AEG RTS9143XAW Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. INSTALLATIE........................................................................................................7
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................................... 9
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................11
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................14
9. GELUIDEN..........................................................................................................17
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................18
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................18
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
www.aeg.com2
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed
zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
NEDERLANDS 3
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in
de koelkast, zodat het niet in contact komt met of
druppelt op andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Een-, twee- en driesterrencompartimenten zijn niet
geschikt voor het invriezen van verse levensmiddelen.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan
regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van
het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen
meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
met een hoge ecologische compatibiliteit.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
NEDERLANDS 5
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
2.4 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
www.aeg.com6
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Afmetingen
H1
H2
W1
D1
W2
D2
W3
D3
Totale afmetingen ¹
H1 mm 850
B1 mm 595
D1 mm 635
¹ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat zijn exclusief de handgreep en
pootjes
Benodigde ruimte tijdens gebruik ²
H2 mm 850
B2 mm 600*
D2 mm 690
² de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor vrije circulatie
van de koellucht
* verhoogd tot 660 mm als de
temperatuur in de ruimte hoger is dan
32 °C
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H2 mm 850
B3 mm 1020
D3 mm 1105
³ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor vrije circulatie
van de koellucht, plus de ruimte die
nodig is om de deur te openen tot de
minimale hoek waarbij de volledige
inhoud kan worden uitgenomen.
3.2 Locatie
Raadpleeg de installatie-
instructies voor de installatie.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
als een ingebouwd apparaat.
In het geval van een andere installatie
dan vrijstaand, met inachtneming van de
ruimte die nodig is voor
NEDERLANDS 7
gebruiksafmetingen, zal het apparaat
correct functioneren, maar het
energieverbruik kan licht toenemen.
Installeer het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij
kan circuleren rond de achterkant van de
kast.
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis
worden geïnstalleerd.
Als het apparaat onder een wandkast
wordt geplaatst, moet de minimale
afstand tussen de bovenkant van de kast
en de wandkast worden gerespecteerd
om optimale prestaties te garanderen.
Voor de beste prestatie kunt u het
apparaat echter beter niet onder een
wandkast zetten. Met de verstelbare
pootjes onderop de kast zorgt u ervoor
dat het apparaat waterpas staat.
LET OP!
Als u het apparaat tegen de
wand plaatst, maak dan
gebruik van de
meegeleverde
afstandhouders of houd
rekening met de minimum
afstand die in de installatie-
instructies wordt aangeduid.
LET OP!
Als u het apparaat met de
zijkant tegen een wand
installeert, raadpleeg dan de
installatie-instructies om de
minimale afstand tussen de
wand en de zijkant van het
apparaat, te begrijpen om de
deurscharnieren voldoende
ruimte te geven om de deur
te openen als de interne
apparatuur moet worden
verwijderd (bijv. bij
reiniging).
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend
van 16°C tot 38°C.
De juiste werking van het
apparaat kan enkel
gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet
daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
3.3 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -
richtlijnen.
3.4 Waterpas zetten
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas is
wanneer u het plaatst. Deze stand kan
bereikt worden met de twee afstelbare
voetjes die aan de voorkant en
onderkant van het apparaat bevestigd
zijn.
www.aeg.com8
3.5 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop op een
gemiddelde stand.
4.2 Uitschakelen
Draai de temperatuurknop op de stand
"O" om het apparaat uit te schakelen.
4.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld. U kunt echter zelf een
temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur,
de frequentie waarmee de deur wordt
geopend,
de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard,
de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar
linksom om een hogere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
LET OP!
Dit koelapparaat is niet
geschikt voor het invriezen
van levensmiddelen.
5.1 Het plaatsen van de
deurschappen
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog
totdat het loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
NEDERLANDS 9
5.2 Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
5.3 Groentelade
In het onderste deel van het apparaat
bevindt zich een speciale lade die
geschikt is voor de opslag van groenten
en fruit.
5.4 Vochtregeling
De glasplaat omvat een constructie met
inkepingen (afstelbaar door middel van
een schuifhendel), waarmee u het
vochtgehalte in de groentelade(s) kunt
regelen.
De stand van de vochtregeling is
afhankelijk van het type en de
hoeveelheid groenten en fruit:
Slots gesloten: aanbevolen wanneer
er een kleine hoeveelheid groenten
en fruit is. Zo blijft het natuurlijke
vochtgehalte in groenten en fruit
langer behouden.
Slots geopend: aanbevolen wanneer
er een grote hoeveelheid groenten en
fruit is. Op deze manier zorgt meer
luchtcirculatie voor een lagere
luchtvochtigheid.
5.5 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor de eerste keer
inschakelt of na een periode dat het niet
is gebruikt, dient u het apparaat minstens
3 uur te laten werken voordat u de
producten in het vak legt.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing
door bijvoorbeeld
stroomuitval, waarbij de
stroom langer is
uitgeschakeld dan de
waarde die op het
typeplaatje staat, onder
'tijdsduur', moet het
ontdooide voedsel snel
worden geconsumeerd of
onmiddellijk worden bereid,
vervolgens afgekoeld en
daarna opnieuw worden
ingevroren.
www.aeg.com10
5.6 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd,
worden ontdooid in de koelkast of in een
plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
Als de omgevingstemperatuur hoog
is, de temperatuurregeling op een
lage temperatuur staat en het
apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan
waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur om automatisch
ontdooien mogelijk te maken en zo
energie te besparen.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek
de ventilatieroosters of -gaten niet af.
6.2 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
De middentemperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het
voedsel om de lucht vrij te laten
circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om
de houdbaarheid van voedsel te
bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel
zodanig in te pakken dat er geen
water, vocht of condensatie in kan
komen.
6.3 Winkeltips
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet
beschadigd is - het voedsel kan
bedorven zijn. Als de verpakking
gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden
opgeslagen en is het ontdooien
mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken,
koopt u diepvriesproducten aan het
einde van uw boodschappen en
vervoert u ze in een thermische en
geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten
onmiddellijk na terugkomst uit de
winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid
is, mag u het niet opnieuw invriezen.
Consumeer het zo snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
6.4 Houdbaarheid voor vriescompartiment
Soort voedsel Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
NEDERLANDS 11
Soort voedsel Houdbaarheid
(maanden)
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (zoals mozzarella)
Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (zoals zalm, makreel)
Magere vis (zoals kabeljauw, bot)
Garnalen
Gepelde mosselen en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
6.5 Tips voor het koelen van
vers voedsel
De middentemperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
vers voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid van voedsel.
Bedek het voedsel met een
verpakking om de versheid en het
aroma te behouden.
Gebruik altijd gesloten containers
voor vloeistoffen en voor voedsel, om
smaken of geuren in het vak te
voorkomen.
Om kruisbesmetting tussen gekookt
en rauw voedsel te voorkomen,
bedekt u het gekookte voedsel en
scheidt u het van het rauwe.
Het wordt aanbevolen om het voedsel
in de koelkast te ontdooien.
Plaats geen warm voedsel in het
apparaat. Zorg ervoor dat het is
afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat u het in het apparaat plaatst.
Om voedselverspilling te voorkomen
moet de nieuwe voorraad voedsel
altijd achter de oude worden
geplaatst.
6.6 Tips voor het koelen van
voedsel
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
Groenten en fruit: grondig reinigen
(grond verwijderen) en in een speciale
lade (groentelade) plaatsen.
Het is raadzaam om exotische
vruchten zoals bananen, mango's,
papaja's, etc. niet in de koelkast te
bewaren.
Groenten zoals tomaten,
aardappelen, uien en knoflook mogen
niet in de koelkast worden bewaard.
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje
leggen of in aluminiumfolie of plastic
zakjes wikkelen om zoveel mogelijk
lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
www.aeg.com12
Raadpleeg altijd de vervaldatum van
de producten om te weten hoelang ze
bewaard kunnen worden.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
7.4 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur
voordat u gaat ontdooien
een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve
op te bouwen in geval van
onderbrekingen tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer
en rond het bovenste vak.
NEDERLANDS 13
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel
en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van
de ingevroren
levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd
verkorten.
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen
aan. Uw handen kunnen
hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm
de vloer tegen het ontdooiwater met
bijv. een doek of een platte
opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur
dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
minstens drie uur in deze instelling
werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug
in het vriesvak.
7.5 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
5. Laat de deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen als ...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Het apparaat is lawaaiig. Het apparaat staat niet sta‐
biel.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
www.aeg.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De compressor werkt voort‐
durend.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Zie 'Bedieningspaneel'.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan de temperatuur
opnieuw.
De temperatuur in de ruimte
is te hoog.
Zie 'Installeren'.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐
raat was te hoog.
Laat voedingsproducten af‐
koelen tot kamertemperatuur
voordat u ze opbergt.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is niet goed gemon‐
teerd of dekt het ventilatier‐
ooster af.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg de montage-in‐
structies.
Deur gaat moeilijk open. U probeerde de deur direct
nadat u die sloot opnieuw te
openen.
Wacht even met de deur
openen nadat u die hebt ge‐
sloten.
De verlichting werkt niet. De stand-bystand van de
verlichting is ingeschakeld.
Sluit en open de deur.
De lamp is defect. Zie 'De lamp vervangen'.
Er is te veel bevroren rijp en
ijs.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
Het deurrubber is vervormd
of vuil.
Zie 'De deur sluiten'.
De voedingsproducten is
niet goed verpakt.
Verpak de voedingsproduc‐
ten beter.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er stroomt water over de
achterwand van de koelkast.
Tijdens automatisch ontdooi‐
en smelt rijp op de achter‐
wand.
Dit is normaal.
NEDERLANDS 15
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er condenseert teveel water
op de achterwand van de
koelkast.
De deur werd te vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Zorg ervoor dat de deur vol‐
ledig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat u het in
het apparaat plaatst.
Er stroomt water in de koel‐
kast.
Opgeborgen voedingspro‐
ducten voorkomen dat het
water in de wateropvangbak
loopt.
Zorg ervoor dat voedings‐
producten de achterwand
niet raken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdamp‐
schaal boven de compres‐
sor.
Sluit de smeltwaterafvoer
aan op de verdampschaal.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/te hoog.
De temperatuur is niet cor‐
rect ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten is te hoog.
Laat de voedingsproducten
afkoelen tot kamertempera‐
tuur voordat u ze opbergt.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
Berg minder voedingspro‐
ducten in een keer op.
De dikte van de rijp is groter
dan 4 - 5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur werd vaak geopend. Open de deur alleen als dat
nodig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde servicedienst
voor dit merk.
8.2 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met
een LED-binnenlampje dat
een lange levensduur heeft.
Het wordt ten zeerste
aanbevolen uitsluitend
originele reserveonderdelen
te gebruiken.
Gebruik uitsluitend
ledlampen (E14-basis). Het
maximale vermogen wordt
getoond op de lampunit.
www.aeg.com16
LET OP!
Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Verwijder de schroef met een
schroevendraaier van de afdekking
van het lampje.
2. Maak de afdekking van het lampje
los door deze in de richting van de
pijl te bewegen.
3. Vervang de kapotte gloeilamp door
een nieuwe lamp met dezelfde
kenmerken dat specifiek bedoeld is
voor huishoudelijke apparaten.
4. Plaats de afdekking van het lampje
terug.
5. Draai de schroef van de afdekking
van het lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat
branden.
8.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
9. GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
NEDERLANDS 17
10. TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de informatie gerelateerd
aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde
informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
en de
modelnaam en het productnummer die u
vindt op het typeplaatje van het
apparaat.
Zie de link
www.theenergylabel.eu
voor
gedetailleerde informatie over het
energielabel.
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het
toestel voor elke EcoDesign-verificatie
moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de
afmetingen van de uitsparingen en de
minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de
voorschriften van deze
gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor
verdere informatie, inclusief laadplannen.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
www.aeg.com18

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5 3. INSTALLATIE........................................................................................................7 4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9 5. DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................................... 9 6. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 11 7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13 8. PROBLEEMOPLOSSING................................................................................... 14 9. GELUIDEN..........................................................................................................17 10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................18 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN.................................................... 18 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die NEDERLANDS 3 voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd. Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. 1.2 Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: 4 www.aeg.com open de deur niet gedurende lange perioden; reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; – bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op andere levensmiddelen. WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. Een-, twee- en driesterrencompartimenten zijn niet geschikt voor het invriezen van verse levensmiddelen. Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – – • • • • • • • • • • NEDERLANDS 5 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. 2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • • • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer 6 www.aeg.com • • • • bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. 2.6 Service • • • 2.4 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. 2.5 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. 2.7 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. NEDERLANDS 7 3. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. D3 D1 3.1 Afmetingen W3 D2 H1 H2 W1 W2 Totale afmetingen ¹ Totale benodigde ruimte in gebruik ³ H1 mm 850 H2 mm 850 B1 mm 595 B3 mm 1020 D1 mm 635 D3 mm 1105 ¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zijn exclusief de handgreep en pootjes Benodigde ruimte tijdens gebruik ² H2 mm 850 B2 mm 600* D2 mm 690 ² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht * verhoogd tot 660 mm als de temperatuur in de ruimte hoger is dan 32 °C ³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waarbij de volledige inhoud kan worden uitgenomen. 3.2 Locatie Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een ingebouwd apparaat. In het geval van een andere installatie dan vrijstaand, met inachtneming van de ruimte die nodig is voor 8 www.aeg.com gebruiksafmetingen, zal het apparaat correct functioneren, maar het energieverbruik kan licht toenemen. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de wandkast worden gerespecteerd om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. Met de verstelbare pootjes onderop de kast zorgt u ervoor dat het apparaat waterpas staat. LET OP! Als u het apparaat tegen de wand plaatst, maak dan gebruik van de meegeleverde afstandhouders of houd rekening met de minimum afstand die in de installatieinstructies wordt aangeduid. LET OP! Als u het apparaat met de zijkant tegen een wand installeert, raadpleeg dan de installatie-instructies om de minimale afstand tussen de wand en de zijkant van het apparaat, te begrijpen om de deurscharnieren voldoende ruimte te geven om de deur te openen als de interne apparatuur moet worden verwijderd (bijv. bij reiniging). Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 16°C tot 38°C. Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. 3.3 Elektrische aansluiting • • • • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen. 3.4 Waterpas zetten Zorg ervoor dat het apparaat waterpas is wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd zijn. NEDERLANDS 9 LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen. 3.5 Omkeerbaarheid van de deur Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur. 4. BEDIENINGSPANEEL 4.1 Inschakelen 1. Steek dan de stekker in het stopcontact. 2. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde stand. 4.2 Uitschakelen Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen. 4.3 Temperatuurregeling De temperatuur wordt automatisch geregeld. U kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat instellen. • • de kamertemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend, • de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard, • de plek van het apparaat. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. Voor de bediening van het apparaat: 1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om een lagere temperatuur in het apparaat te verkrijgen. 2. Draai de temperatuurregelaar linksom om een hogere temperatuur in het apparaat te verkrijgen. Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: 5. DAGELIJKS GEBRUIK LET OP! Dit koelapparaat is niet geschikt voor het invriezen van levensmiddelen. 5.1 Het plaatsen van de deurschappen Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt. 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. 10 www.aeg.com 5.2 Verplaatsbare schappen De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. De stand van de vochtregeling is afhankelijk van het type en de hoeveelheid groenten en fruit: • • Slots gesloten: aanbevolen wanneer er een kleine hoeveelheid groenten en fruit is. Zo blijft het natuurlijke vochtgehalte in groenten en fruit langer behouden. Slots geopend: aanbevolen wanneer er een grote hoeveelheid groenten en fruit is. Op deze manier zorgt meer luchtcirculatie voor een lagere luchtvochtigheid. 5.5 Het bewaren van ingevroren voedsel Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen. 5.3 Groentelade In het onderste deel van het apparaat bevindt zich een speciale lade die geschikt is voor de opslag van groenten en fruit. 5.4 Vochtregeling De glasplaat omvat een constructie met inkepingen (afstelbaar door middel van een schuifhendel), waarmee u het vochtgehalte in de groentelade(s) kunt regelen. Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt of na een periode dat het niet is gebruikt, dient u het apparaat minstens 3 uur te laten werken voordat u de producten in het vak legt. Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. LET OP! Bij onbedoelde ontdooiing door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de stroom langer is uitgeschakeld dan de waarde die op het typeplaatje staat, onder 'tijdsduur', moet het ontdooide voedsel snel worden geconsumeerd of onmiddellijk worden bereid, vervolgens afgekoeld en daarna opnieuw worden ingevroren. NEDERLANDS 5.6 Ontdooien Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water. 11 Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden. 6. AANWIJZINGEN EN TIPS 6.1 Tips voor energiebesparing • • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo energie te besparen. Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. 6.2 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • • • • De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van ingevroren voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om • de houdbaarheid van voedsel te bekijken. Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. 6.3 Winkeltips Na het boodschappen doen: • • • • • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. 6.4 Houdbaarheid voor vriescompartiment Soort voedsel Houdbaarheid (maanden) Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 12 www.aeg.com Soort voedsel Houdbaarheid (maanden) Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (zoals mozzarella) Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar) 6-9 3-4 6 Vis/Zeevruchten: Vette vis (zoals zalm, makreel) Magere vis (zoals kabeljauw, bot) Garnalen Gepelde mosselen en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 6.5 Tips voor het koelen van vers voedsel • • • • • • • De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van vers voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid van voedsel. Bedek het voedsel met een verpakking om de versheid en het aroma te behouden. Gebruik altijd gesloten containers voor vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of geuren in het vak te voorkomen. Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte voedsel en scheidt u het van het rauwe. Het wordt aanbevolen om het voedsel in de koelkast te ontdooien. Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst. Om voedselverspilling te voorkomen moet de nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude worden geplaatst. 6.6 Tips voor het koelen van voedsel • • • • • • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. Groenten en fruit: grondig reinigen (grond verwijderen) en in een speciale lade (groentelade) plaatsen. Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de koelkast te bewaren. Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard. Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. NEDERLANDS • 13 Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden. 7. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. 7.2 Periodieke reiniging Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Afspoelen en goed afdrogen. 7.3 Het ontdooien van de koelkast Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale 7.4 De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. 14 www.aeg.com Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel en leg het op een koele plaats. LET OP! Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen. 3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of een platte opvangbak. 4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. 5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. 6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht. 7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat minstens drie uur in deze instelling werken. Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het vriesvak. 7.5 Periode dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. 2. 3. 4. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder al het voedsel Ontdooi het apparaat. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 5. Laat de deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. 8. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Wat te doen als ... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitge‐ schakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact. Neem contact op met een erkend elektrotechnisch in‐ stallateur. Het apparaat staat niet sta‐ biel. Controleer of het apparaat stabiel staat. Het apparaat is lawaaiig. NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De compressor werkt voort‐ durend. De temperatuur is verkeerd ingesteld. Zie 'Bedieningspaneel'. 15 Er werden veel voedingspro‐ Wacht een paar uur en con‐ ducten in een keer opgebor‐ troleer dan de temperatuur gen. opnieuw. De temperatuur in de ruimte is te hoog. Zie 'Installeren'. De temperatuur van de voe‐ dingsproducten in het appa‐ raat was te hoog. Laat voedingsproducten af‐ koelen tot kamertemperatuur voordat u ze opbergt. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is niet goed gemon‐ Het apparaat staat niet wa‐ teerd of dekt het ventilatier‐ terpas. ooster af. Raadpleeg de montage-in‐ structies. Deur gaat moeilijk open. U probeerde de deur direct nadat u die sloot opnieuw te openen. Wacht even met de deur openen nadat u die hebt ge‐ sloten. De verlichting werkt niet. De stand-bystand van de verlichting is ingeschakeld. Sluit en open de deur. De lamp is defect. Zie 'De lamp vervangen'. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie 'De deur sluiten'. Het deurrubber is vervormd of vuil. Zie 'De deur sluiten'. De voedingsproducten is niet goed verpakt. Verpak de voedingsproduc‐ ten beter. De temperatuur is verkeerd ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Er is te veel bevroren rijp en ijs. Apparaat is volledig geladen Stel een hogere temperatuur en is ingesteld op de laagste in. Raadpleeg het hoofdstuk temperatuur. 'Bedieningspaneel'. De ingestelde temperatuur in Stel een hogere temperatuur het apparaat is te laag en de in. Raadpleeg het hoofdstuk omgevingstemperatuur is te 'Bedieningspaneel'. hoog. Er stroomt water over de Tijdens automatisch ontdooi‐ Dit is normaal. achterwand van de koelkast. en smelt rijp op de achter‐ wand. 16 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er condenseert teveel water op de achterwand van de koelkast. De deur werd te vaak geo‐ pend. Open de deur alleen als het nodig is. De deur is niet volledig ge‐ sloten. Zorg ervoor dat de deur vol‐ ledig gesloten is. Het bewaarde voedsel was niet ingepakt. Verpak voedsel in geschikt materiaal voordat u het in het apparaat plaatst. Opgeborgen voedingspro‐ ducten voorkomen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat voedings‐ producten de achterwand niet raken. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Er stroomt water in de koel‐ kast. Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet Sluit de smeltwaterafvoer aangesloten op de verdamp‐ aan op de verdampschaal. schaal boven de compres‐ sor. De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/te hoog. De temperatuur is niet cor‐ rect ingesteld. Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van de voe‐ dingsproducten is te hoog. Laat de voedingsproducten afkoelen tot kamertempera‐ tuur voordat u ze opbergt. Er werden veel voedingspro‐ Berg minder voedingspro‐ ducten in een keer opgebor‐ ducten in een keer op. gen. De dikte van de rijp is groter dan 4 - 5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur werd vaak geopend. Open de deur alleen als dat nodig is. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde servicedienst voor dit merk. 8.2 Het lampje vervangen Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft. Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken. Gebruik uitsluitend ledlampen (E14-basis). Het maximale vermogen wordt getoond op de lampunit. NEDERLANDS LET OP! Trek de stekker uit het stopcontact. 1. Verwijder de schroef met een schroevendraaier van de afdekking van het lampje. 2. Maak de afdekking van het lampje los door deze in de richting van de pijl te bewegen. 4. 5. 6. 7. kenmerken dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. Plaats de afdekking van het lampje terug. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast. Steek de stekker in het stopcontact. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. 8.3 De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. 3. Vervang de kapotte gloeilamp door een nieuwe lamp met dezelfde 9. GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! 17 18 www.aeg.com 10. TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. 12. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het apparaten gemarkeerd met het symbool symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

AEG RTS9143XAW Handleiding

Type
Handleiding