-- 2 --
TOCh
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
1 RICHTLIJN 3........................................................
2 VEILIGHEID 3.......................................................
3 INLEIDING 5.........................................................
3.1 Apparatuur 5...............................................................
3.2 Instellingen 5...............................................................
4 TECHNISCHE GEGEVENS 5..........................................
5 INSTALLATIE 7......................................................
5.1 Hijsinstructies 7.............................................................
5.2 Plaatsing 7.................................................................
5.3 Installatie 7.................................................................
5.4 Netspanning 8..............................................................
5.5 Elektrische installatie 9.......................................................
5.6 Afsluitweerstand 10...........................................................
6 GEBRUIK 10.........................................................
6.1 Aansluitingen en bedieningsorganen 11.........................................
6.2 Aansluiting van meerdere draadaanvoereenheden 11.............................
6.3 Oververhittingsbeveiliging 12..................................................
6.4 Beveiliging waterstroom 12....................................................
6.5 Afstandsbediening 12.........................................................
7 ONDERHOUD 12......................................................
7.1 Koelmiddel bijvullen 13........................................................
7.2 Inspecteren en schoonmaken 13...............................................
8 PROBLEMEN OPLOSSEN 13..........................................
9 RESERVEONDERDELEN BESTELLEN 13...............................
SCHEMA 14.............................................................
BESTELNUMMER 16.....................................................
ACCESSOIRES 17.......................................................
-- 3 --
bu18d1h
1 RICHTLIJN
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
ESAB Welding Equipment AB, S--695 81 Laxå, Zweden, verklaart geheel onder eigen verantwoorde-
lijkheid dat lasstroombron AristoMig 320 / 450 van het serienummer 310 in overeenstemming is met
norm IEC/EN 60974--1 conform de bepalingen in richtlijn (73/23/EEG) met de annex (93/68/EEG) en
met norm EN 50199 conform de bespalingen in richtlijn (89/336/EEG) met annex (93/68/EEG).
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --------
Henry Selenius
Vice President
ESAB Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 411924
Laxå 2003--06--12
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilig-
heidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de
installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type
lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als
een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de
werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden
waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto-
ken.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril,
onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun-
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S W anneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
onderhoud uitgevoerd worden.
NL
-- 4 --
bu18d1h
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE -
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR -
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU -
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELEKTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
ESAB h eeft alle benodigde lasbeschermingsvoorzieningen en accessoires
voor u.
WAARSCHUWING!
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voor u overgaat
tot installatie en gebruik.
Gebruik de stroombron niet voor het ontdooien van bevroren pijpen.
W AARSCHUWING!
Dit product is uitsluitend bedoeld voor booglassen.
NL
-- 5 --
bu18d1h
3 INLEIDING
De AristoMig 320-- en AristoMig 450--stroombronnen zijn bedoeld voor MMA--lassen
(lassen met beklede elektroden), MIG/MAG--lassen, TIG--lassen en koolbooggutsen.
De AristoMig wordt gebruikt in combinatie met bedieningseenheid AristoPendant U8
en/of draadaanvoereenheden AristoFeed 30 --4 of AristoFeed 48--4.
Zie pagina 17 voor details over ESAB--accessoires voor het product.
3.1 Apparatuur
De AristoMig is voorzien van een afsluitweerstand, voedingskabel, geleidepin, plaats voor
gascilinder, aardkabel en instructiehandleiding.
3.2 Instellingen
Alle instellingen worden geregeld via bedieningseenheid
AristoPendant U8 of de draadaanvoereenheid met MMC.
Bediening -- zie afzonderlijke instructiehandleidingen.
4 TECHNISCHE GEGEVENS
AristoMig 320/320w/U320w AristoMig 320/320w/U320w
Netspanning 400 V 3~50/60 Hz 230/400/500 V 3~50 Hz
208/230/460/475 V 3~60 Hz
Maximaal vermogen bij
100% inschakelduur
60% inschakelduur
270 A / 30,8 V
320 A / 32,8 V
270 A / 30,8 V
320 A / 32,8 V
Instellingsbereik
MIG/MAG
15 A/ 15 V (8 V)--320 A/30 V 30 A/15 V (8 V)--320 A/30 V
MMA 16 A / 20 V 320 A/32,8 V 10 A / 20 V -- 320 A/32,8 V
TIG 4 A / 10 V -- 320 A/22,7 V 10 A / 10 V -- 320 A/22,7 V
Open spanning
MIG/MAG
65--80 V 65--80 V
MMA 50--60 V 50--60 V
TIG 50--60 V 50--60 V
Open uitgang
met water
140 W
310 W
140 W
310 W
Rendement bij maximale stroom
MIG/MAG
MMA
TIG
82%
84,5%
82%
82%
84,5%
84,5%
Arbeidsfactor bij maximale stroom
MIG/MAG
MMA
TIG
0,85
0,85
0,80
0,85
0,85
0,80
Beschermingsklasse IP 23 IP 23
Gewicht
met koeleenheid
96 kg
110 kg
143 kg
157 kg
Afmetingen,lxbxh 910 x 642 x 835 mm 910 x 642 x 835 mm
Gebruiksklasse
NL
-- 6 --
bu18d1h
AristoMig 450/450w/U450w AristoMig 450/450w/U450w
Netspanning 400 V 3~50/60 Hz 230/400/500 V 3~50 Hz
208/230/460/475 V 3~60 Hz
Maximaal vermogen bij
100% inschakelduur
360 A / 34,4 V 360 A / 34,4 V
60% inschakelduur 425 A / 37 V 425 A / 37 V
45% inschakelduur 450 A / 38 V 450 A / 38 V
Instellingsbereik
MIG/MAG
15 A/ 15 V (8 V)--450 A/ 36,5 V 15 A/ 15 V (8 V)--450 A/ 36,5
V
MMA 16 A / 20 V -- 450 A / 38 V 16 A / 20 V -- 450 A / 38 V
TIG 4 A / 10 V -- 450 A / 28 V 10 A / 10 V -- 450 A / 28 V
Open spanning
MIG/MAG
65--80 V 65--80 V
MMA 50--60 V 50--60 V
TIG 50--60 V 50--60 V
Open uitgang
met koeleenheid
180 -- 210 W
380 -- 470 W
180 -- 210 W
380 -- 470 W
Rendement bij maximale stroom
MIG/MAG
MMA
TIG
82%
83%
83%
82%
83%
83%
Arbeidsfactor bij maximale stroom
MIG/MAG
MMA
TIG
0,92
0,92
0,90
0,92
0,92
0,90
Beschermingsklasse IP 23 IP 23
Gewicht
met koeleenheid
96 kg
110 kg
143 kg
157 kg
Afmetingen,lxbxh 910 x 642 x 835 mm 910 x 642 x 835 mm
Gebruiksklasse
So viele wassergekühlte Schweißpistolen/Brenner dürfen maximal angeschlossen werden: zwei
MIG--Schweißpistolen oder ein WIG--Brenner und eine MIG--Schweißpistole
Relatieve inschakelduur
De relatieve inschakelduur geeft de tijd weer als een percentage van een periode van tien minuten
waarin u kunt lassen met een bepaalde belasting.
Veiligheidsnorm
De IP --code geeft de beveiligingsklasse aan, d.w.z. de graad van bescherming tegen vaste voorwer-
pen en vocht. Een apparaat met IP 23 is bestemd voor gebruik zowel binnen-- als buitenshuis.
Gebruiksklasse
Het symbool betekent dat de lasstroombron geconstrueerd is voor het gebruik in ruimten
met een verhoogd elektrisch risico.
NL
-- 7 --
bu18d1h
5 INSTALLATIE
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product radiostoring
veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende voorzorgsmaatregelen
te nemen.
5.1 Hijsinstructies
Hef de stroombron bij het hefoog. Het handvat is alleen
bedoeld om de stroombron te trekken.
Hefinstructie
5.2 Plaatsing
WAARSCHUWING --
GEVAAR VOOR KANTELEN!
Veranker de uitrusting, met name wanneer de ondergrond
niet egaal is of schuin afloopt.
BELANGRIJK! Zet de apparatuur op een geschikte plaats en zorg ervoor dat de
stroombron niet wordt afgedekt of zo wordt geplaatst dat de ventilatie wordt belem-
merd.
5.3 Installatie
NL
-- 8 --
bu18d1h
5.4 Netspanning
Zorg dat de lasstroombron op de juiste
netspanning is aangesloten en dat deze wordt
beveiligd door een zekering van voldoende
sterkte.
Zorg dat de eenheid volgens de regels wordt
geaard.
Gegevens over aansluiting op netspanning
Aanbevolen zekeringen en kabels
AristoMig 320 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz
Voedingsspanning V 230 400 500 208 230 460 475
Stroom A 100%
60%
27
37
16
21
13
15
30
38
27
34,5
13,5
17
13
16,5
Diameter voedings-
kabel
4G10 4G4 4G4 4G10 4G10 4G4 4G4
Zekering beveiligt
tot A
25 16 16 35 25 16 16
AristoMig 450 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz
Voedingsspanning V 230 400 500 208 230 460 475
Stroom A 100% 40 24,5 18,5 45 41 20 19,5
60% 51 30,5 23 57,5 51,5 25 24,5
45% 55,5 34 25 62 56,5 27,5 26,5
Diameter voedings-
kabel
4G10 4G4 4G4 4G10 4G10 4G4 4G4
Zekering beveiligt
tot A
50 20 20 50 50 20 20
Opmerking! De bovenstaande kabeldiameters en zekeringen zijn in overeenstemming met de
Zweedse regelgeving. Gebruik de lasstroombron die in overeenstemming is met de relevante
nationale regelgeving.
NL
-- 1 0 --
bu18d1h
5.6 Afsluitweerstand
Om interferentie te voorkomen, moeten de CAN--bussen worden voorzien van
afsluitweerstanden.
Eén uiteinde van de CAN--bus, met ingebouwde afsluitweerstand, bevindt zich op de
bedieningseenheid of de draadaanvoereenheid--MMC. Het andere einde moet
worden voorzien van een afsluitweerstand, zoals in de afbeelding wordt
aangegeven.
Afhankelijk van het soort aansluiting wordt de weerstand als volgt aangesloten:
1. Bedieningspaneel aangesloten op draadaanvoereenheid.
De afsluitweerstand wordt op de achterzijde
van de stroombron aangesloten.
(Is bij aflevering zo aangesloten).
2. Bedieningseenheid aangesloten op stroombron.
De afsluitweerstand wordt aan
de voorzijde van de
draadaanvoereenheid
aangesloten.
6 GEBRUIK
De algemene veilig heidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschre-
ven uitrusting vindt u op pagina 3. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
Opmerking!
Zorg ervoor dat de verbindingskabel (max. 8 m) tussen stroombron en draadaanvoe-
reenheid e n de aardkabel (max. 8 m) tijdens het lassen niet in elkaar verstrikt raken.
NL
-- 1 1 --
bu18d1h
6.1 Aansluitingen en bedieningsorganen
MMA, MIG/MAG
TIG, Centrale aansluiting
TIG, OKC --aansluiting
1 Vulopening voor koelwater 11 OKC--aansluiting TIG--toorts
2 Oranje indicatielampje, oververhitting 12 Gasaansluiting naar TIG--toorts
3 Wit indicatielampje -- stroombron 13 Aansluiting voor startsignaal van TIG--toorts
4 Netschakelaar 1 / 0 14 Aansluiting gasslang
5 Schakelaar koeleenheid
(AristoMig 320w en AristoMig 450w)
15 Aansluiting voor lasstroomkabel (+) naar
draadaanvoereenheid
6 Aansluiting voor koelwater van de
TIG--toorts -- ROOD
16 MCB (miniatuurschakelaar) 42 V naar
draadaanvoereenheid
7 Aansluiting voor koelwater naar de
TIG--toorts -- BLAUW
17/18 Aansluiting voor AristoPendant
U8--bedieningseenheid, voor besturingskabel
naar de draadaanvoereenheid, voor
afsluitweerstand of de adapter van de
afstandsbediening.
8 Centrale aansluiting TIG--toorts 19 Aansluiting voor koelwater van de
draadaanvoereenheid -- ROOD
9 Aansluiting (--) voor de aardkabel; bij
MMA-- en MIG/MAG--lassen of de
lasstroomkabel bij TIG--lassen
20 Aansluiting voor koelwater naar de
draadaanvoereenheid -- BLAUW
10 Aansluiting voor lasstroomkabel (+) bij
MMA--lassen of aardkabel bij TIG--lassen
6.2 Aansluiting van meerdere draadaanvoereenheden
Draadaanvoereenheid AristoFeed 30--4 of AristoFeed 48--4 m et bedieningspaneel (M0)
en bedieningseenheid AristoPendant U8 dienen gebruikt te worden als u meerdere
draadaanvoereenheden wilt aansluiten.
Neem contact op met erkende ESAB--technici als u meerdere draadaanvoereenheden
wilt aansluiten.
NL
-- 1 2 --
bu18d1h
6.3 Oververhittingsbeveiliging
De stroombron wordt gekoeld met een ventilator en is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging die in werking treedt als de temperatuur te hoog wordt.
Oververhitting wordt hierdoor voorkom en. Zodra de stroombron is afgekoeld, wordt
deze automatisch gereset.
Als dit gebeurt, wordt de lasstroom onderbroken en gaat het oranje indicatielampje
op de voorzijde van de stroombron branden.
6.4 Beveiliging waterstroom
De waterstroombeveiliging blokkeert de stroombron als de toevoer van het koelwater
stopt. De lasstroom wordt dan onderbroken en op de besturingseenheid verschijnt
een waarschuwing.
De waterstroombeve iliging is een accessoire.
6.5 Afstandsbediening
Als Programmversion für AristoPendant U8 sollte 1.20 oder höher vorliegen.
Aristo --Geräte mit intergrierter Bedienkonsole sollte Programmversion 1.21 oder
höher besitzen, um eine korrekte Funktionsweise der Fernbedienung zu
gewährleisten.
Ist die Fernbedienung angeschlossen, befinden sich Stromquelle und
Drahtvorschubeinheit im Fernbedienungsmodus. Tasten und Drehknöpfe werden
gesperrt. Funktionen können ausschließlich per F er nbedienung gesteuert werden.
Wenn keine Fernbedienung verwendet werden soll, muss die Fernbedienung von
der Stromquelle bzw. Vorschubeinheit getrennt werden, da sich diese ansonsten
weiterhin im Fernbedienungsmodus befindet.
Als de spanning via de a fstandsbediening kan worden ingesteld, verandert deze
functie b ij MMA --lassen in het instellen van de stroom.
Meer informatie over de werking van de afstandsbediening vindt u in de instructies
voor de bedieningseenheid/MMC.
7 ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking.
Opmerking!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf
tijdens de garantieperiode reparaties uitvoert.
De beplating mag alleen worden verwijderd door (daar toe bevoegde) personen met
de vereiste elektronicakennis, voor: aansluiting, service, onderhoud en reparaties op
of aan een lasinstallatie.
NL
-- 1 3 --
bu18d1h
7.1 Koelmiddel bijvullen
Aanbevolen is een mengsel van 50% water
en 50% ethyleenglycol.
7.2 Inspecteren en schoonmaken
Controleer regelmatig of de stroombron niet vervuild is.
Hoe vaak en op welke manier er gereinigd moet worden is afhankelijk van: het
lasproces, de lasboogtijden, plaatsing van de apparatuur en de omgeving.
Normaliter volstaat het om de stroombron jaarlijks schoon te blazen met perslucht
(lage druk).
8 PROBLEMEN OPLOSSEN
Voer deze controles uit voordat u contact opneemt met een erkende reparateur.
Probleem Oplossing
Geen lasboog. S Controleer of de netspanningsschakelaar in de ”ON”--stand
staat.
S Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
S Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld.
S Controleer of de MCB (miniatuurschakelaar) is geactiveerd.
De lasstroom wordt tijdens
het lassen onderbroken.
S Controleer of de oververhittingsbeveiliging in werking is
getreden (aangegeven door het oranje lampje op de voorzijde).
S Controleer de netspanningszekeringen.
De oververhittingsbeveiliging
treedt vaak in werking.
S Zorg dat u de aangegeven data voor de stroombron niet
overschrijdt (de eenheid wordt overbelast).
Slechte lasprestaties. S Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
S Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld.
S Controleer of de juiste elektroden worden gebruikt.
S Controleer de netspanningszekeringen
9 RESERVEONDERDELEN BESTELLEN
Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende
ESAB--onderhoudsmonteur.
Gebruik alleen originele ESAB--onderdelen.
AristoMig 320/450 is zodanig geconstrueerd en getest dat deze voldoet aan de inter-
nationale en europese norm IEC/EN 60974--1 en EN 50199. Na onderhoud -- of repa-
ratiewerkzaamheden dient de uitvoerende instantie erop toe te zien dat het product
nog steeds voldoet aan de bovengenoemde norm.
Reserveonderdelen kunt u bestellen via de ESAB--dealer. Zie de laatste pagina van
deze publicatie.
NL

Documenttranscriptie

1 RICHTLIJN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 3 5 3.1 Apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5 4 TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 7 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 Hijsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Netspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Elektrische installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afsluitweerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 7 7 8 9 10 6 GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Aansluitingen en bedieningsorganen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiting van meerdere draadaanvoereenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oververhittingsbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beveiliging waterstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 11 12 12 12 7 ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 7.1 Koelmiddel bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2 Inspecteren en schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 13 8 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 RESERVEONDERDELEN BESTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BESTELNUMMER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 13 14 16 17 Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden. TOCh -- 2 -- NL 1 RICHTLIJN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING ESAB Welding Equipment AB, S--695 81 Laxå, Zweden, verklaart geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat lasstroombron AristoMig 320 / 450 van het serienummer 310 in overeenstemming is met norm IEC/EN 60974--1 conform de bepalingen in richtlijn (73/23/EEG) met de annex (93/68/EEG) en met norm EN 50199 conform de bespalingen in richtlijn (89/336/EEG) met annex (93/68/EEG). -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Laxå 2003--06--12 Henry Selenius Vice President ESAB Welding Equipment AB 695 81 LAXÅ SWEDEN 2 Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 411924 VEILIGHEID De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats. Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden. 1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van: S de bediening S de plaats van de noodstop S de werking S de geldende veiligheidsvoorschriften S de lastechniek 2. De operateur moet controleren: S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden, voor hij begint te werken. S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontstoken. 3. De werkplaats moet: S doelmatig zijn S tochtvrij zijn 4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen. S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kunnen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken. 5. Algemene veiligheidsvoorschriften S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn. S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken. S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aangegeven plaats. S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onderhoud uitgevoerd worden. bu18d1h -- 3 -- NL WAARSCHUWING DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT. ELEKTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen. S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte beschermuitrusting. S Zorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk. S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt. ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt. S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezogen worden. LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd beschermende kleding. S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand anders gewond kan raken. BRANDGEVAAR S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk materiaal in de buurt is. LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming. S Waarschuw omstanders voor de gevaren. BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman. LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK. BESCHERM UZELF EN ANDEREN! ESAB heeft alle benodigde lasbeschermingsvoorzieningen en accessoires voor u. WAARSCHUWING! Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voor u overgaat tot installatie en gebruik. WAARSCHUWING! Gebruik de stroombron niet voor het ontdooien van bevroren pijpen. Dit product is uitsluitend bedoeld voor booglassen. bu18d1h -- 4 -- NL 3 INLEIDING De AristoMig 320-- en AristoMig 450--stroombronnen zijn bedoeld voor MMA--lassen (lassen met beklede elektroden), MIG/MAG--lassen, TIG--lassen en koolbooggutsen. De AristoMig wordt gebruikt in combinatie met bedieningseenheid AristoPendant U8 en/of draadaanvoereenheden AristoFeed 30--4 of AristoFeed 48--4. Zie pagina 17 voor details over ESAB-- accessoires voor het product. 3.1 Apparatuur De AristoMig is voorzien van een afsluitweerstand, voedingskabel, geleidepin, plaats voor gascilinder, aardkabel en instructiehandleiding. 3.2 Instellingen Alle instellingen worden geregeld via bedieningseenheid AristoPendant U8 of de draadaanvoereenheid met MMC. Bediening -- zie afzonderlijke instructiehandleidingen. 4 TECHNISCHE GEGEVENS Netspanning Maximaal vermogen bij 100% inschakelduur 60% inschakelduur Instellingsbereik MIG/MAG MMA TIG Open spanning MIG/MAG MMA TIG Open uitgang met water Rendement bij maximale stroom MIG/MAG MMA TIG Arbeidsfactor bij maximale stroom MIG/MAG MMA TIG Beschermingsklasse Gewicht met koeleenheid Afmetingen, l x b x h Gebruiksklasse bu18d1h AristoMig 320/320w/U320w 400 V 3~50/60 Hz AristoMig 320/320w/U320w 230/400/500 V 3~50 Hz 208/230/460/475 V 3~60 Hz 270 A / 30,8 V 320 A / 32,8 V 270 A / 30,8 V 320 A / 32,8 V 15 A/ 15 V (8 V)--320 A/30 V 16 A / 20 V – 320 A/32,8 V 4 A / 10 V -- 320 A/22,7 V 30 A/15 V (8 V)--320 A/30 V 10 A / 20 V -- 320 A/32,8 V 10 A / 10 V -- 320 A/22,7 V 65--80 V 50--60 V 50--60 V 140 W 310 W 65--80 V 50--60 V 50--60 V 140 W 310 W 82% 84,5% 82% 82% 84,5% 84,5% 0,85 0,85 0,80 IP 23 96 kg 110 kg 910 x 642 x 835 mm 0,85 0,85 0,80 IP 23 143 kg 157 kg 910 x 642 x 835 mm -- 5 -- NL Netspanning Maximaal vermogen bij 100% inschakelduur 60% inschakelduur 45% inschakelduur Instellingsbereik MIG/MAG MMA TIG Open spanning MIG/MAG MMA TIG Open uitgang met koeleenheid Rendement bij maximale stroom MIG/MAG MMA TIG Arbeidsfactor bij maximale stroom MIG/MAG MMA TIG Beschermingsklasse Gewicht met koeleenheid Afmetingen, l x b x h Gebruiksklasse AristoMig 450/450w/U450w 400 V 3~50/60 Hz AristoMig 450/450w/U450w 230/400/500 V 3~50 Hz 208/230/460/475 V 3~60 Hz 360 A / 34,4 V 425 A / 37 V 450 A / 38 V 360 A / 34,4 V 425 A / 37 V 450 A / 38 V 15 A/ 15 V (8 V)--450 A/ 36,5 V 16 A / 20 V -- 450 A / 38 V 4 A / 10 V -- 450 A / 28 V 15 A/ 15 V (8 V)--450 A/ 36,5 V 16 A / 20 V -- 450 A / 38 V 10 A / 10 V -- 450 A / 28 V 65--80 V 50--60 V 50--60 V 180 -- 210 W 380 -- 470 W 65--80 V 50--60 V 50--60 V 180 -- 210 W 380 -- 470 W 82% 83% 83% 82% 83% 83% 0,92 0,92 0,90 IP 23 96 kg 110 kg 910 x 642 x 835 mm 0,92 0,92 0,90 IP 23 143 kg 157 kg 910 x 642 x 835 mm So viele wassergekühlte Schweißpistolen/Brenner dürfen maximal angeschlossen werden: zwei MIG--Schweißpistolen oder ein WIG--Brenner und eine MIG--Schweißpistole Relatieve inschakelduur De relatieve inschakelduur geeft de tijd weer als een percentage van een periode van tien minuten waarin u kunt lassen met een bepaalde belasting. Veiligheidsnorm De IP--code geeft de beveiligingsklasse aan, d.w.z. de graad van bescherming tegen vaste voorwerpen en vocht. Een apparaat met IP 23 is bestemd voor gebruik zowel binnen-- als buitenshuis. Gebruiksklasse Het symbool betekent dat de lasstroombron geconstrueerd is voor het gebruik in ruimten met een verhoogd elektrisch risico. bu18d1h -- 6 -- NL 5 INSTALLATIE De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd. WAARSCHUWING! Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende voorzorgsmaatregelen te nemen. 5.1 Hijsinstructies Hefinstructie Hef de stroombron bij het hefoog. Het handvat is alleen bedoeld om de stroombron te trekken. 5.2 Plaatsing WAARSCHUWING GEVAAR VOOR KANTELEN! Veranker de uitrusting, met name wanneer de ondergrond niet egaal is of schuin afloopt. BELANGRIJK! Zet de apparatuur op een geschikte plaats en zorg ervoor dat de stroombron niet wordt afgedekt of zo wordt geplaatst dat de ventilatie wordt belemmerd. 5.3 bu18d1h Installatie -- 7 -- NL 5.4 Netspanning Zorg dat de lasstroombron op de juiste netspanning is aangesloten en dat deze wordt beveiligd door een zekering van voldoende sterkte. Zorg dat de eenheid volgens de regels wordt geaard. Gegevens over aansluiting op netspanning Aanbevolen zekeringen en kabels AristoMig 320 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 50 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz 3~ 60 Hz Voedingsspanning V 230 400 500 208 230 460 475 Stroom A 100% 60% 27 37 16 21 13 15 30 38 27 34,5 13,5 17 13 16,5 Diameter voedingskabel 4G10 4G4 4G4 4G10 4G10 4G4 4G4 Zekering beveiligt tot A 25 16 16 35 25 16 16 AristoMig 450 3~ 50 Hz Voedingsspanning V 230 3~ 50 Hz 400 3~ 50 Hz 500 3~ 60 Hz 208 3~ 60 Hz 230 3~ 60 Hz 460 3~ 60 Hz 475 Stroom A 100% 40 24,5 18,5 45 41 20 19,5 60% 51 30,5 23 57,5 51,5 25 24,5 45% 55,5 34 25 62 56,5 27,5 26,5 Diameter voedingskabel 4G10 4G4 4G4 4G10 4G10 4G4 4G4 Zekering beveiligt tot A 50 20 20 50 50 20 20 Opmerking! De bovenstaande kabeldiameters en zekeringen zijn in overeenstemming met de Zweedse regelgeving. Gebruik de lasstroombron die in overeenstemming is met de relevante nationale regelgeving. bu18d1h -- 8 -- NL 5.6 Afsluitweerstand Om interferentie te voorkomen, moeten de CAN--bussen worden voorzien van afsluitweerstanden. Eén uiteinde van de CAN--bus, met ingebouwde afsluitweerstand, bevindt zich op de bedieningseenheid of de draadaanvoereenheid--MMC. Het andere einde moet worden voorzien van een afsluitweerstand, zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Afhankelijk van het soort aansluiting wordt de weerstand als volgt aangesloten: 1. Bedieningspaneel aangesloten op draadaanvoereenheid. De afsluitweerstand wordt op de achterzijde van de stroombron aangesloten. (Is bij aflevering zo aangesloten). 2. Bedieningseenheid aangesloten op stroombron. De afsluitweerstand wordt aan de voorzijde van de draadaanvoereenheid aangesloten. 6 GEBRUIK De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 3. Lees deze voorschriften zorgvuldig door, voordat u de uitrusting in gebruik neemt. Opmerking! Zorg ervoor dat de verbindingskabel (max. 8 m) tussen stroombron en draadaanvoereenheid en de aardkabel (max. 8 m) tijdens het lassen niet in elkaar verstrikt raken. bu18d1h -- 10 -- NL 6.1 Aansluitingen en bedieningsorganen TIG, Centrale aansluiting MMA, MIG/MAG TIG, OKC--aansluiting 1 Vulopening voor koelwater 11 OKC--aansluiting TIG--toorts 2 Oranje indicatielampje, oververhitting 12 Gasaansluiting naar TIG--toorts 3 Wit indicatielampje -- stroombron 13 Aansluiting voor startsignaal van TIG--toorts 4 Netschakelaar 1 / 0 14 Aansluiting gasslang 5 Schakelaar koeleenheid (AristoMig 320w en AristoMig 450w) 15 Aansluiting voor lasstroomkabel (+) naar draadaanvoereenheid 6 Aansluiting voor koelwater van de TIG--toorts -- ROOD 16 MCB (miniatuurschakelaar) 42 V naar draadaanvoereenheid 7 Aansluiting voor koelwater naar de TIG--toorts -- BLAUW 17/18 8 Centrale aansluiting TIG--toorts 19 Aansluiting voor koelwater van de draadaanvoereenheid -- ROOD 9 Aansluiting (--) voor de aardkabel; bij MMA-- en MIG/MAG--lassen of de lasstroomkabel bij TIG--lassen 20 Aansluiting voor koelwater naar de draadaanvoereenheid -- BLAUW 10 6.2 Aansluiting voor AristoPendant U8--bedieningseenheid, voor besturingskabel naar de draadaanvoereenheid, voor afsluitweerstand of de adapter van de afstandsbediening. Aansluiting voor lasstroomkabel (+) bij MMA--lassen of aardkabel bij TIG--lassen Aansluiting van meerdere draadaanvoereenheden Draadaanvoereenheid AristoFeed 30--4 of AristoFeed 48--4 met bedieningspaneel (M0) en bedieningseenheid AristoPendant U8 dienen gebruikt te worden als u meerdere draadaanvoereenheden wilt aansluiten. Neem contact op met erkende ESAB--technici als u meerdere draadaanvoereenheden wilt aansluiten. bu18d1h -- 11 -- NL 6.3 Oververhittingsbeveiliging De stroombron wordt gekoeld met een ventilator en is voorzien van een oververhittingsbeveiliging die in werking treedt als de temperatuur te hoog wordt. Oververhitting wordt hierdoor voorkomen. Zodra de stroombron is afgekoeld, wordt deze automatisch gereset. Als dit gebeurt, wordt de lasstroom onderbroken en gaat het oranje indicatielampje op de voorzijde van de stroombron branden. 6.4 Beveiliging waterstroom De waterstroombeveiliging blokkeert de stroombron als de toevoer van het koelwater stopt. De lasstroom wordt dan onderbroken en op de besturingseenheid verschijnt een waarschuwing. De waterstroombeveiliging is een accessoire. 6.5 Afstandsbediening Als Programmversion für AristoPendant U8 sollte 1.20 oder höher vorliegen. Aristo--Geräte mit intergrierter Bedienkonsole sollte Programmversion 1.21 oder höher besitzen, um eine korrekte Funktionsweise der Fernbedienung zu gewährleisten. Ist die Fernbedienung angeschlossen, befinden sich Stromquelle und Drahtvorschubeinheit im Fernbedienungsmodus. Tasten und Drehknöpfe werden gesperrt. Funktionen können ausschließlich per Fernbedienung gesteuert werden. Wenn keine Fernbedienung verwendet werden soll, muss die Fernbedienung von der Stromquelle bzw. Vorschubeinheit getrennt werden, da sich diese ansonsten weiterhin im Fernbedienungsmodus befindet. Als de spanning via de afstandsbediening kan worden ingesteld, verandert deze functie bij MMA--lassen in het instellen van de stroom. Meer informatie over de werking van de afstandsbediening vindt u in de instructies voor de bedieningseenheid/MMC. 7 ONDERHOUD Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking. Opmerking! Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf tijdens de garantieperiode reparaties uitvoert. De beplating mag alleen worden verwijderd door (daartoe bevoegde) personen met de vereiste elektronicakennis, voor: aansluiting, service, onderhoud en reparaties op of aan een lasinstallatie. bu18d1h -- 12 -- NL 7.1 Koelmiddel bijvullen Aanbevolen is een mengsel van 50% water en 50% ethyleenglycol. 7.2 Inspecteren en schoonmaken Controleer regelmatig of de stroombron niet vervuild is. Hoe vaak en op welke manier er gereinigd moet worden is afhankelijk van: het lasproces, de lasboogtijden, plaatsing van de apparatuur en de omgeving. Normaliter volstaat het om de stroombron jaarlijks schoon te blazen met perslucht (lage druk). 8 PROBLEMEN OPLOSSEN Voer deze controles uit voordat u contact opneemt met een erkende reparateur. Probleem Geen lasboog. Oplossing S S S S De lasstroom wordt tijdens het lassen onderbroken. S S Controleer of de netspanningsschakelaar in de ”ON”--stand staat. Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de juiste manier zijn aangesloten. Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld. Controleer of de MCB (miniatuurschakelaar) is geactiveerd. Controleer of de oververhittingsbeveiliging in werking is getreden (aangegeven door het oranje lampje op de voorzijde). Controleer de netspanningszekeringen. De oververhittingsbeveiliging treedt vaak in werking. S Zorg dat u de aangegeven data voor de stroombron niet overschrijdt (de eenheid wordt overbelast). Slechte lasprestaties. S Controleer of de lasstroomkabel en de aardkabels op de juiste manier zijn aangesloten. Controleer of de juiste stroomwaarde is ingesteld. Controleer of de juiste elektroden worden gebruikt. Controleer de netspanningszekeringen S S S 9 RESERVEONDERDELEN BESTELLEN Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende ESAB--onderhoudsmonteur. Gebruik alleen originele ESAB--onderdelen. AristoMig 320/450 is zodanig geconstrueerd en getest dat deze voldoet aan de internationale en europese norm IEC/EN 60974--1 en EN 50199. Na onderhoud-- of reparatiewerkzaamheden dient de uitvoerende instantie erop toe te zien dat het product nog steeds voldoet aan de bovengenoemde norm. Reserveonderdelen kunt u bestellen via de ESAB--dealer. Zie de laatste pagina van deze publicatie. bu18d1h -- 13 --
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22