Indesit PWE 8148 W de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

25
NL
Nederlands
NL
WASAUTOMAAT
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat, 28-29
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een wascyclus, 30
Programmas en opties, 31
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programmas
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
PWE 8148 W
Gebruiksaanwijzing
26
NL
Installatie
Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat
verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de
wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en de
rubberen ring met
bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster
te schroeven (zie
afbeelding); de
inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het
werkvlak, mag de niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van
de automaat tijdens de werking. In het geval van
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes
zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is
voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de
koudwaterkraan met een
mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasautomaat door hem
op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
buis zijn.
De waterdruk van de kraan moet zich binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden
(zie bladzijde hiernaast).
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een
bevoegde installateur.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
27
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien
dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag
hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer
bloot te stellen.
65 - 100 cm
Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met
wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
PWE 8148 W
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 62 cm
Laadcapaciteit
van 1 tot 8 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de
technische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitingen
maximale druk 1 MPa (10 bar)
minimale druk 0,05 MPa (0,5 bar)
inhoud trommel 62 liter
Centrifugetoerental
tot 1400 toeren per minuut
Controleprogramm
a's volgens norm
EN 60456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met een lading van 8 kg.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EU voorschriften:
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Beschrijving van de wasautomaat
Bedieningspaneel
knop
TEMPERATUUR
DRAAIKNOP
PROGRAMMAS
Wasmiddelbakje
Knop
ON/OFF
Knop
CENTRIFUGE
Toets en controlelampje
START/PAUSE
DISPLAY
Toets
UITGESTELDE
START
Toetsen en
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en
wasversterkers (zie Wasmiddelen en wasgoed).
Toets ON/OFF
: druk even op de toets om de
wasautomaat aan of uit te zetten. Het blauwe START/
PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft
aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de
wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet
u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt te
houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal
de wasautomaat niet uitgaan.
Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet
wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
DRAAIKNOP PROGAMMAS voor het instellen van
het gewenste programma (zie Programmatabel).
Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de
beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje
van de gekozen optie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE
: druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge
in zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het
display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR
: druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display aangegeven.
Toets UITGESTELDE START
: druk om een
uitgestelde start voor het gekozen programma in te
stellen; het uitstel wordt op de display aangegeven.
Knop en controlelampje START/PAUSE
: als het
blauwe controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de
cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan.
Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op
de toets; het controlelampje wordt amberkleurig en gaat
knipperen. Als het symbool
niet aan is kunt u de deur
openen. Om het programma te hervatten drukt u
opnieuw op de toets.
Controlelampje deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is
geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u
wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van
de wasautomaat opent.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u
op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
enkele minuten uitschakelt (stand-by) indien men het
niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en
wacht tot de wasautomaat weer aangaat.
29
NL
Display
B
C
A
Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programmas en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd
tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start
van het geselecteerde wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de centrifugesnelheid
en van de temperatuur die de wasautomaat kan uitvoeren bij het geselecteerde programma of voor de
laatstgekozen waarden indien deze voor het gekozen programma kunnen worden gebruikt.
Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma
en het gekozen Smart-niveau. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool wateruurwerk aan en wordt
de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de
weergave van de definitieve resterende tijd weer uit.
In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de
lopende wasfase:
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Waterafvoer
In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor temperatuur, centrifuge en Uitgestelde start
aangegeven.
De streepjes temperatuur
geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan
worden.
De streepjes centrifuge
geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan
worden.
Indien het symbool UITGESTELDE START
verlicht is, geeft dit aan dat op de display de waarde van de
ingestelde Uitgestelde start wordt weergegeven.
30
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets
; het controlelampje START/PAUSE wordt blauw
en gaat langzaam knipperen
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad
het wasgoed in en zorg ervoor nooit de
laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de
programmatabel op de volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar
buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes,
zoals aangegeven in Wasmiddelen en wasgoed.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMAa het gewenste programma;
hiermee zijn een temperatuur en een
centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen
worden. Op het display verschijnt de duur van de
cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de
speciale toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge.
Het apparaat toont automatisch de maximale
temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde
programma gelden of de laatst geselecteerde
waarden, mits deze compatibel zijn met het
gekozen programma. Door op de toets
te
drukken kunt u de temperatuur langzaamaan
verlagen, tot aan de koude wascyclus OFF. Door
te drukken op de toets
kunt u het toerental van
de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul
toe OFF. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult
u op de maximaal toegestane waarden terugkeren.
Een uitgestelde start instellen
Om de uitgestelde start van het gekozen
programma in te stellen drukt u op de
betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging
heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is,
wordt op de display het symbool
verlicht. Om de
uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets
totdat op het display de tekst OFFverschijnt.
De kenmerken van de
cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de optie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de knop om de optie te
deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat
uit.
Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is
met een eerder ingestelde optie, zal het
controlelampje voor de eerst geselecteerde functie
gaan knipperen en zal alleen de tweede optie
geactiveerd wordenhet controlelampjevan de
optiedie geactiveerd is zal aangaan.
N.B.: als de SMART-optie ingesteld is, kunnen
andere niet compatibele opties niet geactiveerd
worden.
De opties kunnen van invloed zijn op de
aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de
cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal
aangaan met een blauw licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de
cyclus bezig is, zet u de wasautomaat in
pauzestand door middel van de toets START/
PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht);
selecteer daarna de gewenste cyclus en druk
opnieuw op de toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool
DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur
openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets
om het programma te hervatten vanaf het punt dat
het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen.
Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel
het apparaat uit.
Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren
moet u enkele seconden de toets
ingedrukt
houden. De cyclus zal worden onderbroken en de
wasautomaat gaat uit.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de
automaat de lading voor het centrifugeren op een
gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te
laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan
de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de
lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de
wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit
balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren
in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering
te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
31
NL
Programmas en opties
Wasopties
Middels optie kan de was op basis van de
daadwerkelijk in de machine geladen was zo efficiënt mogelijk
uitgevoerd worden, waardoor de wastijd en het water- en
energieverbruik verminderd worden. Door op toets
te drukken kan voorts het gewenste soort was worden
geselecteerd:
Intensive: intensieve was voor zeer vuil wasgoed.
4 You: standaard was voor normaal vuil wasgoed.
Fast: snelwas voor weinig vuil wasgoed.
Kan alleen ingesteld worden met programmas 1, 2, 3, 4, 5,
(alle drie de niveaus) en 6, 7, 8 (niveaus 4 You en Fast).
Extra Spoeling
Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en
zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Kan niet ingesteld worden op programmas 8, , .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de
centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken
worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de
wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De
controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN
en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase
SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets
GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma 10-12
beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de
week te laten staan. Het controlelampje van de functies
GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan
knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de
automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Kan niet ingesteld worden bij programmas 8, 9, 13,
, .
Antivlekken
Deze functie is geschikt voor
het verwijderen van de
hardnekkigste vlekken. Plaats
het bijgeleverde bakje 4 in vak
1. Schenk het bleekmiddel en
zorg ervoor nooit het max
niveau, aangegeven op de
centrale spil, te overschrijden
(zie figuur). Om uitsluitend te
bleken giet u het bleekmiddel
in het extra bakje 4, stelt u het
programma Spoelen
in, en activeert u de optie
Antivlekken . Om te bleken tijdens het wassen giet u het
wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het
gewenste programma in en activeert u de optie Antivlekken
. Het gebruik van het extra bakje 4 sluit de voorwas uit.
Kan niet worden geactiveerd met programmas 1, 6, 8, 9,
10, 11, 12, 13, , .
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: stel het programma 2 in op een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Wasmiddel en wasversterkers
Beschrijving van het Programma
Max.
Temp.
(°C)
Max.
snelheid
(toeren
per
minuut)
Voor
was
Was
sen
Bleek
middel
Wasv
erzac
hter
Max.
lading
(kg)
Duur
cyclus
Dagelijkse wassen
1
Katoen met voorwas:
zeer vuile witte was.
90° 1400 - 8
2
Wit katoen:
zeer vuile witte was.
90° 1400 - 8
2
Wit katoen (1):
zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400 - 8
2
Katoen (2):
zeer vuile witte en bonte fijne was.
40° 1400 - 8
3
Katoen:
zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400 - 8
4
Bont Katoen (3):
niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1400 - 8
5
Synthetisch:
niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800 - 3,5
6
Spijkergoed
40° 800 - - 4
7
Overhemden
40° 600 - 2
8
Mix-Cool 30’:
Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
Water-
afvoer
800 - - 3
Speciale wassen
9
Wol:
voor wol, kasjmier, etc.
40° 600 - - 2
10
Zijde/Gordijnen:
voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 - - 2
11
Dons:
voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons.
30° 1000 - - 3
12
Outwear
30° 400 - - - 2,5
13
Sport Shoes
30° 600 - -
Max. 2
paar.
Gedeeltelijke wassen
Spoelen - 1400 - - 8
Centrifugeren - 1400 - - - - 8
Waterafvoer - 0 - - - - 8
4
2
3
1
4
2
1
3
Programmas
U kunt de duur van de wasprogrammas op het display controleren.
32
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet
beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de
wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het
milieu.
Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin
strooit moet u controleren of
het aanvullende bakje 4 er
niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor
hoofdwas (poeder of
vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel
moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 8 kg
Synthetische stoffen: max 3.5 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 2 kg
Zijde: max 2 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programmas
Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten
voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik het programma 6.
Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/
blouses van verschillende soorten stof en kleur te
wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een
minimale kreukvorming.
4
2
3
1
4
2
1
3
Mix-Cool 30:
is ontwikkeld om niet zo vuile was in
weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en
bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma 8 kunt
u verschillende soorten stoffen tesamen wassen
(behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg.
Wol: met het programma 9 kan in de wasmachine al
het wolwasgoed gelasse worden, ook kledingstukken
met het etiket alleen handwas
. Gebruik voor de
beste resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is
bestemd en laad niet meer dan 2 kg wollen goed in de
machine.
Zijde: gebruik het speciale programma 10 om alle
zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een
speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een
kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 10.
Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals
bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet
zwaarder dan 3 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u het
speciale programma 11 Dons We raden u aan de
jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen
toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de
¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden.
Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar
wasmiddel in het doseerbakje te gieten.
Outwear (programma 12) is ontwikkeld voor het
wassen van waterafstotende materialen en regenjassen
(bv. goretex, polyester en nylon). Om optimale resultaten
te bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel
die voldoet voor een halve lading. U dient manchetten,
kragen en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen
wasverzachter of wasmiddelen waar wasverzachter in
zit. Met dit programma kunt u geen donzen ski-jacks
wassen.
Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten
dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
33
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u
wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan
dient u het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het paneel aan de voorkant van de
wasautomaat (zie volgende pagina).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding
naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek
hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de
deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven
en moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk niet-professioneel gebruik.
De wasautomaat mag alleen door volwassenen
worden gebruikt en volgens de instructies in deze
handleiding.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, maar altijd door de stekker
zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het
behoorlijk warm kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt,
kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit
dan met twee of drie personen tegelijk en zeer
voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat
is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet
u controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het
normale afval mag worden meegegeven. De
afgedankte apparatuur moet apart worden
opgehaald om het wedergebruik van materialen
waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en om
potentiële schade aan de gezondheid en het milieu
te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met
een kruis staat op elk product, om aan te geven dat
het apart moet worden weggegooid. Voor verdere
informatie betreffende het correcte verwijderen van
huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich
wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
34
NL
Onderhoud en verzorging
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in (zie
afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen
kan de hoge waterdruk onverwachts breuken
veroorzaken.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden
schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje door
op het hendeltje (1) te
drukken en het naar voren
te trekken (2) (zie
afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u
regelmatig doen.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het
kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan de
voorzijde van de
wasautomaat door er op
het midden op te
drukken. Duw beide
zijkanten naar beneden
toe en verwijder het
paneel (zie
afbeeldingen).
2
1
1
2
3
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie Service) moet
u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasmachine ontvangt geen
water (Op de display knippert de
tekst H2O).
De wasautomaat blijft water
aan-en afvoeren
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de
Opties en het controlelampje
START/PAUSE gaan snel knipperen
en op het display verschijnt een
storingscode (bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te
maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
Er is een uitgestelde start ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie Installatie).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een
van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en
afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programmas dient de
machine handmatig te worden ingesteld.
De optie MAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het
programma drukt u op de START/PAUSE toets (Programmas en opties).
De afvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie
Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie Installatie).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie Installatie).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie Installatie).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie Onderhoud en verzorging).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie Installatie).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet voor
wasautomaat, handwas en machinewas, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst.
Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
het type storing;
het model wasautomaat (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde
als u het deurtje opendoet.
195078495.00
05/2009 - Xerox Fabriano

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat, 28-29 Bedieningspaneel Display Het uitvoeren van een wascyclus, 30 Programma’s en opties, 31 Programmatabel Wasopties PWE 8148 W Wasmiddelen en wasgoed, 32 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Voorzorgsmaatregelen en advies, 33 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur Onderhoud en verzorging, 34 Afsluiten Reinigen Reinigen Reinigen Controle van water en stroom van de wasautomaat van het wasmiddelbakje van de pomp van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 Installatie NL  Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 26 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.  De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).  Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.  Gebruik nooit tweedehands buizen.  Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af;  Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL  Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.  Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.  De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. Technische gegevens Model PW E 8148 W Afmetingen breedte 59,5 cm hoogte 85 cm diepte 62 cm Laadcapaciteit van 1 tot 8 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Hydraulische aansluitingen maximale druk 1 MPa (10 bar) minimale druk 0,05 MPa (0,5 bar) inhoud trommel 62 liter Centrifugetoerental tot 1400 toeren per minuut Controleprogramm a's volgens norm EN 60456 programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met een lading van 8 kg. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EU voorschriften: - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) 27 Beschrijving van de wasautomaat NL Bedieningspaneel Knop ON/OFF Toetsen en controlelampjes knop TEMPERATUUR FUNCTIE Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD DISPLAY Wasmiddelbakje Knop DRAAIKNOP PROGRAMMA’S CENTRIFUGE Toets UITGESTELDE START Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasautomaat aan of uit te zetten. Het blauwe START/ PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen optie zal aanblijven. : druk hierop om het Toets CENTRIFUGE centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display aangegeven. : druk hierop om de Toets TEMPERATUUR temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. 28 Toets en controlelampje START/PAUSE : druk om een Toets UITGESTELDE START uitgestelde start voor het gekozen programma in te stellen; het uitstel wordt op de display aangegeven. : als het Knop en controlelampje START/PAUSE blauwe controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Controlelampje deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR uit is kunt u de deur openen. GEBLOKKEERD Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na enkele minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Display NL B A C Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de centrifugesnelheid en van de temperatuur die de wasautomaat kan uitvoeren bij het geselecteerde programma of voor de laatstgekozen waarden indien deze voor het gekozen programma kunnen worden gebruikt. Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma en het gekozen Smart-niveau. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool “wateruurwerk” aan en wordt de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve resterende tijd weer uit. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”: Wassen Spoelen Centrifugeren Waterafvoer In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Uitgestelde start” aangegeven. geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan De streepjes “temperatuur” worden. geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan De streepjes “centrifuge” worden. verlicht is, geeft dit aan dat op de display de waarde van de Indien het symbool “UITGESTELDE START” ingestelde “Uitgestelde start” wordt weergegeven. 29 Het uitvoeren van een wascyclus NL 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets ; het controlelampje START/PAUSE wordt blauw en gaat langzaam knipperen 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het te gekozen programma. Door op de toets drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door kunt u het toerental van te drukken op de toets de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Een uitgestelde start instellen Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, verlicht. Om de wordt op de display het symbool uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. cyclus wijzigen. De kenmerken van de • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit.  Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. 30  Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. N.B.: als de SMART-optie ingesteld is, kunnen andere niet compatibele opties niet geactiveerd worden.  De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een blauw licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door middel van de toets START/ PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur DEUR GEBLOKKEERD openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR uitgaat kunt u de deur openen. GEBLOKKEERD Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit.  Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren ingedrukt moet u enkele seconden de toets houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Programma’s en opties Programma’s Programmatabel Beschrijving van het Programma 13 Sport Shoes 2 2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 M ax. snelheid (toeren per minuut) W asmiddel en wasversterkers Voor was W as sen Bleek middel W asv erzac hter Max. lading (kg) 90° 90° 60° 40° 60° 40° 40° 40° 40° Waterafvoer 1400 1400 1400 1400 1400 1400 800 800 600 • - • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 8 8 8 8 8 8 3,5 4 2 800 - • - • 3 40° 30° 30° 30° 600 0 1000 400 - • • • • - • • • - 2 2 3 2,5 30° 600 - • - • Max. 2 paar. Spoelen - 1400 - - • • 8 Centrifugeren - 1400 - - - - 8 Waterafvoer - 0 - - - - 8 Gedeeltelijke wassen Duur cyclus U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 12 Dagelijkse wassen Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. Wit katoen: zeer vuile witte was. Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. Spijkergoed Overhemden Mix-Cool 30’: Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Speciale wassen Wol: voor wol, kasjmier, etc. Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. Dons: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. Outwear 1 M ax. Temp. (°C) Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: stel het programma 2 in op een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Wasopties Middels optie kan de was op basis van de daadwerkelijk in de machine geladen was zo efficiënt mogelijk uitgevoerd worden, waardoor de wastijd en het water- en energieverbruik verminderd worden. Door op toets te drukken kan voorts het gewenste soort was worden geselecteerd: Intensive: intensieve was voor zeer vuil wasgoed. 4 You: standaard was voor normaal vuil wasgoed. Fast: snelwas voor weinig vuil wasgoed.  Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5, (alle drie de niveaus) en 6, 7, 8 (niveaus 4 You en Fast). Extra Spoeling Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.  Kan niet ingesteld worden op programma’s 8, , . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma 10-12 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampje van de functies GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.  Kan niet ingesteld worden bij programma’s 8, 9, 13, , . Antivlekken Deze functie is geschikt voor het verwijderen van de hardnekkigste vlekken. Plaats het bijgeleverde bakje 4 in vak 1 1. Schenk het bleekmiddel en 3 3 zorg ervoor nooit het “max” 22 niveau, aangegeven op de centrale spil, te overschrijden (zie figuur). Om uitsluitend te bleken giet u het bleekmiddel in het extra bakje 4, stelt u het in, en activeert u de optie programma “Spoelen” “Antivlekken” . Om te bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de optie “Antivlekken” . Het gebruik van het extra bakje 4 sluit de voorwas uit.  Kan niet worden geactiveerd met programma’s 1, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , . 44 31 NL Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.  Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of 1 3 3 het aanvullende bakje 4 er 22 niet in zit. Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel 44 Mix-Cool 30’: is ontwikkeld om niet zo vuile was in weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma 8 kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg. Wol: met het programma 9 kan in de wasmachine al het wolwasgoed gelasse worden, ook kledingstukken . Gebruik voor de met het etiket “alleen handwas” beste resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet meer dan 2 kg wollen goed in de machine. Zijde: gebruik het speciale programma 10 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 10. Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan 3 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 11 “Dons” We raden u aan de jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 8 kg Synthetische stoffen: max 3.5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 2 kg Zijde: max 2 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 1 1 1 1 laken 400-500 g. sloop 150-200 g. tafelkleed 400-500 g. badjas 900-1200 g. handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 6. Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/ blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. 32 Outwear (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van waterafstotende materialen en regenjassen (bv. goretex, polyester en nylon). Om optimale resultaten te bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel die voldoet voor een halve lading. U dient manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen wasverzachter of wasmiddelen waar wasverzachter in zit. Met dit programma kunt u geen donzen ski-jacks wassen. Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Voorzorgsmaatregelen en advies  De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • De wasautomaat mag alleen door volwassenen worden gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk warm kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. Handmatige opening van de deur Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 3. verwijder het paneel aan de voorkant van de wasautomaat (zie volgende pagina). 4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. • De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. 33 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. 1 2 Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.  Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1 2 34 3 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.  Gebruik nooit tweedehands buizen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Er is een uitgestelde start ingesteld. De wasmachine ontvangt geen • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. water (Op de display knippert de • De buis is gebogen. tekst “H2O”). • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aan-en afvoeren • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de niet af of centrifugeert niet. machine handmatig te worden ingesteld. • De optie MAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en opties). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht De controlelampjes van de circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. “Opties” en het controlelampje Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. START/PAUSE gaan snel knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 35 NL Service 195078495.00 05/2009 - Xerox Fabriano NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst.  Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasautomaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Indesit PWE 8148 W de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor