Documenttranscriptie
4
Contents
Opmerkingen, kennisgevingen
en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor
een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van
de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van
schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Afkortingen en acroniemen
Raadpleeg de handleiding voor een volledige lijst van afkortingen en
acroniemen (afhankelijk van het besturingssysteem dubbelklikt u hiervoor
op het pictogram Handleiding op het bureaublad of klikt u op de knop
Start en vervolgens op Help and Support Center (Help en ondersteuning)
en User and system guides (Gebruikers- en systeemhandleidingen)).
Als u een Dell™-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de
verwijzingen naar de Microsoft® Windows®-besturingssystemen in
dit document niet van toepassing.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2003 Dell Computer Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke,
schriftelijke toestemming van Dell Computer Corporation.
Handelsmerken in dit document: Dell, het DELL-logo, TrueMobile, Inspiron, Dell Precision,
Dimension, OptiPlex en Latitude zijn handelsmerken van Dell Computer Corporation; Intel, Pentium
en Celeron zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation; Microsoft en Windows zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation; EMC is een gedeponeerd handelsmerk
van EMC Corporation.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen
ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter aanduiding
van hun producten. Dell Computer Corporation claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht
ten aanzien van andere handelsmerken of handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en
handelsnamen.
Model PP05L
Februari 2003
P/N 1Y369
Rev. A00
Inhoud
WAARSCHUWING: Veiligheidsinstructies
. . . . . . . . . . . .
31
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
Voeding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
32
Batterij
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
33
Algemeen
Luchtverkeer .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
EMC-instructies
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bij gebruik van de computer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ergonomische overwegingen bij het werken
met de computer . . . . . . . . . . . . . .
De computer openen voor onderhoud
35
36
. . . . . . . . . . . . . .
36
. . . . . . . . .
37
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38
Informatie over uw computer vinden
. . . . . . . . . . . . . . .
39
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
De computer instellen
Over de computer
Voorkant .
34
. . . . . . . . . .
Bescherming tegen elektrostatische ontlading
De batterij verwijderen .
34
Zijaanzicht, links
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
44
Zijaanzicht, rechts
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
46
Achterkant .
Onderkant
Een batterij verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
50
Een reservebatterij verwijderen en installeren
Een batterij installeren
47
Dell-diagnoseprogramma uitvoeren
Internationale kennisgevingen
. . . . . . . . . . . . . . . .
50
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
54
Inhoud
29
WAARSCHUWING: Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer
en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
Algemeen
•
Probeer niet zelf onderhoud te plegen aan de computer, tenzij u een opgeleide servicemonteur
bent. Volg altijd de installatie-instructies nauwlettend op.
•
Als u de netadapter gebruikt in combinatie met een verlengsnoer, moet u erop letten dat het
totale stroomverbruik van de producten die u op het verlengsnoer aansluit, niet de maximale
stroombelasting van het verlengsnoer overschrijdt.
•
Duw geen voorwerpen in de lucht- of andere openingen van de computer. Als u dat wel doet,
loopt u het risico brand of een elektrische schok te veroorzaken door kortsluiting in de interne
onderdelen.
•
Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een draagtas
of een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico
van brand of beschadiging van de computer.
•
Plaats de computer niet in de buurt van radiatoren en andere warmtebronnen. Blokkeer nooit
de ventilatieopeningen. Leg geen losse papieren onder de computer en plaats de computer
niet in een ingesloten ruimte in of tegen de muur, noch op een bed, bank of vloerkleed.
•
Plaats de netadapter bij het werken met de computer of het opladen van de batterij op een
plaats waar voldoende luchtcirculatie is, bijvoorbeeld op een bureau of op de vloer. Dek de
netadapter niet af met papier of andere voorwerpen die de koeling belemmeren. Gebruik de
netadapter niet terwijl deze zich in een draagtas bevindt.
•
De netadapter kan bij normaal gebruik van de computer heet worden. Ga tijdens of direct
na het gebruik voorzichtig met de adapter om.
•
Als u de draagbare computer gebruikt, moet u deze niet gedurende langere tijd op de
blote huid plaatsen. De oppervlaktetemperatuur van het apparaat stijgt bij normaal gebruik
(met name bij het gebruik van wisselstroom). Door langdurig contact met de blote huid kunt
u huidirritatie of zelfs brandwonden oplopen.
•
Gebruik de computer niet op een vochtige plaats, bijvoorbeeld bij een bad, gootsteen of
zwembad of in een vochtig souterrain.
Systeeminfor matiehandleiding
31
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
WAARSCHUWING: Veiligheidsinstructies
(vervolg)
•
Als de computer is voorzien van een geïntegreerde of optionele (pc-kaart) modem, moet
u de modemkabel tijdens onweer loskoppelen om het (geringe) risico van een elektrische
schok door blikseminslag via de telefoonlijn te vermijden.
•
U kunt het risico van elektrische schokken vermijden door tijdens onweer geen kabels aan te
sluiten of los te maken, geen onderhoud aan dit product te plegen en het product niet opnieuw
te configureren. Gebruik de computer niet tijdens onweer tenzij alle kabels zijn losgemaakt en
de computer uitsluitend op batterijen werkt.
•
Als de computer is voorzien van een modem, moet de modemkabel een minimumgrootte van
26 AWG (American Wire Gauge) hebben en een FCC-compatibele RJ-11 modulaire stekker.
•
Voordat u de kap voor de geheugenmodule/mini-PCI-kaart/modem onder aan de computer
opent, moet u alle kabels uit het stopcontact halen en de telefoonkabel losmaken.
•
Als de computer een modem-RJ-11-connector en een netwerk-RJ-45-connector heeft, stopt u
de telefoonkabel in de RJ-11-connector en niet in de RJ-45-connector (de connectoren lijken
op elkaar).
•
Pc-kaarten kunnen erg warm worden tijdens normaal gebruik. Wees voorzichtig als u na
langdurig gebruik van de computer een pc-kaart verwijdert.
•
Voordat u de computer schoonmaakt, moet u de stekker van de computer uit het
stopcontact halen. Maak de computer schoon met een zachte doek die met water vochtig
is gemaakt. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of middelen in een spuitbus.
Deze schoonmaakmiddelen kunnen ontvlambare stoffen bevatten.
Voeding
32
•
Gebruik alleen de door Dell meegeleverde netadapter die is goedgekeurd voor gebruik
met deze computer. Als u een andere netadapter gebruikt, kan dit brand of een explosie
veroorzaken.
•
Voordat u de computer op een elektriciteitsbron aansluit, moet u ervoor zorgen dat het
voltage van de netadapter overeenkomt met dat van de beschikbare elektriciteitsbron.
•
U verwijdert de computer van alle stroombronnen door de computer uit te zetten,
de netadapter uit het stopcontact te halen en een eventuele batterij te verwijderen
uit de batterijhouder of de modulehouder.
Systeeminfor matiehandleiding
WAARSCHUWING: Veiligheidsinstructies
(vervolg)
•
U kunt een elektrische schok voorkomen door de netadapter en de stroomkabels van eventuele
randapparatuur aan te sluiten op een geaard stopcontact. Deze stroomkabels kunnen zijn
voorzien van een stekker met drie pennen voor de aarding. Gebruik geen adapterstekkers en
verwijder de aardingspool niet uit de stekker. Wanneer u een verlengsnoer gebruikt, moet u het
juiste type gebruiken (met twee of drie pinnen), dat past op de stroomkabel van de netadapter.
•
Zorg dat er niets op de stroomkabel van de netadapter ligt en dat niemand op deze kabel kan
stappen of erover kan struikelen.
•
Als u een stekkerdoos gebruikt, moet u voorzichtig zijn als u de stroomkabel van de netadapter
in de stekkerdoos steekt. Bij sommige stekkerdozen bestaat het gevaar dat u de stekker op
onjuiste wijze aansluit. Het incorrect aansluiten van de stekker kan blijvende schade aan uw
computer veroorzaken en leiden tot gevaar voor elektrische schokken of brand. Zorg ervoor dat
u de aardingspool van de stekker aansluit op het bijbehorende contactpunt van de stekkerdoos.
Batterij
•
Gebruik alleen Dell™-batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
Als u een ander type gebruikt, kan dit brand of een ontploffing veroorzaken.
•
Bewaar de batterij van de computer niet in uw broekzak of jaszak, portemonnee of ergens
anders waar zich metalen voorwerpen zoals autosleutels of paperclips bevinden. Deze kunnen
kortsluiting veroorzaken. Door overmatige stroomafgifte kunnen extreem hoge temperaturen
ontstaan die schade aan de batterij of brand en brandwonden kunnen veroorzaken.
•
Als u de batterij verkeerd gebruikt, kan deze brandgevaar opleveren. Haal de batterij niet
uit elkaar. U moet een beschadigde of lekkende batterij met de grootste voorzichtigheid
behandelen. Als de batterij is beschadigd, kan er elektrolyt uit de cellen lekken, wat lichamelijk
letsel kan veroorzaken.
•
Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
•
Laat uw computer of batterij nooit in de buurt van een warmtebron liggen, zoals een radiator,
open haard, oven, elektrische kachel of andere warmteproducerende apparaten. Stel de
computer of batterij ook op geen enkele andere wijze bloot aan temperaturen van meer dan
60°C (140°F). Als batterijcellen overmatig worden verhit, kunnen ze exploderen of kan inhoud
wegstromen, waardoor brand kan ontstaan.
•
Gooi oude batterijen niet weg met het huisvuil en gooi ze niet in vuur. Batterijcellen kunnen
exploderen. Volg bij het weggooien van oude batterijen de richtlijnen van de fabrikant of neem
contact op met de plaatselijke afvalverwerking voor instructies. Gooi een gebruikte of
beschadigde batterij direct weg.
Systeeminfor matiehandleiding
33
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
WAARSCHUWING: Veiligheidsinstructies
(vervolg)
Luchtverkeer
•
Als u uw Dell-computer meeneemt in het vliegtuig, kunnen bepaalde regels van de
luchtvaartmaatschappij van kracht zijn. Het kan bijvoorbeeld verboden zijn in het
vliegtuig persoonlijke elektronische apparaten te gebruiken die radiofrequenties of
andere elektromagnetische signalen kunnen uitzenden.
–
Als uw draagbare Dell-computer is voorzien van Dell TrueMobile™ of een ander apparaat
voor draadloze communicatie, moet u dit, voordat u aan boord gaat, uitschakelen en alle
instructies van het cabinepersoneel omtrent dergelijke apparaten strikt opvolgen.
–
Bovendien kan het gebruik van dit soort apparaten, zoals een draagbare computer, in
vliegtuigen verboden zijn op bepaalde momenten tijdens de vlucht, zoals tijdens de start
en de landing. Sommige luchtvaartmaatschappijen bepalen dat op geen enkel moment
onder een vlieghoogte van 3.050 m (10.000 voet) gebruik mag worden gemaakt van
persoonlijke elektronische apparaten. Volg de instructies van de luchtvaartmaatschappij
met betrekking tot het gebruik van elektronische apparaten strikt op.
EMC-instructies
Wanneer u afgeschermde signaalkabels gebruikt, bent u er zeker van dat de juiste EMC-classificatie
voor de bedoelde omgeving wordt gehandhaafd. Voor parallelle printers is een speciale kabel
verkrijgbaar bij Dell. U kunt deze kabel bij Dell bestellen via de website op www.dell.com.
Door statische elektriciteit kunnen de elektronische onderdelen in de computer beschadigd raken.
U kunt beschadiging ten gevolge van statische elektriciteit voorkomen door de statische elektriciteit
in uw lichaam te ontladen voordat u elektronische onderdelen van de computer (zoals een
geheugenmodule) aanraakt. U doet dit door eerst een ongeverfd metalen oppervlak op het I/Opaneel van de computer aan te raken.
34
Systeeminfor matiehandleiding
Bij gebruik van de computer
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht om schade aan de computer te voorkomen.
•
Als u de computer voorbereidt op gebruik, moet u deze op een effen oppervlak plaatsen.
•
Check bij een vliegreis de computer niet als bagage in. De computer kan zonder enig
bezwaar door de röntgencontrole, maar niet langs de metaaldetector. Als u de computer
als handbagage meeneemt, moet u ervoor zorgen dat de batterij is opgeladen voor het
geval u wordt gevraagd de computer aan te zetten.
•
Als u de computer meeneemt op reis en u hebt de vaste schijf uit de computer verwijderd,
moet u het schijfstation in niet-geleidend materiaal, zoals een doek of papier, verpakken.
Als u het station als handbagage meeneemt, moet u dat op verzoek in de computer
kunnen installeren. De vaste schijf kan zonder enig bezwaar door de röntgencontrole,
maar niet langs de metaaldetector.
•
Plaats de computer niet in de bagageruimte boven u. Tijdens de vliegreis kan de
computer gaan schuiven. Laat de computer niet vallen en stel het apparaat niet bloot
aan mechanische schokken.
•
Bescherm de computer, batterij en vaste schijf tegen vuil, stof, voedsel, vloeistoffen,
bijzonder hoge of lage temperaturen en leg deze niet in de zon.
•
Als u de computer naar verschillende omgevingen verplaatst met verschillende
temperaturen en/of vochtigheidsgraden, kan zich condensatie voordoen op of in de
computer. U voorkomt beschadiging van de computer door voldoende tijd te nemen
voor het verdampen van het vocht voordat u de computer gebruikt.
KENNISGEVING: Als u de computer van een omgeving met een lage temperatuur naar
een omgeving met een hogere temperatuur brengt of andersom, moet u de computer aan de
kamertemperatuur laten wennen voordat u deze aanzet.
•
Maak een kabel los door aan de connector of aan het beugeltje voor trekontlasting te
trekken en niet aan de kabel zelf. Als u de kabel uit de connector trekt, moet u ervoor
zorgen dat u de connector recht uit de aansluiting trekt zodat de pinnen van de connector
niet verbuigen. Als u een kabel aansluit, moet u beide connectoren op de juiste manier in
de aansluiting steken.
•
Hanteer alle onderdelen met zorg. Houd onderdelen, zoals een geheugenmodule, vast aan
de randen en niet aan de pennen.
•
Als u een geheugenmodule uit de systeemkaart wilt verwijderen of een apparaat wilt
loskoppelen van de computer, moet u de computer uitzetten, de netadapterkabel
losmaken, een eventuele batterij verwijderen uit de batterijhouder of de modulehouder
en vervolgens 5 seconden wachten voordat u verdergaat, zodat eventuele schade aan de
systeemkaart wordt voorkomen.
Systeeminfor matiehandleiding
35
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Bij gebruik van de computer (vervolg)
•
U kunt het beeldscherm reinigen met een schone, zachte doek en water. Breng water aan
op de doek en wrijf vervolgens met de doek in één richting over het scherm, van boven
naar beneden. Verwijder vocht zo snel mogelijk van het beeldscherm en houd het
beeldscherm droog. Te lange blootstelling aan vocht kan het beeldscherm beschadigen.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor glas om het beeldscherm te reinigen.
•
Als de computer nat of beschadigd is, moet u de procedures volgen die staan beschreven
in het gedeelte "Problemen met de computer oplossen" in de handleiding. Als u, nadat u
deze procedures hebt gevolgd, vaststelt dat uw computer niet correct functioneert, kunt u
contact opnemen met Dell (zie "Help opvragen" in de handleiding voor de juiste
contactgegevens).
Ergonomische overwegingen bij het werken met de computer
WAARSCHUWING: Onjuist of langdurig gebruik van het toetsenbord kan leiden tot
lichamelijk ongemak en zelfs letsel.
WAARSCHUWING: Langdurig naar het beeldscherm of de externe monitor kijken,
kan tot vermoeidheid van de ogen leiden.
Houd u aan de ergonomische richtlijnen in het appendix van de on line handleiding voor
comfortabel en efficiënt werken als u de computer opstelt en gaat gebruiken.
Dit is een draagbare computer die niet is ontwikkeld voor continu gebruik als
kantoorapparatuur. Bij langdurig gebruik op een kantoor, wordt u aangeraden een extern
toetsenbord aan te sluiten.
De computer openen voor onderhoud
Voordat u geheugenmodules, mini-PCI-kaarten of modems verwijdert of installeert, moet u de
volgende stappen in de aangegeven volgorde uitvoeren.
KENNISGEVING: U moet de computer alleen openmaken als u een geheugenmodule, een miniPCI-kaart of een modem installeert.
36
Systeeminfor matiehandleiding
Bij gebruik van de computer (vervolg)
KENNISGEVING: Voordat u een apparaat loskoppelt of een geheugenmodule, mini-PCI-kaart of
een modem verwijdert, moet u 5 seconden wachten nadat u de computer hebt uitgezet om eventuele
schade aan de systeemkaart te voorkomen.
1
Schakel de computer en eventueel aangekoppelde apparaten uit.
2
Haal de stekkers van de computer en apparatuur uit het stopcontact om lichamelijk letsel
of schokken te voorkomen. Koppel tevens eventuele telefoon- of telecommunicatielijnen
los van de computer.
3
Haal de hoofdbatterij uit de batterijhouder en, indien nodig, de tweede batterij uit de
modulaire houder.
4
Zorg dat u bent geaard door het ongeverfde metalen oppervlak aan de achterkant van de
computer aan te raken.
Raak tijdens het werken zo nu en dan het ongeverfde metalen oppervlak aan om
eventuele statische elektriciteit te ontladen die de interne onderdelen zou kunnen
beschadigen.
Bescherming tegen elektrostatische ontlading
Door statische elektriciteit kunnen de elektronische onderdelen in de computer beschadigd
raken. U kunt beschadiging ten gevolge van statische elektriciteit voorkomen door de statische
elektriciteit in uw lichaam te ontladen voordat u elektronische onderdelen van de computer
(zoals een geheugenmodule) aanraakt. U doet dit door een ongeverfd metalen oppervlak aan
de achterkant van de computer aan te raken.
Als u aan de interne onderdelen van de computer werkt, moet u zo nu en dan een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterkant van de computer aanraken om eventuele statische
elektriciteit in uw lichaam te ontladen.
Systeeminfor matiehandleiding
37
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Bij gebruik van de computer (vervolg)
U kunt ook de volgende voorzorgsmaatregelen nemen om beschadiging ten gevolge van
elektrostatische ontlading (ESD) te voorkomen:
•
Als u een voor statische elektriciteit gevoelig onderdeel uit de verpakking haalt, moet u
het onderdeel in de antistatische verpakking laten totdat u het onderdeel gaat installeren.
Voordat u het onderdeel uit de antistatische verpakking haalt, moet u eerst de statische
elektriciteit in uw lichaam ontladen.
•
Als u een gevoelig onderdeel wilt vervoeren, moet u dat in een antistatische verpakking
plaatsen.
•
Hanteer alle gevoelige onderdelen alleen in een ruimte die vrij is van statische
elektriciteit. Gebruik, indien mogelijk, antistatische matten voor vloer en werkbank.
De batterij verwijderen
De computer maakt gebruik van een lithiumion-batterij. Raadpleeg "Een batterij verwijderen"
verderop in dit document en "Een batterij gebruiken" in de on line handleiding voor
aanwijzingen bij het vervangen van de lithiumion-batterij.
Gooi oude batterijen niet weg met het huisvuil. Lever ze in bij een chemokar of neem contact
op met het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf voor het dichtstbijzijnde adres waar u batterijen
kunt inleveren.
38
Systeeminfor matiehandleiding
Informatie over uw computer vinden
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• Een diagnoseprogramma voor
de computer
• Stuurprogramma's voor de computer
• Documentatie voor de computer
• Documentatie voor een apparaat
De cd Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's) (ook wel de ResourceCD
of bron-cd genoemd)
Documentatie en stuurprogramma’s zijn
al op de computer geïnstalleerd als deze
door Dell is geleverd. U kunt deze cd
gebruiken voor het opnieuw installeren
van stuurprogramma’s, het uitvoeren van
diagnostische hulpprogramma’s en het
lezen van documentatie.
De cd kan readme-bestanden (leesmijbestanden) bevatten met de meest
recente updates over technische
wijzigingen aan de computer, of geavanceerd technisch
referentiemateriaal voor ervaren gebruikers of technici.
• De computer instellen
• Informatie omtrent garantie
• Veiligheidsinstructies
Dell-systeeminformatiehandleiding
• Express Service Code en servicelabel
• Microsoft® Windows®-licentielabel
Express Service Code en productcodelabel
Deze labels bevinden zich op de computer.
Systeeminfor matiehandleiding
39
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• De meest recente stuurprogramma's
voor de computer
• Antwoorden op vragen op het gebied
van technische diensten en
ondersteuning
• On line discussies met andere
gebruikers en technische
ondersteuning
• Documentatie voor de computer
D e l l - w e b s i t e v o o r o n d e r s t e u n i n g — support.dell.com
•
•
•
•
De Dell Support-website biedt verschillende on line hulpprogramma's,
waaronder:
• Solutions (Oplossingen) — hints en tips voor het oplossen van
problemen, artikelen van technici en on line cursussen
• Community Forum (Community-forum) — on line discussies met
andere gebruikers van Dell-producten
• Upgrades — upgrade-informatie voor onderdelen zoals het
geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem.
• Customer Care (Klantenzorg) — contactinformatie, een
statusoverzicht van bestellingen, informatie over garantie
en reparaties
• Downloads — stuurprogramma's, patches en software-updates
• Reference (Naslag) — computerdocumentatie, productspecificaties
en andere documenten
Onderdelen verwijderen en vervangen H a n d l e i d i n g
Help en ondersteuning van Windows
Technische specificaties verkrijgen
1 Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help and Support
Systeeminstellingen configureren
(Help en ondersteuning).
Problemen vaststellen en oplossen
2 Klik
op User’s and system guides (Gebruikers- en
systeemhandleidingen) en op User’s guides
(Gebruikershandleidingen).
Microsoft Windows 2000
Dubbelklik op het pictogram Handleiding op het bureaublad
van de computer.
• Met Windows XP werken
• Documentatie voor de computer
• Documentatie voor apparaten
(zoals een modem)
40
Help en ondersteuning van Windows
1 Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help and Support
(Help en ondersteuning).
2 Geef met een of meer woorden een beschrijving van het probleem
en klik vervolgens op het pijlpictogram.
3 Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4 Volg de instructies op het scherm.
Systeeminfor matiehandleiding
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
• Het besturingssysteem opnieuw
installeren
Cd Operating System (Besturingssysteem)
Nadat u het besturingssysteem
opnieuw hebt geïnstalleerd met de cd
Operating System (Besturingssysteem),
gebruikt u de cd Drivers and Utilities
(Stuur- en hulpprogramma’s) om de
stuurprogramma’s voor de apparaten die
bij de computer zijn geleverd, opnieuw
te installeren.
of
De productcode voor uw
besturingssysteem bevindt zich op uw
computer.
De computer instellen
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies aan het begin van dit
document voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint.
1
Haal de onderdelen uit de accessoiredoos.
2
Leg de onderdelen terzijde. U hebt deze nodig om het instellen van de computer te
kunnen voltooien.
De accessoiredoos bevat tevens gebruikersdocumentatie en eventuele software of extra
hardware die u hebt besteld (zoals pc-kaarten, stations of batterijen).
Systeeminfor matiehandleiding
41
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
3
Sluit de netadapter aan op de connector van de computer en de
netspanning.
4
Open het display van de computer en druk op de Aan/uit-knop om de
computer in te schakelen.
OPMERKING: Sluit de computer pas op het dockingstation aan nadat de
computer eerst ten minste eenmaal aan en uit is gezet.
aan/uit-knop
42
Systeeminfor matiehandleiding
Over de computer
Voorkant
beeldscherm
statuslampjes
toetsenbord
aan/uit-knop
statuslampjes
apparaat
touchpad
toetsenbord
touchpadknoppen
schuifje van
beeldscherm
luidsprekers
Systeeminfor matiehandleiding
43
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Zijaanzicht, links
pc-kaartsleuf
infraroodsensor
luchtopeningen (2)
sleuf voor
beveiligingskabel
audioconnectoren (2)
Zijaanzicht, rechts
sleuf voor
beveiligingskabel
44
Systeeminfor matiehandleiding
modulehouder
apparaatschuifje
Achterkant
KENNISGEVING: Wacht 5 seconden na het uitschakelen van de computer met het
loskoppelen van een extern apparaat. Doet u dat niet, dan loopt u het risico de computer te
beschadigen.
WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in
en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de
computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van brand of
beschadiging van de computer.
modemconnector
(RJ-11) (optioneel)
netwerkconnector
(RJ-45)
videoconnector
parallelle connector
connector voor S-video tv-uitgang
luchtopeningen
connector voor
netadapter
seriële connector
USB-connectoren (2)
Systeeminfor matiehandleiding
45
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Onderkant
geheugenmodulekap
vaste
schijf
ontgrendelingsschuifje
van batterijhouder
batterijoplaadmeter
batterij
mini-PCIkaartkap
ventilator
sleuf voor
apparaatschroef
sleuf voor dockingstation
46
Systeeminfor matiehandleiding
Een batterij verwijderen
Raadpleeg "Using the Module Bay" (De modulehouder gebruiken) in de on line handleiding
voor meer informatie over het verwijderen van de tweede batterij.
WAARSCHUWING: Voordat u deze handelingen uitvoert, moet u de computer
uitschakelen, de stekkers uit het stopcontact halen en de modem loskoppelen
van de telefoonaansluiting.
KENNISGEVING: Als u de computer in de modus Stand-by hebt geplaatst, hebt u 90
seconden de tijd om de batterij te vervangen, voordat de computer wordt uitgeschakeld en nietopgeslagen gegevens verloren gaan.
1
Zorg dat de computer is uitgeschakeld, dat de stekkers uit het stopcontact zijn en
dat de modem is losgekoppeld van de telefoonaansluiting.
2
Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation
los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor instructies over het
loskoppelen.
3
Open het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderkant van de
computer en verwijder de batterij uit de houder.
Systeeminfor matiehandleiding
47
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Een reservebatterij verwijderen en installeren
48
1
Verwijder de batterij.
2
Verwijder het ontgrendelingsschuifje van de reservebatterij.
Systeeminfor matiehandleiding
3
Verwijder de reservebatterij uit het compartiment en haal de kabel uit de connector.
kabel van reservebatterij
connector
reservebatterij
4
Sluit de kabel van de reservebatterij aan op de connector in het compartiment voor de
reservebatterij.
Systeeminfor matiehandleiding
49
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
5
Plaats de reservebatterij in het compartiment en plaats het ontgrendelingsschuifje
voor de reservebatterij terug.
Een batterij installeren
Schuif de nieuwe batterij in de batterijhouder tot het schuifje vastklikt.
Raadpleeg "Using the Module Bay" (De modulehouder gebruiken) in de on line handleiding
voor meer informatie over het installeren van de tweede batterij.
Dell-diagnoseprogramma uitvoeren
Het Dell-diagnoseprogramma bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf.
OPMERKING: Als op uw computer geen beeld kan worden weergegeven, neemt u contact
op met Dell (raadpleeg "Help opvragen" in de handleiding voor de juiste contactinformatie).
50
1
Sluit de computer af.
2
Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation
los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor instructies over het
loskoppelen.
3
Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
Systeeminfor matiehandleiding
4
Zet de computer aan. Druk zodra het DELL™-logo wordt weergegeven
onmiddellijk op
.
OPMERKING: Als een bericht wordt weergegeven dat geen partitie is aangetroffen met het
Dell-diagnoseprogramma, voert u het diagnoseprogramma uit vanaf de cd Drivers and Utilities
(Stuur- en hulpprogramma's).
Als u te lang hebt gewacht en het Microsoft® Windows®-logo wordt weergegeven,
moet u wachten tot u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens
af en probeer het opnieuw.
5
Selecteer in de lijst met opstartapparaten Diagnostics (Diagnoseprogramma) en
druk op
.
Op de computer wordt nu de Pre-boot System Assessment (systeemanalyse)
uitgevoerd. Dit is een aantal diagnoseprogramma's waarmee controles worden
uitgevoerd op het moederbord, het toetsenbord, de vaste schijf en het beeldscherm.
•
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
•
Als er een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en verschijnt een
foutbericht. Druk op
om de analyse te onderbreken en het
besturingssysteem op te starten. Druk op
Druk op
•
om naar de volgende test te gaan.
om het onderdeel dat niet juist werkt opnieuw te testen.
Als er tijdens de Pre-boot System Assessment fouten worden aangetroffen, kunt u
de foutcode(s) opschrijven en contact opnemen met Dell (zie "Help opvragen" in
de handleiding voor de juiste contactinformatie) voordat u doorgaat met de Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Als de Pre-boot System Assessment succesvol wordt voltooid, ziet u de melding
Booting Dell Diagnostic Utility Partition (Opstarten vanaf
partitie met Dell-diagnoseprogramma). Druk op een willekeurige
toets om door te gaan.
6
Druk op een willekeurige toets om de Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren
vanaf de partitie van de vaste schijf met het Dell-diagnoseprogramma.
Systeeminfor matiehandleiding
51
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
7
8
Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het hoofdmenu
wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.
Optie
Functie
Snelle test
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten.
Deze test neemt doorgaans tien tot twintig minuten in beslag.
Er is geen interactie vereist. Als u de snelle test eerst uitvoert,
vergroot u de kans om het probleem snel op te sporen.
Uitgebreide test
Hiermee wordt een grondige controle van apparaten
uitgevoerd. Deze test neemt doorgaans een uur of
langer in beslag. U moet af en toe vragen beantwoorden.
Aangepaste test
Hiermee kunt u een bepaald apparaat testen. U kunt de uit
te voeren tests aanpassen.
Symptomenstructuur
Hier vindt u de meest voorkomende symptomen. U kunt
hier een test kiezen op basis van de symptomen van het
aangetroffen probleem.
Als tijdens het uitvoeren van een test een probleem wordt aangetroffen, wordt een
bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem. Noteer de
foutcode en de beschrijving van het probleem en volg de instructies op het scherm.
Als u de foutconditie niet kunt verhelpen, kunt u contact opnemen met Dell (zie
"Help opvragen'' in de handleiding voor de juiste contactinformatie).
OPMERKING: Op de titelbalk van elk scherm ziet u het servicelabel voor uw computer.
52
Systeeminfor matiehandleiding
9
Wanneer u een test uitvoert van de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom
Tree (Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de test op een van de
tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven.
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven,
samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors
(Fouten)
Hier worden aangetroffen foutcondities, foutcodes
en probleembeschrijvingen weergegeven.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele
vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het
geselecteerde apparaat.
Het Dell-diagnoseprogramma verkrijgt de
configuratiegegevens voor alle apparaten van het Setupprogramma van het systeem, het geheugen en verschillende
interne tests. Deze gegevens worden weergegeven in het
linkerdeelvenster van het scherm. Mogelijk worden in
het apparaatoverzicht niet de namen van alle onderdelen
weergegeven die zijn geïnstalleerd in of aangesloten op
de computer.
Parameters
10
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen
te wijzigen.
Als de tests zijn uitgevoerd, sluit u het testvenster om terug te keren naar het scherm
met het hoofdmenu. Als u het Dell-diagnoseprogramma wilt afsluiten en de computer
opnieuw wilt opstarten, sluit u het scherm met het hoofdmenu.
Systeeminfor matiehandleiding
53
w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . e u r o . d e l l . c o m
Internationale kennisgevingen
Elektromagnetische storingen (EMI) zijn in de vrije ruimte uitgestraalde of langs
elektriciteits- of signaalkabels geleide emissiesignalen die de goede werking van
radionavigatiediensten of andere veiligheidsdiensten in gevaar brengen, de kwaliteit van
een gemachtigde radiocommunicatiedienst ernstig aantasten of deze dienst hinderen of
herhaaldelijk onderbreken. Radiocommunicatiediensten omvatten, maar zijn niet beperkt
tot, commerciële uitzendingen via AM/FM-radio, televisie-uitzendingen, mobiele diensten,
radar, luchtverkeer, semafoons en persoonlijke communicatiediensten. Deze gemachtigde
diensten dragen samen met apparaten die onopzettelijk straling veroorzaken, waaronder
digitale apparaten zoals computersystemen, bij aan de elektromagnetische omgeving.
Met elektromagnetische compatibiliteit (EMC) wordt het vermogen van elektronische
apparatuur aangeduid om probleemloos in een elektronische omgeving te kunnen
functioneren. Hoewel deze computer conform de door de overheid voorgeschreven
EMI-limieten is ontworpen en goedgekeurd, bestaat er geen zekerheid dat zich geen
storingen zullen voordoen in een bepaalde installatie. Als door deze apparatuur
radiocommunicatiediensten worden gestoord, hetgeen u kunt vaststellen door de
apparatuur uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen, kunt u de storing als
volgt proberen op te heffen:
•
Richt de ontvangstantenne een andere kant op.
•
Verplaats de computer ten opzichte van de ontvanger.
•
Zet de computer verder af van de ontvanger.
•
Sluit het netsnoer van de computer aan op een ander stopcontact, zodat
de computer en de ontvanger niet op dezelfde groep zijn aangesloten.
Raadpleeg zo nodig een medewerker van de technische ondersteuningsafdeling
van Dell of een ervaren radio- of televisiereparateur voor aanvullend advies.
Raadpleeg "Internationale kennisgevingen" in de bijlage van de on line handleiding.
In de gedeelten die specifiek zijn voor elke regelgevende instantie, vindt u landspecifieke
informatie over EMC/EMI en productbeveiliging.
54
Systeeminfor matiehandleiding
86
I n h alt sv e r z e ic h n is