions of
Directive 1999/5/EC.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
140
Español
[Spanish]
Por medio de la presente Samsung declara
que el Notebook PC cumple con los requisitos
esenciales y cualesquiera otras disposiciones
aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE.
Ελληνική
[Greek]
ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Samsung ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ
Notebook PC ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ
ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ
ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ.
Français
[French]
Par la présente Samsung déclare que l’appareil
Notebook PC est conforme aux exigences
essentielles et aux autres dispositions
pertinentes de la directive 1999/5/CE.
Italiano
[Italian]
Con la presente Samsung dichiara che questo
Notebook PC è conforme ai requisiti essenziali
ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite
dalla direttiva 1999/5/CE.
Latviski
[Latvian]
Ar šo Samsung deklarē, ka Notebook PC atbilst
Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un
citiem ar to saistītajiem noteikumiem.
Šiuo Samsung deklaruoja, kad šis Notebook PC
Lietuvių
atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/
[Lithuanian]
EB Direktyvos nuostatas.
Nederlands
[Dutch]
Hierbij verklaart Samsung dat het toestel
Notebook PC in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Malti
[Maltese]
Hawnhekk, Samsung, jiddikjara li dan
Notebook PC jikkonforma mal-ħtiāijiet
essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti
li hemm fid-Dirrettiva 1999/5/EC.
Magyar
[Hungarian]
Alulírott, Samsung nyilatkozom, hogy a
Notebook PC megfelel a vonatkozó alapvetõ
követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv
egyéb elõírásainak.
Polski
[Polish]
Niniejszym Samsung oświadcza, Ŝe Notebook
PC jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz
pozostałymi stosownymi postanowieniami
Dyrektywy 1999/5/EC.
Samsung declara que este Notebook PC está
Português
conforme com os requisitos essenciais e outras
[Portuguese]
disposições da Directiva 1999/5/CE.
Slovensko
[Slovenian]
Samsung izjavlja, da je ta Notebook PC v skladu
z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi
določili direktive 1999/5/ES.
Slovensky
[Slovak]
Samsung týmto vyhlasuje, že Notebook PC
spĺňa základné požiadavky a všetky príslušné
ustanovenia Smernice 1999/5/ES.
Suomi
[Finnish]
Samsung vakuuttaa täten että Notebook
PC tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/
EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien
direktiivin muiden ehtojen mukainen.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
141
Svenska
[Swedish]
Härmed intygar Samsung att denna Notebook
PC står I överensstämmelse med de väsentliga
egenskapskrav och övriga relevanta
bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/
EG.
Íslenska
[Icelandic]
Hér með lýsir Samsung yfir því að Notebook PC
er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur,
sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC.
Samsung erklærer herved at utstyret Notebook
Norsk
PC er i samsvar med de grunnleggende krav og
[Norwegian]
øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
Türkiye
[Türkçe]
Bu belge ile, Samsung bu Notebook PC’nin
1999/5/EC Yönetmeliğinin temel gerekliliklerine
ve ilgili hükümlerine uygun olduğunu beyan
eder.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Voor de EU-conformiteitsverklaring voor dit product (alleen in het
Engels) gaat u naar: http://www.samsung.com/uk/support/main/
supportMain.do
http://www.samsung.com/uk/support en kunt u naar het
modelnummer van het product zoeken.
Indien de conformiteitsverklaring voor het model waarin u bent
geïnteresseerd niet beschikbaar is op onze website, kunt u contact
opnemen met uw leverancier of het onderstaande adres.
[email protected]
Informatie over de fabrikant
Samsung Electronics Co., Ltd.
129, Samsung-Ro, Yeongtong-Gu, Suwon-City, Gyeonggi-Do,
443-742, Korea
Samsung Electronics Suzhou Computer Co., Ltd.
No. 198, Fangzhou Road, Suzhou Industrial Park, Jiangsu Province,
215021, China
Tel.: +86-0512-6253-8988
Samsung Electronics Vietnam Co., Ltd.
Yen Phong 1, I.P Yen Trung Commune, Yen Phong Dist., Bac Ninh
Province, Vietnam
Zie de garantie of neem contact op met de verkoper van het
product voor het internetadres of telefoonnummer van het
Samsung Service Centre.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
142
Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte
Plaatselijke beperkingen op het gebruik van 802.11b/802.11g
zendapparatuur
[Opmerking aan de integrator: De volgende verklaringen
met betrekking tot plaatselijke beperkingen moeten worden
gepubliceerd in alle documentatie voor eindgebruikers die bij het
systeem of product wordt geleverd waarin het draadloze product
is opgenomen.]
In verband met het feit dat de frequenties die worden
gebruikt door draadloze netwerkapparatuur volgens de
standaard 802.11b/802.11g mogelijk nog niet voor alle landen
is geharmoniseerd, worden producten die werken volgens
de standaard 802.11b/802.11g ontworpen voor gebruik in
specifieke landen of regio’s en mogen deze niet worden
gebruikt in landen of regio’s buiten de landen/regio’s
waarvoor de producten bestemd zijn.
Als gebruiker van deze producten bent u ervoor
verantwoordelijk erop toe te zien dat de producten
uitsluitend worden gebruikt in de landen of regio’s waarvoor
ze bestemd zijn en te controleren dat ze zijn geconfigureerd
met de juiste frequenties en kanalen voor het land en
de regio waarin ze worden gebruikt. Afwijkingen van de
toegestane instellingen en beperkingen in het land of de
regio van gebruik kunnen een overtreding vormen van de
plaatselijke wetten en als zodanig worden bestraft.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
De Europese variant is bestemd voor gebruik binnen de volledige
Europese Economische Ruimte. De toetstemming voor het
gebruik in bepaalde landen of regio’s binnen landen is echter als
volgt verder beperkt:
Algemeen
Europese standaards schrijven een maximaal zendvermogen voor
van 100 mW effectief isotropisch uitgestraald vermogen, en een
frequentiebereik tussen 2400 en 2483,5 MHz.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
België
Dans le cas d’une utilisation privée, à l’extérieur d’un bâtiment, audessus d’un espace public, aucun enregistrement n’est nécessaire
pour une distance de moins de 300m. Pour une distance
supérieure à 300m un enregistrement auprès de l’IBPT est requise.
Pour une utilisation publique à l’extérieur de bâtiments, une
licence de l’IBPT est requise. Pour les enregistrements et licences,
veuillez contacter l’IBPT.
Pour les autres langues, reportez-vous aux modes d’emploi
correspondants.
Frankrijk
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
143
RTC CAUTION
CAUTION : Danger of explosion if battery is incorrectly replaced.
Replace only with the same or equivalent type recommended
by the manufacturer. Discard used batteries according to the
Manufacturer’s instruction.
LET OP: ontploffingsgevaar als de batterij onjuist wordt geplaatst.
Vervang de batterij alleen door hetzelfde of een vergelijkbaar type
dat wordt aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen
weg volgens de instructies van de fabrikant.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Blootstelling aan radiogolven
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
144
het minimumniveau dat nodig is om het netwerk te bereiken.
Uw Laptop of Tablet PC bevat een zender en een ontvanger.
Als het apparaat is ingeschakeld, ontvangt en verzendt het RFenergie. Wanneer u communiceert met uw Laptop of Tablet
PC, bepaalt het systeem dat uw verbinding verwerkt het
energieniveau waarop uw Laptop of Tablet PC gegevens verzendt.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft verklaard dat de
momenteel bekende wetenschappelijke gegevens niet wijzen op
de noodzaak van speciale voorzorgsmaatregelen bij het gebruiken
van mobiele apparaten. De WHO wijst erop dat u uw blootstelling
desgewenst kunt verminderen door de lengte van gesprekken te
beperken, of door de mobiele apparaten op afstand van uw hoofd
en lichaam te houden.
Informatie over het SAR-certificaat (Specific Absorption Rate)
Blootstelling aan RF-velden (radiofrequentie) beperken
Deze Laptop of Tablet PC met draadloos WAN of draadloos LAN
bevat ook een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo
ontworpen dat de limieten voor blootstelling aan radiogolven
die door internationale richtlijnen worden aanbevolen, niet
worden overschreden. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door de
onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP en bevatten
veiligheidsmarges die erop gericht zijn iedereen te beschermen,
ongeacht leeftijd of gezondheidstoestand.
Voor mensen die zo min mogelijk aan RF-velden willen blootstaan,
heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het volgende
advies:
Algemene verklaring over radiofrequentie-energie
De richtlijnen maken gebruik van de eenheid SAR (Specific
Absorption Rate ofwel opnamecapaciteit van het lichaam). De
SAR-limiet voor mobiele apparaten is 2,0 W/kg, en de hoogste
SAR-waarde die voor dit apparaat bij het lichaam getest is, was
0,176 W/kg.
Omdat de SAR wordt gemeten terwijl het apparaat op maximaal
vermogen zendt, is de werkelijke SAR van dit apparaat tijdens het
gebruik normaal gesproken lager dan hierboven aangegeven. Dit
komt, omdat de zendkracht van het apparaat automatisch wordt
aangepast om ervoor te zorgen dat niet meer wordt gebruikt dan
Voorzorgsmaatregelen: de momenteel bekende
wetenschappelijke gegevens wijzen niet op de noodzaak van
speciale voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de Laptop
PC. Als mensen hier toch bezorgd over zijn, kunnen zij hun eigen
blootstelling aan RF-velden of die van hun kinderen desgewenst
verminderen door de lengte van verbindingen te beperken, of
door ‘handsfree’ apparaten te gebruiken om uw Laptop PC op
afstand van het hoofd en lichaam te houden.
Meer informatie over dit onderwerp is beschikbaar op de
startpagina van de Wereldgezondheidsorganisatie op http://www.
who.int/peh-emf
WHO Fact sheet 193: Juni 2000.
Informatie Over Het WEEE-Merk
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
145
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit
dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het
informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander
huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke
gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen,
moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een
verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet
samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid.
De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het
kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de
referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte
accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de
winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier
en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte
accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor
recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s
en batterijen in uw omgeving.
Gecertificeerd voor TCO (uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Gefeliciteerd!
Félicitations
!
Dit product is voorzien van een TCO-certificaat voor
gebruiksgemak en milieu
Het product dat u zojuist hebt gekocht, is
voorzien van de aanduiding TCO Certified. Dit
betekent dat uw computer is ontworpen,
geproduceerd en getest volgens een aantal van
de strengste prestatie- en milieu-eisen ter wereld. Dit topproduct
is ontworpen met het oog op de gebruiker en heeft een minimale
uitwerking op het klimaat en het milieu.
TCO Certified is een geverifieerd programma van een derde partij,
waarbij elk productmodel door onpartijdig, bevoegd personeel
wordt getest in een testlaboratorium. Alle criteria zijn ontwikkeld
door TCO Development in samenwerking met een internationaal
team van wetenschappers, productexperts, gebruikers en
fabrikanten.
Hier volgen een aantal van de eigenschappen die bij dit product
worden aangeboden:
Gebruiksgemak – Op maat gemaakt
•• Goede visuele ergonomie en beeldkwaliteit: gegarandeerde
topkwaliteit en lager risico op vermoeide ogen. Verschillende
vereisten op het gebied van belichting, contrast, resolutie en
kleur
•• Ingebouwde optie om een extern beeldscherm en toetsenbord
en een externe muis aan te sluiten (aanbevolen wanneer u
langere tijd met een notebook of netbook werkt)
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
146
•• Ergonomisch toetsenbordontwerp – voor verhoogd
gebruiksgemak en goede leesbaarheid
•• Volledig getest volgens zeer strenge veiligheidsnormen
•• Lage emissie van elektrische en magnetische velden. Lage
akoestische ruisniveaus
Milieu – Ontworpen voor de planeet
•• Het bedrijf dat het merk produceert, geeft blijk van sociale
verantwoordelijkheid en beschikt over een gewaarmerkt
milieubeheersysteem (EMAS of ISO 14001)
•• Zeer laag energieverbruik in inactieve modus en stand-by:
beperkte uitwerking op het klimaat
•• Beperkingen van schadelijke materialen: vlamvertragers met
chloor en broom, weekmakers, plastic en zware metalen als
cadmium, kwik, lood en hexavalent chroom (een verbod op
kwik en beperkingen op schadelijke vlamvertragers ligt buiten
het bereik van compliantie met RoHS)
•• Zowel het product als de verpakking is ontworpen voor
recycling
•• Het bedrijf dat het merk produceert, biedt retouropties aan
Ga voor meer informatie naar
www.tcodevelopment.com
TCO Certified – Technologie voor u en voor de planeet
TCOF1190 TCO-document versie 2.0
Productspecificaties
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
147
De systeemspecificaties kunnen per modelvariant verschillen.
Raadpleeg de productcatalogus voor gedetailleerde
systeemspecificaties.
Processor (optioneel)
Intel® Core™ i5/i7 Processor
Werkgeheugen
(optioneel)
DDR3L
Opslagapparaat
(optioneel)
9.5mmH SATA 2 HDD
Grafische kaart
(optioneel)
Intel® HD Graphics
SSD
NVIDIA GeForce GT 750M
Temperatuur:
Gebruiksomgeving
-5~40°C voor opslag, 10~32°C in bedrijf
Luchtvochtigheid:
5~90% voor opslag, 20~80% in bedrijf
Classificatie
Invoer) 100-240VAC, 50~60Hz,
wisselstroom/
gelijkstroom (optioneel) Uitvoer) 19VDC 4.74A, 19VDC 6.32A
Classificatie pc
(optioneel)
19VDC 4.74A (90W), 19VDC 6.32A (120W)
•• Optionele componenten worden mogelijk niet
meegeleverd, of mogelijk worden andere componenten
geleverd, afhankelijk van het computermodel.
•• De systeemspecificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
•• De capaciteit van de vaste schijf van een computer waarop
de Recovery is geïnstalleerd wordt als lager vermeld dan is
aangegeven in de productspecificatie.
•• De geheugencapaciteit die Windows kan gebruiken,
kan lager zijn dan de daadwerkelijk beschikbare
geheugencapaciteit.
Productspecificaties
Gedeponeerde handelsmerken
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
ENERGY STAR®-partner
Als ENERGY STAR®-partner heeft SAMSUNG bepaald dat
dit product voldoet aan de ENERGY STAR®-richtlijnen
voor efficiënt energieverbruik.
Samsung is een gedeponeerd handelsmerk van Samsung Co., Ltd.
Intel, Core™ i5/i7 zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel
Corporation.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
The terms HDMI and HDMI High-Definition Multimedia Interface,
and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of
HDMI Licensing LLC in the United States and other countries.
JBL is een handelsmerk van Harman International Industries,
Incorporated, geregistreerd in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Alle andere product- of bedrijfsnamen die hierin worden
genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
148
HDMI
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
149
In de woordenlijst wordt de terminologie verklaard die in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Apparaatbeheer
Delen
Hulpprogramma voor het beheren van computerapparatuur. Met
Apparaatbeheer kunt u hardware toevoegen en verwijderen en
stuurprogramma’s bijwerken.
Het toegankelijk maken van een systeembron, zoals een map of
printer, zodat andere gebruikers er ook toegang toe hebben.
Back-up
Dit verwijst naar het automatisch toewijzen van IP-adressen aan
gebruikers op het netwerk door netwerkbeheerders.
Methode voor het opslaan van actuele gegevens zodat deze later
zonodig kunnen worden teruggehaald. Met behulp van een backup kunnen computergegevens worden hersteld in geval van
beschadiging van de gegevens of de computer.
Client
Een computer die gebruik maakt van gedeelde netwerkbronnen
die toegankelijk worden gemaakt door een server.
DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random
Access Memory)
DRAM is een geheugentype waarvan de cellen bestaan uit een
condensator en transistor en dat tegen lage kosten kan worden
gefabriceerd. SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties
zijn verbeterd door de interne klok ervan te synchroniseren met de
externe processorklok. DDR SDRAM is een geheugentype waarvan
de prestaties zijn verbeterd door de bedrijfssnelheid van SDRAM
te verdubbelen en dan momenteel alom wordt gebruikt. Deze
computer gebruikt DDR SDRAM.
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
Direct X
Een toepassingsinterface die het voor Windows-toepassingen
mogelijk moet maken toegang te verkrijgen tot hardwareapparaten
op zeer hoge snelheid. Om spellen met beeld en geluid van
hoge kwaliteit te kunnen realiseren moeten grafische kaarten,
geluidskaarten en het geheugen op zeer grote snelheid
werken. DirectX maakt snellere communicatie mogelijk tussen
toepassingen en hardwareapparaten. Door toepassing van DirectX
zijn de multimediaprestaties van Windows enorm verbeterd.
D-sub (D-subminiature)
Dit is een kabel voor verbinding met een algemene CRT-monitor
en de computer. Via deze kabel worden analoge videosignalen
uitgevoerd.
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
150
Dvd (Digital Versatile Disk)
LAN (Local Area Network)
Dvd werd ontwikkeld ter vervanging van de compact disc (cd).
Hoewel de disc even groot is en dezelfde vorm heeft als een cd, is
de capaciteit van een dvd tenminste 4,7 GB, terwijl de capaciteit
van een cd 600 MB is. Dvd-video is digitaal, in tegenstelling tot VHS
(analoog), en ondersteunt MPEG2-compressie en digitaal geluid.
Voor het afspelen van een dvd is een dvd-station vereist.
Beveiligingssysteem dat wordt gebruikt voor het beschermen van
een intern netwerk of intranet tegen aanvallen van buitenaf door
middel van een verificatieprocedure.
Een communicatienetwerk dat de verbinding vormt tussen
computers, printers en andere apparaten binnen een lokaal gebied,
bijvoorbeeld binnen een gebouw. Het LAN stelt alle aangesloten
apparaten in staat te communiceren met andere apparaten
binnen het netwerk. In een hedendaags LAN wordt de Ethernettechnologie gebruikt die is ontwikkeld aan het begin van de jaren
tachtig. Voor aansluiting op een Ethernet is een netwerkkaart, ook
wel LAN-kaart, Ethernet-kaart of netwerkinterfacekaart genoemd,
noodzakelijk. Voor uitwisseling van gegevens tussen computers
is naast de hardwareapparatuur een protocol vereist. In Windows
wordt TCP/IP gebruikt als het standaardprotocol.
Gedeelde map
LCD (Liquid Crystal Display)
Een map die kan worden gebruikt door andere gebruikers binnen
het netwerk.
Dit is een digitale video/audio-interfacespecificatie waarmee videoen audiosignalen via één kabel worden verzonden.
Er zijn LCD-typen met een passieve matrix en een actieve matrix.
Deze computer gebruikt een LCD met een actieve matrix,
aangeduid als een TFT LCD. Aangezien een LCD wordt gevormd
door transistors in plaats van een beeldbuis, kan het scherm heel
plat worden gemaakt. En omdat het scherm niet knippert, heeft de
gebruiker minder snel last van vermoeide ogen.
IEEE802.XX
Netwerk
Dit is een set specificaties die is ontwikkeld door het 802commité van de IEEE voor de LAN-verbindingsmethode met de
naam XX.
Een groep computers en apparaten, zoals printers en scanners,
verbonden door een communicatielijn. Een netwerk kan groot
en klein zijn, en kan permanent zijn verbonden door middel
van kabels, of tijdelijk door middel van een telefoonlijn of een
draadloze verbinding. Het grootste netwerk is het internet, een
wereldwijd netwerk.
Firewall
HDMI
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
151
Netwerkbeheerder
Protocol
Gebruiker die het netwerk plant, configureert en beheert. De
netwerkbeheerder wordt soms ook wel de systeembeheerder
genoemd.
Een protocol is een set regels die door computers worden
gebruikt om met elkaar over een netwerk te communiceren.
Een protocol is een conventie of standaard die de communicatie
en gegevensoverdracht tussen twee computereindpunten
beheert of mogelijk maakt. Het definieert de procedures
voor gegevensoverdracht en het overdrachtsmedium voor
effectievere netwerkfuncties.
Oplaadbare USB
Dit programma levert stroom aan een specifieke USB-poort
wanneer dit systeem zich in de energiebesparingsstand of
slaapstand bevindt of uitstaat.
Partitie
Dit verwijst naar het opdelen van de opslagruimte van een vaste
schijf in verschillende gebieden, partities genaamd. Als een vaste
schijf van 100 GB wordt gepartitioneerd in twee partities van
50 GB, kan de vaste schijf worden gebruikt alsof er twee vaste
schijven aanwezig zijn.
Pictogram
Een kleine afbeelding die een bestand of ander object
vertegenwoordigt dat de gebruiker kan gebruiken.
SDHC-kaart (Secure Digital High Capacity)
Dit is een uitbreiding van de SD-kaart met ondersteuning voor
meer dan 2 GB.
SDXC (Secure Digital eXtended Capacity)
SDXC biedt hogere capaciteit en snelheid dan de SDHCspecificatie. Dit is een nieuwe SD-kaartspecificatie die in theorie
een geheugencapaciteit van maximaal 2 TB kan implementeren.
Voor de implementatie van hogere capaciteit past u de exFATspecificaties toe.
Server
Een server is in het algemeen een computer die gedeelde bronnen
toegankelijk maakt voor netwerkgebruikers.
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Slaapstand
Systeembestand
Energiemodus waarin energie wordt bespaard wanneer de
computer niet wordt gebruikt. Wanneer de computer in de
slaapstand wordt gezet, worden de gegevens in het geheugen
van de computer niet opgeslagen op de vaste schijf. Als de
stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, gaan de gegevens in het
geheugen verloren.
Een bestand dat wordt gelezen en gebruikt door het Windowsbesturingssysteem. Systeembestanden mogen in het algemeen
niet worden verwijderd of verplaatst.
Sluimerstand
Energiemodus waarbij alle gegevens in het geheugen op de
vaste schijf worden opgeslagen en de processor en vaste schijf
worden uitgeschakeld. Op het moment dat de sluimerstand
wordt beëindigd, worden alle toepassingen die waren geopend
teruggebracht in hun laatste toestand.
152
Systeemvak
Het gebied aan de rechterkant van de taakbalk, met onder andere
pictogrammen voor volumeregeling en energiebeheer en een
klokje.
TCP/IPv4
Dit is een adressysteem van 4 bytes (32 bits) waarbij elke byte (8
bits) wordt gescheiden door een punt en elke byte staat voor een
decimaal nummer.
Snel starten
USB (Universal Serial Bus)
Een werkbalk die zodanig kan worden geconfigureerd dat u
met één muisklik een programma als Internet Explorer kunt
starten of het bureaublad van Windows kunt vrijmaken. U kunt
zelf pictogrammen toevoegen aan de werkbalk Snel starten en
programma’s die u veel gebruikt starten door op dat pictogram te
klikken.
Standaard voor een seriële interface, ontworpen ter vervanging
van traditionele interfacestandaards als RS232 en PS/2.
Stuurprogramma
Het wordt aanbevolen randapparaten te kunnen ondersteunen
die hoge gegevenssnelheden vereisen, zoals een AV-apparaat,
secundaire HDD of CD-RW. Hoe hoger de versie (bijvoorbeeld USB
3.0), hoe hoger de beschikbare gegevenssnelheid.
Software die zorgt voor de communicatie tussen de hardware
en het besturingssysteem. het besturingssysteem kent de
hardwaregegevens en bestuurt de hardware. Het stuurprogramma
wordt in het algemeen bij de corresponderende hardware.
De specificaties voor gegevensoverdracht vormen een
onderdeel van de interfacestandaarden voor het aansluiten van
randapparaten op een computer. Deze specificaties zijn USB 1.0, 1.1,
2.0 en 3.0.
Woordenlijst
Windows Media Player
Multimediaprogramma dat deel uitmaakt van Windows. Met
dit programma kunt u mediabestanden afspelen, een audiocd maken, luisteren naar een radio-uitzending, mediabestanden
opzoeken en beheren, bestanden kopiëren naar een draagbaar
apparaat, enzovoort.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
153