AEG S1698TK7 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

42
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over
een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het
apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kun-
nen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorge-
ven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwij-
zingen letten die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Dit symbool leidt uw stap voor stap door de bediening van het appa-
raat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klan-
tendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
43
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Overzetten van het deurscharnier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Electrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Beschrijring van het apparat - Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . 50
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Toetsen voor temperatuurinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Temperatuurindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
COOLMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
COOLMATIC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Legvlakken/roosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Glazen VARIO-legvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Verplaatsbare deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
De koelruimte wordt automatisch ontdooid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Wat te doen als... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Klantenservice. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Doel, normen, richtlijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Vaktermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
44
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere
doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording
nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het apparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de
hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgeslotenra-
ken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht
komen.
45
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige
toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Geen elektrische apparaten (bijv. electrische ijsmachines, mixers etc.)
in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitscha-
kelen.
• Door boven op het apparaat bevroren producten te leggen kan zich
door de kou in de holle ruimte van het bovenblad condenswater vor-
men. In deze holle ruimte zitten electronisch onderdelen. Als er con-
denswater op deze onderdelen druppelt, kan kortsluiting het appa-
raat beschadigen. Leg daarom geen bevroren producten boven op het
apparaat.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
• Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd raakt, moet het snoer,
eventueel met stekers, vervangen worden; deze onderdelen zijn ver-
krijgbaar bij onze service-afdeling.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aan-
wijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat wer-
ken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-
staan. Wend u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-
afdeling.
46
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa-
raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensge-
vaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden.
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuuo-
vereenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontwor-
pen.
De klimaatklasses staan op het typeplaatje dat zich links aan de bin-
nenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isole-
rende plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat,
is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich
geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag
ontbreken is een goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen
apparaat en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventila-
tierooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en
dergelijke worden afgedekt.
47
48
Overzetten van het deurscharnier
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd)
naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het overzetten van het deurscharnier mag het
apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker
uit het stopcontact halen.
A
EG97
K
1
A
EG98
A
12
Apparaat schuin naar achteren kan-
telen.
Deurscharnierschroeven (K) uitdraai-
en en deurscharnier (1) naar beneden
uit de scharnierbus nemen.
Deur iets openen en naar beneden
uitnemen.
Bovenste scharnierstift (A) uitdraaien
en op de tegenoverliggende zijde
weer monteren.
Deur in de bovenste scharnierstift (A)
zetten en deur sluiten.
Scharnierstift van het deurscharnier
(1) in de linker scharnierbus van de
deur zetten en deurscharnier
met de schroeven (K) goed vastdraai-
en.
Deurgreep op de tegenoverliggende
zijde monteren. Schroefgaten met
plugjes afsluiten.
49
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde contactdoos met randaarde vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker alti-
jd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn. Indien het
stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is,
dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat
het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contac-
topeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
EIN/AUS
WÄRMER KÄLTER°C COOLMATIC
EIN86542
50
Beschrijring van het apparat - Op de juiste
wijze indelen
= Boter-/kaasvak
= Deurvak (met beugel) voor eieren, tubes, konserven
= Flessenvak
= Groentelade
= Planken voor vlees, vleeswaren, zuivelprodukten
= Kant-en-klare gerechten, deegwaren, konserven.
= Bedieningspaneel
In de apparaat heersen, fysisch bepaald, diverse temperaturen. De laag-
ste temperatuur bevindt zich op de onderste planken. Warmer is het op
de bovenste planken en de vakken in de deur.
De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten, zie de aanwijzin-
gen van de fabrikant.
Tip: Levensmiddel dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte
gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere
artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– Vershoudzakken en -folien van polyethyleen;
– Plastic dozen met deksel;
– Speciale kappen van plastic met elastieken band;
– aluminiumfolie.
51
Bedieningspaneel
1 Netspanninglampje (groen)
2 AAN/UIT-toets
3 Toets voor temperatuurinstelling
4 Temperatuurindicatie
5 Lampje voor ingeschakelde Coolmatic-functie (geel)
6 COOLMATIC-toets, voor intensief koelen in de koelruimte
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuurinstelling wordt geregeld
met behulp van de toetsen “+” en “-”.
De toetsen zijn verbonden met de lampjes van de temperatuurindicatie.
• Bij druk op een van beide toetsen “+” of “-” wordt de temperatuur
indicatie van de IST-temperatuur (een lampje brandt) omgeschakeld
naar de SOLL-temperatuur (een lampje knippert).
• Elke keer als er opnieuw op een van beide toetsen wordt gedrukt,
wordt de SOLL-temp steeds een indicatievakje verder gezet.
• Als geen enkele toets ingedrukt wordt, dan schakelt het lampje van
de temperatuurindicatie na korte tijd (ongeveer 5 seconden) automa-
tisch terug naar de IST-temperatuur.
SOLL-temperatuur:
De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet worden, kan inge-
steld worden met behulp van de temperatuurindicatie (lampjes). De
SOLL-temperatuur wordt knipperend aangeduid.
IST-temperatuur:
De temperatuurindicatie (lampje) geeft de temperatuur aan die nu in
de koelruimte heerst. De IST-temperatuur wordt aangeduid door het
continu branden van een lampje.
+-
°C
+
8
+
6
+
5
+
4
+
2
+-
°C
+
8
+
6
+
5
+
4
+
2
3
4
5
62
1
Temperatuurindicatie (lampjes)
De temperatuurindicatie geeft u de volgende informatie:
• Bij normale werking wordt de temperatuur aangeduid die op dit
ogenblik in de koelruimte heerst (IST-temperatuur), het overeenkom-
stige lampje brandt.
• Als de temperatuur in de koelruimte hoger is dan het bereik van de
temperatuurindicatie, zijn alle lampjes voor temperatuurindicatie uit.
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt de, op dat moment ingestelde
temperatuur knipperend aangegeven (SOLL-temperatuur).
COOLMATIC-toets
Met het drukken op de toets “ ” wordt de Coolmatic-
functie ingeschakeld. Het gele lampje brandt. De
Coolmatic-functie is geschikt voor het snel afkoelen van
grote hoeveelheden producten in de koelruimte.
Door opnieuw op de toets “ ” te drukken, kunt u de Coolmatic-func-
tie altijd handmatig beëindigen. Het gele lampje gaat uit. Wanneer de
Coolmatic-functie niet handmatig beëindigd wordt, dan wordt deze
functie automatisch na 6 uur uitgeschakeld. Het gele lampje gaat uit.
°C
+
8
+
6
+
5
+
4
+
2
Ingebruikname
Steker in het stopcontact doen.
Op de AAN/UIT-toets drukken. Het groene netspanninglampje brandt.
De gewenste temperatuur instellen (zie paragraaf 'Temperatuur instel-
len')
Opmerking: bij het inschakelen van het apparaat wordt de koelruimte-
temperatuur automatisch op +5°C ingesteld wanneer u geen tempera-
tuur kiest.
Daar de bewaartemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt, kunt
u direct na het inschakelen van het apparaat al levensmiddelen ops-
laan.
Met het opslaan van diepvriesprodukten wachten totdat de ingestelde
temperatuur van het vriesvak bereikt is.
52
53
Temperatuur instellen
Op de toets “+” of de toets “-” drukken.
De temperatuurindicatie schakelt om en duidt knipperend de, op dat
moment ingestelde SOLL-temperatuur aan.
Voor het kiezen van hogere temperaturen op de toets “+” drukken.
Voor het instellen van lagere temperaturen op de toets “-” drukken. De
temperatuurindicatie geeft onmiddellijk de gewijzigde instelling aan.
Bij elke druk op een toets wijzigt de temperatuur een vakje.
Een bewaartemperatuur van ongeveer +5°C in de koelruimte wordt
normaal gesproken als voldoende koud beschouwd.
Wanneer na het uitvoeren van een temperatuur instelling de toetsen
niet meer ingedrukt worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte
tijd (ongeveer 5 seconden) om en geeft weer de heersende IST-tempe-
ratuur in de koelruimte aan. Het knipperen van het indicatielampje
verandert in constant branden.
COOLMATIC
De COOLMATIC-functie is uitermate geschikt voor het snel koelen van
grotere hoeveelheden in de koelruimte bijvoorbeeld dranken en salades
voor een feestje.
Voor het inschakelen van de COOLMATIC-functie drukt u op toets “ .
Het gele lampje naast de toets brandt als de functie ingeschakeld is.
De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Hierbij wordt
automatisch een SOLL-temperatuur van +2°C aangehouden.
Na 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd. De oor-
spronkelijk ingestelde SOLL-temperatuur wordt dan opnieuw aange-
houden en de temperatuur indicatie toont de, op dat moment heersen-
de koelruimtetemperatuur.
U kunt de COOLMATIC-functie altijd handmatig beëindigen door
opnieuw op toets “ ” te drukken.
54
Storingen
Wanneer de electronica van het apparaat een defect bemerkt dat ver-
hindert dat de IST-temperatuur bepaald kan worden, dan gaan alle
lampjes van de temperatuurindicatie knipperen. Het apparaat schakelt
over op een noodprogramma totdat de servicedienst de storing verhol-
pen heeft.
Interieur
Legvlakken/roosters
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof
of roosters meegeleverd.
Een legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groente- en
fruitbak schuiven en ook blijven liggen.
De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden:
Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en
naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden.
Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Variabele binnendeur
Naar gelang behoefte kunnen de deurvakken uitgehaald worden en in
andere opnames geplaatst worden.
Glazen VARIO-legvlak (niet bij alle modellen)
Het apparaat heeft twee halve legvlakken van glas.
Grote artikelen instellen:
De voorste helft van het VARIO-legvlak
onder de achterste helft schuiven.
Daardoor wordt ruimte gewonnen om op
de daaronder liggende plank grote arti-
kelen te plaatsen.
Apparaat uitzetten
Ter bescherming van de gekoelde en de ingevroren producten is het
apparaat uitgerust met een veiligheid die onopzettelijk uitschakelen
van de machine voorkomt.
Om het apparaat uit te schakelen, dient u de AAN/UIT-toets ongeveer
1 seconde ingedrukt te houden. De verlichting van de temperatuurin-
dicatie gaat uit.
Als het apparaat langere tijd buiten werking gesteld wordt, moet u:
de machine uitschakelen door ongeveer 1 seconde lang op de
AAN/UIT-toets te drukken totdat het lampje van de netspanning uit-
gaat.
De stekker uit het stopcontact halen of de zekering losdraaien of ver-
wijderen
Koelruimte grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
De deur op een kiertje laten staan om het ontstaan van nare luchtjes
te voorkomen.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com-
pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt automatisch verdampt.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonma-
ken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of scha-
kel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schok-
ken! Hete damp kan kunstof onderdelen beschadigen.
55
56
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen– of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Koelartikelen er uit halen. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring in de huisinstallatie uitschakelen.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
Het dooiwater afvoergat aan de ach-
terwand van de koelruimte controle-
ren. Een verstopt dooiwater afvoer-
gat met behulp van het groene stop-
je dat met het toestel is meegeleverd
de opening schoonmaken.
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
57
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het apparaat, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen:
Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afde-
ling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist
om onderdelen zelf te vervangen, bijv.:
– boter- en kaasvak,
– eierrekjes,
– deurrekken,
– fruit- en groentebakken,
– roosters.
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie
altijd tot onze service-afdeling.
58
Störung
Het apparaat werkt niet:
het groene lampje van de
netspanning en het lampje
van de temperatuur-indi-
catie branden niet.
Mogelijke oorzaken
Het apparaat is niet inge-
schakeld
De stekker zit niet of niet
goed in het stopcontact.
De zekering is doorgesla-
gen of defect.
Het stopcontact is defect.
Een elektriciën roepen om
het defect aan het span-
ningsnet te verhelpen.
Oplossing
Het apparaat aanzetten.
De stekker in het stop-
contact steken.
De zekering controleren en
eventueel vervangen.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een Föhn® ver-
warmen (niet heter dan ca.
50 °C).
Tegelijkertijd de verwarm-
de deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer hele-maal
sluit.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het verwis-
selen van de deuraanslag).
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar op
een koudere stand zetten.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-
wisselen”.
Binnenverlichting werkt
niet.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
59
Störung Mogelijke oorzaken Oplossing
Nadat u op de toets “”
gedrukt heeft of nadat de
temperatuur instelling
gewijzigd is, start de com-
pressor niet gelijk.
Dit is normaal, er zijn geen
storingen.
De compressor start na een
tijdje automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Storing Mogelijke oorza-
ken Verhelpen
Water op de bodem van de
koelruimte of op de plan-
ken.Ontdooiwaterafvoer is
verstopt.
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor electrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
De AAN/UIT-toets ongeveer 1 seconde ingedrukt houden om het appa-
raat uit te schakelen.
Stekken uit het stopcontact trekken.
Voor het verwisselen van de lamp de
schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
Op de afdekking van het lampje drukken en deze achteruit laten glij-
den.
Defecte lamp verwisselen.
De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
De koelkast aanzetten.
60
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden
kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze service-
afdeling te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegd
boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst".
Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten
besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
• Modelnaam
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Deze gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen om ze snel
bij de hand te hebben.
Aanwijzing: Voor het ten onrechte contact opnemen met de service-
afdeling tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken Elke keer als de compressor in- of uitgeschakeld wordt,
hoort u een klik
Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Gebubbel/ Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt,
gegorgel hoort u een gebubbel of gegorgel.
Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid
nog korte tijd te horen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van (GSG), de Duitse voorschrif-
ten ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en
de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
61
Vaktermen
Koelmiddel
Koelmiddel
kringloop
Verdamper
Compressor
Condensor
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor kou-
deproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze
stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kook-
punt, zo laag dat de warmte van de aanwezige
levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel
tot koken ofwel tot verdampen kan brengen.
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel
zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofd-
zakelijk uit verdamper, compressor, condensor en lei-
dingen.
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als
alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om
te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrok-
ken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de
ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de verdamper in
de binnenruimte geplaatst of gelijk achter de bin-
nenwand aangebracht en daardoor niet zichtbaar.
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt
aangedreven door een ingebouwde elektromotor en
is achter, aan de onderkant van het apparaat
geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het gas-
vormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken
wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor
geleid wordt.
De condensor heeft meestal de vorm van een roos-
ter. In de condensor wordt het koelmiddel dat door
de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij
komt warmte vrij die door de oppervlakte van de
condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt.
De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal
aan de achterkant van het apparaat, aangebracht.

Documenttranscriptie

Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kunnen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. ☞ Dit symbool leidt uw stap voor stap door de bediening van het apparaat. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking. Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier wie ecologisch denkt, handelt ook zo ... 42 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Electrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Beschrijring van het apparat - Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . 50 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Toetsen voor temperatuurinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Temperatuurindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 COOLMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 COOLMATIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Legvlakken/roosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Glazen VARIO-legvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Verplaatsbare deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 De koelruimte wordt automatisch ontdooid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Wat te doen als... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Doel, normen, richtlijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 43 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Reglementaire toepassing • Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. • Het ombouwen van of veranderingen aan het apparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgeslotenraken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. 44 • Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Geen elektrische apparaten (bijv. electrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. • Door boven op het apparaat bevroren producten te leggen kan zich door de kou in de holle ruimte van het bovenblad condenswater vormen. In deze holle ruimte zitten electronisch onderdelen. Als er condenswater op deze onderdelen druppelt, kan kortsluiting het apparaat beschadigen. Leg daarom geen bevroren producten boven op het apparaat. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. • Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd raakt, moet het snoer, eventueel met stekers, vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij onze service-afdeling. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. • Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze serviceafdeling. 45 Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFK-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis. Transportbescherming verwijderen Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. ☞ Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken. Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine verwijderd worden. ☞ 46 Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuuovereenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklasses staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort: Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolerende plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. Uw koeltoestel heeft lucht nodig Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag ontbreken is een goede ventilatie. De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen apparaat en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventilatierooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en dergelijke worden afgedekt. 47 Overzetten van het deurscharnier Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd) naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is. Waarschuwing! Bij het overzetten van het deurscharnier mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen. ☞ Apparaat schuin naar achteren kantelen. ☞ Deurscharnierschroeven (K) uitdraaien en deurscharnier (1) naar beneden uit de scharnierbus nemen. ☞ Deur iets openen en naar beneden uitnemen. 1 K AEG97 ☞ Bovenste scharnierstift (A) uitdraaien en op de tegenoverliggende zijde weer monteren. ☞ Deur in de bovenste scharnierstift (A) zetten en deur sluiten. ☞ Scharnierstift van het deurscharnier (1) in de linker scharnierbus van de deur zetten en deurscharnier met de schroeven (K) goed vastdraaien. ☞ 48 Deurgreep op de tegenoverliggende zijde monteren. Schroefgaten met plugjes afsluiten. A AEG98 12 Voor ingebruikname ☞ Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). ☞ Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V ~50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. 49 Beschrijring van het apparat - Op de juiste wijze indelen WÄRMER EIN/AUS °C 8 6 5 4 2 KÄLTER COOLMATIC EIN ➀ = Boter-/kaasvak ➁ = Deurvak (met beugel) voor eieren, tubes, konserven ➂ = Flessenvak ➃ = Groentelade ➄ = Planken voor vlees, vleeswaren, zuivelprodukten ➅ = Kant-en-klare gerechten, deegwaren, konserven. ➆ = Bedieningspaneel In de apparaat heersen, fysisch bepaald, diverse temperaturen. De laagste temperatuur bevindt zich op de onderste planken. Warmer is het op de bovenste planken en de vakken in de deur. De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten, zie de aanwijzingen van de fabrikant. Tip: Levensmiddel dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere artikelen te voorkomen. Voor het verpakken zijn geschikt: – Vershoudzakken en -folien van polyethyleen; – Plastic dozen met deksel; – Speciale kappen van plastic met elastieken band; – aluminiumfolie. 50 Bedieningspaneel 1 3 + °C 5 - ✳ +8 +6 +5 +4 +2 2 1 2 3 4 5 6 4 6 Netspanninglampje (groen) AAN/UIT-toets Toets voor temperatuurinstelling Temperatuurindicatie Lampje voor ingeschakelde Coolmatic-functie (geel) COOLMATIC-toets, voor intensief koelen in de koelruimte Toetsen voor temperatuurinstelling + °C - De temperatuurinstelling wordt geregeld met behulp van de toetsen “+” en “-”. De toetsen zijn verbonden met de lampjes van de temperatuurindicatie. • Bij druk op een van beide toetsen “+” of “-” wordt de temperatuur indicatie van de IST-temperatuur (een lampje brandt) omgeschakeld naar de SOLL-temperatuur (een lampje knippert). • Elke keer als er opnieuw op een van beide toetsen wordt gedrukt, wordt de SOLL-temp steeds een indicatievakje verder gezet. • Als geen enkele toets ingedrukt wordt, dan schakelt het lampje van de temperatuurindicatie na korte tijd (ongeveer 5 seconden) automatisch terug naar de IST-temperatuur. +8 +6 +5 +4 +2 SOLL-temperatuur: De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet worden, kan ingesteld worden met behulp van de temperatuurindicatie (lampjes). De SOLL-temperatuur wordt knipperend aangeduid. IST-temperatuur: De temperatuurindicatie (lampje) geeft de temperatuur aan die nu in de koelruimte heerst. De IST-temperatuur wordt aangeduid door het continu branden van een lampje. 51 Temperatuurindicatie (lampjes) °C De temperatuurindicatie geeft u de volgende informatie: • Bij normale werking wordt de temperatuur aangeduid die op dit ogenblik in de koelruimte heerst (IST-temperatuur), het overeenkomstige lampje brandt. • Als de temperatuur in de koelruimte hoger is dan het bereik van de temperatuurindicatie, zijn alle lampjes voor temperatuurindicatie uit. • Tijdens de temperatuurinstelling wordt de, op dat moment ingestelde temperatuur knipperend aangegeven (SOLL-temperatuur). +8 +6 +5 +4 +2 COOLMATIC-toets Met het drukken op de toets “ ✳ ” wordt de Coolmaticfunctie ingeschakeld. Het gele lampje brandt. De Coolmatic-functie is geschikt voor het snel afkoelen van grote hoeveelheden producten in de koelruimte. Door opnieuw op de toets “ ✳ ” te drukken, kunt u de Coolmatic-functie altijd handmatig beëindigen. Het gele lampje gaat uit. Wanneer de Coolmatic-functie niet handmatig beëindigd wordt, dan wordt deze functie automatisch na 6 uur uitgeschakeld. Het gele lampje gaat uit. ✳ Ingebruikname ☞ ☞ ☞ ☞ 52 Steker in het stopcontact doen. Op de AAN/UIT-toets drukken. Het groene netspanninglampje brandt. De gewenste temperatuur instellen (zie paragraaf 'Temperatuur instellen') Opmerking: bij het inschakelen van het apparaat wordt de koelruimtetemperatuur automatisch op +5°C ingesteld wanneer u geen temperatuur kiest. Daar de bewaartemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt, kunt u direct na het inschakelen van het apparaat al levensmiddelen opslaan. Met het opslaan van diepvriesprodukten wachten totdat de ingestelde temperatuur van het vriesvak bereikt is. Temperatuur instellen ☞ Op de toets “+” of de toets “-” drukken. De temperatuurindicatie schakelt om en duidt knipperend de, op dat moment ingestelde SOLL-temperatuur aan. Voor het kiezen van hogere temperaturen op de toets “+” drukken. Voor het instellen van lagere temperaturen op de toets “-” drukken. De temperatuurindicatie geeft onmiddellijk de gewijzigde instelling aan. Bij elke druk op een toets wijzigt de temperatuur een vakje. Een bewaartemperatuur van ongeveer +5°C in de koelruimte wordt normaal gesproken als voldoende koud beschouwd. Wanneer na het uitvoeren van een temperatuur instelling de toetsen niet meer ingedrukt worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ongeveer 5 seconden) om en geeft weer de heersende IST-temperatuur in de koelruimte aan. Het knipperen van het indicatielampje verandert in constant branden. COOLMATIC ☞ ☞ ☞ De COOLMATIC-functie is uitermate geschikt voor het snel koelen van grotere hoeveelheden in de koelruimte bijvoorbeeld dranken en salades voor een feestje. Voor het inschakelen van de COOLMATIC-functie drukt u op toets “ ✳ ”. Het gele lampje naast de toets brandt als de functie ingeschakeld is. De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Hierbij wordt automatisch een SOLL-temperatuur van +2°C aangehouden. Na 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd. De oorspronkelijk ingestelde SOLL-temperatuur wordt dan opnieuw aangehouden en de temperatuur indicatie toont de, op dat moment heersende koelruimtetemperatuur. U kunt de COOLMATIC-functie altijd handmatig beëindigen door opnieuw op toets “ ✳ ” te drukken. 53 Storingen Wanneer de electronica van het apparaat een defect bemerkt dat verhindert dat de IST-temperatuur bepaald kan worden, dan gaan alle lampjes van de temperatuurindicatie knipperen. Het apparaat schakelt over op een noodprogramma totdat de servicedienst de storing verholpen heeft. Interieur Legvlakken/roosters ☞ ☞ ☞ Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof of roosters meegeleverd. Een legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groente- en fruitbak schuiven en ook blijven liggen. De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden: Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden. Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren. Variabele binnendeur Naar gelang behoefte kunnen de deurvakken uitgehaald worden en in andere opnames geplaatst worden. Glazen VARIO-legvlak ☞ 54 (niet bij alle modellen) Het apparaat heeft twee halve legvlakken van glas. Grote artikelen instellen: De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de achterste helft schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder liggende plank grote artikelen te plaatsen. Ontdooien De koelruimte wordt automatisch ontdooid De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de compressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt automatisch verdampt. Apparaat uitzetten ☞ ☞ ☞ ☞ ☞ Ter bescherming van de gekoelde en de ingevroren producten is het apparaat uitgerust met een veiligheid die onopzettelijk uitschakelen van de machine voorkomt. Om het apparaat uit te schakelen, dient u de AAN/UIT-toets ongeveer 1 seconde ingedrukt te houden. De verlichting van de temperatuurindicatie gaat uit. Als het apparaat langere tijd buiten werking gesteld wordt, moet u: de machine uitschakelen door ongeveer 1 seconde lang op de AAN/UIT-toets te drukken totdat het lampje van de netspanning uitgaat. De stekker uit het stopcontact halen of de zekering losdraaien of verwijderen Koelruimte grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). De deur op een kiertje laten staan om het ontstaan van nare luchtjes te voorkomen. Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstof onderdelen beschadigen. 55 ☞ ☞ ☞ ☞ 56 • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. - sap van citroen– of sinaasappelschillen; - boterzuur; - schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Koelartikelen er uit halen. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. ☞ Het dooiwater afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd de opening schoonmaken. ☞ Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen. Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het apparaat, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Onderdelen: Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afdeling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist om onderdelen zelf te vervangen, bijv.: – boter- en kaasvak, – eierrekjes, – deurrekken, – fruit- en groentebakken, – roosters. Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd tot onze service-afdeling. 57 Störung Mogelijke oorzaken Het apparaat is niet ingeschakeld Het apparaat werkt niet: De stekker zit niet of niet het groene lampje van de goed in het stopcontact. netspanning en het lampje De zekering is doorgeslavan de temperatuur-indi- gen of defect. catie branden niet. Het stopcontact is defect. De levensmiddelen zijn te warm. Binnenverlichting werkt niet. 58 Temperatuur is niet juist ingesteld. Deur heeft te lang opengestaan. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een warmtebron. Lamp is kapot. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deuraanslag). Ongewone geluiden. Apparaat staat niet recht. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Oplossing Het apparaat aanzetten. De stekker in het stopcontact steken. De zekering controleren en eventueel vervangen. Een elektriciën roepen om het defect aan het spanningsnet te verhelpen. Zie hoofdstuk “Ingebruikname”. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Temperatuurregelaar op een koudere stand zetten. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Zie hoofdstuk “Lamp verwisselen”. Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een Föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer hele-maal sluit. Instelvoetjes bijstellen. Apparaat iets wegtrekken. Dit onderdeel voorzichtig wegbuigen. Störung Mogelijke oorzaken Water op de bodem van de koelruimte of op de plan- Zie hoofdstuk “Reiniging ken.Ontdooiwaterafvoer is en Onderhoud”. verstopt. Nadat u op de toets “ ✳ ” gedrukt heeft of nadat de temperatuur instelling gewijzigd is, start de compressor niet gelijk. Oplossing Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen Dit is normaal, er zijn geen De compressor start na een storingen. tijdje automatisch. Lamp verwisselen ☞ ☞ ☞ ☞ ☞ ☞ ☞ Waarschuwing! Gevaar voor electrische schok! Voor het verwisselen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien. Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W De AAN/UIT-toets ongeveer 1 seconde ingedrukt houden om het apparaat uit te schakelen. Stekken uit het stopcontact trekken. Voor het verwisselen van de lamp de schroef die de afdekking van het lampje bevestigt, eruit draaien. Op de afdekking van het lampje drukken en deze achteruit laten glijden. Defecte lamp verwisselen. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien. De koelkast aanzetten. 59 Klantenservice Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze serviceafdeling te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegd boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst". Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat: • Modelnaam • Productnummer (PNC) • Productienummer (S-No.) Deze gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen om ze snel bij de hand te hebben. Aanwijzing: Voor het ten onrechte contact opnemen met de serviceafdeling tijdens de garantieperiode worden kosten berekend. Geluiden tijdens de werking De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: Elke keer als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, • Klikken hoort u een klik • Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. • Gebubbel/ Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, gegorgel hoort u een gebubbel of gegorgel. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van (GSG), de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn. 60 Vaktermen • Koelmiddel Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot verdampen kan brengen. • Koelmiddel kringloop Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor, condensor en leidingen. • Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de verdamper in de binnenruimte geplaatst of gelijk achter de binnenwand aangebracht en daardoor niet zichtbaar. • Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het gasvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt. • Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat, aangebracht. 61
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG S1698TK7 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor