85
Voor de hoeveelheid levensmid-
delen die u wilt gaan bereiden
vindt u geen aanwijzingen.
De levensmiddelen zijn te droog
geworden.
De levensmiddelen zijn na
afloop van de tijd nog niet ont-
dooid, heet of gaar.
Na afloop van de tijd zijn de
levensmiddelen aan de rand
oververhit, maar in het midden
nog niet voldoende warm.
Zoek in de tabel soortgelijke
levensmiddelen.
Verleng of verkort de kooktijden
volgens de volgende regel:
dubbele hoeveelheid = bijna
dubbele tijd
halve hoeveelheid = halve tijd
Kortere tijd instellen of lager
magnetronvermogen kiezen.
Langere tijd instellen of hoger
magnetronvermogen kiezen.
Houd er rekening mee dat hogere
gerechten langere tijd nodig
hebben.
Kies de volgende keer een lager
vermogen en een langere tijd.
Vloeistoffen, bijv. soep, tussen-
door omroeren.
Tips voor de magnetron
Kant-en-klaargerechten
–Kant-en-klaargerechten in metalen verpakking of kunststof verpak-
king met metalen deksel alleen in de magnetron ontdooien of ver-
warmen, als op de verpakking duidelijk staat, dat dat mogelijk is.
–Volg beslist de op de verpakking vermelde gebruiksinstructies op
(bijv. metalen deksel verwijderen en kunststoffolie inprikken).
ii
N
Tabellen/tips
84
Praktische tips voor het gebruik
Algemeen
•Laat de levensmiddelen na het uitschakelen van het apparaat nog
enkele minuten staan (doorwarmtijd).
•Verwijder verpakkingen van aluminiumfolie en metaal voordat u de
levensmiddelen gaat bereiden.
•Metalen voorwerpen moeten minstens 2 cm van de binnenwanden
en van de magnetrondeur verwijderd zijn. Anders kunnen vonken
overspringen die het apparaat zouden beschadigen.
Koken
–Levensmiddelen altijd afdekken met voor de magnetron geschikt
materiaal. Als u een korstje wenst, geen deksel gebruiken.
–Gekoelde of bevroren levensmiddelen hebben een langere kooktijd nodig.
–Gerechten met saus moeten af en toe omgeroerd worden.
–Groente met een stevige structuur, zoals worteltjes, erwten en
bloemkool, met wat water koken.
–Groente met een zachte structuur, zoals paddestoelen, paprika en
tomaten, zonder water koken.
–Grote stukken na ongeveer de helft van de kooktijd omkeren.
–Groente zoveel mogelijk in even grote stukken snijden.
Ontdooien van vlees, gevogelte, vis
–De bevroren, uitgepakte levensmiddelen op een omgekeerd schoteltje
of bordje met een bakje eronder of op een ontdooirooster resp.
kunststof zeef leggen, opdat het dooivocht kan weglopen.
–Na de helft van de ontdooitijd de levensmiddelen omkeren, indien
mogelijk al ontdooide stukken losnemen.
Ontdooien van boter, gebak, kwark
–Niet volledig in het apparaat laten ontdooien, buiten de magnetron
op kamertemperatuur verder laten ontdooien. Het resultaat wordt
dan gelijkmatiger.
–Verpakkingen van metaal of aluminium vóór het ontdooien volledig
verwijderen.
Ontdooien van fruit en groente
–Fruit en groente die rauw verder verwerkt moeten worden, niet volle-
dig in het apparaat laten ontdooien, op kamertemperatuur verder
laten ontdooien.
–Fruit en groente die gekookt moeten worden, kunt u direct op een
hoger magnetronvermogen koken, zonder dat ze eerst ontdooid zijn.
ii