6
Na 2 uren zet u de thermostaatknop terug naar een stand
door u gekozen of de stand „Medium”.
Na 24 uren kan je de ingevroren producten in de draad-
mand (of manden) plaatsen
Het is niet raadzaam hoeveelheden voedsel
groter dan deze volgens de „Technische
gegevens” terzelfertijd in te vriezen, zoniet
zal het invriezen niet grondig gebeuren en bij het
ontvriezen kunnen vormen van voedselbeschadiging
optreden (o.a. smaak- en geurverlies )
Het is bij voorkeur af te raden om tijdens het
invriezen ijs te maken, omdat het aanmaken
van ijs de invriescapaciteit vermindert.
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de draadmand(en) verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in de invriesruimte. Tussentijds invriezen heeft geen
nadelige invloed op reeds ingevroren producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven
op diepvriesproducten die u koopt. Bewaartijden
voor zelf ingevroren producten vindt u op de bin-
nenkant van de deur van de vriesruimte. De symbolen
staan voor verschillende levensmiddelen, de cijfers staan
voor de maximale bewaartijd in maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig
bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn voor-
dat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk
geconsumeerd te worden.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries-
ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt
en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet,
gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuur-
regelaar na het invriezen weer op de normale stand te
draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs-
blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan
iets te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vastgevroren
zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te
maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig
bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn voor-
dat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk
geconsumeerd te worden.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan
uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaat-
sen als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemper-
atuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge
temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaalt-
je.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd
eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in
het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats.
Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het
gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het
koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt, er is
meer energie nodig en als ijs of rijp te dik worden, kan de
deur van de vriesruimte niet meer open, de deur kan zelfs
kapotgaan.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koel-
ruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te
doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werk-
ing van de compressor. Het koelen wordt dan onderbro-
ken, de temperatuur van de verdamperplaat stijgt boven
0 °C en het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een
temperatuur van +3 tot +4 °C heeft bereikt, start de ther-
mostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het
condensbakje bovenop de compressor en verdampt
door de warmte.
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvo-
ergootje niet verstopt is. Als het afvoergoot-
je verstopt is, kan het dooiwater schade
veroorzaken aan de isolatie van het apparaat.
NL