Pelgrim GVW537RVS Handleiding

Type
Handleiding
Inhoud
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 5
Bedieningspaneel 5
Bediening van het apparaat 7
De waterontharder instellen 7
Gebruik van zout voor de vaatwasser 8
Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel
9
De vaatwasser inruimen 10
Een afwasprogramma selecteren en starten
12
Wasprogramma's 13
Onderhoud en reiniging 14
Problemen oplossen 14
Technische gegevens 16
Milieubescherming 17
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens
het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw veiligheid en de veiligheid van
uw eigendommen.
Om het milieu te helpen.
voor de correcte werking van het appa-
raat.
Houd deze instructies altijd in de buurt van
het apparaat, ook als u verhuist of het ap-
paraat aan iemand anders geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve in-
stallatie.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Mensen, met inbegrip van kinderen, met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan er-
varing en kennis, mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht
staan of instructies krijgen over het ge-
bruik van dit apparaat van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king of lichamelijk letsel.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen
niet aanraken.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt
van het apparaat als de deur open is.
Algemene veiligheid
De specificaties van het apparaat mogen
niet worden veranderd. Risico op letsel
en beschadiging van het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies van de af-
wasmiddelfabrikant om brandwonden
aan ogen, mond en keel te voorkomen.
Drink geen water uit het apparaat. Er kan
afwasmiddel in uw apparaat achtergeble-
ven zijn.
Houd de deur van het apparaat niet open
zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u
persoonlijk letsel en vallen op een open
deur.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik. Gebruik het appa-
raat niet voor andere doeleinden om per-
soonlijk letsel en schade aan uw eigen-
dommen te voorkomen.
Gebruik het apparaat alleen om acces-
soires dat geschikt is voor afwasmachi-
nes, schoon te maken.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat. Risi-
co op explosie of brand.
Plaats de messen en alle voorwerpen
met scherpe punten met de punt naar
beneden in de bestekmand. Als dat niet
past, leg ze dan horizontaal op het bo-
venrek of in het messenrek. (Niet alle mo-
dellen hebben een messenrek).
Gebruik alleen gespecificeerde producten
voor afwasmachines (afwasmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
Zout dat niet gespecificeerd is voor af-
wasmachines, veroorzaakt schade aan
de waterontharder.
Vul het apparaat met zout voordat u een
afwasprogramma start. Zout dat in het
apparaat is achtergebleven, kan roest
veroorzaken of een gat in de onderkant
van het apparaat maken.
2
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen dan glansspoelmid-
del (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel,
vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het appa-
raat beschadigen.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kun-
nen ronddraaien voordat u een afwaspro-
gramma start.
Het apparaat kan hete stoom laten ont-
snappen als u de deur opent terwijl er
een wasprogramma wordt uitgevoerd.
Hierdoor ontstaat een risico op brand-
wonden.
Verwijder pas borden uit het apparaat als
het wasprogramma is voltooid.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact voordat u het ap-
paraat gaat schoonmaken.
Gebruik geen ontvlambare producten of
producten die corrosie kunnen veroorza-
ken.
Gebruik het apparaat niet zonder filters.
Zorg dat de filters op de juiste wijze wor-
den geïnstalleerd. Een onjuiste installatie
levert onbevredigende wasresultaten en
schade aan het apparaat op.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen. Gevaar op een
elektrische schok en schade aan het ap-
paraat.
Montage
Zorg ervoor dat het apparaat niet is be-
schadigd. Installeer een beschadigd ap-
paraat niet en sluit een beschadigd appa-
raat niet aan. Neem contact op met de
leverancier.
Verwijder alle verpakking voordat u het
apparaat installeert en gebruikt.
Alleen een erkende persoon mag de
elektrische installatie, het loodgieterswerk
en de installatie van het apparaat uitvoe-
ren. Dit om het risico op structurele scha-
de of lichamelijk letsel te voorkomen.
Zorg er tijdens de installatie voor dat de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Boor niet in de zijkanten van het apparaat
om schade aan de hydraulische en elek-
trische onderdelen te voorkomen.
Belangrijk! Houd u aan de instructies in
de sjabloon die met het apparaat zijn
meegeleverd:
Installatie van het apparaat.
Voor het in elkaar zetten van de deur.
Het aansluiten van de watertoevoer en
-afvoer.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstal-
leerd.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Installeer het apparaat niet op een plek
waar de temperatuur onder de 0°C komt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eni-
ge schade door bevriezing.
Aansluiting aan de waterleiding
Gebruik nieuwe slangen om het apparaat
aan te sluiten op de watertoevoer. Ge-
bruik geen gebruikte slangen.
Sluit het apparaat niet op nieuwe leidin-
gen aan of op leidingen die lang niet zijn
gebruikt. Laat het water enkele minuten
stromen en sluit dan de toevoerslang pas
aan.
Zorg ervoor dat de waterslangen niet
knakken of beschadigd raken bij installa-
tie van het apparaat.
Zorg er voor dat de waterkoppelingen
stevig vast zitten om waterlekkage te
voorkomen.
Let er bij het eerste gebruik op dat de
watertoevoerslangen niet lek zijn.
De watertoevoerslang heeft een veilig-
heidsventiel en een dubbel omhulsel met
een hoofdkabel aan de binnenkant. De
watertoevoerslang staat alleen onder
druk wanneer er water stroomt. Als er
een lek in de watertoevoerslang aanwe-
zig is, onderbreekt de veiligheidsklep de
stroom van het water.
Wees voorzichtig als u de watertoe-
voerslang aansluit:
Laat de watertoevoerslang of de vei-
ligheidsklep niet in het water komen.
Als de watertoevoerslang of de vei-
ligheidsklep beschadigd is, haal dan
onmiddellijk de stekker uit het stop-
contact.
Laat alleen de service-afdeling de
watertoevoerslang met de veilig-
heidsklep repareren.
3
Waarschuwing! Gevaarlijke span-
ning.
Elektrische aansluiting
Dit apparaat moet worden geaard.
Zorg er voor dat de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomtoevoer.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegspluggen en ver-
lengsnoeren. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met het service-
centrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en ka-
bel niet knakken of beschadigd raken
achter het apparaat.
Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het appa-
raat los te koppelen. Trek altijd aan de
stekker.
Service-afdeling
Alleen een erkende persoon mag dit ap-
paraat repareren. Neem contact op met
het servicecentrum.
Gebruik alleen originele reserveonderde-
len.
Het apparaat wegdoen
Om lichamelijk letsel of schade te voorko-
men:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat er kinderen of huisdieren
in het apparaat vast komen te zitten. Er
bestaat gevaar voor verstikking.
Gooi het apparaat weg bij uw lokale af-
valverwerkingsbedrijf.
Waarschuwing! Het afwasmiddel is
gevaarlijk en kan corrosie
veroorzaken!
Als er een ongeval met deze afwas-
middelen optreedt, neemt u onmid-
dellijk contact op met een arts.
Als het afwasmiddel in iemands
mond komt, neemt u onmiddellijk
contact op met een arts.
Als het afwasmiddel in iemands ogen
komt, neemt u onmiddellijk contact
op met een arts en maakt u de ogen
schoon met water.
Berg alle wasmiddelen op een veilige
plaats, buiten het bereik van kinde-
ren, op.
Laat de deur van het apparaat niet
open staan als er afwasmiddel in het
afwasmiddelbakje zit.
Vul het afwasmiddelbakje alleen
voordat u een wasprogramma start.
4
Beschrijving van het product
1 Bovenrek
2 Waterhardheidsknop
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
Bedieningspaneel
45
3
21
A B
5
1 Aan-/uit-toets
2 Indicatielampjes programma
3 Indicatielampjes
4 Programmakeuzetoets
5 Toets uitgestelde start
Indicatielampjes
Einde programma Het controlelampje gaat branden als:
Het afwasprogramma is voltooid
Het niveau van de waterontharder wordt ingesteld.
Bij het in- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Als het apparaat een storing vertoont.
Glansmiddel
1)
Het indicatielampje gaat aan wanneer het glansmiddeldoseerbak-
je bijgevuld moet worden.
Zout
1)
Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. Zie
hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwasser'.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan nadat u het re-
servoir heeft bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de
werking van het apparaat.
1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet
aan als er een afwasprogramma loopt.
Programmakeuzetoets
Met deze toets kunt u:
Het afwasprogramma selecteren. Zie
'Een wasprogramma selecteren en star-
ten'.
Het niveau van de waterontharder instel-
len. Zie 'De waterontharder instellen'.
De geluidssignalen in- of uitschakelen.
Een lopend wasprogramma annuleren.
Zie 'Een wasprogramma selecteren en
starten'.
Programmalampjes A en B
Deze lampjes hebben tevens een hulpfunc-
tie als u:
Het niveau van de waterontharder instelt.
De geluidssignalen in- of uitschakelt.
Toets Uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om het
starten van het afwasprogramma met 3 uur
uit te stellen. Zie 'Een wasprogramma se-
lecteren en starten'.
Instelmodus
Het apparaat moet in de instelmodus
staan voor de volgende bewerkingen:
Het selecteren en starten van een was-
programma.
Het niveau van de waterontharder elek-
tronisch instellen.
Het in-/uitschakelen van de geluidssigna-
len.
Op de aan/uit-toets drukt. Het apparaat
staat in de instelmodus als:
Alle programmalampjes uit zijn en het in-
dicatorlampje Einde programma knippert.
Als u op de aan/uit-toets drukt. Het
apparaat staat niet in de instelmodus
als:
Slechts één programma-indicatielampje
aan gaat.
Annuleer het programma om terug te
keren naar de instelmodus. Zie 'Een
wasprogramma selecteren en starten'.
Geluidssignalen
U hoort de geluidssignalen als:
Het wasprogramma beëindigd is.
Het apparaat een storing ondervindt.
Volg deze stappen om de geluidssignalen
uit te schakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de toets programmakeuze inge-
drukt totdat het programmalampje A
gaat knipperen en programmalampje B
gaat branden.
4. Als het programmalampje A knippert en
het programmalampje B gaat branden,
6
druk dan onmiddellijk opnieuw de pro-
grammatoets in.
Het programmalampje A gaat branden
en het programmalampje B begint te
knipperen.
Na enkele seconden gaat het program-
malampje A uit en begint het indicatie-
lampje Einde programma branden. (Het
programmalampje B blijft knipperen).
Er klinken geluidssignalen.
5. Druk weer op de programmatoets. Het
indicatielampje Einde programma gaat
uit.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
6. Schakel het apparaat uit om de bewer-
king op te slaan.
Volg deze stappen om de geluidssignalen
opnieuw in te schakelen:
1. Volg de procedure om de geluidssigna-
len uit te schakelen van punt 1 t.e.m.
punt 4.
2. Het programmalampje A gaat uit. Het
indicatielampje Einde programma is uit.
(Het programmalampje B blijft knippe-
ren).
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
3. Druk weer op de programmatoets. Het
controlelampje Einde programma gaat
branden.
Er klinken geluidssignalen.
4. Schakel het apparaat uit om de bewer-
king op te slaan.
Bediening van het apparaat
1. Controleer of het ingestelde niveau van
de waterontharder juist is voor de wa-
terhardheid in uw omgeving. Als dat niet
het geval is, dan stelt u de wateronthar-
der in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor af-
wasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de af-
wasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het ty-
pe lading en de mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de
juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het wasprogramma.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en
zouten van de watertoevoer. Deze minera-
len en zouten kunnen schade aan het ap-
paraat toebrengen.
Pas het niveau van de waterontharder aan
als dit niveau niet overeenstemt met de
hardheid van het water in uw omgeving.
Neem contact op met uw plaatselijke wa-
terinstantie voor informatie over de hardheid
van het water in uw omgeving.
Waterhardheid
Instelling waterhard-
heid
Duitse graden
(°dH)
Franse graden
(TH°)
mmol/l Clarke-gra-
den
handmatig elek-
tro-
nisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88
2
1)
10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63
2
1)
9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52
2
1)
8
7
Waterhardheid
Instelling waterhard-
heid
Duitse graden
(°dH)
Franse graden
(TH°)
mmol/l Clarke-gra-
den
handmatig elek-
tro-
nisch
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45
2
1)
7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35
2
1)
6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
2
1)
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
2)
1
2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
U moet de waterontharder handmatig
en elektronisch instellen.
Handmatig instellen
Zet de schijf voor de waterhardheid in stand
1 of 2 (zie de tabel).
Elektronische aanpassing
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de toets programmakeuze inge-
drukt totdat het programmalampje A
gaat knipperen en programmalampje B
gaat branden.
4. Als het programmalampje B uitgaat en
het indicatielampje Einde programma
begint te knipperen, druk de program-
matoets dan opnieuw in. (Het program-
malampje A blijft knipperen).
Vanaf nu is de elektronische aanpassing
van de waterontharder ingeschakeld.
Het indicatielampje Einde programma
vertoont sequenties waarin het knip-
pert met een pauze van enkele se-
conden tussen elke sequentie. Het
aantal knipperingen toont de huidige
afstelling.
Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze,
5 keer knipperen = niveau 5.
5. Druk de programmatoets in om de aan-
passing te wijzigen. Telkens als u op de
programmatoets drukt, gaat de instel-
ling naar het daaropvolgende niveau.
6. Schakel het apparaat uit om de bewer-
king op te slaan.
Wanneer u de waterontharder elektro-
nisch instelt op niveau 1, blijft het zout-
controlelampje niet branden.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Het zoutreservoir vullen:
1. Draai de dop linksom om het zoutreser-
voir te openen.
2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u
vult alleen bij het eerste gebruik zout bij).
3. Gebruik de trechter om het zoutreser-
voir te vullen met zout.
4. Verwijder het zout rond de opening van
het zoutreservoir.
5. Draai de dop rechtsom om het zoutre-
servoir te sluiten.
Het is normaal dat water uit het zoutre-
servoir stroomt wanneer u dit vult met
zout.
8
Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel
8
2
4
5
6
1
7
3
Gebruik van vaatwasmiddelen:
Gebruik niet meer dan de juiste hoe-
veelheid afwasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg het advies van de afwasmiddelfa-
brikant op de verpakking.
Volg deze stappen om het afwasmiddel-
bakje te vullen:
1.
Druk op de vrijgaveknop
2
om het dek-
sel
8
van het afwasmiddelbakje te ope-
nen.
2. Doe het afwasmiddeltablet in het afwas-
middeldoseerbakje
3
.
3. Als het afwasprogramma over een voor-
spoelfase beschikt, plaats dan een klei-
ne dosis afwasmiddel in het afwasmid-
delbakje voor voorspoelen
1
.
4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt,
plaatst u deze in het afwasmiddelbakje
3
.
5. Sluit het afwasmiddelbakje. Druk op het
deksel totdat het op zijn plaats klikt.
Verschillende merken afwasmiddel
hebben een ander oplostraject. Som-
mige afwasmiddeltabletten geven niet
het beste reinigingsresultaat tijdens
korte wasprogramma's. Gebruik lange
wasprogramma's wanneer u vaatwas-
tabletten gebruikt.
Gebruik van glansspoelmiddel
Met glansmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd.
Het glansmiddeldoseerbakje voegt au-
tomatisch glansmiddel toe tijdens de
laatste keer spoelen.
Voer deze stappen uit om het glansmiddel-
doseerbakje bij te vullen:
1.
Druk op de vrijgaveknop
5
om het dek-
sel
7
van het glansmiddeldoseerbakje
te openen.
2.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
4
met
glansmiddel. De markering 'max' toont
het maximale niveau.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen
9
dat er te veel schuim ontstaat tijdens het
afwassen.
4. Sluit het glansmiddeldoseerbakje. Druk
op het deksel totdat het op zijn plaats
klikt.
Stel de glansmiddeldosering in
Fabrieksinstelling: stand 4..
U kunt de dosering van het glansmiddel in-
stellen tussen stand 1 (laagste dosering) en
stand 6 (hoogste dosering).
Draai de glansmiddelknop om de dosering
te verhogen of verlagen
6
.
Gebruik van gecombineerde
afwastabletten
Deze tabletten bevatten middelen zoals af-
wasmiddel, glansmiddel en regenereerzout.
Sommige soorten tabletten kunnen andere
middelen bevatten.
Als u tabletten gebruikt die zout en glans-
middel bevatten, is het niet nodig om de
doseerbakjes voor zout en glansmiddel te
vullen. Het indicatielampje voor glansmiddel
blijft branden als het apparaat is ingescha-
keld.
Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor
de waterhardheid in uw omgeving (raad-
pleeg de instructies op de verpakking van
de producten).
1. Stel de waterontharder op het laagste
niveau in. Zie 'De waterontharder instel-
len'.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in
op de laagste stand. Zie hoofdstuk 'Ge-
bruik van afwasmiddel en glansmiddel'.
Weer apart afwasmiddel, zout en
glansmiddel gebruiken
1. Vul het zoutreservoir en het glansmid-
deldoseerbakje.
2. Stel de waterontharder op het hoogste
niveau in.
3. Start een afwasprogramma zonder ser-
viesgoed.
4. Als het afwasprogramma is voltooid, wij-
zigt u de waterontharder in de water-
hardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
De vaatwasser inruimen
Adviezen
Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Verwijder alle voedselresten van de voor-
werpen.
Maak aangebrande voedselresten op de
voorwerpen zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, gla-
zen en pannen) met de opening naar be-
neden.
Zorg ervoor dat zich geen water kan op-
hopen in opbergdozen of kommen.
Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar liggen.
Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet
aanraken.
Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
Meng lepels met ander bestek om te
voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
Als u de voorwerpen in de manden
plaatst, zorg er dan voor dat het water al-
le oppervlakken kan bereiken.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet ver-
schuiven.
Waterdruppels kunnen zich ophopen op
plastic voorwerpen en antiaanbakpan-
nen.
Onderrek
Plaats steelpannen, deksels, slakommen en
bestek in het onderrek. Rangschik dek-
schalen en grote deksels langs de rand van
het onderrek.
10
U kunt de rijen met punten in het onderrek
laten zakken om ruimte te maken voor pot-
ten, pannen en schalen.
De bestekmand
Plaats vorken en lepels met het handvat
naar beneden.
Plaats messen met het handvat naar bo-
ven.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat ze aan elkaar kleven.
Gebruik het bestekrooster. Als de afmetin-
gen van het bestek het gebruik van de be-
stekroosters voorkomen, verwijder ze dan.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (met
een maximale diameter tot 24 cm), steel-
pannen, slakommen, kopjes en glazen,
koekepannen en pannen Plaats voorwer-
pen zo dat water alle oppervlakken kan be-
reiken.
Zet glazen met een lange voet onderstebo-
ven in de kopjesrekken. Voor grotere voor-
werpen kunnen de kopjesrekken worden
opgeklapt
Hoogteverstelling van het bovenrek
U kunt het bovenrek in twee standen zetten
om de laadflexibiliteit te vergroten.
Let op! Stel de hoogte af voordat u het
bovenrek gebruikt.
Maximale hoogte van borden in:
het boven-
rek
het on-
derrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Laagste stand 24 cm 27 cm
11
Volg deze stappen om het bovenrek in de
bovenste stand te zetten:
1. Verwijder de vergrendelingen (A) van het
bovenrek.
2. Trek het rek naar buiten.
3. Zet het rek in de hoogste stand.
4. Zet de vergrendelingen (A) van het bo-
venrek terug in hun oorspronkelijke
stand.
Let op! Als het rek zich in de hoogste
stand bevindt, kunnen er geen kopjes
in de kopjesrekken geplaatst worden.
Een afwasprogramma selecteren en starten
Een wasprogramma selecteren en
starten zonder uitgestelde start
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Selecteer een wasprogramma. Blijf de
programmatoets indrukken tot het cor-
responderende programmalampje ver-
bonden aan het wasprogramma gaat
branden. Zie de tabel 'Wasprogram-
ma's'.
4. Sluit de deur van het apparaat. Het
wasprogramma start automatisch.
Een wasprogramma selecteren en
starten met uitgestelde start
1. Schakel het apparaat in en selecteer
een wasprogramma.
2. Druk op de toets uitgestelde start
Het controlelampje uitgestelde start
gaat branden
3. Sluit de deur van het apparaat.
Het aftellen start automatisch.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma automa-
tisch gestart.
Het openen van de deur van het appa-
raat onderbreekt het aftelproces. Als u
de deur weer sluit, gaat het aftellen ver-
der vanaf het punt van onderbreking.
Het afwasprogramma onderbreken
Open de deur van het apparaat.
Het afwasprogramma stopt.
Sluit de deur van het apparaat.
Het afwasprogramma gaat verder van-
af het punt waar het werd onderbro-
ken.
Het annuleren van een wasprogramma
of een uitgestelde start
Indien een wasprogramma of een uit-
gestelde start nog niet is begonnen,
kunt u de selectie veranderen.
Indien een wasprogramma of een uit-
gestelde start is begonnen, kunt u de
selectie niet veranderen. Het waspro-
gramma of de uitgestelde start moet
worden geannuleerd om een nieuwe
selectie te maken.
Het annuleren van een wasprogramma
1. Houd de programmatoets ingedrukt tot
het programmalampje uit gaat.
2. Controleer of er afwasmiddel in het af-
wasmiddeldoseerbakje aanwezig is
voordat u een nieuw afwasprogramma
start.
Het annuleren van een uitgestelde start
1. Houd de programmatoets ingedrukt tot
de programma- en uitgestelde start
lampjes uitgaan.
2. Druk op de programmatoets om een
nieuw wasprogramma te selecteren.
Aan het einde van het
afwasprogramma
Stopt het apparaat automatisch.
Weerklinken de geluidssignalen.
1. Open de deur van het apparaat.
12
Het indicatielampje einde programma
brandt.
Het groene lampje brandt.
2. Schakel het apparaat uit.
3. Laat de deur een paar minuten op een
kier staan, voor betere droogresultaten.
Verwijder de voorwerpen uit de
manden.
Laat de borden afkoelen voordat u deze
uit het apparaat neemt. Hete borden zijn
gevoelig voor beschadigingen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit.
Er kan water liggen aan de zijkanten en
op de deur van het apparaat. Roestvrij
staal koelt sneller af dan borden.
Wasprogramma's
Programma Soort vuil Type lading Programmabeschrijving
Sterk vervuild Serviesgoed, bestek
en pannen
Voorspoelen
Wassen 70 °C
Spoelgangen
Drogen
Normaal bevuild Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 65 °C
Spoelgangen
Drogen
1)
Net gemaakt vuil Serviesgoed en be-
stek
Wassen 60 °C
Spoelgang
2)
Normaal bevuild Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Spoelgangen
Drogen
Gebruik dit programma om het servies-
goed snel te spoelen. Hierdoor kunnen
voedselresten niet aan het serviesgoed
vastkoeken en ontstaan er geen vieze
geurtjes in het apparaat.
U hoeft voor dit programma geen afwas-
middel te gebruiken.
Spoelgang
1) Met dit programma kunt u een net bevuilde lading wassen. Het biedt goede wasresultaten in een korte duur.
2) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en
energieconsumptie voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie
voor testgegevens.
Verbruiksgegevens
Programma Programmatijd (mi-
nuut)
Energie (kWh) Water (liter)
85-95 1,8-2,0 22-25
100-110 1,4-1,6 19-21
30 0,9 9
130-140 1,0-1,2 14-16
12 0,1 5
13
De druk en temperatuur van het water,
de variaties in stroomtoevoer en de
hoeveelheid vaat kan deze waarden
veranderen.
Onderhoud en reiniging
De filters verwijderen en reinigen
Vuile filters verminderen de wasresultaten.
Het apparaat heeft drie filters:
1. grove filter (A)
2. microfilter (B)
3. platte filter (C)
A
B
C
A
B
C
1. Draai het handvat van het microfilter (B)
een kwartslag naar links om het filter-
systeem te ontgrendelen.
2. Verwijder het filtersysteem.
3. Houd het grove filter (A) handmatig uit
de opening.
4. Verwijder het grove filter (A) van het mi-
crofilter (B).
5. Verwijder het platte filter (C) uit de bo-
dem van het apparaat.
D
6. Maak de filters schoon onder stromend
water.
7. Zet de platte filter (C) op zijn oorspron-
kelijke plaats. Zorg ervoor dat ze goed
worden gemonteerd onder de twee ge-
leiders (D).
8. Plaats het grove filter (A) in het microfil-
ter (B) en druk ze tegen elkaar.
9. Zet het filtersysteem op zijn plaats.
10. Draai het handvat van het microfilter (B)
naar rechts totdat het op z'n plek klikt.
Zo vergrendelt u het filtersysteem.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproei-
armen hebben verstopt, verwijder deze dan
met een smal en puntig voorwerp.
De buitenoppervlakken reinigen
Reinig de buitenoppervlakken van het ap-
paraat en het bedieningspaneel met een
vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmidde-
len.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton).
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te los-
sen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt
contact op met de service-afdeling.
14
Storing Storingscode Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat
wordt niet ge-
vuld met water.
Het indicatielampje van
het programma dat lo-
pende is, knippert.
Het indicatielampje Ein-
de programma knippert
één keer.
De waterkraan is ver-
stopt of aangezet met
kalkaanslag.
Maak de waterkraan
schoon.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met
de waterleidingsmaat-
schappij.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan
open.
Het filter in de water-
aanvoerslang is ver-
stopt.
Maak het filter schoon.
De aansluiting van de
wateraanvoerslang is
niet correct.
Zorg dat de aansluiting
altijd correct is.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
Verzeker u ervan dat de
watertoevoerslang niet
is beschadigd.
Het apparaat
pompt geen wa-
ter weg.
Het indicatielampje van
het programma dat lo-
pende is, knippert.
Het indicatielampje Ein-
de programma knippert
twee keer.
De gootsteenafvoer is
geblokkeerd.
Ontstop de gootsteen-
afvoer.
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting
altijd correct is.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Verzeker u ervan dat de
waterafvoerslang niet is
beschadigd.
Anti-overstro-
mingsinrichting
werkt.
Het indicatielampje van
het programma dat lo-
pende is, knippert.
Het indicatielampje Ein-
de programma knippert
drie keer.
Draai de waterkraan
dicht en neem contact
op met de service-afde-
ling.
Het programma
begint niet.
De deur van het appa-
raat is open.
Sluit de deur goed.
De stekker is niet aan-
gesloten.
Steek de stekker in het
stopcontact.
De zekering in de me-
terkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De uitgestelde start is
ingesteld.
Zie 'Een wasprogram-
ma selecteren en star-
ten' als u de uitgestelde
start wilt annuleren.
Schakel het apparaat na de controle in. Het
programma gaat verder vanaf het punt
waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem
dan contact op met onze service-afdeling.
15
Voor andere, niet in de tabel beschreven
storingscodes, dient u contact op te nemen
met onze service-afdeling.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te no-
teren:
Model (MOD.) ....................
Productnummer (PNC) ....................
Serienummer (S.N.) ....................
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De borden zijn niet schoon. Het geselecteerde afwaspro-
gramma is niet geschikt voor
het type lading en mate van
vervuiling.
Zorg ervoor dat het afwaspro-
gramma geschikt is voor het ty-
pe lading en mate van vervui-
ling.
De rekken zijn niet goed inge-
deeld, zodat het water er niet
aan alle kanten bij kan.
Vul de rekken op de juiste ma-
nier.
De sproeiarmen kunnen niet vrij
draaien als gevolg van een on-
juiste plaatsing van het servies-
goed.
Zorg ervoor dat een goede
plaatsing van het serviesgoed
de sproeiarmen niet blokkeert.
De filters zijn vuil of niet juist
gemonteerd en geplaatst.
Zorg ervoor dat de filters
schoon zijn en op de juiste ma-
nier gemonteerd en geïnstal-
leerd.
Er is te weinig of geen afwas-
middel gebruikt.
Zorg voor voldoende afwasmid-
del.
Er zitten kalkresten op de bor-
den.
Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout
voor afwasmachines.
Foutieve instelling waterhard-
heid
Stel de waterontharder af.
Het deksel van het zoutreser-
voir is niet goed gesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het
zoutreservoir goed gesloten is.
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem.
De dosering van het glansmid-
del is te hoog.
Verminder de glansmiddeldose-
ring.
Opgedroogde waterdruppels
op de glazen en de borden.
De dosering van het glansmid-
del is te laag.
Verhoog de dosering van het
glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oor-
zaak zijn.
Gebruik een ander merk afwas-
middel.
Het serviesgoed is nat. U heeft een afwasprogramma
ingesteld zonder droogfase of
met een verkorte droogfase.
Laat de deur van de afwasauto-
maat een paar minuten op een
kier staan voordat u het ser-
viesgoed uit de machine haalt.
Het serviesgoed is nat en dof. Het glansmiddeldoseerbakje is
leeg.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
met glansmiddel.
Technische gegevens
Afmeting Breedte 596 mm
Hoogte 818-878 mm
16
Diepte 555 mm
Leidingwaterdruk Minimaal 0.5 bar (0.05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water of warm water maximaal 60 °C
Capaciteit Couverts 12
1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
Informatie over de elektrische aanslui-
ting staat op het typeplaatje op de bin-
nenrand van de deur van het apparaat.
Gebruik een heet watervoorziening om
het energieverbruik te verminderen, als
het hete water door alternatieve, milieu-
vriendelijkere energiebronnen geprodu-
ceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaï-
sche panelen en wind).
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte ver-
zamelcontainer om het te recyclen.
17
Doelmatig en Stijlvol
Telefoon afdeling service en onderdelen:
Pelgrim service: Tel. 0900-55 50 003:
Fax: +31 (0)26-88 21 333
Numéro de téléphone du service après-vente
et des pièces détachées
Pelgrim S.A. Belgique
Zone Industrielle, Keerstraat 1
B-9420 Erpe-Mere
Tél.: (053) 80 62 08
Fax: (053) 80 60 57
156953560-A-372010

Documenttranscriptie

2 Inhoud Veiligheidsinformatie Beschrijving van het product Bedieningspaneel Bediening van het apparaat De waterontharder instellen Gebruik van zout voor de vaatwasser Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel 2 5 5 7 7 8 9 De vaatwasser inruimen 10 Een afwasprogramma selecteren en starten 12 Wasprogramma's 13 Onderhoud en reiniging 14 Problemen oplossen 14 Technische gegevens 16 Milieubescherming 17 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken: • Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen. • Om het milieu te helpen. • voor de correcte werking van het apparaat. Houd deze instructies altijd in de buurt van het apparaat, ook als u verhuist of het apparaat aan iemand anders geeft. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Algemene veiligheid • De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit het apparaat. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Houd de deur van het apparaat niet open zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u persoonlijk letsel en vallen op een open deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Gebruik • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden om persoonlijk letsel en schade aan uw eigendommen te voorkomen. • Gebruik het apparaat alleen om accessoires dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Risico op explosie of brand. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek of in het messenrek. (Niet alle modellen hebben een messenrek). • Gebruik alleen gespecificeerde producten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). • Zout dat niet gespecificeerd is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder. • Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start. Zout dat in het apparaat is achtergebleven, kan roest veroorzaken of een gat in de onderkant van het apparaat maken. 3 • Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen dan glansspoelmiddel (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een wasprogramma wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een risico op brandwonden. • Verwijder pas borden uit het apparaat als het wasprogramma is voltooid. Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken. • Gebruik geen ontvlambare producten of producten die corrosie kunnen veroorzaken. • Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geïnstalleerd. Een onjuiste installatie levert onbevredigende wasresultaten en schade aan het apparaat op. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Gevaar op een elektrische schok en schade aan het apparaat. Montage • Zorg ervoor dat het apparaat niet is beschadigd. Installeer een beschadigd apparaat niet en sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem contact op met de leverancier. • Verwijder alle verpakking voordat u het apparaat installeert en gebruikt. • Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgieterswerk en de installatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen. • Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald. • Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. • Belangrijk! Houd u aan de instructies in de sjabloon die met het apparaat zijn meegeleverd: – Installatie van het apparaat. – Voor het in elkaar zetten van de deur. – Het aansluiten van de watertoevoer en -afvoer. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. Voorzorgsmaatregelen bij vorst • Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0°C komt. • De fabrikant is niet aansprakelijk voor enige schade door bevriezing. Aansluiting aan de waterleiding • Gebruik nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Gebruik geen gebruikte slangen. • Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan. • Zorg ervoor dat de waterslangen niet knakken of beschadigd raken bij installatie van het apparaat. • Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen. • Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen niet lek zijn. • De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een dubbel omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. De watertoevoerslang staat alleen onder druk wanneer er water stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang aanwezig is, onderbreekt de veiligheidsklep de stroom van het water. – Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit: – Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen. – Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. – Laat alleen de service-afdeling de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repareren. 4 Waarschuwing! Gevaarlijke spanning. Elektrische aansluiting • Dit apparaat moet worden geaard. • Zorg er voor dat de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomtoevoer. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegspluggen en verlengsnoeren. Er kan brand ontstaan. • Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum. • Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat. • Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Service-afdeling • Alleen een erkende persoon mag dit apparaat repareren. Neem contact op met het servicecentrum. • Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het apparaat wegdoen • Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen: – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat er kinderen of huisdieren in het apparaat vast komen te zitten. Er bestaat gevaar voor verstikking. – Gooi het apparaat weg bij uw lokale afvalverwerkingsbedrijf. Waarschuwing! Het afwasmiddel is gevaarlijk en kan corrosie veroorzaken! • Als er een ongeval met deze afwasmiddelen optreedt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts. • Als het afwasmiddel in iemands mond komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts. • Als het afwasmiddel in iemands ogen komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts en maakt u de ogen schoon met water. • Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op. • Laat de deur van het apparaat niet open staan als er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje zit. • Vul het afwasmiddelbakje alleen voordat u een wasprogramma start. 5 Beschrijving van het product 1 2 3 4 5 Bovenrek Waterhardheidsknop Zoutreservoir Afwasmiddeldoseerbakje Glansmiddeldoseerbakje 6 7 8 9 Typeplaatje Filters Onderste sproeiarm Bovenste sproeiarm Bedieningspaneel 1 2 5 4 A B 3 6 1 2 3 4 5 Aan-/uit-toets Indicatielampjes programma Indicatielampjes Programmakeuzetoets Toets uitgestelde start Indicatielampjes Einde programma Het controlelampje gaat branden als: • Het afwasprogramma is voltooid • Het niveau van de waterontharder wordt ingesteld. • Bij het in- of uitschakelen van de geluidssignalen. • Als het apparaat een storing vertoont. Glansmiddel 1) Het indicatielampje gaat aan wanneer het glansmiddeldoseerbakje bijgevuld moet worden. Zout 1) Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwasser'. Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan nadat u het reservoir heeft bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. 1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een afwasprogramma loopt. Programmakeuzetoets Met deze toets kunt u: • Het afwasprogramma selecteren. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'. • Het niveau van de waterontharder instellen. Zie 'De waterontharder instellen'. • De geluidssignalen in- of uitschakelen. • Een lopend wasprogramma annuleren. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'. Programmalampjes A en B Deze lampjes hebben tevens een hulpfunctie als u: • Het niveau van de waterontharder instelt. • De geluidssignalen in- of uitschakelt. Toets Uitgestelde start Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het afwasprogramma met 3 uur uit te stellen. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'. Instelmodus Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende bewerkingen: • Het selecteren en starten van een wasprogramma. • Het niveau van de waterontharder elektronisch instellen. • Het in-/uitschakelen van de geluidssignalen. Op de aan/uit-toets drukt. Het apparaat staat in de instelmodus als: • Alle programmalampjes uit zijn en het indicatorlampje Einde programma knippert. Als u op de aan/uit-toets drukt. Het apparaat staat niet in de instelmodus als: • Slechts één programma-indicatielampje aan gaat. – Annuleer het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'. Geluidssignalen U hoort de geluidssignalen als: • Het wasprogramma beëindigd is. • Het apparaat een storing ondervindt. Volg deze stappen om de geluidssignalen uit te schakelen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de toets programmakeuze ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B gaat branden. 4. Als het programmalampje A knippert en het programmalampje B gaat branden, 7 druk dan onmiddellijk opnieuw de programmatoets in. Het programmalampje A gaat branden en het programmalampje B begint te knipperen. Na enkele seconden gaat het programmalampje A uit en begint het indicatielampje Einde programma branden. (Het programmalampje B blijft knipperen). – Er klinken geluidssignalen. 5. Druk weer op de programmatoets. Het indicatielampje Einde programma gaat uit. – De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 6. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan. 2. Het programmalampje A gaat uit. Het indicatielampje Einde programma is uit. (Het programmalampje B blijft knipperen). – De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 3. Druk weer op de programmatoets. Het controlelampje Einde programma gaat branden. – Er klinken geluidssignalen. 4. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan. Volg deze stappen om de geluidssignalen opnieuw in te schakelen: 1. Volg de procedure om de geluidssignalen uit te schakelen van punt 1 t.e.m. punt 4. Bediening van het apparaat 1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. Stel het juiste programma in voor het type lading en de mate van vervuiling. 6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. 7. Start het wasprogramma. De waterontharder instellen De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Deze mineralen en zouten kunnen schade aan het apparaat toebrengen. Pas het niveau van de waterontharder aan als dit niveau niet overeenstemt met de hardheid van het water in uw omgeving. Neem contact op met uw plaatselijke waterinstantie voor informatie over de hardheid van het water in uw omgeving. Instelling waterhardheid Waterhardheid Duitse graden (°dH) Franse graden (TH°) mmol/l Clarke-graden handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 1) 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 1) 9 2 1) 8 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8 Instelling waterhardheid Waterhardheid Duitse graden (°dH) Franse graden (TH°) mmol/l Clarke-graden handmatig elektronisch 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 1) 7 2 1) 6 2 1) 5 1) 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0,7 <5 1 2) 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. Handmatig instellen Zet de schijf voor de waterhardheid in stand 1 of 2 (zie de tabel). Elektronische aanpassing 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de toets programmakeuze ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B gaat branden. 4. Als het programmalampje B uitgaat en het indicatielampje Einde programma begint te knipperen, druk de programmatoets dan opnieuw in. (Het programmalampje A blijft knipperen). Vanaf nu is de elektronische aanpassing van de waterontharder ingeschakeld. – Het indicatielampje Einde programma vertoont sequenties waarin het knippert met een pauze van enkele seconden tussen elke sequentie. Het aantal knipperingen toont de huidige afstelling. – Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen = niveau 5. 5. Druk de programmatoets in om de aanpassing te wijzigen. Telkens als u op de programmatoets drukt, gaat de instelling naar het daaropvolgende niveau. 6. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan. Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden. Gebruik van zout voor de vaatwasser Het zoutreservoir vullen: 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u vult alleen bij het eerste gebruik zout bij). 3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir te vullen met zout. 4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met zout. 9 Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel 1 2 3 4 5 ne dosis afwasmiddel in het afwasmiddelbakje voor voorspoelen 1 . 4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, plaatst u deze in het afwasmiddelbakje 3 . 5. Sluit het afwasmiddelbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt. 6 Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's wanneer u vaatwastabletten gebruikt. 8 7 Gebruik van vaatwasmiddelen: Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te beschermen. Volg het advies van de afwasmiddelfabrikant op de verpakking. Volg deze stappen om het afwasmiddelbakje te vullen: 1. Druk op de vrijgaveknop 2 om het deksel 8 van het afwasmiddelbakje te openen. 2. Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje 3 . 3. Als het afwasprogramma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een klei- Gebruik van glansspoelmiddel Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het glansmiddeldoseerbakje voegt automatisch glansmiddel toe tijdens de laatste keer spoelen. Voer deze stappen uit om het glansmiddeldoseerbakje bij te vullen: 1. Druk op de vrijgaveknop 5 om het deksel 7 van het glansmiddeldoseerbakje te openen. 2. Vul het glansmiddeldoseerbakje 4 met glansmiddel. De markering 'max' toont het maximale niveau. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen 10 dat er te veel schuim ontstaat tijdens het afwassen. 4. Sluit het glansmiddeldoseerbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt. Stel de glansmiddeldosering in Fabrieksinstelling: stand 4.. U kunt de dosering van het glansmiddel instellen tussen stand 1 (laagste dosering) en stand 6 (hoogste dosering). Draai de glansmiddelknop om de dosering te verhogen of verlagen 6 . Gebruik van gecombineerde afwastabletten Deze tabletten bevatten middelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en regenereerzout. Sommige soorten tabletten kunnen andere middelen bevatten. Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten, is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glansmiddel te vullen. Het indicatielampje voor glansmiddel blijft branden als het apparaat is ingeschakeld. Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving (raadpleeg de instructies op de verpakking van de producten). 1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in. Zie 'De waterontharder instellen'. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand. Zie hoofdstuk 'Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel'. Weer apart afwasmiddel, zout en glansmiddel gebruiken 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. 2. Stel de waterontharder op het hoogste niveau in. 3. Start een afwasprogramma zonder serviesgoed. 4. Als het afwasprogramma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. De vaatwasser inruimen Adviezen • Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen. • Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter. • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg ervoor dat zich geen water kan ophopen in opbergdozen of kommen. • Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. • Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet aanraken. • Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven. • Als u de voorwerpen in de manden plaatst, zorg er dan voor dat het water alle oppervlakken kan bereiken. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven. • Waterdruppels kunnen zich ophopen op plastic voorwerpen en antiaanbakpannen. Onderrek Plaats steelpannen, deksels, slakommen en bestek in het onderrek. Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek. 11 Gebruik het bestekrooster. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan. Bovenrek Het bovenrek is geschikt voor borden (met een maximale diameter tot 24 cm), steelpannen, slakommen, kopjes en glazen, koekepannen en pannen Plaats voorwerpen zo dat water alle oppervlakken kan bereiken. U kunt de rijen met punten in het onderrek laten zakken om ruimte te maken voor potten, pannen en schalen. Zet glazen met een lange voet ondersteboven in de kopjesrekken. Voor grotere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt De bestekmand Plaats vorken en lepels met het handvat naar beneden. Plaats messen met het handvat naar boven. Hoogteverstelling van het bovenrek U kunt het bovenrek in twee standen zetten om de laadflexibiliteit te vergroten. Let op! Stel de hoogte af voordat u het bovenrek gebruikt. Maximale hoogte van borden in: Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven. het bovenrek het onderrek Bovenste stand 20 cm 31 cm Laagste stand 24 cm 27 cm 12 Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste stand te zetten: 1. Verwijder de vergrendelingen (A) van het bovenrek. 2. Trek het rek naar buiten. 3. Zet het rek in de hoogste stand. 4. Zet de vergrendelingen (A) van het bovenrek terug in hun oorspronkelijke stand. Let op! Als het rek zich in de hoogste stand bevindt, kunnen er geen kopjes in de kopjesrekken geplaatst worden. Een afwasprogramma selecteren en starten Een wasprogramma selecteren en starten zonder uitgestelde start 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Selecteer een wasprogramma. Blijf de programmatoets indrukken tot het corresponderende programmalampje verbonden aan het wasprogramma gaat branden. Zie de tabel 'Wasprogramma's'. 4. Sluit de deur van het apparaat. Het wasprogramma start automatisch. Een wasprogramma selecteren en starten met uitgestelde start 1. Schakel het apparaat in en selecteer een wasprogramma. 2. Druk op de toets uitgestelde start – Het controlelampje uitgestelde start gaat branden 3. Sluit de deur van het apparaat. – Het aftellen start automatisch. – Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart. Het openen van de deur van het apparaat onderbreekt het aftelproces. Als u de deur weer sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking. Het afwasprogramma onderbreken • Open de deur van het apparaat. – Het afwasprogramma stopt. • Sluit de deur van het apparaat. – Het afwasprogramma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Het annuleren van een wasprogramma of een uitgestelde start Indien een wasprogramma of een uitgestelde start nog niet is begonnen, kunt u de selectie veranderen. Indien een wasprogramma of een uitgestelde start is begonnen, kunt u de selectie niet veranderen. Het wasprogramma of de uitgestelde start moet worden geannuleerd om een nieuwe selectie te maken. Het annuleren van een wasprogramma 1. Houd de programmatoets ingedrukt tot het programmalampje uit gaat. 2. Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is voordat u een nieuw afwasprogramma start. Het annuleren van een uitgestelde start 1. Houd de programmatoets ingedrukt tot de programma- en uitgestelde start lampjes uitgaan. 2. Druk op de programmatoets om een nieuw wasprogramma te selecteren. Aan het einde van het afwasprogramma • Stopt het apparaat automatisch. • Weerklinken de geluidssignalen. 1. Open de deur van het apparaat. 13 – Het indicatielampje einde programma brandt. – Het groene lampje brandt. 2. Schakel het apparaat uit. 3. Laat de deur een paar minuten op een kier staan, voor betere droogresultaten. • Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. • Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. Verwijder de voorwerpen uit de manden. • Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. Wasprogramma's Programma Soort vuil Type lading Programmabeschrijving Sterk vervuild Serviesgoed, bestek en pannen Voorspoelen Wassen 70 °C Spoelgangen Drogen Normaal bevuild Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 65 °C Spoelgangen Drogen Net gemaakt vuil Serviesgoed en bestek Wassen 60 °C Spoelgang Normaal bevuild Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 50 °C Spoelgangen Drogen 1) 2) Gebruik dit programma om het serviesgoed snel te spoelen. Hierdoor kunnen voedselresten niet aan het serviesgoed vastkoeken en ontstaan er geen vieze geurtjes in het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. Spoelgang 1) Met dit programma kunt u een net bevuilde lading wassen. Het biedt goede wasresultaten in een korte duur. 2) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en energieconsumptie voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie voor testgegevens. Verbruiksgegevens Programma Programmatijd (minuut) Energie (kWh) Water (liter) 85-95 1,8-2,0 22-25 100-110 1,4-1,6 19-21 30 0,9 9 130-140 1,0-1,2 14-16 12 0,1 5 14 De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid vaat kan deze waarden veranderen. Onderhoud en reiniging De filters verwijderen en reinigen Vuile filters verminderen de wasresultaten. Het apparaat heeft drie filters: 1. grove filter (A) 2. microfilter (B) 3. platte filter (C) D A B C 1. Draai het handvat van het microfilter (B) een kwartslag naar links om het filtersysteem te ontgrendelen. 6. Maak de filters schoon onder stromend water. 7. Zet de platte filter (C) op zijn oorspronkelijke plaats. Zorg ervoor dat ze goed worden gemonteerd onder de twee geleiders (D). 8. Plaats het grove filter (A) in het microfilter (B) en druk ze tegen elkaar. 9. Zet het filtersysteem op zijn plaats. 10. Draai het handvat van het microfilter (B) naar rechts totdat het op z'n plek klikt. Zo vergrendelt u het filtersysteem. De sproeiarmen reinigen Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp. 2. Verwijder het filtersysteem. 3. Houd het grove filter (A) handmatig uit de opening. 4. Verwijder het grove filter (A) van het microfilter (B). 5. Verwijder het platte filter (C) uit de bodem van het apparaat. De buitenoppervlakken reinigen Reinig de buitenoppervlakken van het apparaat en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton). Problemen oplossen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de service-afdeling. 15 Storing Het apparaat wordt niet gevuld met water. Het apparaat pompt geen water weg. Anti-overstromingsinrichting werkt. Storingscode • Het indicatielampje van het programma dat lopende is, knippert. • Het indicatielampje Einde programma knippert één keer. • Het indicatielampje van het programma dat lopende is, knippert. • Het indicatielampje Einde programma knippert twee keer. Mogelijke oorzaak Maak de waterkraan schoon. De waterdruk is te laag. Neem contact op met de waterleidingsmaatschappij. De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt. Maak het filter schoon. De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. De watertoevoerslang is beschadigd. Verzeker u ervan dat de watertoevoerslang niet is beschadigd. De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. De waterafvoerslang is beschadigd. Verzeker u ervan dat de waterafvoerslang niet is beschadigd. • Het indicatielampje van het programma dat lopende is, knippert. • Het indicatielampje Einde programma knippert drie keer. Het programma begint niet. Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Mogelijke oplossing De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de service-afdeling. De deur van het apparaat is open. Sluit de deur goed. De stekker is niet aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact. De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering. De uitgestelde start is ingesteld. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten' als u de uitgestelde start wilt annuleren. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling. 16 Voor andere, niet in de tabel beschreven storingscodes, dient u contact op te nemen met onze service-afdeling. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) .................... Productnummer (PNC) .................... Serienummer (S.N.) .................... De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Probleem De borden zijn niet schoon. Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. Zorg ervoor dat het afwasprogramma geschikt is voor het type lading en mate van vervuiling. De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. Vul de rekken op de juiste manier. De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. Zorg ervoor dat een goede plaatsing van het serviesgoed de sproeiarmen niet blokkeert. De filters zijn vuil of niet juist gemonteerd en geplaatst. Zorg ervoor dat de filters schoon zijn en op de juiste manier gemonteerd en geïnstalleerd. Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Zorg voor voldoende afwasmiddel. Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. Foutieve instelling waterhardheid Stel de waterontharder af. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten. Zorg ervoor dat de dop van het zoutreservoir goed gesloten is. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem. De dosering van het glansmiddel is te hoog. Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden. De dosering van het glansmiddel is te laag. Verhoog de dosering van het glansmiddel. Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Gebruik een ander merk afwasmiddel. Het serviesgoed is nat. U heeft een afwasprogramma ingesteld zonder droogfase of met een verkorte droogfase. Laat de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt. Het serviesgoed is nat en dof. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. Er zitten kalkresten op de borden. Technische gegevens Afmeting Breedte 596 mm Hoogte 818-878 mm 17 Diepte Leidingwaterdruk 555 mm Minimaal 0.5 bar (0.05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Watertoevoer 1) Koud water of warm water maximaal 60 °C Capaciteit Couverts 12 1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad. Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje op de binnenrand van de deur van het apparaat. Gebruik een heet watervoorziening om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Doelmatig en Stijlvol Telefoon afdeling service en onderdelen: Pelgrim service: Tel. 0900-55 50 003: Fax: +31 (0)26-88 21 333 156953560-A-372010 Numéro de téléphone du service après-vente et des pièces détachées Pelgrim S.A. Belgique Zone Industrielle, Keerstraat 1 B-9420 Erpe-Mere Tél.: (053) 80 62 08 Fax: (053) 80 60 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Pelgrim GVW537RVS Handleiding

Type
Handleiding