www.sentera.eu
MIW-DSVCX-R-NL-000 - 23 / 11 / 23 6 - 10
terug naar inhoudstafel
BEDRADING EN AANSLUITINGEN
Artikelcode DSVCF-R DSVCG-R
VIN 18—34 VDC 18—34 VDC 15—24 VAC ±10%
GND Massa Gemeenschappelijke
massa AC ~
AModbus RTU (RS485), signaal A Modbus RTU (RS485), signaal A
/B Modbus RTU (RS485), signaal /B Modbus RTU (RS485), signaal /B
AO1 Analoge / modulerende uitgang 1 voor
temperatuurmeting (0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
Analoge / modulerende uitgang 1 voor
temperatuurmeting (0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
GND Massa Gemeenschappelijke massa
AO2
Analoge / modulerende uitgang 2 voor meting van
de relatieve vochtigheid
(0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
Analoge / modulerende uitgang 2 voor meting van
de relatieve vochtigheid
(0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
GND Massa Gemeenschappelijke massa
AO3 Analoge / modulerende uitgang 3 voor TVOC
metingen (0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
Analoge / modulerende uitgang 3 voor TVOC
metingen (0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
GND Massa Gemeenschappelijke massa
Aansluiting Veercontacten, kabeldoorsnede: 1,5 mm2
De -F versie van dit product is niet geschikt voor 3-draads aansluiting. Het heeft
afzonderlijke massa's voor voeding en analoge uitgang. Beide massa's verbinden kan
resulteren in onjuiste metingen. Er zijn minstens 4 draden nodig voor het aansluiten
van -F type sensoren.
De -G versie is bedoeld voor 3-draads aansluiting en beschikt over een
gemeenschappelijke massa. Dit wil zeggen dat de massa's van de analoge uitgang
inwendig verbonden zijn met de massa van de voeding. Omwille van deze reden
kunnen -F en -G type sensoren niet gemengd worden binnen één netwerk. Verbind
nooit de gemeenschappelijke massa van G-type-artikelen met andere apparaten die
op gelijkstroom werken. Door dit toch te doen kan mogelijk permanente schade
aangebracht worden aan de aangesloten toestellen.
ATTENTIE
MONTAGE VOORSCHRIFTEN IN STAPPEN
Lees aandachtig "Veiligheids- & voorzorgsmaatregelen" voordat u begint met het
monteren van het apparaat.
De sensor is niet ontworpen, vervaardigd of bedoeld voor controle- of
bewakingsapparatuur in omgevingen die levensveiligheid vereisen, waarbij het
uitvallen van de sensor rechtstreeks kan leiden tot de dood, persoonlijk letsel of
ernstige fysieke of milieuschade.
OPMERKING
Volg volgende stappen:
1. Houd er bij het voorbereiden van de montage rekening mee dat het uiteinde
van de sonde in het midden van het luchtkanaal moet worden geplaatst. Maak
steeds gebruik van de flens om de sensor op ronde kanalen te installeren. Het
is mogelijk om de sensor zonder de flens op rechthoekige kanalen te installeren
(indien nodig), zie Fig. 1 en Fig. 2 hieronder.
DSVCX-R MULTIFUNCTIONELE
KANAALSENSOR