Aeg-Electrolux L71670FL Handleiding

Type
Handleiding
L 71479 FL
WASAUTOMAAT GEBRUIKSAANWIJZING
KLANTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de
klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze
informatie treft u aan op het
typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing - Belangrijke
veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
6 MILIEUBESCHERMING
6 TECHNISCHE INFORMATIE
7 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
7 ACCESSOIRES
8 BEDIENINGSPANEEL
12 PROGRAMMA’S
15 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
15 BEDIENING VAN HET APPARAAT
15 WASGOED IN DE MACHINE DOEN
16 WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER,
VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
17 EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
18 AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
20 AANWIJZINGEN EN TIPS
22 ONDERHOUD EN REINIGING
27 PROBLEEMOPLOSSING
30 MONTAGE
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
NEDERLANDS
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of ge-
bruikt:
Voor uw eigen veiligheid en de vei-
ligheid van uw eigendommen
Voor het milieu
Voor de correcte werking van het ap-
paraat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap-
paraat, ook wanneer u het verplaatst of
aan een ander geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade veroorzaakt door een fou-
tieve installatie.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
Mensen, met inbegrip van kinderen,
met beperkte lichamelijke, zintuiglij-
ke of verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, mo-
gen dit apparaat niet bedienen. Zij
moeten onder toezicht staan of in-
structies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verant-
woordelijk is voor hun veiligheid. Laat
kinderen niet met het apparaat spe-
len.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit
de buurt van kinderen. Gevaar voor
verstikking of letsel.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de
buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als de deur
open is.
Voordat u de deur van het apparaat
sluit, dient u te controleren dat er
geen kinderen of huisdieren in de
trommel zitten.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit
te activeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Gebruik het apparaat niet voor pro-
fessioneel gebruik. Dit apparaat is
uitsluitend bestemd voor huishoude-
lijk gebruik.
De specificaties van het apparaat
mogen niet worden veranderd. Risico
op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door ont-
vlambare producten in, bij of op het
apparaat. Brand- of explosiegevaar.
Volg de veiligheidsinstructies van de
verpakking van het wasmiddel om
brandwonden aan ogen, mond en
keel te voorkomen.
Zorg dat u alle metalen onderdelen
uit het wasgoed verwijdert. Hard en
scherp materiaal kan het apparaat
beschadigen.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in gebruik is. Het
glas kan heet worden (alleen bij ma-
chines met laaddeur vooraan).
ONDERHOUD EN REINIGING
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat niet zonder fil-
ters. Zorg dat de filters op de juiste
wijze worden geïnstalleerd. Een on-
juiste installatie leidt tot waterlekka-
ge.
MONTAGE
Het apparaat is zwaar, wees voorzich-
tig bij het verplaatsen van het appa-
raat.
Vervoer uw apparaat niet zonder
transportbouten, u kunt anders de in-
terne componenten beschadigen en
lekkages en defecten veroorzaken.
Installeer en sluit geen beschadigd
apparaat aan.
Zorg dat u alle verpakkingsmateria-
len en transportbouten verwijdert.
Zorg er tijdens de installatie voor dat
de stekker uit het stopcontact is ge-
haald.
4
Alleen een erkende persoon mag de
elektrische installatie, het loodgie-
terswerk en de installatie van het ap-
paraat uitvoeren. Dit om het risico op
structurele schade of lichamelijk let-
sel te voorkomen.
Installeer of gebruik het apparaat
niet op een plek waar de tempera-
tuur onder de 0 °C komt.
Als u het apparaat installeert op
vloerbedekking, dient u ervoor te
zorgen dat er luchtcirculatie is tussen
het apparaat en de vloerbedekking.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Aansluiting aan de waterleiding
Sluit het apparaat niet aan met oude
slangen die al gebruikt zijn. Gebruik
alleen nieuwe slangen.
Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
Sluit het apparaat niet op nieuwe lei-
dingen aan of op leidingen die lang
niet zijn gebruikt. Laat het water en-
kele minuten stromen en sluit dan de
toevoerslang pas aan.
Let er bij het eerste gebruik op dat
de watertoevoerslangen en de kop-
pelingen niet lek zijn.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg ervoor dat het apparaat is ge-
aard.
Controleer of de elektrische informa-
tie op het typeplaatje overeenkomt
met de stroomvoorziening.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd schokvrij stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer
niet zelf. Neem contact op met het
servicecentrum.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het snoer om het appa-
raat los te koppelen van de netvoe-
ding. Trek altijd aan de stekker.
HET APPARAAT AFVOEREN
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Snij het netsnoer van het apparaat
af en gooi dit weg.
3. Verwijder de deurvergrendeling.
Dit voorkomt dat u kinderen of
huisdieren in de trommel opsluit.
Gevaar voor verstikking (alleen bij
machines met laaddeur vooraan).
NEDERLANDS
5
MILIEUBESCHERMING
VERPAKKINGSMATERIALEN
Recycle de materialen met het symbool
.
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
MILIEUTIPS
Gebruik minder water en energie om
het milieu te helpen, volg deze instruc-
ties:
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat nor-
maal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met
de maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenver-
wijderaar als u een programma met
een lage temperatuur instelt.
Controleer de waterhardheid om de
juiste hoeveelheid wasmiddel te ge-
bruiken.
Het symbool
op het product of op
de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden
afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de juiste manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of
de winkel waar u het product hebt
gekocht.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte 600 / 850 / 522 mm
Totale diepte 540 mm
Aansluiting aan het elek-
triciteitsnet:
Voltage
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10A
50 Hz
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de
lage spanningsapparatuur geen bescherming heeft
tegen vocht
IPX4
Waterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3
5
6
7
4
8
10
11
12
9
1
Bovenblad
2
Afwasmiddeldoseerbakje
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Afvoerpomp
7
Stelvoetjes
8
Afvoerslang
9
Watertoevoerklep
10
Hoofdkabel
11
Transportbouten
12
Stelvoetjes
ACCESSOIRES
1 2
34
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwij-
deren.
2
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten
aan de achterzijde van het appa-
raat nadat u de transportbouten
hebt verwijderd.
3
Toevoerslang met geïntegreerd
beschermingssysteem tegen wa-
teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te
voorkomen.
4
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand
van een gootsteen te bevestigen.
NEDERLANDS
7
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
45678910
1
Aan-/Uittoets (Aan/Uit)
2
Programmaschakelaar
3
Display
4
Toets Start/Pauze (Start/Pauze)
5
Toets Startuitstel (Startuitstel)
6
Toets Tijd Besparen (Tijd Bespa-
ren)
7
Toets Extra spoelen (Extra Spoe-
len)
8
Toets Vlekken (Vlekken)
9
Toets Kort centrifugeren (TPM)
10
Toets Temperatuur (Temp.°C)
AAN/UIT-TOETS
1
Druk op deze toets om het apparaat in
of uit te schakelen. Er klinkt een geluid
als het apparaat wordt ingeschakeld.
DeAUTO Stand-by functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
4
.
Alle instellingen worden geannu-
leerd
Druk op de knop
1
om het appa-
raat weer in te schakelen.
Stel het wasprogramma en alle
mogelijke opties
5 minuten na afloop van het waspro-
gramma. Raadpleeg 'Aan het einde
van het programma'.
PROGRAMMASCHAKELAAR
2
Draai deze knop om een programma in
te stellen. Het bijbehorende program-
ma-indicatielampje gaat branden.
DISPLAY
3
A B C D
8
Op de display verschijnt:
A De maximum temperatuur van het programma.
B De standaard centrifugeersnelheid van het programma.
'Niet centrifugeren'
1)
en 'Spoelstop' symbolen.
C
De displaysymbolen.
2)
Symbolen Beschrijving
Wasfase
Spoelfases
Centrifugefase
Kinderslot
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool
brandt.
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool
knippert. Wacht een paar minuten met het openen van de
deur.
U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit
gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
Er staat water in de trommel.
De functie "Spoelstop" is aan.
Startuitstel
D De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
Startuitstel
Als u op de toets Startuitstel drukt, toont de display de uitgestelde start-
tijd.
•Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op de
display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk 'Probleemoplossing'.
•Err
Het display toont dit bericht enkele seconden als:
U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma.
U het programma wijzigt als het in werking is.
Het lampje van de toets Start/Pauze
4
knippert.
Als het wasprogramma is voltooid.
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren / afpompen.
2)
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
NEDERLANDS
9
TOETS START/PAUZE
4
Druk op toets
4
om het programma te
starten of te onderbreken.
TOETS STARTUITSTEL
5
Druk op toets
5
om de start van een
programma vanaf 30 minuten tot 20 uur
uit te stellen.
TOETS TIJDBESPARING
6
Druk op de toets
6
om de program-
matijd te verminderen.
Druk een keer om een verkort pro-
gramma in te stellen voor wasgoed
met dagelijks vuil.
Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor was-
goed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's accep-
teren uitsluitend een van de
twee functies.
TOETS EXTRA SPOELEN
7
Druk op toets
7
om spoelfases toe te
voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
TOETS VLEKKEN
8
Druk op toets
8
om de vlekkenfase
toe te voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor wasgoed
met vlekken die moeilijk te verwijderen
zijn.
Als u deze functie instelt, doet u vlek-
kenverwijderaar in het vakje
.
Deze functie verlengt de duur
van het wasprogramma.
Deze functie is niet beschikbaar
bij een temperatuur lager dan
40°C.
TOETS CENTRIFUGEREN
9
Druk op deze toets om:
De maximale snelheid van de centri-
fugefase te verlagen als u een pro-
gramma instelt.
De display toont alleen de cen-
trifugesnelheden die voor het
ingestelde programma beschik-
baar zijn.
Schakel de centrifugefase uit.
Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel
deze functie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen. Het apparaat
pompt geen water af als het pro-
gramma is voltooid.
Centrifugefase is uit.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
TEMPERATUURTOETS
10
Druk op knop
10
om de standaard
temperatuur te wijzigen.
- - = koud water
GELUIDSSIGNALENFUNCTIE
U hoort geluidssignalen als:
U het apparaat inschakelt.
U het apparaat uitschakelt.
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid.
Het apparaat ondervindt een storing.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijker-
tijd op toets
8
en toets
7
gedurende
6 seconden.
Als u de geluidssignalen uit-
schakelt, blijven ze alleen wer-
ken als u op de toetsen drukt en
er een storing optreedt.
FUNCTIE KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat kinderen
spelen met het bedieningspaneel.
Druk om de functie te activeren, te-
gelijkertijd op toets
10
en toets
9
totdat de display het symbool
toont.
10
Druk om de functie te deactiveren,
tegelijkertijd op toets
10
en toets
9
totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
Voordat u drukt op de toets Start/
Pauze
4
: kan het apparaat niet star-
ten.
Nadat u drukt op de toets Start/Pau-
ze
4
, worden alle toetsen en de
programmaschakelaar uitgeschakeld.
PERMANENTE EXTRA
SPOELFUNCTIE
Met deze functie kunt u de extra spoel-
functie permanent aan laten als u een
nieuw programma instelt.
Druk om de functie te activeren, te-
gelijkertijd op toets
6
en toets
5
totdat het lampje van toets
7
brandt.
Druk om de functie uit te schakelen,
tegelijkertijd op toets
6
en toets
5
totdat het lampje van toets
7
uit
gaat.
NEDERLANDS
11
PROGRAMMA’S
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van be-
lading
Cyclus-
beschrijving
Functies
Katoen
95° - Koud
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Katoen + Voor-
was
95° - Koud
Wit en bont katoen,
zwaar vervuild.
max. 7 kg
Voorspoelen
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Extra Stil
95° - Koud
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Stop met water in
de trommel
VLEKKEN
1)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Synthetica
60° - Koud
Synthetische of ge-
mengde stoffen, nor-
maal vervuild.
max. 3.5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Synthetica +
Voorwas
60° - Koud
Synthetische of ge-
mengde stoffen,
zwaar vervuild.
max. 3.5 kg
Voorspoelen
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Strijkvrij
3)
60° - Koud
Synthetische stoffen,
normaal vervuild.
max. 3.5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Fijne Was
40° - Koud
Delicate stoffen zoals
acryl, viscose, polyes-
ter stoffen, normaal
vervuild.
max. 3.5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
Wol/Zijde
40° - Koud
In de machine wasba-
re wol. Met de hand
wasbare wol en fijn
wasgoed met het
symbool «handwas».
max. 2 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
12
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van be-
lading
Cyclus-
beschrijving
Functies
Centrifugeren/
Pompen
4)
Alle stoffen
De maximale bela-
ding van wasgoed is
afhankelijk van het ty-
pe wasgoed.
Afvoer van het
water
Centrifugefase op
de maximale snel-
heid.
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
Spoelen Alle stoffen. Eén keer spoelen
met extra centrifu-
geerfase
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOE-
LEN
5)
Gordijnen
40° - Koud
Stel dit programma in
om gordijnen te was-
sen. Er wordt automa-
tisch een voorwasfase
toegevoegd om het
stof uit de gordijnen
te reinigen.
Voeg geen wasmid-
del aan het voorwas-
vakje toe.
max. 2,5 kg
Voorspoelen
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Jeans
60° - Koud
Alle wasgoed van
spijkerstof. Items van
jersey met hi-techma-
terialen.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
TIJD BESPAREN
2)
EXTRA SPOELEN
Kort Intensief
60°-40°
Snel wasprogramma,
te gebruiken voor
licht vervuilde witte/
kleurechte katoenen
en gemende stoffen.
max. 5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
20 min. - 3 kg
40° - 30°
Katoenen en syntheti-
sche kleding met lich-
te vervuiling of slechts
eenmaal gedragen.
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
Super Eco
6)
Koud
Gemengde stoffen
(katoen en syntheti-
sche weefsels).
max. 3 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Eco
7)
60° - 40°
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
2)
NEDERLANDS
13
1)
De functie VLEKKEN is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2)
Als u twee keer op de toets 6 drukt (duur Extra snel), raden wij u aan om de hoeveelheid
wasgoed te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een
optimaal wasresultaat kan dan niet gegarandeerd worden.
3)
De was- en centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De
wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
4)
De standaardfase van de centrifugeersnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. Stel de
centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed. Voor het
uitsluitend selecteren van het programma AFPOMPEN, stelt u de functie NIET
CENTRIFUGEREN in.
5)
Druk op de toets EXTRA SPOELEN om spoelgangen toe te voegen. Met een lage
centrifugeersnelheid voert het apparaat behoedzame spoelbeurten uit met kort
centrifugeren.
6)
Stel dit programma in om de tijd en het water- en energieverbruik te verlagen.
7)
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen.
De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. Voor Economy katoenprogramma's kunt u
alleen de functie Extra kort instellen.
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden
VERBRUIKSWAARDEN
Programma
1)
Energieverbruik (kWh)
2)
Waterverbruik (li-
ter)
2)
Witte katoen 95° C 2.3 66
Katoen 60 °C 1.3 62
Katoen 40 °C 0.8 62
Synthetische stoffen 40 °C 0.53 45
Fijne was 40 °C 0.57 53
Wol/Handwas 30 °C 0.25 45
1)
Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2)
De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De
gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de hoeveelheid, het type wasgoed, de
temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de
Energielabel verbruikswaarden
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C
eco zijn de standaard katoenprogram-
ma's voor normaal vervuilde katoenen
was. Ze zijn geschikt voor het wassen
van normaal vervuilde katoenen was en
het zijn zeer efficiënte programma's
voor gecombineerd energie- en water-
verbruik voor het wassen van dat type
katoenen was.
Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertempe-
ratuur kan verschillen van de
vermelde cyclustemperatuur.
14
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de was-
middellade om het afvoersysteem
te activeren.
2. Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade. Stel het
programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder was-
goed en start het programma. Dit
verwijdert al het mogelijke vuil uit
de trommel en de kuip.
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1. Draai de waterkraan open.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3.
Druk op toets
1
om het apparaat
in te schakelen.
4. Plaats het wasgoed in de machine.
5. Gebruik de juiste hoeveelheid was-
middelen en toevoegingen.
6. U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type
lading en de mate van vervuiling.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
3. Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tus-
sen de deur blijft klemmen. Er kan wa-
terlekkage of beschadigd wasgoed ont-
staan.
NEDERLANDS
15
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER,
VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en
voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het
programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het
starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter,
stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmidde-
len.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel.
Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poeder
of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
De stand van de klep controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit
tot deze stopt.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
16
3. Draai de klep omhoog om poeder-
wasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM-
LAAG:
Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde-
len.
Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en wasver-
zachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig. Zorg bij het sluiten van
de lade dat de klep geen blokke-
ring veroorzaakt.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1. Draai de programmaschakelaar.
Het bijbehorende programma-indi-
catielampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets
4
knippert in
het rood.
3. Op het display verschijnt de stan-
daard temperatuur en centrifuge-
snelheid. Om de temperatuur en/of
de centrifugesnelheid te wijzigen,
drukt u op de bijbehorende toet-
sen.
4. Stel de beschikbare functies in. Het
lampje van de ingestelde functie
gaat aan, of de display toont het
bijbehorende symbool.
5.
Druk op toets
4
om het program-
ma te starten. Het lampje van toets
4
is aan.
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het in-
dicatielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets
4
drukt.
Het wasprogramma gaat verder.
NEDERLANDS
17
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1.
Druk op toets
1
om het program-
ma te annuleren en om het appa-
raat uit te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets
1
om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water
weg.
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het in-
dicatielampje knippert.
2. De ingestelde functie wijzigen.
HET STARTUITSTEL
INSTELLEN
1.
Druk herhaaldelijk op toets
5
tot
het aantal minuten of uren op de
display verschijnt. De bijbehorende
symbolen gaan branden.
2.
Druk op toets
4
, het apparaat
begint het aftellen van de uitgestel-
de start.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma automa-
tisch gestart.
Voordat u op toets
4
drukt om
het apparaat te starten, kunt u
de instelling van de uitgestelde
start annuleren of wijzigen.
DE UITGESTELDE START
ANNULEREN
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het bij-
behorende indicatielampje knip-
pert.
2.
Druk herhaaldelijk op toets
5
tot
de display 0’ toont.
3.
Als u op de toets
4
drukt: Het
programma wordt gestart.
DEUR OPENEN
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachi-
ne vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets
4
. Het deurver-
grendelingssymbool in de display
gaat uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur van de machine en
druk op toets
4
. Het programma
of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het wa-
terpeil in de trommel te hoog
zijn, blijft het symbool voor de
deurvergrendeling aan en kunt
u de deur niet openen. U opent
in dat geval de deur als volgt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Wacht enkele minuten.
3. Zorg ervoor dat er zich
geen water in de trommel
bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient
u het programma opnieuw in te
stellen.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen klinken.
In de display gaat het symbool
aan.
18
Het indicatielampje van de toets
Start/Pauze
4
gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat
uit.
Druk op toets
1
om het apparaat uit
te schakelen. Vijf minuten na het ein-
de van het programma wordt het ap-
paraat door de energiebesparende
functie automatisch uitgeschakeld.
Als u het apparaat weer inscha-
kelt, wordt het einde van het als
laatste ingestelde programma in
de display weergegeven. Draai
de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Haal het wasgoed uit de wasmachi-
ne. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaange-
name luchtjes te voorkomen.
Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1. Verlaag zo nodig de centrifugesnel-
heid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
4
.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid,
gaat het deurvergrendelingssym-
bool uit en kunt u de deur openen
4. Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het
afvoeren van water en centrifu-
geren.
NEDERLANDS
19
AANWIJZINGEN EN TIPS
WASGOED SORTEREN
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
Sommige bonte weefsels kunnen uit-
lopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit rit-
sen, haakjes en drukknopen. Maak
riemen vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken bin-
nenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordij-
nen in een zak of kussensloop.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
Beugelbeha's.
Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan proble-
men veroorzaken bij de centrifugefa-
se. Als dit gebeurt, kunt u de artike-
len handmatig verdelen in de trom-
mel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en was-
middel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
verwijderen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars ver-
krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type
vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en na-
behandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasauto-
maat.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het mili-
eu te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze produc-
ten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervui-
ling.
Stel geen voorwasfase in als u vloei-
bare wasmiddelen gebruikt.
Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloei-
bare wasmiddel toe met een doseer-
bal.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterverzachter voor was-
automaten aan. In gebieden waar de
waterhardheid zacht is, is het gebruik
van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke
waterautoriteit voor de waterhardheid
in uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de
waterhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
mmol/l (millimol per liter - een inter-
nationale eenheid voor de hardheid
van water).
Clarke-graden.
20
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
NEDERLANDS
21
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat reinigt.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
te gebruiken om deze kalk te verwijde-
ren.
Gebruik een speciaal product voor was-
automaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de produ-
cent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperatu-
ren is het mogelijk dat er wat wasmid-
del achterblijft in de trommel. Voer re-
gelmatig een onderhoudswas uit. Om
dit te doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het heetste wasprogramma in
voor katoen
Gebruik de juiste hoeveelheid poe-
derwasmiddel met biologische ei-
genschappen.
Houd de deur enige tijd open na elke
wasbeurt, om schimmels te voorkomen
en onprettige geurtjes te verwijderen.
DEURRUBBER
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnen-
kant.
TROMMEL
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwij-
deren.
Ga als volgt te werk:
Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
Start een kort programma voor ka-
toen op de maximale temperatuur
met een kleine hoeveelheid wasmid-
del.
22
WASMIDDELDOSEERLADE
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
1. Druk op de hendel.
2. Trek de doseerlade naar buiten.
3. Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabe-
handelingsmiddelen.
4. Maak alle onderdelen schoon met
water.
5. Maak de ruimte van de wasmiddel-
doseerlade schoon met een bor-
stel.
6. Plaats de wasmiddeldoseerlade te-
rug in de ruimte.
AFVOERPOMP
Controleer de afvoerpomp re-
gelmatig en zorg dat deze
schoon is.
De pomp schoonmaken als:
Het apparaat pompt geen water
weg.
De trommel niet kan draaien.
Het apparaat een ongebruikelijk ge-
luid maakt door een blokkade in de
afvoerpomp.
De display een alarmcode weergeeft
door een probleem met de wateraf-
voer.
WAARSCHUWING!
1. Trek de stekker uit het stop-
contact.
2. Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik is.
Reinig de afvoerpomp niet
als het water in de machine
heet is. Het water moet
koud zijn voordat u de af-
voerpomp kunt reinigen.
NEDERLANDS
23
De afvoerpomp reinigen:
1. Open het afvoerpompdeurtje.
2. Plaats een bak onder de uitsparing
van de afvoerpomp om het uitstro-
mende water op te vangen.
3. Druk de twee hendels in en trek
het afvoerkanaal naar voren om het
water eruit te laten stromen.
4. Als de bak vol met water is, duwt u
het afvoerkanaal terug en leegt u
de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er
geen water meer uit de afvoer-
pomp stroomt.
1
2
5. Duw het afvoerkanaal terug en
draai het filter om het te verwijde-
ren.
6. Verwijder stof en voorwerpen uit
de pomp.
7. Zorg dat het schoepenrad op de
juiste wijze kan draaien. Neem als
dit niet lukt, contact op met de
klantenservice.
24
2
1
8. Reinig het filter onder de water-
kraan en plaats het terug in de spe-
ciale geleiders van de pomp.
9. Zorg ervoor dat het filter stevig
vastzit om waterlekkage te voorko-
men.
11. Sluit het afvoerpompdeurtje.
HET FILTER VAN DE
TOEVOERSLANG EN HET
KLEPFILTER
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat niet met water wordt
gevuld.
De machine langdurig water vult.
Het lampje van toets
4
knippert en
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop-
lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang
van de kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter
de machine.
5. Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
NEDERLANDS
25
45°
35°
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppe-
lingen stevig vast zitten om lekka-
ge te voorkomen.
7. Draai de waterkraan open.
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en
met (6) van "De afvoerpomp reinigen"
uit.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerpompklep.
Als u het water afvoert met de noodaf-
voerprocedure, dient u het afvoersys-
teem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de was-
middeldoseerlade.
2. Start het programma om water af
te voeren.
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is
dan 0 °C, dan dient u het resterende
water uit de afvoerslang en de afvoer-
pomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Verwijder de watertoevoerslang.
4. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
5. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg
de noodafvoerprocedure.
6. Als de afvoerpomp leeg is, instal-
leert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0 °C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoor-
delijk voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
26
PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt tijdens
het programma.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt,
neem contact op met de service afde-
ling.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet ge-
vuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat
u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat
neemt geen water.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
Controleer of de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
De filters in de watertoe-
voerslang zijn verstopt.
Reinig de filters Zie het hoofd-
stuk "Onderhoud en reiniging".
De waterkraan is verstopt
of aangezet met kalkaan-
slag.
Maak de waterkraan schoon.
De aansluiting van de
watertoevoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting altijd cor-
rect is.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het water-
leidingbedrijf.
Het apparaat
pompt geen water
weg.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting altijd cor-
rect is.
Er is een wasprogramma
zonder afvoerfase inge-
steld.
Stel het afvoerprogramma in.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
Stel het afpompprogramma in.
De deur is open of
niet goed geslo-
ten.
Sluit de deur goed.
NEDERLANDS
27
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Anti-overstro-
mingsbeveilliging
is aan.
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stop-
contact.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met het ser-
vicecentrum.
Het apparaat cen-
trifugeert niet.
De centrifugafase is uit. Stel het centrifugeprogramma in.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
Balansproblemen met de
waslading.
Verdeel de artikelen handmatig
in de trommel en start de centri-
fugefase opnieuw.
Het programma
start niet.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon-
tact.
De zekering in de meter-
kast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
U heeft niet op toets
4
gedrukt.
Als u op de toets
4
drukt:
De uitgestelde start is in-
gesteld.
Annuleer de uitgestelde start om
het programma direct te starten.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
Het kinderslot uitschakelen.
Er ligt water op de
vloer.
Lekkages van de koppe-
lingen van de waterslan-
gen.
Zorg dat de koppelingen goed
zijn aangedraaid.
Lekkages van de afvoer-
pomp.
Zorg dat het filter van de afvoer-
pomp goed is bevestigd.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Verzeker u ervan dat de water-
toevoerslang niet is beschadigd.
U kunt de deur van
het apparaat niet
openen.
Het wasprogramma is
bezig.
Laat het wasprogramma beëindi-
gen.
Er staat water in de trom-
mel.
Kies het programma Pompen of
Centrifugeren.
Het apparaat
maakt een abnor-
maal geluid.
Het apparaat staat niet
waterpas.
Het apparaat waterpas afstellen.
Raadpleeg "Installatie".
De verpakking en/of de
transportbouten zijn niet
verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de
transportbouten. Raadpleeg "In-
stallatie".
28
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De lading is erg klein. Meer wasgoed in de machine
doen.
Het apparaat vult
zich met water en
pompt het direct
weer af.
Het uiteinde van de af-
voerslang is te laag.
Zorg dat de afvoerslang op de
juiste hoogte staat.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Het door u gebruikte
wasmiddel was niet cor-
rect of onvoldoende.
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
U heeft de hardnekkige
vlekken niet voor het
wassen uit het wasgoed
gehaald.
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwijde-
ren.
Onjuiste temperatuur in-
gesteld.
Zorg dat u de juiste temperatuur
instelt.
Te veel wasgoedbela-
ding.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Schakel het apparaat na de controle in.
Het programma gaat verder vanaf het
punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt,
neem dan contact op met onze service
afdeling.
Indien het display andere alarmcodes
meldt, neem dan contact op met onze
service afdeling.
NEDERLANDS
29
MONTAGE
UITPAKKEN
1. Gebruik de handschoenen. De ex-
terne folie eraf trekken. Gebruik zo
nodig een mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenkant.
3. Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
4. De interne folie eraf trekken.
5. Open de trommel en verwijder alle
materialen.
30
6. Kantel het apparaat achterover.
Plaats het apparaat met de achter-
zijde voorzichtig op het kartonnen
deksel. Zorg dat u de slangen niet
beschadigt.
1
2
7. Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8. Zet het apparaat weer rechtop.
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
10. Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat gele-
verde moersleutel.
11. Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
NEDERLANDS
31
12. Vervang de plastic tussenstukken
door de plastic doppen. U vindt
deze doppen in de zak van de ge-
bruikershandleiding.
Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te
bewaren voor als u het appa-
raat gaat verplaatsen.
Als de machine in de winter
wordt afgeleverd, als de tem-
peratuur onder nul is, zet u de
wasmachine 24 uur in een
ruimte met kamertemperatuur
voordat u ze in gebruik
neemt.
PLAATSING EN WATERPAS ZETTEN
x4
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking
de luchtcirculatie onder het apparaat
niet stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
Gebruik de stelvoetjes om het appa-
raat waterpas te zetten. Een juiste af-
stelling van het apparaat voorkomt
trillingen en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in bedrijf
is.
32
Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of ver-
gelijkbare materialen onder de
voeten van het apparaat om de-
ze waterpas te stellen.
DE TOEVOERSLANG
35
O
35
O
35
O
45
O
45
O
45
O
Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar
links of rechts. Maak de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4-schroef-
draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen
niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als
de toevoerslang te kort is.
Neem contact op met de klan-
tenservice voor vervanging van
de toevoerslang.
NEDERLANDS
33
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke slij-
tage. Het rode gedeelte in het venster
«A» toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de klanten-
service om de slang te laten vervangen.
WATERAFVOER
Er zijn verschillende procedures om de
afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af-
voert. Bevestig de geleider op de
waterkraan of wand.
Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de af-
voerslang moet altijd geventileerd
zijn, d.w.z. dat de binnendiameter
van de afvoerpijp groter moet zijn
dan de buitendiameter van de af-
voerslang.
34
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de
afvoerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat resterende deeltjes
uit de gootsteen in het apparaat ko-
men.
Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast
met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem con-
tact op met de klantenservice
voor de andere afvoerslang en
de verlenging.
NEDERLANDS
35
www.aeg.com/shop 132934670-A-272011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Aeg-Electrolux L71670FL Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten