Whirlpool ADP 5550 WH de handleiding

Type
de handleiding
31
INHOUD NL
VOOR DE INGEBRUIKNAME
PAGINA
32
MILIEUVRIENDELIJKE WENKEN
PAGINA
32
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
PAGINA
32
ENERGIE EN WATER BESPAREN
PAGINA
32
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
PAGINA
33
HET DOSEERBAKJE VAN HET SPOELGLANSMIDDEL
VULLEN
PAGINA
34
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
PAGINA
35
GEBRUIK VAN DE VAATWASMACHINE
PAGINA
36
AANSLUITINGEN
PAGINA
37
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
38
STORINGEN OPSPOREN
PAGINA
39
KLANTENSERVICE
PAGINA
39
Wij raden u aan de gebruiksaanwijzingen aandachtig door te lezen en de programmatabel te
gebruiken, om de beste prestaties van uw vaatwasmachine te bereiken.
32
Controleer na verwijdering van de
verpakking of de vaatwasmachine geen
schade heeft geleden tijdens het transport,
en of deur perfect sluit. Wendt u zich in geval
van twijfel tot een vakman of tot de Dealer.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
enz.) moet buiten het bereik van kinderen
gehouden worden, want het zou een bron
van gevaren kunnen vormen.
De vaatwasmachine is uitsluitend voor
huishoudelijk gebruik bedoeld; gebruik hem
alleen voor de functies waarvoor hij is
vervaardigd.
Alle aansluitingen op de waterleiding en het
elektriciteitsnet moeten worden verzorgd
door vakmensen, in overeenstemming met
de aanwijzingen van de fabrikant. Bij deze
werkzaamheden moeten alle plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften in acht
genomen worden (zie ook de bijgaande
aanwijzingen voor de installatie).
1. Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
en draagt het recyclingsymbool .
2. Product
De vaatwasmachine is vervaardigd van
recyclebaar materiaal.
Voor het afvoeren van de machine dienen de
plaatselijke voorschriften voor afvalwerking te
worden gevolgd. In ieder geval moet de
vaatwasmachine onbruikbaar worden gemaakt
door de voedingskabel door te snijden.
Kinderslot
Laat kinderen niet met de vaatwasmachine
spelen.
Bewaar het vaatwasmiddel, het
spoelglansmiddel en het zout op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen.
Algemene wenken
Gebruik uitsluitend wasmiddelen,
spoelglansmiddel en regenereerzout die
specifiek bedoeld zijn voor vaatwasmachines.
Schakel de vaatwasmachine aan het einde van
het programma uit en draai de waterkraan dicht.
Zet het apparaat telkens voordat u hem
schoon gaat maken of onderhoud gaat
plegen uit, trek de stekker uit het stopcontact
en draai de waterkraan dicht.
Doet er zich een storing voor, schakel de
vaatwasmachine dan uit en draai de
waterkraan dicht.
De deur kan alleen het gewicht van de
uitgeschoven korf dragen, met inbegrip van
de vaat. Leun niet op de open deur en ga er
niet op zitten of staan: de vaatwasmachine
zou kunnen kantelen.
Als het nodig is moet de verbindingskabel
met het net worden vervangen door een
soortgelijk exemplaar, dat verkrijgbaar is bij
de Servicedienst. De kabel dient te worden
vervangen door een gespecialiseerd
technicus.
Alleen voor apparaten die voorzien zijn
van een aquastopsysteem:
In de watertoevoerslang en de plastic doos
zijn elektrische componenten aanwezig.
Snijd de slang dus niet door en dompel de
doos niet in water onder. Als de slang kapot
is, moet de machine onmiddellijk uitgezet
worden.
Gebruik geen oplosmiddelen in de
vaatwasmachine: explosiegevaar!
Capaciteit: -12 couverts
.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat voldoet aan de volgende
Richtlijnen:
73/23/EEG
89/336/EEG
93/68/EEG
Spoel de vaat niet af onder stromend water.
Gebruik de vaatwasmachine steeds wanneer
hij vol is, of selecteer, als er slechts
een
korf
vol is, het vaatwasprogramma met halve
lading (indien beschikbaar).
Als er ecologische energiebronnen ter
beschikking staan, zoals verwarming met
zonnepanelen, warmtepompen of centrale
verwarming, dient de vaatwasmachine te
worden aangesloten op de leiding van het
warme water, tot een temperatuur van
hoogstens 60° C. Vergewis u ervan of de
watertoevoerslang van het juiste type is. Zie het
hoofdstuk “Aansluitingen” in deze aanwijzingen.
VOOR DE INGEBRUIKNAME
MILIEUVRIENDELIJKE WENKEN
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
ENERGIE EN WATER BESPAREN
33
Informeer naar de hardheidsgraad van
het water in uw gebied.
U kunt hiernaar vragen bij het waterleidingbedrijf
of de laatste waterrekening bekijken.
Stel de hardheidsgraad van het water in
door de keuzeknop (indien aanwezig) aan
de binnenkant van de deur (linksboven) te
verdraaien met behulp van een
schroevendraaier. Zet de keuzeknop op
de stand die wordt aangegeven in de
volgende tabel:
Als de waterhardheid onder categorie 1 (zacht)
valt, hoeft u geen zout te gebruiken.
Als de hardheid van het water hoger is dan
1-2 (gemiddelde hardheid) moet het
zoutreservoir voor het eerste gebruik van
de vaatwasmachine worden gevuld met
regenereerzout en meteen daarna een
afwasprogramma worden gestart, zodat de
naar buiten gekomen zoutoplossing
onmiddellijk wordt geëlimineerd en
corrosie vermeden wordt. Om dit resultaat
te bereiken is voorspoelen niet voldoende.
Controleer regelmatig het niveau van het
regenereerzout.
Let op: gebruik alleen zout voor
vaatwasmachines!
Vullen van het zoutreservoir met
ongeschikte stoffen, zoals bijvoorbeeld
afwasmiddel, heeft onherstelbare schade
voor het onthardingssysteem tot gevolg.
Om het zoutreservoir te vullen:
1.
Trek de onderste korf naar buiten.
2.
Schroef de dop los tegen de klok in.
3.
Alleen voor het eerste gebruik van de
vaatwasmachine: vul het reservoir tot de
rand met water.
4.
Vul het reservoir met zou tot aan de rand
(max. 2 kg) en roer er doorheen met het
handvat van een lepel.
5.
Schroef de dop vast met de klok mee.
Indicator van het zoutniveau
De vaatwasmachine is voorzien van een
elektrische indicator of een optische indicator
van het zoutniveau (afhankelijk van het model).
Elektrische indicator:
Het lampje op het bedieningspaneel gaat
branden wanneer het zoutreservoir moet worden
gevuld.
Optische indicator:
Wanneer het zoutreservoir voldoende gevuld is, is
de rode vlotter goed zichtbaar in het venstertje van
de dop. De vlotter daalt en is niet zichtbaar meer
wanneer het zoutreservoir moet worden gevuld.
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
Stand van
de
keuzeknop
Hardheids
categorie
Duitse
hardheid
°dH
Franse
hardheid
°fH
0 1 zacht 0 - 5 0 - 9
1 1 - 2 gemiddeld 6 - 10 10 - 18
2 2 gemiddeld 11 - 15 19 - 27
3 3 middel-hard 16 - 21 28 - 37
4 4 hard 22 - 28 38 - 50
5 4 zeer hard 29 - 35 51 - 63
6 4 buitengewoon hard 36 - 60 64 - 107
34
Het spoelglansmiddel bevordert het drogen van
de vaat, doordat het het water beter laat
wegstromen, zodat er geen strepen of vlekken
achterblijven. Vul het doseerbakje voor het
eerste gebruik van de vaatwasmachine.
Controleer vervolgens regelmatig het niveau van
het spoelglansmiddel.
Gebruik uitsluitend spoelglansmiddel voor
vaatwasmachines.
1.
Schroef de dop los, druk op de toets
A
(zie tekening). Giet het spoelglansmiddel
door de opening tot aan de stippellijn
(maximum ca. 100 ml).
2. Neem gemorste spoelglansmiddel
onmiddellijk af. Zodoende wordt vermeden
dat er te veel schuimvorming ontstaat,
waardoor minder goed wordt afgewassen.
3.
Sluit de dop.
De hoeveelheid spoelglansmiddel
instellen.
(Open het deksel en sluit het weer na de
instelling te hebben verricht).
Fabrieksinstelling: stand 3.
Als u niet tevreden bent over het vaatwas- of
droogresultaat, kunt u de instelling veranderen
(gebruik het handvat van een lepel, een munt of
dergelijke).
Als de vaat strepen vertoont, moet de hoeveelheid
spoelglansmiddel een stand lager worden gezet.
Als de vaat niet perfect droog is, moet de
hoeveelheid een stand hoger worden gezet.
Indicator van het spoelglansniveau
(optisch of elektrisch, afhankelijk van
het model)
Elektrische indicator:
Het lampje op het bedieningspaneel gaat
branden wanneer er spoelglansmiddel moet
worden toegevoegd.
Optische indicator:
licht
= spoelglansmiddel toevoegen
donker
= voldoende spoelglansmiddel.
HET DOSEERBAKJE VAN HET SPOELGLANSMIDDEL VULLEN
A
35
Gebruik alleen wasmiddelen voor
vaatwasmachines.
Als er wasmiddelen van de nieuwe
generatie worden gebruikt, waarin enzymen
zitten, heeft het de voorkeur de Bio-
programma's te selecteren (deze zijn ook
geschikt voor alle gewone vaatwasmiddelen).
Als er wasmiddelen in tabletten worden
gebruik, dient u zich nauwgezet te houden
aan de aanwijzingen die door de fabrikant
ervan worden gegeven.
Houdt u zich aan de op de verpakking
aanbevolen dosering. Gebruik niet méér
wasmiddel dan wordt aangegeven, om niet bij te
dragen aan milieuvervuiling. De benodigde
hoeveelheid product verschilt van merk tot merk.
De cijfers in het grotere bakje dienen als richtlijn
voor de dosering. De hoeveelheden zijn in ml of
in cm
3
.
Vul het doseerbakje van het afwasmiddel pas
voordat u een afwasprogramma start.
Normale lading:
Voor programma's met voorspoeling.
(Voorbeeld: normaal programma 65°C zie
Tabel vaatwasprogramma's).
Vul eerst het grootste bakje.
Vul vervolgens het kleinere bakje.
1.
Giet 2/3 van de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel in het grootste bakje.
2.
Giet 1/3 ervan in het kleinere bakje.
Opmerking:
denk eraan het deksel van het
grootste bakje te sluiten.
Inhoud van het grootste bakje: 45 ml (tot aan de
rand).
Inhoud van het kleinere bakje: 10 ml (tot aan de
rand).
Voor programma's zonder voorspoeling:
Giet de hele hoeveelheid wasmiddel in het
grootste bakje. Als er op de verpakking
hoeveelheden wasmiddel van meer dan 45
ml staan aangegeven, moet de resterende
hoeveelheid in het kleinere bakje worden
gedaan.
Voor programma's met geactiveerde extra
functie:
Halve lading: vul alleen de bovenste korf
of
alleen de onderste korf. Gebruik een kleinere
hoeveelheid afwasmiddel.
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
36
Sluit de deur en draai de waterkraan open.
1.
Zet de vaatwasmachine aan en selecteer het
vaatwasprogramma. Selecteer het gewenste
programma door aan de
keuzeknop
te
draaien. Het corresponderende lampje gaat
branden.
Indien nodig,
de extra functies selecteren.
2.
Druk op de
Start
toets om het
vaatwasprogramma te starten.
Het controlelampje
Start
gaat branden.
De in het geheugen opgeslagen gegevens
kunnen niet meer worden gewijzigd door aan
de programmakeuzeknop te draaien of de
toetsen in te dreuken.
Opmerking:
na het indrukken van de
Start
toets, slaat de vaatwasmachine alle
geselecteerde programma's op in het
geheugen. Deze gegevens blijven ook in het
geheugen als de stroom uitvalt.
3.
Het is mogelijk het programma te wijzigen
door de
Start
circa 5 seconden ingedrukt te
houden, totdat het lampje
Start
dooft.
Selecteer het nieuwe programma met de
keuzeknop
en druk op de
Start
toets.
Het einde van het programma wordt
gesignaleerd, doordat het lampje
End
(indien aanwezig) kort gaat branden en het
lampje
Start
dooft.
4.
Zet de vaatwasmachine uit door de
programmakeuzeknop
naar links in de stand
0
te draaien (pas nadat het controlelampje
End
kort heeft gebrand of het lampje a
Start
uitgegaan is). Alle lampjes gaan uit.
Opmerking:
Als de vaatwasmachine tijdens
het vaatwasprogramma wordt uitgezet,
wordt het programma hervat vanaf het punt
waarop het afgebroken is, als de machine
weer wordt aangezet.
Open de deur en leeg de vaatwasmachine, te
beginnen met de onderste korf.
GEBRUIK VAN DE VAATWASMACHINE
1
2
3
4
37
Neem de apart geleverde installatie-
instructies in acht.
Toevoer en afvoer van het water:
Neem de geldende voorschriften van het
waterleidingbedrijf in acht.
Controleer of de watertoevoer- en
afvoerslangen niet gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang genoeg zijn, wendt u
zich dan tot de Servicedienst of de Dealer.
De toevoerslangen moeten veilig en perfect
afgedicht op de waterkraan worden
aangesloten.
De temperatuur van het toegevoerde water is
afhankelijk van het model: toevoerslang met
de aanduiding: 25°C max: maximum
temperatuur 25°C.
Alle andere modellen: maximum temperatuur
60°C.
Vergewis u er op het moment van installatie
van dat het afvoerwater zonder problemen
weg kan stromen (verwijder indien nodig ook
het netje in de sifon van de wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan de sifon met
een klembandje, zodat hij niet los kan raken.
Alleen voor apparaten met
aquastopsysteem: als de aanwijzingen voor
installatie in acht genomen worden, is het
aquastopsysteem in staat te voorkomen dat
er water uit de machine komt, dat schade zou
kunnen aanrichten in uw woning.
Elektrische aansluiting:
Neem de geldende voorschriften van het
waterleidingbedrijf in acht.
De voedingsspanning staat vermeld op het
plaatje dat rechts op de binnenkant van deur
is aangebracht.
De aarding van het apparaat is wettelijk
verplicht.
Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters
Haal steeds de stekker uit het stopcontact,
voordat u onderhoud op de machine gaat
plegen.
Gebruik de vaatwasmachine niet als zij
beschadigd is tijdens het transport. Neem
contact op met de Servicedienst of met de
Dealer.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door gekwalificeerde technici.
AANSLUITINGEN
38
Druk op de toets ON/OFF, alvorens reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden te gaan verrichten.
1.
Maak de buitenkant van de vaatwasmachine
schoon met een neutraal schoonmaakmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen.
2.
Maak de pakking van de deur en de binnenkant
van de deur schoon met een vochtige doek, om
eventuele voedselresten te verwijderen.
Maak de sproeiarmen schoon
(als de gaten verstopt zijn).
Bovenste sproeiarm:
Draai de moer
A
los (tegen de klok in) en haal de
sproeiarm weg door hem omlaag te trekken
B
.
Spoel de gaatjes af.
Om de sproeiarm terug te monteren, moet hij
midden op de draaiende steun worden gezet en
worden vastgeklikt.
Draai de moer vast (met de klok mee). Controleer
of de moer goed vastgedraaid is (u dient een klik
te horen).
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
Onderste sproeiarm:
Druk de twee klemmen
A
, waarmee de sproeiarm
is vastgezet naar binnen en haal de arm weg door
hem op te tillen
B
.
Spoel de gaatjes af.
Monteer de onderste sproeiarm terug, door hem
midden op de pen van de rotor te zetten en vast te
klikken.
Druk de arm omlaag, totdat hij vast komt te zitten.
Controleer of de klemmen goed op hun plaats
zitten (u moet een klik horen).
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
Reiniging van de zeven:
1.
Draai de middelste, grove zeef tegen de klok in en
haal hem weg
A
.
2.
Draai de cilindervormige zeef helemaal en haal het
uit de middelste grove zeef
B
(let op de holten in
de onderkant van de zeef).
3.
Haal de fijne zeef
C
weg.
4.
Maak alle onderdelen schoon.
5.
Hermonteren:
Breng de cilindervormige zeef aan in de middelste
grove zeef. Breng de fijne zeef aan en bevestig de
zeefgroep door hem met de klok mee te draaien.
Het is belangrijk dat de zeven
op de juiste manier
worden aangebracht
, om bevredigende resultaten
bij het vaatwassen te behalen.
REINIGING EN ONDERHOUD
A
B
C
39
Mocht de vaatwasmachine storingen in de werking vertonen, dan wordt u verzocht
de volgende punten na te gaan, alvorens contact op te nemen met de Servicedienst.
Houdt de storing aan, laat het programma
dan opnieuw starten vanaf het begin.
Houd de
Start
toets circa 5 seconden
ingedrukt, totdat het lampje
Start
gedoofd is.
Druk kort op de
Start
toets.
Zet de vaatwasmachine uit als de storing
desondanks aanhoudt of opnieuw verschijnt
en draai de waterkraan dicht. Neem contact
op met de Servicedienst.
De vaatwasmachine werkt niet.
Zit de stekker wel goed in het stopcontact?
Is de stroom niet uitgevallen?
Staat de vaatwasmachine aan?
Is er op de
Start
toets gedrukt?
Is de timer voor latere start ingesteld (indien
aanwezig)?
Staat de waterkraan wel open? Is dat niet het
geval:
De waterkraan opendraaien.
Controleer of de watertoevoer wordt
verhinderd door vuil.
Draai om dit te controleren de waterkraan
dicht, maak de waterslang los, maak de zeef
schoon, sluit de waterslang aan op de
waterkraan en draai deze open.
Zijn de zeven vuil?
Is de vaat op zijn kop in de vaatwasmachine
gezet?
Let erop, in het bijzonder bij grote stukken, of
het water onmiddellijk weg kan lopen van de
vaat en er niet in achterblijft.
Is de deur goed gesloten?
Is er een foutmelding?
Het lampje
Start
knippert:
Andere foutmeldingen:
afhankelijk van het model.
Als het waarschuwingslampje van de programmafase
knippert op het bedieningspaneel:
Deblokkeer de onderste sproeiarm. Controleer
of de vaat en het bestek goed geplaatst zijn en of
de onderste sproeierarm correct gemonteerd is.
De vaat is niet perfect schoon.
Is er een verkeerd programma gekozen?
Is er te veel of te weinig afwasmiddel gebruikt?
Zijn de zeven vuil of niet goed geplaatst?
Zijn de sproeiarmen geblokkeerd of zijn de
gaatjes verstopt?
Is de dop van het zoutreservoir wel helemaal
vastgedraaid?
Is de vaat wel op de juiste manier in de
vaatwasmachine geladen?
(De waterstralen moeten alle oppervlakken
van het vaatwerk kunnen bereiken).
De vaat vertoont vlekken.
Is het doseerbakje van het zout niet goed
ingesteld?
Ontbreekt er zout in het onthardingssysteem
(zoutreservoir)?
Is er onvoldoende reinigingsmiddel gebruikt?
Glazen en bestek vertonen watervlekken.
Is er te veel spoelglansmiddel gebruikt? (Zet
het doseerbakje van het spoelglansmiddel
een stand lager).
Opmerkingen:
Bij enkele modellen wordt, als op de
Start
toets
wordt gedrukt, voor het eigenlijke programma
een intern voorspoelprogramma gestart; op deze
manier wordt het onthardingssysteem
geregenereerd.
Voordat u contact opneemt met de
Servicedienst:
1.
Ga na of u de storing eigenhandig kunt
verhelpen. (Zie Storingen opsporen).
2.
Zet de vaatwasmachine uit en start het
programma opnieuw, om te controleren of de
storing verholpen is.
Neem contact op met de Servicedienst, als de
storing na de bovengenoemde controles
aanhoudt of terugkeert.
U dient de volgende zaken te vermelden:
de aard van de storing;
het type en model van de vaatwasmachine;
het service-
nummer (dit
nummer bevindt
zich na het woord
Service op de
sticker) rechts op
de binnenkant van
de deur;
uw volledige adres en telefoonnummer.
STORINGEN OPSPOREN
End
KLANTENSERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Whirlpool ADP 5550 WH de handleiding

Type
de handleiding