Indesit XWE 81283 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

29
NL
Nederlands
NL
WASAUTOMAAT
Inhoud
Installatie, 30-31
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 32
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van het deurtje
Beschrijving van de wasautomaat, 34-35
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een wascyclus, 36
Programma’s en opties, 37-38
Programmatabel
Wasopties
Push & Wash
Wasmiddelen en wasgoed, 39-40
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 41
Service, 42
XWE 81283
Gebruiksaanwijzing
30
NL
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de
koudwaterkraan met
een mondstuk met
schroefdraad van 3/4
gas (zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan
de wasautomaat door
hem op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich
binnen de waarden van de tabel Technische
Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat
worden geleverd.
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren
voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de wasautomaat blijven zodat de
nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade
heeft geleden gedurende het vervoer. Indien
dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer
en de rubberen ring
met bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de
wasautomaat ooit worden vervoerd, dan
moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal
is kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of
vaster te schroeven
(zie afbeelding);
de inclinatiehoek,
gemeten ten
opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
31
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis,
zonder hem te
buigen, aan een
afvoerleiding of aan
een afvoer in de muur
tussen de 65 en 100
cm van de grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde
steun aan de kraan
(zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de
buis; indien dit niet te vermijden is moet het
verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de
oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn
dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in
de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de
waarden die zijn aangegeven in de tabel
Technische Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker
van de wasautomaat. Indien dit niet zo
is moet de stekker of het stopcontact
vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
65 - 100 cm
! Het snoer mag niet gebogen of
samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een
bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te
voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed,
op het programma “WASMACHINE REINIGEN”
(zie “Reinigen van de wasautomaat”).
Technische gegevens
Model
XWE 81283
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 60,5 cm
Laadcapaci-
teit
van 1 tot 8 kg
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitin-
gen
maximale druk
1 MPa (10 bar)
minimale druk
0,05 MPa (0,5 bar)
inhoud trommel 62 liter
Centrifuge-
toerental
tot 1200 toeren per minuut
Controlepro-
gramma’s
volgens de
richtlijnen
1061/2010
en
1015/2010
programma 8; Katoen 60°C.
programma 9; Katoen 40°C.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende CE voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2012/19/EU
- 2006/95/CE (Laagspanning)
32
NL
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een
zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te
worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant ervan
bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd
is en haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorzijde van de
wasautomaat door
er op het midden
op te drukken. Duw
beide zijkanten naar
beneden toe en
verwijder het paneel
(zie afbeeldingen).
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan
af. Hiermee beperkt u slijtage van de
waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u
de wasautomaat gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
• De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit
schuurmiddelen of oplosmiddelen.
• De wasautomaat beschikt over een
programma “WASMACHINE REINIGEN”
voor het reinigen van de binnenkant van de
automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de
automaat volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid
die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile
was) of de speciale reinigingsmiddelen voor
wasautomaten kunnen worden gebruikt als
hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40
wascycli uit te voeren.
Om dit programma te activeren drukt u
tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie
afb.).
Het programma start automatisch en heeft een
duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje
door op het hendeltje
(1) te drukken en het
naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
2
1
1
2
3
A
B
33
NL
te optimaliseren en om potentiële schade aan de
gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van
de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan
te geven dat het apart moet worden weggegooid.
Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen
van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich
wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper.
Handmatige opening van het deurtje
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt
het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u
het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten vloeien door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het paneel
aan de voorkant van de
wasautomaat (zie volgende
pagina).
4. trek het lipje aangegeven in de afbeelding naar voren
totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar
beneden totdat u klik hoort, wat aangeeft dat de deur is
geopend.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van
8 jaar en ouder, door personen met een
beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk
vermogen, of met onvoldoende ervaring
of kennis worden gebruikt, mits ze worden
begeleid, of wanneer zij toereikende
instructies hebben gekregen betreffende
het veilige gebruik van het apparaat en mits
zij op de hoogte zijn van de betreffende
gevaren. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Onderhoud en reiniging
mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk
warm kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan
beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2012/19/EU, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het
normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte
apparatuur moet apart worden opgehaald om het
wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt
20
1
2
3
34
NL
Beschrijving van de wasautomaat
Bedieningspaneel
Knop
TEMPERATUUR
DRAAIKNOP
PROGRAMMA’S
Wasmiddelbakje
Knop ON/OFF
Knop
CENTRIFUGE
Knop en controlelampje
START/PAUSE
Knop
UITGESTELDE
START
Knoppen
OPTIE
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Knop ON/OFF : druk even op de toets om de
wasautomaat aan of uit te zetten. Het groen START/
PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan
dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat
tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets
langer, circa 3 seconden, ingedrukt te houden. Als u de
toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat
niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus
uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
Knop PUSH & WASH: (zie “Wasmiddelen en wasgoed”)
DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het
gewenste programma (zie “Programmatabel”).
Knoppen OPTIE: om de beschikbare opties te selecteren.
Het controlelampje van de gekozen optie zal aanblijven.
Knop TEMPERATUUR : druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display aangegeven.
Knop CENTRIFUGE : druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in
zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display
aangegeven.
Knop UITGESTELDE START : druk om een
uitgestelde start voor het gekozen programma in te stellen;
het uitstel wordt op de display aangegeven.
Knop en controlelampje START/PAUSE : als het
groen controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus
is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het
controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als
het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het
programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
DISPLAY
Knop
PUSH & WASH
35
NL
Display
Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het
geselecteerde wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de centrifugesnelheid en van de
temperatuur die de wasautomaat kan uitvoeren bij het geselecteerde programma of voor de laatstgekozen waarden indien
deze voor het gekozen programma kunnen worden gebruikt.
De zandloper knippert tijdens de fase waarin het apparaat de gegevens verwerkt op basis van het gekozen programma. Na
max. 10 minuten na de start, gaat het symbool aan en wordt de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool
wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve resterende tijd weer uit.
In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
“wasfase”:
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Indien het symbool “UITGESTELDE START” verlicht is, geeft dit aan dat op de display de waarde van de ingestelde
“Uitgestelde start” wordt weergegeven.
In sectie C bestaan 3 niveaus die betrekking hebben op de wasopties.
Controlelampje deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen.
B
C
A
C
36
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
Snelle programmering
1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
3. SLUIT DE DEUR.
4. Druk op de toets “PUSH & WASH” om het
wasprogramma te starten.
Traditionele programmering
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets
; het controlelampje START/PAUSE wordt groen en
gaat langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee
zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid
verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het
apparaat toont automatisch de maximale temperatuur
en centrifuge die voor het ingestelde programma
gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze
compatibel zijn met het gekozen programma. Door
op de toets te drukken kunt u de temperatuur
langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus
“OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het
toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot
aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt
zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren.
! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u
de temperatuur tot op 90° instellen.
Een uitgestelde start instellen
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de
gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie
geactiveerd is, wordt op de display het symbool
verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op
de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt.
De kenmerken van de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de optie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de knop om de optie te
deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de gekozen optie niet compatibel is met een
voorheen ingestelde optie, zal dit worden aangegeven
door het knipperen van het betreffende controlelampje
en door een geluidssignaal (3 pieptonen). Alleen de
tweede optie zal worden geactiveerd en het lampje van
de geactiveerde optie zal aan gaan.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is
aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus
bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door
middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje
START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een
oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en
druk opnieuw op de toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen.
Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het
programma te hervatten vanaf het punt dat het werd
onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen.
Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het
apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus
zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit.
37
NL
Programma’s en opties
Wasopties
Snel
De eerste keer dat u drukt gaat het symbool 9’ aan,
de tweede keer het symbool 30’ en de derde keer het
symbool 1h. Als u een vierde keer drukt gaat opnieuw het
symbool 9’ aan.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13- - .
Einde snelle cyclus
Als u tijdens een wasprogramma bij bepaalde
omstandigheden op deze toets drukt, kunt u het
programma in slechts 20’ beëindigen. U voert hierdoor
slechts een korte spoelcyclus uit en een maximale
centrifuge van 800 toeren of minder, als u dit tijdens de
persoonlijke instellingen van het programma al handmatig
had beperkt. In dit geval zal de was- en spoelkwaliteit
niet optimaal zijn. Als u op de toets drukt gaat zowel het
betreffende controlelampje aan als het lampje dat de
spoelfase aangeeft. Als de geselecteerde temperatuur
40° of hoger is en/of de toets wordt ingedrukt tijdens de
beginfase van het programma, zal de duur van de optie
“Snelle beëindiging cyclus” langer zijn om ervoor te zorgen
dat het wasmiddel goed in het water wordt opgelost en
de kleding niet wordt beschadigd. In dit geval knippert
het controlelampje van de spoelfase en zal het lampje van
de wasfase aanblijven totdat de nodige omstandigheden
worden bereikt. In het geval de overgebleven duur van het
wasprogramma minder is dan 20’ minuten, zal de optie
niet beschikbaar zijn.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
2-4-5-6-14- - .
Antivlek
Met deze optie kunt u het type vuil selecteren zodat u de
cyclus zo goed mogelijk kunt instellen om de vlekken te
verwijderen. De type’s vuil zijn:
- Voedsel, voor bv. vlekken van voeding of drank.
- Werk, voor bv. vlekken van vet of inkt.
- Outdoor, voor bv. vlekken van modder of gras.
! De duur van de wascyclus varieert aan de hand van het
soort gekozen vuil.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
1-2-3-4-5-6-7-11-12-13-14- - .
Programmatabel
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van
talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
1) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 8
met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor
wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 9
met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor
wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 10 met een temperatuur van 40°C.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maxi. Temp
C)
Maximaal
toerental
(toeren
per mi-
nuut)
Wasmiddel
Maximale lading
(kg)
Overgebleven
vochtigheid %
Energieverbruik
kWh
Totaal water lt
Duur cyclus
Voorwas
Wassen
Wasver-
zachter
Bleken
Speciaal
1
Sport kleding
30° 600 -
 
- 4 - - - 60’
2
Donkere kleding
30° 800 -
 
- 5 - - - 80’
3
Anti-Geur cyclus (Katoen) 60° 1000 -
 
- 3,5 - - - 120’
3
Anti-Geur cyclus (Synthetisch) 40° 1000 -
 
- 3,5 - - - 105’
4
DeliIcaat
30° 0 -
 
- 1 - - - 80’
5
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
 
- 2 - - - 85’
6
Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30° 1000 -
 
- 3,5 - - - 100’
Standaard
7
Katoen Wit 90° + P: Zeer vuile witte was. 90° 1200
 
- 8 53 2,80 105 210’
8
Katoen 60° (Standaard) (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 90°)
1200 -
 
- 8 53 1,04 55 215’
9
Katoen 40° (Standaard) (2): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200 -
 
- 8 53 0,87 81 185’
10
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
 
- 4,5 46 0,86 47 115’
10
Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
 
- 4,5 46 0,60 51 105’
11
Gekleurd
40° 1200 -
 
- 8 53 0,89 80 105’
Eco & Snel
12
Katoen 20°: Niet zo vuile witte en bonte was. 20° 1200 -
 
- 8 - - - 185’
13
Eco Synthetisch 20°
20° 800 -
 
- 8 - - - 120’
14
Snel
- 800 - -
- 1,5 - - - 9’
14
Snel
30° 800 -
 
- 3,5 80 0,18 43 30
14
Snel
60° 1000 -
 
- 8 - - - 60’
Delprogramma’s
Spoelen/Bleken - 1200 - -
8 - - - 55
Centrifugeren + Afpompen - 1200 - - - - 8 - - - 25’
38
NL
Push & Wash
Met deze functie kunt u een wascyclus starten terwijl de wasautomaat uit is, zonder dat u daarvoor op de toets ON/OFF
hoeft te drukken of, nadien als u de wasautomaat aanzet, zonder dat u andere toetsen en/of knoppen in hoeft te drukken
(als u dit niet doet zal het programma Push & Wash worden uitgeschakeld). Om de Push & Wash cyclus te starten houdt u
de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze wascyclus is ideaal voor het
wassen van katoenen en synthetische was en wast op een temperatuur van 30° met een maximaal centrifugetoerental van
1200 toeren per minuut. Max. lading 4 kg. (Duur cyclus 50’).
Hoe werkt dit?
1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetische was) en sluit de deur.
2. Wasmiddel en toevoegmiddelen invoeren.
3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push & Wash te drukken. Het betreffende controlelampje zal groen
worden en de deur zal worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan).
N.B.: Als u het programma start met de Push & Wash toets wordt een automatische cyclus geactiveerd, aangeraden voor
katoen en synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden aangepast. Bij dit programma kunt u geen verdere opties
instellen.
Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur
geblokkeerd uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf
het punt dat het werd onderbroken.
4. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje END aan.
39
NL
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter.
Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas
en voor het wassen op temperaturen van meer dan 6C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het
aanvullende bakje 4 er niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar)
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan
het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte
dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u
het schotje terug in de opening B.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag nooit het niveau “max”
overschrijden dat staat aangegeven op de centrale pin.
Extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
Plaats het bijgeleverde bakje 4 in het vak 1. Schenk het
bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, dat
staat aangegeven op de centrale spil, te overschrijden.
Om te bleken giet u het bleekwater in het aanvullende
bakje 4 en stelt u het programma in .
! Het traditionele bleekmiddel kan voor stevig wit wasgoed
gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt
is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Sport kleding (programma 1) is ontwikkeld voor het
wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken,
sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken
raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven
hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in
de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar
wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die
voldoende is voor een halve lading.
Donkere kleding: gebruik de programma 2 voor het
wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor
het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een
beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een
vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Anti-Geur cyclus: gebruik het programma
3
voor het
wassen van wasgoed waar nare luchtjes aan zitten (bv.
rook, zweet, frituur). Het programma is speciaal ontwikkeld
voor het verwijderen van nare luchtjes en het behouden
van de vezels van de kleding. We raden u aan synthetisch
wasgoed of gemengd wasgoed op 40° te wassen en
kleurbestendig katoen op 60°.
Delicaat: gebruik het programma
4
voor het wassen van
zeer fijne was. We raden u aan de kleding binnenstebuiten
te keren voor u hem wast. Voor een beter resultaat raden
we u voor de fijne was aan een vloeibaar wasmiddel te
gebruiken.
Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is
door The Woolmark Company getest en goedgekeurd
voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die
als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de
aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het
kledingstuk vermeld staan en de instructies van de
fabrikant van de wasmachine. (M1127)
Dekbedden: om donzen wasgoed te wassen zoals
bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet
zwaarder dan 3,5 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u
het speciale programma 6. We raden u aan de jacks
in de trommel te laden met de randen naar binnen toe
gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van
het volume van de trommel niet te overschrijden.
Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel
in het doseerbakje te gieten.
Wasmiddelen en wasgoed
1
2
3
4
A
B
40
NL
Gekleurd: gebruik de programma 11 voor het wassen
van licht gekleurde was. Het programma is ontwikkeld
voor het langdurige behoud van de mooie kleuren van uw
wasgoed.
Katoen 20° (programma 12) Katoen ideaal voor een
lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud
water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus
op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer
dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Eco Synthetisch 20° (programma 13) ideaal voor
gemengd wasgoed (katoen en synthetisch) dat
middelmatig vuil is. De optimale prestaties, zelf met koud
water, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met middelmatige en van
te voren vastgestelde intervallen.
Snel (programma 14) hiermee kunt u de duur van de was
bepalen, van 9’ tot 1h. Als u op de overeenkomende toets
“Snel” drukt kunt u de duur van de cyclus laten variëren
van 9’ (refresh), tot 30’ (wassen), tot aan 1h (wassen). De
cyclus 9’ zorgt ervoor dat u de kledingstukken met alleen
wasverzachter kunt spoelen. Gebruik absoluut geen
wasmiddel! De cyclus 30’ is ontwikkeld om een licht
vuile was te wassen op 30° (wol en zijde uitgezonderd),
met een maximale lading van 3 kg, in een zeer korte
tijd: de cyclus duurt slechts 30 minuten en bespaart dus
elektriciteit en tijd. De programma “1h” is ontwikkeld
om wasgoed van kleurbestendig katoen in een uur op
60° te wassen. Het wasgoed moet middelmatig vuil zijn,
zodat de wasprestaties kunnen worden gegarandeerd.
Voor synthetische of gemengde was raden we u aan de
temperatuur te verlagen naar 40°.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
41
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasmachine ontvangt geen
water (Op de display de tekst
“H2O”).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van deOpties
en het controlelampje START/PAUSE
gaan snel knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Push & Wash wordt niet
geactiveerd.
Het programma duurt veel minder
dan verwacht.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
Er is een uitgestelde start ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie
“Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en
afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine
handmatig te worden ingesteld.
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zieInstallatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor
wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
Nadat de wasautomaat wordt ingeschakeld heeft u een andere opdracht ingevoerd
i.p.v. Push & Wash. Schakel de wasautomaat uit en druk op de knop Push & Wash.
U heeft de optie “Einde snelle cyclus” geactiveerd.
42
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
het type storing;
het model wasautomaat (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 30-31 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 32 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controle van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 33 XWE 81283 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van het deurtje Beschrijving van de wasautomaat, 34-35 Bedieningspaneel Display Het uitvoeren van een wascyclus, 36 Programma’s en opties, 37-38 Programmatabel Wasopties Push & Wash Wasmiddelen en wasgoed, 39-40 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 41 Service, 42 29 Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 30 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af; ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. NL ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma “WASMACHINE REINIGEN” (zie “Reinigen van de wasautomaat”). Technische gegevens Model XWE 81283 Afmetingen breedte 59,5 cm hoogte 85 cm diepte 60,5 cm Laadcapaciteit Elektrische aansluitingen van 1 tot 8 kg zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd maximale druk Hydraulische 1 MPa (10 bar) aansluitinminimale druk gen 0,05 MPa (0,5 bar) inhoud trommel 62 liter Centrifugetot 1200 toeren per minuut toerental Controleprogramma’s volgens de programma 8; Katoen 60°C. richtlijnen programma 9; Katoen 40°C. 1061/2010 en 1015/2010 Deze apparatuur voldoet aan de volgende CE voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2012/19/EU - 2006/95/CE (Laagspanning) 31 Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat • De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. • De wasautomaat beschikt over een programma “WASMACHINE REINIGEN” voor het reinigen van de binnenkant van de automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de automaat volledig leeg is. Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile was) of de speciale reinigingsmiddelen voor wasautomaten kunnen worden gebruikt als hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40 wascycli uit te voeren. Om dit programma te activeren drukt u tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.). Het programma start automatisch en heeft een duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1 2 3 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; A B Reinigen van het wasmiddelbakje 1 2 32 Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk warm kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. Handmatige opening van het deurtje Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten vloeien door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 20 3. verwijder het paneel aan de voorkant van de wasautomaat (zie volgende pagina). 1 2 3 Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2012/19/EU, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt 4. trek het lipje aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden totdat u klik hoort, wat aangeeft dat de deur is geopend. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. 33 NL Beschrijving van de wasautomaat NL Bedieningspaneel Knop en controlelampje START/PAUSE Knop ON/OFF Knop TEMPERATUUR DISPLAY Knop DRAAIKNOP Knop PROGRAMMA’S CENTRIFUGE Wasmiddelbakje UITGESTELDE START Knoppen OPTIE Knop PUSH & WASH Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Knop ON/OFF : druk even op de toets om de wasautomaat aan of uit te zetten. Het groen START/ PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. Knop PUSH & WASH: (zie “Wasmiddelen en wasgoed”) DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Knoppen OPTIE: om de beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen optie zal aanblijven. Knop TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. Knop CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display aangegeven. 34 Knop UITGESTELDE START : druk om een uitgestelde start voor het gekozen programma in te stellen; het uitstel wordt op de display aangegeven. Knop en controlelampje START/PAUSE : als het groen controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 8 W Display B NL A C C Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de centrifugesnelheid en van de temperatuur die de wasautomaat kan uitvoeren bij het geselecteerde programma of voor de laatstgekozen waarden indien deze voor het gekozen programma kunnen worden gebruikt. De zandloper knippert tijdens de fase waarin het apparaat de gegevens verwerkt op basis van het gekozen programma. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool aan en wordt de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve resterende tijd weer uit. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”: Wassen Spoelen Centrifugeren Afpompen Indien het symbool “UITGESTELDE START” “Uitgestelde start” wordt weergegeven. verlicht is, geeft dit aan dat op de display de waarde van de ingestelde In sectie C bestaan 3 niveaus die betrekking hebben op de wasopties. Controlelampje deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. 35 Het uitvoeren van een wascyclus NL Snelle programmering 1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 3. SLUIT DE DEUR. 4. Druk op de toets “PUSH & WASH” om het wasprogramma te starten. Traditionele programmering 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets ; het controlelampje START/PAUSE wordt groen en gaat langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. ! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen. Een uitgestelde start instellen Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. 36 De kenmerken van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit. ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knipperen van het betreffende controlelampje en door een geluidssignaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden geactiveerd en het lampje van de geactiveerde optie zal aan gaan. ! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen. Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit. Programma’s en opties Centrifugeren + Afpompen Duur cyclus Eco & Snel Katoen 20°: Niet zo vuile witte en bonte was. Eco Synthetisch 20° Snel Snel Snel Delprogramma’s Spoelen/Bleken Totaal water lt 12 13 14 14 14 Energieverbruik kWh Katoen 60° (Standaard) (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 9 Katoen 40° (Standaard) (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 10 Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 10 Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 11 Gekleurd Overgebleven vochtigheid % 8 Maximale lading (kg) Speciaal Sport kleding Donkere kleding Anti-Geur cyclus (Katoen) Anti-Geur cyclus (Synthetisch) DeliIcaat Wol: voor wol, kasjmier, etc. Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. Standaard 7 Katoen Wit 90° + P: Zeer vuile witte was. 1 2 3 3 4 5 6 600 800 1000 1000 0 800 1000 -        - 4 5 3,5 3,5 1 2 3,5 - - - 60’ 80’ 120’ 105’ 80’ 85’ 100’ 90° 60° (Max. 90°) 40° 60° 40° 40° 1200    - 8 53 2,80 105 210’ 1200 -   - 8 53 1,04 55 215’ 1200 800 800 1200 -         - 8 4,5 4,5 8 53 46 46 53 20° 20° 30° 60° 1200 800 800 800 1000 -          - 8 8 1,5 3,5 8 - 185’ - 120’ 9’ 80 0,18 43 30’ 60’ - 1200 - -   8 - - - 55’ - 1200 - - - - 8 - - - 25’        Bleken Wassen Wasverzachter Beschrijving van het Programma NL 30° 30° 60° 40° 30° 40° 30° Maximaal Maxi. Temp toerental (toeren (°C) per minuut) Wasmiddel Voorwas Programma’s Programmatabel 0,87 0,86 0,60 0,89 81 47 51 80 185’ 115’ 105’ 105’ De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. 1) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 8 met een temperatuur van 60°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. Voor alle Test Institutes: 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 10 met een temperatuur van 40°C. Wasopties Snel De eerste keer dat u drukt gaat het symbool 9’ aan, de tweede keer het symbool 30’ en de derde keer het symbool 1h. Als u een vierde keer drukt gaat opnieuw het symbool 9’ aan. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13- - . Einde snelle cyclus Als u tijdens een wasprogramma bij bepaalde omstandigheden op deze toets drukt, kunt u het programma in slechts 20’ beëindigen. U voert hierdoor slechts een korte spoelcyclus uit en een maximale centrifuge van 800 toeren of minder, als u dit tijdens de persoonlijke instellingen van het programma al handmatig had beperkt. In dit geval zal de was- en spoelkwaliteit niet optimaal zijn. Als u op de toets drukt gaat zowel het betreffende controlelampje aan als het lampje dat de spoelfase aangeeft. Als de geselecteerde temperatuur 40° of hoger is en/of de toets wordt ingedrukt tijdens de beginfase van het programma, zal de duur van de optie “Snelle beëindiging cyclus” langer zijn om ervoor te zorgen dat het wasmiddel goed in het water wordt opgelost en de kleding niet wordt beschadigd. In dit geval knippert het controlelampje van de spoelfase en zal het lampje van de wasfase aanblijven totdat de nodige omstandigheden worden bereikt. In het geval de overgebleven duur van het wasprogramma minder is dan 20’ minuten, zal de optie niet beschikbaar zijn. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 2-4-5-6-14- - . Antivlek Met deze optie kunt u het type vuil selecteren zodat u de cyclus zo goed mogelijk kunt instellen om de vlekken te verwijderen. De type’s vuil zijn: Voedsel, voor bv. vlekken van voeding of drank. Werk, voor bv. vlekken van vet of inkt. Outdoor, voor bv. vlekken van modder of gras. ! De duur van de wascyclus varieert aan de hand van het soort gekozen vuil. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-2-3-4-5-6-7-11-12-13-14- - . 37 NL Push & Wash Met deze functie kunt u een wascyclus starten terwijl de wasautomaat uit is, zonder dat u daarvoor op de toets ON/OFF hoeft te drukken of, nadien als u de wasautomaat aanzet, zonder dat u andere toetsen en/of knoppen in hoeft te drukken (als u dit niet doet zal het programma Push & Wash worden uitgeschakeld). Om de Push & Wash cyclus te starten houdt u de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze wascyclus is ideaal voor het wassen van katoenen en synthetische was en wast op een temperatuur van 30° met een maximaal centrifugetoerental van 1200 toeren per minuut. Max. lading 4 kg. (Duur cyclus 50’). Hoe werkt dit? 1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetische was) en sluit de deur. 2. Wasmiddel en toevoegmiddelen invoeren. 3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push & Wash te drukken. Het betreffende controlelampje zal groen worden en de deur zal worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan). N.B.: Als u het programma start met de Push & Wash toets wordt een automatische cyclus geactiveerd, aangeraden voor katoen en synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden aangepast. Bij dit programma kunt u geen verdere opties instellen. Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur geblokkeerd uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 4. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje END aan. 38 Wasmiddelen en wasgoed Wasmiddelbakje Speciale programma’s Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de B 4 A wasversterker er als volgt in: Sport kleding (programma 1) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Donkere kleding: gebruik de programma 2 voor het wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Anti-Geur cyclus: gebruik het programma 3 voor het wassen van wasgoed waar nare luchtjes aan zitten (bv. rook, zweet, frituur). Het programma is speciaal ontwikkeld voor het verwijderen van nare luchtjes en het behouden van de vezels van de kleding. We raden u aan synthetisch wasgoed of gemengd wasgoed op 40° te wassen en kleurbestendig katoen op 60°. Delicaat: gebruik het programma 4 voor het wassen van zeer fijne was. We raden u aan de kleding binnenstebuiten te keren voor u hem wast. Voor een beter resultaat raden we u voor de fijne was aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. (M1127) 1 3 2 Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het aanvullende bakje 4 er niet in zit. Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het schotje terug in de opening B. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag nooit het niveau “max” overschrijden dat staat aangegeven op de centrale pin. Extra bakje 4: Bleekmiddel Bleekcyclus Plaats het bijgeleverde bakje 4 in het vak 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, dat staat aangegeven op de centrale spil, te overschrijden. Om te bleken giet u het bleekwater in het aanvullende bakje 4 en stelt u het programma in . ! Het traditionele bleekmiddel kan voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Dekbedden: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan 3,5 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 6. We raden u aan de jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. 39 NL NL Gekleurd: gebruik de programma 11 voor het wassen van licht gekleurde was. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud van de mooie kleuren van uw wasgoed. Katoen 20° (programma 12) Katoen ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties. Eco Synthetisch 20° (programma 13) ideaal voor gemengd wasgoed (katoen en synthetisch) dat middelmatig vuil is. De optimale prestaties, zelf met koud water, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met middelmatige en van te voren vastgestelde intervallen. Snel (programma 14) hiermee kunt u de duur van de was bepalen, van 9’ tot 1h. Als u op de overeenkomende toets “Snel” drukt kunt u de duur van de cyclus laten variëren van 9’ (refresh), tot 30’ (wassen), tot aan 1h (wassen). De cyclus 9’ zorgt ervoor dat u de kledingstukken met alleen wasverzachter kunt spoelen. Gebruik absoluut geen wasmiddel! De cyclus 30’ is ontwikkeld om een licht vuile was te wassen op 30° (wol en zijde uitgezonderd), met een maximale lading van 3 kg, in een zeer korte tijd: de cyclus duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. De programma “1h” is ontwikkeld om wasgoed van kleurbestendig katoen in een uur op 60° te wassen. Het wasgoed moet middelmatig vuil zijn, zodat de wasprestaties kunnen worden gegarandeerd. Voor synthetische of gemengde was raden we u aan de temperatuur te verlagen naar 40°. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. 40 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. NL Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Er is een uitgestelde start ingesteld. De wasmachine ontvangt geen water (Op de display de tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine handmatig te worden ingesteld. • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Opties” • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 en het controlelampje START/PAUSE minuut en doe hem daarna weer aan. gaan snel knipperen en op het Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. Push & Wash wordt niet geactiveerd. • Nadat de wasautomaat wordt ingeschakeld heeft u een andere opdracht ingevoerd i.p.v. Push & Wash. Schakel de wasautomaat uit en druk op de knop Push & Wash. Het programma duurt veel minder • U heeft de optie “Einde snelle cyclus” geactiveerd. dan verwacht. 41 Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasautomaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 42
1 / 1

Indesit XWE 81283 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor