Zanussi FLS1072CH Handleiding

Type
Handleiding
WASCHMASCHINE
WASAUTOMAAT
LAVE-LINGE
LAVATRICE
FLS 1072 CH
GEBRAUCHSANWEISUNG MODE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING LIBRETTO ISTRUZIONI
124977771
20
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen voor
een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
n De temperatuurregelaar staat een nauwkeurige
temperatuurkeuze toe, afhankelijk van het type en
de vuilgraad van het wasgoed.
n De automatische sopafkoeling op 60°C in het
witte was-programma voor het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
n Het speciale wolprogramma wast uw wolwas,
dankzij de heel delicate trommelbeweging, veilig
en zonder krimpen.
Tips voor zuinig wassen
n De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
n U wast het zuinigst met een volle trommel.
n Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
n Kies voor licht vuile was het kortprogramma.
Milieubescherming
n Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen zijn
“milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij
het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
n Afdanken van het apparaat
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet
bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het
apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled
wordt.
i
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke
informatie voor de gebruiksveiligheid van
uw machine. Het niet in acht nemen van
deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist
gebruik van de machine en vertelt u hoe u
de beste prestaties van de machine kunt
verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie
over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het
milieu: Wij maken gebruik van kringlooppapier.
21
NEDERLANDS
INHOUD
Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Beschrijving van de machine . . . . .23
n
Wasmiddelhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
n
Transportbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
n
Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
n
Watertoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
n
Waterafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
n
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . .26
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
n
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
n
Beschrijving van de bedieningselementen . . . . .27
n
Adviezen en tips voor het wassen . . . . . . . . . . .28
Was niet te lang opsparen . . . . . . . . . . . . . . .28
Sorteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Hoeveel wasgoed in de trommel? . . . . . . . . .28
Vóór u het wasgoed in de trommel doet . . . .28
Welke wasmiddelen gebruiken? . . . . . . . . . . .29
Traditionele poeder-wasmiddelen . . . . . . . . .29
Vloeibare wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen . . . . .29
Wasverzachter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Waterontharder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
n
Volgorde van handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . .31
n
Adviesprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32-33
n
Textielbehandelingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . .34
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
Machine ontkalken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
De wasmiddelhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
De waterinloopzeef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
Het afvoerfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
n
Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperaturen . . . .
36
Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . .37-38
22
WAARSCHUWINGEN
n
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
n
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
n
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik
zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van
het apparaat zolang het in werking is.
Installatie
n
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
n
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
n
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
n
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
n
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel
volledig uitgedampt is.
n
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
n
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-,
inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met beugels
niet in de wasautomaat.
n
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde of
scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
n
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
n
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
n
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de
trommel van de wasautomaat (voorlader) te
kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst
en sluit daarna pas de vuldeur.
n
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
n
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
n
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat
door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist
achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen
waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
23
NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
01 Wasmiddelhouder
02 Programmakaart
03 Toets “verlaagd centrifugeertoerental”
04 AAN/UIT-toets
05 Temperatuurregelaar
06 Controlelampje “lichtnet”
07 Programmakeuzeknop
08 Deurhandgreep
09 Afvoerfilter
10 Verstelbare voetjes
Wasmiddelhouder
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
10
8
9
134567
2
Kochwäsche
Buntwäsche
Pflegeleicht
Feinwäsche
Wolle
B
C
J
K
L
A
A
H
60º- 95º
40º- 60º
40º- 60º
30º- 40º
30º- 40º
Kurzprogramm
Spülen
Weichspülen
Schleudern
Abpumpen
M
D
F
G
30º
N
P
Q
R
Temp.
Temp.
P0257
24
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de
achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en het plakband waarmee de 2
plastic zakken aan de voorkant van het apparaat
bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
P0233
2
1
P0234
P0255
INSTALLATIE
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op
de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich
binnen het bereik van de machineslangen en het
aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes.
Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan
zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor
dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de
vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
P1051
P0020
P0256
25
NEDERLANDS
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst de waterinloopzeef “A” in de
wartel hebt gelegd, de wartel van de toevoerslang
stevig op de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
P0022
P0021
A
P0003
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn
.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
P0023
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag alleen door
ELGROEP SERVICE vervangen worden.
26
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 54 cm
Maximum vulgewicht Katoen 4,5 kg
Synthetica 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1000/min.
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
27
NEDERLANDS
GEBRUIK
Bedieningspaneel
Kochwäsche
Buntwäsche
Pflegeleicht
Feinwäsche
Wolle
B
C
J
K
L
A
A
H
60º- 95º
40º- 60º
40º- 60º
30º- 40º
30º- 40º
Kurzprogramm
Spülen
Weichspülen
Schleudern
Abpumpen
M
D
F
G
30º
N
P
Q
R
Temp.
Temp.
123 4 5 6
Beschrijving van de
bedieningselementen
1 Programmakaart
Een programmakaart in Duitse taal bevindt zich op
het front van de wasmiddelhouder.
Indien u de programmakaart door een kaart in een
andere taal wenst te vervangen: beschermfolie
verwijderen en de kaart over de bestaande op de
wasmiddelhouder plakken.
2 Toets “verlaagd
centrifugeertoerental”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental als volgt:
n
voor katoen en linnen:
- van 1000/min tot 650/min
n
voor synthetica, fijne was en wol (progr. Q):
- van 650/min tot 450/min.
P0372
Cl
P0094
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
4 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u
de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de
temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen,
door de knop op in te stellen.
5 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
6 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend,
het gewenste programma.
28
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet te
overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
n
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
n
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
n
Eenderde van de trommel voor fijnwas en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijnwas is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken.
Adviezen en tips voor het
wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is
want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/
katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijnwas».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat
vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
i
29
NEDERLANDS
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt
als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of
pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met
azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine,
wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen
, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite
waard om daarna uit te proberen of bij minder
doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon
wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje
aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte- of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna
de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRAs, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze
wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en
zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt
dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje
of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U
ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Dit apparaat is echter uitgerust met een element dat
niet gevoelig is voor kalkaanslag.
30
Bereik
1
2
3
4
zacht
middelmatig
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
NEDERLANDS
Volgorde van handelingen
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de
wastrommel en de kuip verwijderd worden.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1. Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2. Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel
tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3. Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Kies, indien gewenst, functie .
P0204
P0205
P0004
5. Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de temperatuurregeling op de
gewenste temperatuur.
6. Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste
programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-
controlelampje licht op en de machine start.
7. De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma met spoelstop
laten doen, dan moet het laatste spoelwater door het
kiezen van het programma Q of R afgepompt
worden.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te
openen; die tijd heeft de elektrische
deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op
UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
P0471
M0002
A
M0027
60
31
32
(*) De gegevens op het verbruiksetiket gelden voor dit programma op 60°C, volgens EEC norm 92/75.
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk
van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
(**) De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van
de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben
betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
Wasprogramma’s voor katoen en linnen
Maximum belading: 4,5 kg
Programma-
knop op
B
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
2,4 88 150
2,0 74 125
1,7 85 145
1,20 71 125
0,1 64 40
-2118
--8
60°-95°
Kookwas
zonder
voorwas
(normaal vuil)
Wassen 60°-95°C
Spoelen
Lang centrifugeren
A
60°-95°
Kookwas met
voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 60°-95°C
Spoelen
Lang centrifugeren
C
(*)
40°- 60°
Bontwas
zonder
voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
Spoelen
Lang centrifugeren
D
Spoelen
Compleet spoel-
programma,
eventueel met
wasverzachter
Lang centrifugeren
G
Centrifugeren
Afpompen en lang
centrifugeren
F
Wasverzachten
1 maal spoelen met
wasverzachter
Lang centrifugeren
A
40°- 60°
Bontwas met
voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 40°-60°C
Spoelen
Lang centrifugeren
Verbruikswaarden (**)
33
NEDERLANDS
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
1,25 65 90
1,0 55 70
0,5 50 50
0,5 48 48
0,4 50 33
-4020
-175
- - 3,5
- - 1,5
Verbruikswaarden
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk
van het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen indien het
wasgoed niet direkt na het beëindigen van het programma uit de machine zou worden genomen. Om het water
af te pompen kiest u het programma Q of R.
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg
Programma-
knop op
H
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte beschrijving
40°- 60°
Synthetica
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 40°- 60°C
Spoelen
Spoelstop
J
40°- 60°
Synthetica
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°- 60°C
Spoelen
Spoelstop
K
30°- 40°
Fijne was
Wassen 30°- 40°C
Spoelen
Spoelstop
L
30°- 40°
Wol
Wassen 30°- 40°C
Spoelen
Spoelstop
N
Spoelen
Compleet spoel-
programma, eventueel
met wasverzachter
Spoelen
Spoelstop
P
Wasverzachten
1 maal spoelen met
wasverzachter
Spoelen
Spoelstop
Q
Kort
centrifugeren
Afpompen en kort
centrifugeren
R
Afpompen
Eventuele
aanvullende
functies
M
30°
Kort
programma
(licht vuile was)
Wassen 30°C
Spoelen
Spoelstop
35
NEDERLANDS
ONDERHOUD
1. Machine ontkalken
Bij een juiste dosering van het wasmiddel zal het in
het algemeen niet nodig zijn om de machine te
ontkalken.
Als u toch wilt ontkalken, houdt u dan aan de
gegevens van de fabrikant op de verpakking.
2. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
3. De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder
de stromende kraan. U kunt daartoe de houder
geheel uit de machine nemen door op de pal, links
achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0038
P0203
P0202
4. De waterinloopzeef
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om de zeef aan de waterkraan te controleren op
verstopping.
Watertoevoerslang van de waterkraan losschroeven.
Zeef uit z’n behuizing trekken.
Zeef met een tandenborstel onder stromend water
schoonmaken.
Zeef weer terugplaatsen.
Watertoevoerslang weer stevig aan de waterkraan
schroeven.
5. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal
onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0040
P0133
P0132
P0011
P0041
36
6.Voorzorgsmaatregelen bij
vriestemperaturen
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
n Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in
een bak.
n Stel het programma “afpompen” in en laat de
machine draaien totdat de programmakeuzeknop
de “stop” positie bereikt.
n Schakel de machine uit.
n Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer
op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
37
NEDERLANDS
EENVOUDIGE STORINGEN
n Storingen
n Mogelijke oorzaken
n De machine start niet
n
Is de vuldeur goed gesloten?
n
Is de betreffende groepzekering heel?
n
Is de programmaknop juist ingesteld en de
AAN/UIT-toets ingedrukt?
n De machine neemt geen water
op:
n
Staat de waterkraan open?
n
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
n
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Toevoerfilter verstopt?
n
Vuldeur goed gesloten?
n De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
n
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het
betreffende hoofdstuk.
n De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
n
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Programma met spoelstop gekozen?
n
Afvoerfilter verstopt?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
n Er ligt water op de vloer:
n
Teveel wasmiddel gebruikt?
n
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
n
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
n
Is de wasmiddelhouder schoon?
n Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
n
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
n
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
n
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
n
Is de machine overladen?
n De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
n
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
n
Leunt de machine ergens tegenaan?
n
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
n De deur kan niet geopend
worden
n
Is de machine in bedrijf?
n
Is de deur nog vergrendeld?
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
38
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
n Storingen
n Mogelijke oorzaken
n
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is
in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat
de draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is
en het centrifugeren definitief afgewerkt kan
worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In
dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de
trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
n Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Zanussi FLS1072CH Handleiding

Type
Handleiding