Shindaiwa C263S Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1Deksel
NEDERLANDS
(Oorspronkelijke instructies)
BEDIENINGSHANDLEIDING
GRASTRIMMER/BOSMAAIER
T263XS/C263S
T263TXS/C263TS
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE RE-
GELS VOOR VEILIG GEBRUIK.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS
KAN ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2
Inhoud
Veilig gebruik van uw product............................................................................................. 3
Beschrijving ........................................................................................................................ 8
Voordat u begint ................................................................................................................. 9
Paklijst ........................................................................................................................... 9
Montage....................................................................................................................... 10
Versie met rondhandgreep .......................................................................................... 10
Versie met U-vormige handgreep................................................................................ 10
Beschermkap monteren............................................................................................... 11
Nylondraadkop monteren ............................................................................................ 11
Bij een metalen snijblad............................................................................................... 12
Uitbalanceren .............................................................................................................. 13
Brandstof voorbereiden ............................................................................................... 13
Motorbediening ................................................................................................................. 15
De motor starten .......................................................................................................... 15
De motor stoppen ........................................................................................................ 16
Maaien .............................................................................................................................. 17
Gebruik van het schouderharnas................................................................................. 18
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop....................................................... 18
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad ...................................................... 20
Onderhoud en verzorging ................................................................................................. 22
Onderhoudsrichtlijnen.................................................................................................. 22
Onderhoud en verzorging ............................................................................................ 22
Opslag ......................................................................................................................... 28
Specificaties...................................................................................................................... 29
Conformiteitsverklaring ..................................................................................................... 31
3
Veilig gebruik van uw product
Veilig gebruik van uw product
Belangrijke informatie
WAARSCHUWING
Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.
Over uw bedieningshandleiding
In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de montage, de bediening en het onderhoud van uw pro-
duct. Lees deze aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar
aan bij uw dealer.
De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus-
sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Juist gebruik van dit product
Dit product is een krachtige lichtgewichtmachine met een benzinemotor, ontworpen om op moeilijk bereikbare plaat-
sen onkruid te verwijderen, gras te maaien en kreupelhout te zagen.
Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving
zijn voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelij-
ken.
Raadpleeg uw dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan
U mag het product niet wijzigen.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het product
worden niet gedekt door de garantie van de fabrikant.
Gebruik het product niet zonder dat het is gecontroleerd en onderhouden
U dient het product niet te onderhouden wanneer het niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd voor dat
het product regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de persoon
die het product leent ook de handleiding ontvangt.
Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Gebruikers van het product
Het product mag niet gebruikt worden door:
vermoeide mensen
mensen die alcohol hebben gedronken
mensen die medicijnen gebruiken
zwangere vrouwen
mensen met een slechte fysieke conditie
mensen die de bedieningshandleiding niet hebben gelezen
kinderen
Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of
hun eigendommen.
Niet opvolgen van deze instructies kan een ongeval tot gevolg hebben.
Het ontstekingssysteem van dit product genereert elektromagnetische velden tijdens het bedienen ervan. Magneti-
sche velden kunnen invloed hebben op pacemakers of pacemakers ontregelen. Om gezondheidsrisico's te vermin-
deren, bevelen we aan dat dragers van pacemakers hun arts en pacemakerfabrikant raadplegen alvorens dit product
te bedienen.
4
Veilig gebruik van uw product
Trillingen en kou
Het vermoeden bestaat dat een aandoening genaamd Fenomeen van Raynaud, dat van invloed is op de vingers van
bepaalde personen, wordt veroorzaakt door blootstelling aan trillingen en kou. Blootstelling aan trillingen en kou kan
een tintelend en branderig gevoel veroorzaken, waardoor de vingers bleek en gevoelloos worden. De volgende voor-
zorgsmaatregelen worden ten zeerste aangeraden omdat niet bekend is bij welke mate van blootstelling de ver-
schijnselen optreden.
Houd uw lichaam warm; met name hoofd en nek, voeten en enkels, en handen en polsen.
Zorg voor een goede doorbloeding door tijdens regelmatige werkonderbrekingen krachtige armbewegingen te
maken en door niet te roken.
Beperk het aantal uren dat u met de machine werkt. Probeer elke dag een aantal werkzaamheden te verrichten
waarbij u niet hoeft te werken met de trimmer of andere handbediende apparatuur.
Hebt u last van pijnlijke, rode en opgezwollen vingers, gevolgd door verbleken en gevoelloosheid van de vingers,
raadpleeg dan een arts alvorens u zich opnieuw blootstelt aan kou en trillingen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
RSI-aandoeningen (herhalingsoverbelasting)
Het vermoeden bestaat dat overbelasting van de spieren en pezen in de vingers, handen, armen en schouders kan
leiden tot irritatie, zwellingen, gevoelloosheid, slapheid en extreme pijn in de zojuist genoemde lichaamsdelen. Be-
paalde herhalende handbewegingen zorgen voor een hoger risico van het ontwikkelen van herhalingsoverbelasting
(RSI). Doe het volgende om de kans op RSI te verminderen:
Vermijd het gebruik van uw pols in gebogen, uitgestrekte of verdraaide positie.
Neem regelmatig een pauze om herhaling tot een minimum te beperken en om de handen te laten rusten. Vermin-
der de snelheid en de kracht waarmee u herhalingsbewegingen maakt.
Doe oefeningen om de hand- en armspieren te verstevigen.
Raadpleeg een arts indien u last hebt van een tintelend gevoel, gevoelloosheid of pijn in vingers, handen, polsen
en armen. Hoe eerder RSI wordt vastgesteld, des te beter kunnen permanente zenuw- en spierbeschadigingen
worden voorkomen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
Juiste instructie
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies en een veiligheidsuitrusting.
Zorg dat u precies weet hoe de machine wordt bediend en gebruikt.
Weet hoe u de machine moet stoppen en de motor moet afzetten.
Zorg dat u weet hoe een machine snel van het harnas kan worden losgemaakt.
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
Beschermende kleding dragen
Draag uw haar zo dat het tot op uw schouders komt.
Draag geen stropdassen, sierraden of losse kleding die door de machine kunnen wor-
den gegrepen.
Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, sandalen etc.), loop niet blootsvoets of
met blote benen.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander ernstig
letsel tot gevolg hebben.
Draag beschermende uitrusting
Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wanneer u met de grastrimmer
werkt.
1. Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd
2. Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor
3. Veiligheidsbril: Beschermt de ogen
4. Gelaatsscherm: Beschermt het gelaat
5. Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen kou en trillingen
6. Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek): Beschermt het lichaam
7. Stevige antisliplaarzen (met veiligheidsneus) of antislipschoenen (met vei-
ligheidsneus): Beschermen de voeten
8. Scheenbescherming: Beschermt de benen
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik indien nodig de onderstaand vermelde veiligheidsuitrusting.
Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen
Bijennet: Beschermt tegen aanvallen van bijen
WAARSCHUWING
5
Veilig gebruik van uw product
Waarschuwingsmededelingen
Overige aanduidingen
Symbolen
Omgeving voor gebruik en bediening
Gebruik het product niet:
onder slechte weersomstandigheden.
op steile hellingen of onstabiele of glibberige oppervlakken.
's avonds of op donkere plaatsen met een slecht zicht.
Wanneer u het product op een licht hellend terrein gebruikt, werk dan met vlakke bewegingen en volg de contour
van het terrein.
Als u valt of uitglijdt, of het product niet correct bedient, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voor uw eigen gezondheid en voor een veilige en comfortabele werkprocedure, dient u de machine te gebruiken bin-
nen een temperatuurbereik van de buitenlucht van 5oC tot 40oC.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
Voorbereid zijn in geval van een verwonding
Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke geval van een
ongeval of verwonding.
EHBO-doos
Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te stoppen)
Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)
Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van anderen kunt vragen kan
de verwonding verslechteren.
Veiligheid heeft de hoogste prioriteit in geval van vuur of rookontwikkeling
Indien er vuur uit de motor komt of uit een andere plaats dan de uitlaatopening, breng dan altijd eerst
uzelf in veiligheid.
Werp met een schop zand of gelijksoortig materiaal op het vuur om te voorkomen dat het zich ver-
spreidt, of blus het met een brandblusser.
Een paniekreactie kan ertoe leiden dat de brand zich uitbreidt en er grotere schade ontstaat.
WAARSCHUWING
GEVAAR WAARSCHU-
WING
LET OP!
Dit symbool in combinatie met het
woord "GEVAAR" vestigt de aan-
dacht op handelingen of omstandig-
heden die ernstig lichamelijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
Dit symbool in combinatie met het
woord "WAARSCHUWING" vestigt
de aandacht op handelingen of om-
standigheden die ernstig lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg kunnen
hebben.
"LET OP" geeft aan dat er een poten-
tieel gevaarlijke situatie is, die wan-
neer die niet wordt vermeden, licht tot
matig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Het pictogram met een
cirkel en een schuine
streep geeft aan dat
hetgeen wordt ge-
toond, verboden is.
OPMERKING BELANGRIJK
Deze ingesloten boodschap bevat
tips voor gebruik, verzorging en on-
derhoud van het product.
Omkaderde tekst met het woord "
BELANGRIJK"bevat belangrijke in-
formatie over het gebruik, de contro-
le, het onderhoud en de opslag van
het product dat beschreven staat in
deze handleiding.
Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas-
sing
Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas-
sing
Lees de bedieningshandlei-
ding aandachtig door
De maximumsnelheid van de
as van het maaiaccessoire in
t/min
6
Veilig gebruik van uw product
Draag oog-, oor- en hoofdbe-
scherming
Bewaar een afstand van 15
meter ten opzichte van om-
standers
Draag voetbescherming en
handschoenen Benzine- en oliemengsel
Noodstop Stand "Koude start" van cho-
kehendel (choke dicht)
Waarschuwing!
Gelanceerde voorwerpen!
Stand "In bedrijf" van choke-
hendel (choke open)
Waarschuwing, zwenkt zij-
waarts uit
Afstelling carburateur
- Stationair toerental
Gebruik zonder beschermkap
niet toegestaan U-handgreep
Gebruik van metalen snijbla-
den niet toegestaan Rondhandgreep
Gebruik van nylondraadkop
niet toegestaan
Pas op voor plaatsen met
hoge temperatuur
Gebruik het product niet op
plaatsen met een slechte ven-
tilatie
Gegarandeerd geluidsvermo-
genniveau
Pas op voor vuur Motor starten
Pas op voor elektrische
schokken
-
Opvoerpomp (starten)
Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas-
sing
Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas-
sing
7
Veilig gebruik van uw product
Veiligheidssticker(s)
De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg
ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.
Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een
vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg
ervoor dat de sticker altijd leesbaar is.
(1. onderdeelnummer 890617-43130)
8
Beschrijving
Beschrijving
1. Haakse overbrenging Beschikking over twee tandwie-
len om de hoek van de roterende as te veranderen.
2. Maaiaccessoire Nylondraadkop voor het maaien van
gras en onkruid.
3. Maaiaccessoire Snijblad met 3 snijvlakken voor het
maaien van gras, tuinafval en onkruid.
4. Beschermkap Voorziening waarmee de gebruiker
wordt beschermd tegen onvoorzien contact met de snij-
kop en gelanceerde voorwerpen.
5. Afsnijmes Snij hiermee de nylondraad door om de
draadlengte aan te passen aan het desbetreffende
zwad.
6. Asbuis Deel van de machine dat de behuizing voor de
krachtoverbrengingsas vormt.
7. Rondhandgreep Lichtgewicht, geschikt voor de trim-
mer met nylondraad.
8. U-vormige handgreep Heeft dezelfde configuratie als
een fietsstuur om de kracht die nodig is voor het werken
met de machine te verminderen in vergelijking met een
rondhandgreep.
9. Ophangpunt Voorziening waaraan het harnas kan wor-
den vastgehaakt.
10. Ontstekingsschakelaar "Schuifschakelaar" aan de bo-
venzijde van de behuizing van de handgastrekker;
schuif de schakelaar naar voren in de RUN-stand en
naar achteren in de STOP-stand.
11. Handgastrekker Wordt door de vinger van de gebrui-
ker geactiveerd om het motortoerental te regelen.
12. Handgastrekkerblokkering Blokkeert de hand-
gastrekker in de stationaire stand totdat u met uw rech-
terhand een stevige grip hebt om de handgreep.
13. Luchtfilterdeksel Dekt het luchtfilter af.
14. Brandstoftankdop Voor het afsluiten van de brandstof-
tank.
15. Brandstoftank Bevat brandstof en een brandstoffilter.
16. Starthendel Trek aan de hendel om de motor te star-
ten.
17. Geluiddemperkap Dekt de geluiddemper af, zodat de
gebruiker het hete oppervlak van de geluiddemper niet
kan aanraken.
18. Bougie
19. Schouderharnas Verstelbare riemen om de machine
aan op te hangen.
20. Snijbladbescherming Gebruik tijdens het vervoeren
van de machine de juiste beschermkap voor het meta-
len snijblad.
21. Type en serienummer
9
Voordat u begint
Voordat u begint
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
1. Motor en asbuis
2. Beschermkap (voor nylondraadkop)
3. Beschermkap (voor metalen snijblad)
4. Schouderharnas
5. Rondhandgreep
6. Nylondraadkop
7. Bedieningshandleiding
8. Borgpen
9. Dopsleutel
10. L-sleutel
1. Motor en asbuis
2. U-handgreep
3. Beschermkap (voor nylondraadkop)
4. Beschermkap (voor metalen snijblad)
5. Schouderharnas
6. Nylondraadkop
7. Snijblad met 3 snijvlakken
8. Snijbladbescherming
9. Bedieningshandleiding
10. Borgpen
11. Dopsleutel
12. L-sleutel
10
Voordat u begint
Montage
Versie met rondhandgreep
Rondhandgreep
Monteer de rondhandgreep (A) en de beugel (C) op de aandrijf-
as-eenheid.
Plaats de handgreep in een comfortabele werkhouding en draai
de bouten (B) vast.
Versie met U-vormige handgreep
U-handgreep
1. Plaats de (bovenste) handgreepmontagesteun (A) in de (on-
derste) handgreepmontagesteun (B) en bevestig de hand-
greep door de handgreepmontagebout (C) lichtjes aan te
halen.
2. Stel de schuine stand van de handgreep bij tot u een stand
bereikt waar u goed mee kunt werken en draai de montage-
bout stevig vast.
Voor afstelling van de bevestigingsbout (D) doet u het volgen-
de (indien nodig)
(1) Haal de bouten strak aan.
(2) Draai de bouten 1 1/2 slag los.
E: Pijl
F: Naar motor
3. Om te voorkomen dat de handgaskabel (I) losraakt, dient u
deze met kabelklemmen (G) aan de asbuis (H) (op 2 plaat-
sen) en aan de rechter U-handgreep (op 1 plaats) vast te
zetten.
WAARSCHUWING
Lees de bedieningshandleiding aandachtig door om ervoor te zorgen dat u het product correct mon-
teert.
Gebruik van een product dat niet correct is gemonteerd, kan tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
E: Pijl F: Naar motor
LET OP
Monteer de hendel aan de motorzijde vanaf de pijlmar-
kering.
LET OP
Monteer de hendel aan de motorzijde vanaf de pijlmar-
kering.
11
Voordat u begint
K: Moeren
Beschermkap monteren
1. Plaats beschermkap (A) op het bevestigingsdeel van de
haakse overbrenging en draai 4 bouten (B) vast.
Nylondraadkop monteren
1. Plaats de borgpen (A) in een gat aan de rechterzijde van de
haakse overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer
krachtig naar links.
2. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf (B) van de
snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.
3. Verwijder met behulp van de dopsleutel de moer (C), afdicht-
manchet (D) en onderste snijbladklem (E).
De moer, afdichtmanchet en onderste snijbladklem worden
niet gebruikt met een nylondraadkop.
4. Schroef de nylondraadkop (F) (linksom) op de as tot de kop
stevig vastzit.
5. Verwijder de borgpen.
LET OP
Stel de speling van het draadeinde (J) aan de carbura-
teurzijde (L) na montage af op 1 mm - 2 mm.
LET OP
Zet de uitgaande as stevig vast met de borgpen om te
voorkomen dat de as gaat roteren wanneer de nylon-
draadkop wordt bevestigd.
12
Voordat u begint
Bij een metalen snijblad
Methode voor wisselen beschermkap
Er zijn twee soorten beschermkappen: één wordt alleen voor
een nylondraadkop gebruikt en de andere alleen voor een me-
talen snijblad. Wanneer u een metalen snijblad gebruikt, dient
u de beschermkap voor metalen snijbladen te gebruiken.
1. Draai de bout (A) aan de rechterkant van de beugel (B) he-
lemaal los om de beschermkap te verschuiven. De bout zelf
kan niet uit de beugel verwijderd worden.
2. Schuif, terwijl u op de knop (C) drukt, de beschermkap (D)
naar links en verwijder deze.
3. Plaats de beschermkap van het andere type (E) in de sleuf
en schuif de kap naar rechts totdat hij niet meer verder kan.
Zorg dat u de bout weer vastdraait.
Snijblad monteren
1. Inspecteer snijbladen (A) voordat ze worden gemonteerd.
Controleer de scherpte. Botte snijbladen vergroten het risico
op terugslagreacties van het snijblad. Kleine barsten kunnen
leiden tot breuken, waardoor snijbladdelen tijdens werk-
zaamheden kunnen wegschieten. Verwijder gebarsten snij-
bladen, ongeacht de grootte van de barst.
2. Plaats de borgpen (B) in een gat aan de rechterzijde van de
haakse overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer
krachtig naar links.
3. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf (C) van de
snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.
4. Verwijder met behulp van de dopsleutel de moer (D), afdicht-
manchet (E) en onderste snijbladklem (F).
5. Draai het snijblad, de onderste snijbladklem, de afdichtman-
chet en de moer met de hand vast.
WAARSCHUWING
Draag altijd stevige handschoenen wanneer u aan het snijblad werkt.
Wanneer u het snijblad tijdens het maaien vervangt, zorg er dan eerst voor dat de motor uitgeschakeld is en dat het
blad niet meer beweegt.
Als u het product omdraait om het snijblad te vervangen, controleer dan eerst of de brandstoftankdop stevig geslo-
ten is.
Probeer het snijblad nooit met één hand of zonder de dopsleutel te monteren. Monteer het snijblad zorgvuldig met
behulp van de meegeleverde dopsleutel en zet het blad stevig vast.
Gebruik geen ander gereedschap om het snijblad vast te draaien dan de meegeleverde dopsleutel; pneumatisch of
elektrisch gereedschap kan het snijblad vaster draaien dan noodzakelijk waardoor de moer of de uitgaande as defect
raakt.
Wanneer u een versleten moer en afdichtmanchet voor het snijblad gebruikt, kan het snijblad losraken. Vervang ze
door nieuwe.
Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg zijn.
13
Voordat u begint
6. Draai de moer (linksom) vast met een dopsleutel. Draai de
moer nooit vast wanneer u er met uw gewicht op steunt.
Hierdoor kan de moerdraad afbreken.
7. Verwijder de borgpen.
Uitbalanceren
Schouderharnas verstellen
Het meegeleverde schouderharnas is geschikt voor volwas-
sen personen met een normale lichaamsbouw en een lengte
van 150 cm - 195 cm en een taille van 60 cm - 140 cm.
Gebruik een schouderharnas indien dat is bijgeleverd of wan-
neer dat in deze handleiding wordt aanbevolen. Stel het har-
nas en het ophangpunt (A) van de machine zo af dat het
maaiaccessoire enkele centimeters boven de grond hangt (B).
Het maaiaccessoire en de beschermkap dienen in alle richtin-
gen horizontaal te blijven. Bevestig de machine aan de rech-
terkant van het harnas, zoals afgebeeld.
Schuif het ophangpunt op en neer om het juiste evenwicht te
vinden. Verdraai de klem voor het nivelleren van het maaiac-
cessoire en de beschermkap. Zet het geheel in de goede po-
sitie vast. Indien het ophangpunt van een vrij roterend type is,
heeft de machine de neiging zijwaarts te kantelen. U dient
echter toch het maaiaccessoire en de beschermkap in de rich-
ting van de voor-achteras te nivelleren.
Voor het uitbalanceren en nivelleren, zoals hiervoor werd om-
schreven, dient de klem mogelijk te worden verplaatst en die-
nen de harnasbanden mogelijk opnieuw te worden versteld.
Bovendien kan het nodig zijn om elk soort maaiaccessoire en
elk soort beschermkap op de machine uit te balanceren.
Brandstof voorbereiden
LET OP
Zet de uitgaande as stevig vast met de borgpen om te
voorkomen dat de as gaat roteren wanneer het snijblad
wordt bevestigd. Anders kan de moer waarmee het snij-
blad wordt vastzet, niet goed worden vastgedraaid.
WAARSCHUWING
Dit product is ontworpen voor verschillende lichaamsgrootten, maar voor zeer lange personen kan de machine mo-
gelijk niet worden afgesteld. Gebruik de machine niet indien uw voeten het maaiaccessoire kunnen raken wanneer
de machine aan het harnas is bevestigd.
BELANGRIJK
Het uitbalanceren kan worden beïnvloed door de lichaamsgrootte van een persoon. Tevens is het mogelijk dat bij sommige
machines de uitbalanceringsprocedure bij sommige personen niet werkt. Indien het schouderharnas niet past of niet goed
kan worden versteld, neem dan contact op met uw dealer.
De machine uitbalanceren voor horizontale snijkopro-
tatie
GEVAAR
Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.
Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.
Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.
14
Voordat u begint
Brandstof
Aanbevolen mengverhouding: 50:1 (2%) voor ISO-L-EGD
(ISO 13738), JASO FC, FD en aanbevolen shindaiwa-olie.
Gebruik nooit tweetaktolie die bedoeld is voor watergekoelde
motoren, motoren van motorfietsen.
Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
Brandstofvoorraad
Vul de tank niet tot aan de vulopening (A). Houd de brandstof
op het voorgeschreven niveau (tot aan de onderzijde van de
vulhals (B) van de brandstoftank).
Draai de brandstofdop na het vullen goed dicht.
WAARSCHUWING
Vul geen brandstof bij in een afgesloten ruimte. Vul de brandstoftank altijd in de buitenlucht en op onbegroeide
grond. Vul het product niet bij op een laadplatform van een vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan. Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat het druk-
verschil geleidelijk wordt opgeheven.
Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.
Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.
Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzaken als deze ontbrandt.
Controleer of er geen lekkages zijn rondom de brandstofvulbuis, het rubber of de dop nadat brandstof is bijgevuld.
Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmiddellijk met het gebruik van het product te stop-
pen en contact op te nemen met uw dealer om de machine te laten repareren.
Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veilige afstand van vuur.
Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
BELANGRIJK
Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale benzine met motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. Loodvrije
benzine met minimaal octaangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10%
ethylalcohol bevat.
Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u binnen dertig (30) dagen nodig
denkt te hebben.
15
Motorbediening
Motorbediening
De motor starten
Starten van een koude motor
(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is
geweest.)
1. Verwijder de afdekking van het snijblad.
2. Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun
het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer
of het maaiaccessoire niet in aanraking komt met het
grondoppervlak of een andere hindernis.
3. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Start.
4. Controleer of de handgastrekker (D) in de stationairstand
staat.
WAARSCHUWING
Neem bij het starten van de motor extra aandachtig de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brandstof hebt bijgevuld.
Plaats het product op een vlakke, goed geventileerde plaats.
Controleer of er geen brandstoflekkages zijn.
Inspecteer de metalen snijbladen op barsten.
Controleer de machine op loszittende moeren en bouten.
Zorg voor genoeg ruimte rondom het product en laat geen personen of dieren toe in de buurt van het product.
Start de motor met de handgastrekker in de stationairstand.
Houd het product stevig tegen de grond als u de motor start.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
Controleer of er abnormale trillingen of geluiden zijn als de motor is gestart. Gebruik het product niet als u abnormale
trillingen of geluiden waarneemt. Neem contact op met uw dealer om de machine te laten repareren.
Ongevallen waarbij onderdelen losraken en vallen, kunnen verwondingen of ernstig letsel veroorzaken.
De uitlaatdampen van de motor bevatten giftige gassen. Gebruik dit product niet in afgesloten of andere
slecht geventileerde ruimtes.
De uitlaatdampen kunnen vergiftiging veroorzaken.
Raak geluiddemper, bougie, haakse overbrenging en andere hete onderdelen niet aan terwijl de motor
draait of voor enige tijd nadat deze uit staat.
U kunt zich branden als u een heet onderdeel aanraakt.
Raak bougie, bougiekabel en andere onderdelen onder hoge spanning niet aan terwijl de motor draait.
U kunt een elektrische schok krijgen als u onderdelen die onder hoge spanning staan, aanraakt terwijl het pro-
duct in bedrijf is.
Als het maaiaccessoire ook roteert wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stationairstand
staat, stel dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
Wanneer de motor met de handgasvergrendeling wordt gestart, roteert het maaiaccessoire. Start de motor, trek dan
onmiddellijk iets aan de handgastrekker zodat de handgasvergrendeling wordt ontgrendeld. Gebruik de handgas-
vergrendeling nooit tijdens het werk.
Het roterende snijblad kan letsel veroorzaken.
OPMERKING
Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.
Laat de startergreep niet los als deze terugveert.
16
Motorbediening
5. Zet de chokehendel (F) in de stand "Koude start" (E).
6. Druk beurtelings op de opvoerpomp (H) en laat hem weer
los totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
7. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast zoals in de afbeel-
ding wordt getoond, en trek enkele malen aan de starter-
greep (I).
8. Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt,
de chokehendel in de werkstand "Run" (G) en blijf aan de
startergreep trekken om de motor te starten.
9. Als de motor niet stopt, beweegt u de chokehendel lang-
zaam weer naar de stand "Run".
10. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.
Gebruik de handgasvergrendeling (C) als de motor moeilijk
kan worden gestart. (Trek de handgastrekker volledig uit en
breng de handgasvergrendeling omlaag. Druk tegelijkertijd op
de handgastrekkerblokkering (B) en laat de handgastrekker
los om de handgasvergrendeling te activeren. Start de motor,
trek dan onmiddellijk de handgastrekker enigszins uit zodat de
handgasvergrendeling wordt ontgrendeld.).
Starten van een warme motor
1. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Start.
2. Controleer of de handgastrekker (D) in de stationairstand
staat.
3. Controleer of de chokehendel in de werkstand "Run" staat.
4. Is er geen brandstof te zien in de opvoerpomp, druk dan
beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los totdat
er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
5. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast en trek aan de star-
tergreep om de motor te starten.
De motor stoppen
1. Zet de handgastrekker (B) in de stand voor stationair toeren-
tal en stel de motor in op stationair (laag toerental).
2. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Stop.
3. Stop de motor in een noodsituatie onmiddellijk met behulp
van de ontstekingsschakelaar.
4. Als de motor niet stopt, zet de chokehendel dan in de stand
"Koude start". De motor zal dan afslaan en tot stilstand ko-
men (noodstop).
Wanneer de motor niet stopt nadat de ontstekingsschakelaar
is bediend, moet de ontstekingsschakelaar door uw dealer ge-
controleerd en gerepareerd worden voordat u het product
weer mag gebruiken.
5. Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie om er zeker
van te zijn dat de motor niet kan starten voordat u met de
machine werkt of deze onbewaakt achterlaat.
17
Maaien
Maaien
GEVAAR
Stop de motor altijd indien er zich een verstopping in de maaiaccessoire voordoet.
Wanneer een opstopping wordt verholpen en de maaiaccessoire plotseling start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik het product niet wanneer de beschermkap niet is aangebracht.
Objecten die kunnen afketsen van het maaiaccessoire, kunnen tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone. Neem bij
gebruik van het product de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Laat geen kinderen en andere personen of dieren in de gevarenzone
toe.
Wanneer een andere persoon binnen de gevarenzone komt, schakel
dan de motor uit om de rotatie van het maaiaccessoire te stoppen.
Wanneer u de gebruiker benadert, waarschuw hem dan door van
buiten de gevarenzone twijgjes in zijn richting te werpen en overtuig
u ervan dat de motor is uitgeschakeld en dat het maaiaccessoire niet
langer draait.
Als er meerdere personen met het product werken, moet bepaald
worden hoe zij met elkaar moeten communiceren en moeten zij op
een afstand van ten minste 15 m van elkaar werken.
Objecten die van het maaiaccessoire afketsen, en aanraking van het maaiaccessoire kunnen blindheid of een dodelijk onge-
val veroorzaken.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u met de werkzaamheden begint, het terrein waar u gaat werken en ver-
wijder eventuele steentjes en lege blikjes die van het maaiaccessoire kunnen afketsen, als-
mede stukjes touw of draad die zich om het maaiaccessoire kunnen wikkelen.
Er kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaakt worden als vreemde voorwerpen van het maaiac-
cessoire afketsen of als draad of ander materiaal dat zich om het product gewonden heeft, wegge-
slingerd wordt.
Schakel in de volgende situaties de motor onmiddellijk uit en overtuig u ervan dat het maaiaccessoire gestopt is,
voordat u onderdelen van het product gaat controleren. Vervang alle beschadigde onderdelen.
Wanneer het maaiaccessoire tijdens het werk een steen, boom, paal of ander soortgelijk obstakel raakt.
Wanneer het product plotseling abnormaal begint te trillen.
Het blijven gebruiken van defecte onderdelen kan een ongeval of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Houd het maaiaccessoire niet omhoog wanneer u met het product werkt. U moet niet werken met het maaiaccessoire
hoger dan kniehoogte geheven.
Wanneer het maaiaccessoire hoger dan kniehoogte wordt geheven, bevindt het rotatievlak zich dichter bij het gelaat en ieder
voorwerp dat van het maaiaccessoire wordt weggeslingerd, kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaken.
Vervoeren van het product
Wanneer u zich in de onderstaande situaties bevindt, schakel dan de motor uit en overtuig u ervan dat het snijblad
niet langer draait, breng vervolgens de snijbladbescherming aan en draai de geluiddemper in een richting van u af.
Verplaatsen naar de plaats waar u de werkzaamheden wilt verrichten.
Verplaatsen naar een andere locatie tijdens het verrichten van de werkzaamheden.
De plaats verlaten waar u de werkzaamheden hebt verricht.
Het niet opvolgen van deze instructies kan brandwonden of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien u het product met de auto transporteert, maak dan de brandstoftank leeg, breng de snijbladbescherming aan
en zet het product stevig vast om verschuiven te voorkomen.
Rijden met de auto terwijl de brandstoftank is gevuld, kan brand tot gevolg hebben.
Gebruik het product nooit met één hand.
Klem de handgrepen stevig vast tussen uw duim en overige vingers.
18
Maaien
Gebruik van het schouderharnas
Bevestig de trimmer altijd op de juiste manier met het schou-
derharnas.
Gesp de gordel vast. De gordel dient strak te zitten.
Bevestig het product aan het harnas.
Versie met rondhandgreep
Doe het schouderharnas over de linkerschouder en stel
de banden zodanig af dat de snelloskoppelingspin zich
net onder uw middel bevindt.
Versie met U-vormige handgreep
Plaats het schouderharnas over beide schouders en
versteld de riemen zodat de aansluitpunten zoals afge-
beeld worden vergrendeld.
Controleer of de machine goed is bevestigd door het maai-
accessoire over de grond te bewegen.
Verander, indien nodig, de positie van het ophangpunt.
Het schouderharnas kan in noodgevallen snel worden los-
gekoppeld.
Versie met rondhandgreep: Trek bij brand of andere
noodgevallen aan de snelloskoppelingspin (A) om het
product los te maken van uw lichaam.
Versie met U-vormige handgreep: Trek bij brand of an-
dere noodgevallen aan de noodklepje (B) om het pro-
duct los te maken van uw lichaam.
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop
Nylondraad afstellen
Het afsnijmes op de beschermkap stelt het snijzwad automa-
tisch in door de nylondraden in gelijke stukken te snijden zodra
het accessoire begint te roteren.
Wanneer u met een kleiner snijzwad werkt dan de maximum-
lengte, snijdt u twee nylondraden in gelijke lengtes door.
Om de trimmerdraad vooruit te doen gaan, tikt u de snijkop
van de nylondraad (A) tegen de grond terwijl de kop draait aan
de normale werksnelheid.
Maaien
Dit houdt in dat u de trimmer voorzichtig bij het materiaal
brengt dat u wilt maaien. Kantel de kop licht zodat de afval-
deeltjes van u vandaan worden geleid. Indien u materiaal
maait dat zich tegen een barrière bevindt, zoals een hek, muur
of boom, gebruik dan een hoek waarbij afvaldeeltjes die tegen
de barrière aankomen, van u vandaan worden geleid.
Verplaats de nylondraadkop langzaam totdat het gras tot aan
de barrière wordt gemaaid, maar vermijd contact tussen de
draad en de barrière. Wanneer u gras maait in de buurt van
draadgaas of harmonicagaas, maai dan slechts tot aan het
gaas. Indien u te ver gaat, knapt de draad af op het gaas.
Trimmen is bedoeld om de stengels van onkruid een voor een
te maaien. Houd de nylondraadkop onderaan tegen het on-
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van het maaiaccessoire kan leiden tot ernstig letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in deze hand-
leiding worden beschreven en volg ze op.
Niet gebruiken met beschadigde snijkop.
Gebruik alleen door YAMABIKO Corporation aanbevolen maai-accessoires.
Wanneer er zich na het afstellen van de lengte van de nylondraad te veel nylondraad achter het afsnijmes bevindt,
kan het draad eraf schieten zodra de nylondraadkop begint te roteren.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
19
Maaien
kruid, nooit hoger, anders kan het onkruid heen en weer be-
wegen en in de draad blijven haken. In plaats van het onkruid
in één keer door te snijden, gebruikt u het uiterste uiteinde van
de draad om langzaam door de stengel te snijden.
1. Hoek met muur
2. Afvaldeeltjes
3. Meszijde omhoog gericht
4. Hoek met grond
Afmaaien
Dit houdt het maaien van grote grasvlakten in door de trimmer
in een horizontale boog te zwaaien. Maak een vloeiende, ge-
makkelijke beweging. Probeer het gras niet te af te hakken.
Kantel de nylondraadkop zodat de afvaldeeltjes tijdens de
maaibeweging van u vandaan worden weggeworpen. Ga ver-
volgens zonder gras te maaien terug voor een volgende maai-
beweging. Indien u goed bent beschermd en het niet erg vindt
als afvaldeeltjes in uw richting worden geslingerd, kunt u in
beide richtingen maaien.
Aftoppen en kanten maaien
Deze beide handelingen worden verricht met een onder een
steile hoek gekantelde nylondraadkop. Aftoppen (A) betekent
dat de bovenste begroeide laag wordt verwijderd, waardoor de
kale grond overblijft. Kanten maaien (B) houdt in dat het gras
wordt gemaaid op plekken waar het over een stoep of oprit
hangt. Tijdens zowel kanten maaien als aftoppen, dient de
machine onder een steile hoek te worden gehouden, zodat af-
valdeeltjes en losgeraakt zand en stenen, niet in uw richting
komen, zelfs als ze van de harde ondergrond worden afge-
ketst.
Hoewel de afbeelding laat zien hoe u kanten moet maaien en
moet aftoppen, dient elke gebruiker zelf te bepalen wat voor
zijn lichaamsgrootte en maaisituatie de ideale hoeken zijn.
Voor bijna alle maaihandelingen geldt dat u de nylondraadkop
het beste zo kunt kantelen dat er contact wordt gemaakt aan
de zijde van de draadcirkel waar de draad van u en de be-
schermkap vandaan beweegt (zie de bijbehorende afbeel-
ding). Hierdoor worden de afvaldeeltjes van u vandaan
weggeworpen.
Indien de kop naar de verkeerde zijde wordt gekanteld, zullen
de afvaldeeltjes uw kant uitschieten. Indien de nylondraadkop
plat tegen de grond wordt gehouden zodat het gras over de
gehele lengte van de draad wordt gemaaid, schieten de afval-
deeltjes uw kant op, wordt de motor door de weerstand afge-
remd en wordt er veel draad verbruikt.
Nylondraadkop draait linksom. Het mes bevindt zich aan de
linkerzijde van de beschermkap.
1. Afvaldeeltjes
2. Maai aan deze zijde
Duw de draad niet in stug onkruid, bomen of gaashekken.
Door de draad in kippengaas, harmonicagaas of dichte be-
planting te duwen, kunnen afgeknapte draaduiteinden naar de
gebruiker worden geslingerd. De beste methode is om tot aan
een barrière, zoals hierboven beschreven, te maaien, maar
zorg dat de draad nooit in of door het obstakel komt. Maai niet
dicht bij een obstakel of barrière.
20
Maaien
Zorg dat de nylondraad geen contact kan maken met kapotte
draadomheiningen. Draaddelen die door de trimmer zijn afge-
broken, kunnen met hoge snelheden worden weggeslingerd.
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad
WAARSCHUWING
Neem bij het maaien de volgende instructies in acht.
Controleer of het snijblad stevig op zijn plaats is bevestigd.
Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten vertoont.
Vervang de moer van het snijblad als deze versleten raakt.
Snijd met het snijblad niet in de grond.
Gebruik de machine niet als het snijblad bot, verbogen, gebroken of verkleurd is en als de
moer versleten of beschadigd is.
Laat de motor niet onbelast op volle snelheid draaien.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen door YAMABIKO Corporation. YAMABIKO Corporation is niet
verantwoordelijk voor het falen van snijapparaten, hulpstukken of accessoires die niet zijn getest en goedgekeurd
door YAMABIKO Corporation voor gebruik met dit apparaat.
Het type snijblad dat gebruikt wordt moet overeenkomen met het type en de grootte van het materiaal dat u wilt maai-
en. Een ongeschikt of bot snijblad kan zeer ernstig letsel veroorzaken. Snijbladen moeten scherp zijn. Botte snijbla-
den verhogen de kans op terugslag en letsel aan uzelf en omstanders.
Plastic/nylon gras/onkruidsnijbladen mogen gebruikt worden daar waar de nylondraadkop wordt gebruikt. Ge-
bruik dit snijblad niet voor zwaar onkruid of kreupelhout.
Het snijblad met 3 snijvlakken is speciaal ontworpen voor het maaien van onkruid en gras. Vermijd letsel als ge-
volg van een terugslag of bladbreuk en gebruik het snijblad met 3 snijvlakken niet voor struiken of bomen.
8-tands onkruid/grassnijblad is ontworpen voor gras, tuinafval en dichtbegroeid onkruid. Gebruik dit snijblad niet
voor keupelhout of zware, houtachtige begroeiing, 19 mm diameter of groter.
22-tands rooiblad is ontworpen voor dicht struikgewas en jonge boompjes tot een diameter van 64 mm.
80-tands bosmaaiblad is ontworpen voor het snijden van kreupelhout en houtachtige begroeiing tot aan 13 mm
diameter.
Beschadigde of gebarsten snijbladen kunnen ongevallen en ernstig letsel veroorzaken.
Terugslag
Het fenomeen dat optreedt wanneer het snijblad in contact
komt met een boom, paal, steen of ander hard object terwijl
het met hoge snelheid draait en reageert door krachtig en
bliksemsnel terug te springen, wordt terugslag genoemd.
Terugslag kan ertoe leiden dat u de controle over het product
verliest en is bijzonder gevaarlijk.
Met name wanneer het snijbladkwart rechtsvoor (B) een
struik of soortgelijk object raakt, zal het snijblad de machine
plotseling acherwaarts naar rechts laten schieten.
Maai niet van links naar rechts, om terugslag te voorkomen.
Let er goed op dat het snijblad geen harde objecten raakt.
Zorg er tijdens het maaien voor dat het object dat u maait niet verder reikt dan 1/3 van de linker voorzijde het snijblad
(A).
Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.
21
Maaien
Onkruid afmaaien
Dit houdt het maaien in door het maaiaccessoire in een hori-
zontale boog te zwaaien. Op deze manier kunnen grote opper-
vlakken gras en onkruid worden gemaaid. Afmaaien is geen
geschikte manier om dik, stug onkruid of houtachtige begroei-
ing te zagen.
Wanneer het maaiaccessoire in een jonge boom of een struik
vast komt te zitten, gebruik het maaiaccessoire dan niet als
een hefboom om dit op te lossen. Hierdoor raakt het maaiac-
cessoire beschadigd.
Zet in plaats daarvan de motor af en duw de jonge boom of de
struik weg om de snijbladen vrij te maken.
22
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Onderhoudsrichtlijnen
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u het product controleert of onderhoudt na gebruik:
Schakel de motor uit en probeer niet het product te controleren of te onderhouden voordat de motor is afgekoeld.
U kunt zich branden.
Verwijder de bougiekap voordat u controle- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Als het product onverwacht start, kan dit een ongeval veroorzaken.
BELANGRIJK
Vakkennis is vereist bij de controle en het onderhoud. Indien u de controle en het onderhoud van het product niet zelf kunt
uitvoeren of een fout niet zelf kunt oplossen, raadpleeg dan uw dealer. Probeer niet het product te demonteren.
Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten. Het
gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.
Onderdeel Onderhoud Pagina Vóór het gebruik Maandelijks
Luchtfilter Reinigen / vervangen 23
Brandstoffilter Inspecteren / reinigen / vervangen 23
Bougie Inspecteren / reinigen / afstellen /
vervangen
25
Carburateur Afstellen / vervangen en afstellen 23
Koelsysteem Inspecteren / reinigen 24
Geluiddemper Inspecteren/vastdraaien 24
Geluiddemper Reinigen 24 •**
Aandrijfas Smeren 25 •**
Haakse overbrenging Smeren 25 •*
Starter Inspecteren -
Afsnijmes Inspecteren / reinigen -
Brandstofsysteem Inspecteren 23
Schroeven, bouten en
moeren
Inspecteren, vastdraaien / ver-
vangen
-
* Of 50 uur, afhankelijk van welke het eerst optreedt. ** Or 100 hours, whichever occurs first.
BELANGRIJK
De tijdsintervallen zijn maximumwaarden. Het feitelijk gebruik en uw ervaring bepalen de frequentie van noodzakelijk onder-
houd.
Neem bij vragen of problemen contact op met uw dealer.
23
Onderhoud en verzorging
Luchtfilter reinigen
1. Sluit de choke. Draai de knop van het luchtfilterdeksel los en
verwijder het luchtfilterdeksel (B).
2. Verwijder het luchtfilter (A) (het luchtfilter bevindt zich in het
luchtfilterdeksel).
3. Veeg vuil van het filter of reinig met perslucht vanaf de kant
van de carburateur.
4. Breng het luchtfilter weer met het deksel aan nadat u het
luchtfilter aan het deksel hebt gemonteerd.
5. Draai de knop van het luchtfilterdeksel vast.
Brandstoffilter vervangen
1. Verwijder het brandstoffilter (A) via de vulopening van de
brandstoftank met behulp van een stuk staaldraad of iets
dergelijks.
2. Trek het oude filter uit de brandstofleiding (B).
3. Installeer een nieuw brandstoffilter.
Afstelling van de carburateur
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
Draai de schroef (T) voor het afstellen van het stationaire toe-
rental rechtsom totdat het maaiaccessoire begint te draaien,
draai de schroef (T) vervolgens linksom totdat het maaiacces-
soire stopt met draaien. Draai de schroef (T) uit, linksom, en
nog 1 extra slag.
OPMERKING
Plaats het luchtfilter terug in het frame van reinigerbehui-
zing.
OPMERKING
Vervang het filter als dit overmatig vuil is of niet meer goed
past.
WAARSCHUWING
U MAG HET STATIONAIR TOERENTAL ALLEEN AANPASSEN door te draaien aan de stelschroef van het stationair
toerental (T).
Tijdens het afstellen van de carburateur kan het maaiaccessoire bewegen. Wees zeer voorzichtig en let op het maai-
accessoire, zodat u zich niet verwondt aan het bewegende snijblad.
Wanneer de carburateur is afgesteld, dient het maaiaccessoire niet te bewegen bij een stationair toerental, anders
kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
Behalve het stationair toerental, mag u GEEN andere carburateur-gerelateerde afstellingen uitvoeren. Alle andere
afstellingen MOETEN worden uitgevoerd door een bevoegde service dealer, anders kan dit leiden tot ernstig licha-
melijk letsel vanwege een defecte motor.
LET OP
Neem bij problemen met de carburateur contact op met een bevoegde service dealer.
24
Onderhoud en verzorging
Onderhoud van koelsysteem
Verwijder stof en vuil dat tussen de koelribben (A) zit.
Verwijder voor elk gebruik het vuil dat zich in het inlaatrooster
aan de onderkant van de motor, tussen de brandstoftank en
de starter, heeft opgehoopt.
Geluiddemper reinigen
Koolafzetting in de demper (A) zal leiden tot een lager motor-
vermogen en oververhitting. Vonkvangerscherm moet regel-
matig worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van
de geluiddemper.
Controleer het brandstofsysteem
Controleren vóór elk gebruik.
Controleer nadat brandstof is bijgevuld dat er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvulbuis (A), het rubber (B) of de dop
(C).
Ingeval van lekkage of andere uitscheiding van brandstof is er
brandgevaar. Stop de machine onmiddellijk en verzoek uw
dealer de machine te inspecteren en te repareren.
OPMERKING
Indien de carburateur niet naar behoren kan worden afgesteld
met de stelschroef van het stationair toerental (T), dient u con-
tact op te nemen met een bevoegde service dealer.
BELANGRIJK
Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handhaven, dient koellucht onbelemmerd door de cilindervinnen
te kunnen bewegen. Deze luchtstroom voert de verbrandingswarmte weg van de motor. Oververhitting en een vast-
gelopen motor kunnen optreden als:
De luchtinlaten zijn geblokkeerd, waardoor er geen koellucht bij de cilinder komt,
Stof en gras aan de buitenkant van de cilinder. Dit vormt een isolerende laag op de motor en verhindert afvoer van
de warmte.
Het verwijderen van blokkades in de koeling of het reinigen van de cilindervinnen wordt "normaal onderhoud" genoemd. Sto-
ringen als gevolg van het niet onderhouden vallen niet onder de garantie.
Luchtinlaat
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
25
Onderhoud en verzorging
Bougie controleren
1. Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
2. Controleer de elektrode op slijtage.
3. Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
4. Als de bougie vuil is, moet u deze reinigen. Niet zandstralen
om te reinigen. Het achterblijvende zand zal de motor be-
schadigen.
5. Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de ke-
ramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieuwe on-
derdelen. (zien Specificaties pagina 29)
6. Draai aan tot 10 N m - 15 N m (100 kgf cm tot 150 kgf cm).
De vonktest (om te controleren of de bougie voor ontsteking
zorgt) moet door uw dealer worden uitgevoerd.
De aandrijfas smeren
Inspecteer de aandrijfas (A) elke 100 uur en voeg smeer toe als
er niet voldoende smeer aanwezig is.
Haakse overbrenging
1. Verwijder de plug (B) uit de haakse overbrenging (A).
2. Voeg zonodig smeer toe met de lagedrukpomp.
3. Plaats de plug weer.
Het snijblad controleren
Gebruik alleen het snijblad dat door de fabrikant voor dit model
wordt aanbevolen.
Wanneer er een barst in het snijblad zit, gebruik dit dan niet en
vervang het door een nieuw snijblad.
Zorg dat het snijblad op de juiste manier is aangebracht in
overeenstemming met de instructies.
Het snijblad kan worden omgedraaid als het na enige tijd bot
is geworden door slijtage.
Trillingen zullen toenemen wanneer het blad beschadigd of
verbogen is.
Vervang het blad door een nieuw blad.
Indien u het snijblad wilt bijvijlen, vijl dan de 3 snijvlakken ge-
lijkmatig met behulp van een platte vijl zoals in de afbeelding
wordt getoond. Als u dit niet doet, wordt de balans verstoord
en zullen de trillingen toenemen.
a: 0,6 - 0,7 mm
OPMERKING
Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.
OPMERKING
Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.
Zorg dat de behuizing niet te veel wordt bijgevuld.
26
Onderhoud en verzorging
Nylon draad plaatsen
1. Snijd een stuk draad op de aanbevolen lengte.
2.4 mm dia. - 6 m
2. Zorg dat de pijlen bovenop uitlijnen met de openingen in de
oogjes.
3. Steek een uiteinde van de nylon draad in een oogje, en duw
de draad een gelijke lengte door de snijkop met nylon draad.
4. Houd de snijkop met nylon draad vast en draai de knop
rechtsom om de draad op te spoel te winden totdat van elke
draad ongeveer 13 cm uitsteekt.
1. Slijtage-indicatoren
BELANGRIJK
Als de slijtage-indicatoren die zich aan de onderkant van de
snijkop met nylon draad bevinden, glad gesleten zijn, moet de
afdekkap of de gehele snijkop met nylon draad worden vervan-
gen.
27
Onderhoud en verzorging
Tabel voor het oplossen van problemen
BELANGRIJK
Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten.
Het gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.
Probleem Diagnose Oorzaak Oplossing
De motor start niet 1. Er is geen brandstof in de brandstoftank
2. De stopschakelaar staat in de stand
Stop
3. Te veel aangezogen brandstof
4. Elektrisch probleem
5. Carburateur defect of inwendige onder-
delen klemmen
6. Interne motorstoring
1. Brandstofvoorraad
2. In de Start-stand zet-
ten
3. Start de motor na on-
derhoud
4. Raadpleeg uw dealer
5. Raadpleeg uw dealer
6. Raadpleeg uw dealer
Motor start moeilijk,
rotatie schommelt
Er komt brandstof in de over-
loopbuis
1. Verslechtering van brandstof
2. Carburateurprobleem
1. Vervangen door nieu-
we brandstof
2. Raadpleeg uw dealer
Er komt geen brandstof in de
overloopbuis
1. Brandstoffilter is verstopt
2. Brandstofsysteem is verstopt
3. Inwendige onderdelen van de carbura-
teur klemmen
1. Reinigen of vervan-
gen
2. Raadpleeg uw dealer
3. Raadpleeg uw dealer
De bougie is vuil of vochtig 1. Verslechtering van brandstof
2. Onjuiste elektrodenafstand
3. Koolafzetting
4. Elektrisch probleem
1. Vervangen
2. Aanpassen of vervan-
gen
3. Reinigen of vervan-
gen
4. Raadpleeg uw dealer
Motor start, maar
geen acceleratie
mogelijk
1. Luchtfilter verontreinigd
2. Brandstoffilter verontreinigd
3. Brandstofdoorgang geblokkeerd
4. Probleem met de carburateurafstelling
5. Geblokkeerde uitlaat- of demperope-
ning
1. Reinigen of vervan-
gen
2. Reinigen of vervan-
gen
3. Raadpleeg uw dealer
4. Afstellen
5. Reinigen
De motor stopt 1. Probleem met de carburateurafstelling
2. Elektrisch probleem
1. Afstellen
2. Raadpleeg uw dealer
De motor kan niet
worden afgezet
1. Stopschakelaar defect 1. Voer een noodstop uit
en raadpleeg uw dea-
ler
Het maaiaccessoi-
re draait als de mo-
tor stationair loopt
1. Probleem met de carburateurafstelling
2. Beschadigde koppelingsveer
1. Afstellen
2. Raadpleeg uw dealer
Raadpleeg uw dealer in het geval van een probleem dat niet wordt behandeld in bovenstaande tabel.
Neem contact op met uw dealer voor inname en verwerking van het product of delen daarvan in overeenstemming met de
nationale regelgeving.
28
Onderhoud en verzorging
Opslag
Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen)
1. Laat de brandstoftank volledig leeglopen over de kale grond.
Laat geen brandstof aflopen in een afgesloten ruimte.
2. Druk meermaals beurtelings op de opvoerpomp en laat hem
weer los om de brandstof uit de opvoerpomp te verwijderen.
3. Start de motor en laat deze stationair lopen totdat hij vanzelf
tot stilstand komt.
4. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Stop.
5. Laat het apparaat voldoende afkoelen en verwijder vervol-
gens alle vet, olie, vuil, stof en ander materiaal van de bui-
tenzijde van de trimmer.
6. Voer de in deze handleiding voorgeschreven periodieke
controles uit.
7. Controleer of de schroeven en moeren goed zijn aange-
haald. Draai eventueel loszittende schroeven en moeren
vast.
8. Verwijder de bougie (B) en giet de vereiste hoeveelheid (cir-
ca 10 ml) schone, verse tweetakt-motorolie via het montage-
gat voor de bougie in de cilinder.
9. Plaats een schone doek over het montagegat voor de bou-
gie.
10. Trek 2 tot 3 maal aan de startergreep om de motorolie in de
cilinder te verdelen.
11. Controleer de plaats van de zuiger via de bougieopening.
Trek langzaam aan de starthendel totdat de zuiger het hoog-
ste punt van zijn slag bereikt en laat hem op dat punt staan.
12. Monteer de bougie. (Sluit de bougiekap niet aan (C).)
13. Breng de snijbladbescherming aan over het snijblad en wik-
kel het motorgedeelte in een plastic zak of ander afdekmid-
del; sla het product op in een droge, stofvrije ruimte, buiten
bereik van kinderen.
WAARSCHUWING
Sla de machine niet op in gesloten ruimtes waar ook brandstof aanwezig is, of in de nabijheid van open
vuur of op plaatsen waar vonkvorming optreedt.
Dit zou brand kunnen veroorzaken.
Bij opslag van het product gedurende langere periodes (30 dagen of langer) dienen de volgende voorbereidingen voor de opslag
te worden getroffen.
29
Specificaties
Specific aties
* Met nylondraadsnijkop, ** Met metalen snijblad
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
T263XS C263S
Buitenafmetingen: Lengte × breedte × hoogte (zonder maaiacces-
soire)
1774 × 340 × 316 mm 1774 × 646 × 536 mm *
1780 × 646 × 479 mm **
Massa:
Machine zonder brandstof, maaiaccessoire en harnas (ISO 11806-1:
2011)
Machine met brandstof, gespecificeerd maaiaccessoire, beschermkap
en harnas
Machine zonder brandstof, maaiaccessoire, beschermkap en harnas
5,9 kg
6,9 kg
5,5 kg
6,1 kg *, 6,0 kg **
7,5 kg *, 7,5 kg **
5,6 kg *, 5,6 kg **
Inhoud: Brandstofreservoir (vol) 600 mL
Brandstof: Benzine
Olie
Mengverhouding
Normale benzine. Loodvrije benzine met minimaal oc-
taangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen
brandstof die methylalcohol of meer dan 10% ethylalco-
hol bevat.
Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. Con-
form ISO-L-EGD-norm (ISO 13738), JASO FC-,FD-
klasse en door shindaiwa aanbevolen.
50:1 deel (2%)
Maaiaccessoire:
Nylondraadsnijkop (snijzwad)
Schroefdraad
Maat nylon maaidraad (diameter)
Lengte nylondraad
SF400 (430)
Linkshandige draad M10 × 1,25 steek
2,4 mm
3,5 m
Type (aantal snijtanden)
Gespecificeerde snijbladdiameter
Gespecificeerde snijbladdikte
Diameter middelste gat snijblad
Snijblad met 3 tanden (3)
230 mm
3,0 mm
25,4 mm
Tandwielkast: overbrengingsverhouding en smering
Rotatierichting van de uitgaande as, van bovenaf gezien
Reductie 1,36 en lithiumvet van goede kwaliteit
Linksom
maximale rotatiefrequentie van de spil 7280 omw/min 8750 omw/min
Motor: Type
Carburateur
Magneet
Bougie
Starter
Transmissie
Cilinderinhoud
Maximale asremkracht (ISO 8893)
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
Aanbevolen maximaal motortoerental (met STD-accessoire)
Aanbevolen stationair motortoerental
Luchtgekoelde tweetakt-ééncilinder
Membraantype
Vliegwielmagneet, CDI-systeem
NGK CMR7H
Trekstarter
Automatische centrifugekoppeling
25,4 cm3
1,0 kW
0,61 L/uur
9400 omw/min *, 11.500 omw/min **
3000 (-100~0) omw/min
Vibratie (ISO 22867) ahv, eq Linker handgreep
Rechter hand-
greep
Onzekerheid K
4,0 m/s2
2,9 m/s2
1,2 m/s2
4,1 m/s2 *, 3,8 m/s2 **
3,6 m/s2 *, 4,0 m/s2 **
1,2 m/s2 *, 0,8 m/s2 **
Geluidsdrukniveau (ISO 22868) LpAeq
Onzekerheid KpA
92,7 dB(A)
1,5 dB(A)
93,1 dB(A) *, 93,0 dB(A) **
1,5 dB(A) *, 0,8 dB(A)**
Geluidsstroomniveau (ISO 22868) LWARa
Onzekerheid KWA
107,9 dB(A)
2,1 dB(A)
108,0 dB(A)*,
106,3 dB(A)**
2,1 dB(A)*, 1,6 dB(A)**
30
Specificaties
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
T263TXS C263TS
Buitenafmetingen: Lengte × breedte × hoogte (zonder maaiacces-
soire)
1789 × 340 × 316 mm 1789 × 646 × 536 mm
Massa:
Machine zonder brandstof, maaiaccessoire en harnas (ISO 11806-1:
2011)
Machine met brandstof, gespecificeerd maaiaccessoire, beschermkap
en harnas
Machine zonder brandstof, maaiaccessoire, beschermkap en harnas
6,1 kg
7,1 kg
5,7 kg
6,2 kg
7,7 kg
5,8 kg
Inhoud: Brandstofreservoir (vol) 600 mL
Brandstof: Benzine
Olie
Mengverhouding
Normale benzine. Loodvrije benzine met minimaal oc-
taangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen
brandstof die methylalcohol of meer dan 10% ethylalco-
hol bevat.
Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. Con-
form ISO-L-EGD-norm (ISO 13738), JASO FC-,FD-
klasse en door shindaiwa aanbevolen.
50:1 deel (2%)
Maaiaccessoire:
Nylondraadsnijkop (snijzwad)
Schroefdraad
Maat nylon maaidraad (diameter)
Lengte nylondraad
SF400 (430)
Linkshandige draad M10 × 1,25 steek
2,4 mm
3,5 m
Tandwielkast: overbrengingsverhouding en smering
Rotatierichting van de uitgaande as, van bovenaf gezien
maximale rotatiefrequentie van de spil
Reductie 2,07 en lithiumvet van goede kwaliteit
Linksom
5650 omw/min
Motor: Type
Carburateur
Magneet
Bougie
Starter
Transmissie
Cilinderinhoud
Maximale asremkracht (ISO 8893)
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
Aanbevolen maximaal motortoerental (met STD-accessoire)
Aanbevolen stationair motortoerental
Luchtgekoelde tweetakt-ééncilinder
Membraantype
Vliegwielmagneet, CDI-systeem
NGK CMR7H
Trekstarter
Automatische centrifugekoppeling
25,4 cm3
1,0 kW
0,61 L/uur
11000 omw/min
3000 (-100~0) omw/min
Vibratie (ISO 22867) ahv, eq Linker handgreep
Rechter hand-
greep
Onzekerheid K
5,4 m/s2
3,0 m/s2
1,2 m/s2
4,6 m/s2
4,6 m/s2
1,2 m/s2
Geluidsdrukniveau (ISO 22868) LpAeq
Onzekerheid KpA
93,1 dB(A)
1,5 dB(A)
94,2 dB(A)
1,5 dB(A)
Geluidsstroomniveau (ISO 22868) LWARa
Onzekerheid KWA
107,7 dB(A)
2,1 dB(A)
108,1 dB(A)
2,1 dB(A)
31
Conformiteitsverklaring
Conform iteitsve rklaring
De hierna genoemde fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
1-7-2 Suehirocho Ohme, Tokyo 198-8760 JAPAN
Deze conformiteitsverklaring wordt uitgegeven onder de volledige verantwoordelijkheid
van de fabrikant.
verklaart dat de hierna gespecificeerde nieuwe machine:
GRASTRIMMER/BOSMAAIER
Merk: Shindaiwa
Type: T263XS/C263S, T263TXS/C263TS
voldoet aan:
* de vereisten van Richtlijn 2006/42/EG (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 11806-1: 2011)
* de vereisten van Richtlijn 2014/30/EU (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 14982: 2009, EN 55012:
2007+A1: 2009)
* de vereisten van Richtlijn 2011/65/EU (gebruik van geharmoniseerde norm EN IEC 63000: 2018)
* de vereisten van Richtlijn 2000/14/EG
Conformiteitbeoordelingsprocedure volgens ANNEX V
T263XS C263S T263TXS C263TS
Gemeten geluidsvermogenniveau dB(A) 108 108 108 108
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau dB(A) 111 111 111 111
Serienummer U47838001001 tot U47838100000 T263XS, U47938001001 tot U47938100000 C263SU48038001001 tot
U48038100000 T263TXS, U48138001001 tot U48138100000 C263TS
Tokio, 1 juli 2021
YAMABIKO CORPORATION
De geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa die bevoegd
is het technische dossier samen te stellen.
Bedrijf: CERTIFICATION EXPERTS B.V.
Adres: Amerlandseweg 7, 3621 ZC Breukelen, Nederland
Hisashi Kobayashi De heer Richard Glaser
Algemeen directeur
Afdeling kwaliteitscontrole
X750234-5303
2021
1-7-2 Suehirocho, Ohme, Tokyo 198-8760 JAPAN
TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145.
©
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Shindaiwa C263S Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor