MARYNEN CMK714RD Handleiding

Type
Handleiding
TROMMELDROGER
CMK 714 RD
GEBRUIKSAANWIJZING
Verstandig besluit
INHOUD
2
Waarschuwingen en belangrijke adviezen ...........Blz. 3
Beschrijving van de machine .................Blz. 4
Installatie .........................Blz. 5
Plaatsen ..........................Blz. 5
Elektrische aansluiting ......................Blz. 5
Verbindingsset ........................Blz. 5
Technische gegevens ....................Blz. 6
Bediening .........................Blz. 7
Bedieningspaneel .......................Blz. 7
Droogtijden .........................Blz. 8
Praktische tips ........................Blz. 9
Gebruik ..........................Blz. 10
Onderhoud .........................Blz. 11
De buitenkant .........................Blz. 11
Het filter ..........................Blz. 11
De luchtcondensor .......................Blz. 11
Waterhouder legen .......................Blz. 12
Eenvoudige storingen ....................Blz. 13
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
3
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze
gelezen te hebben, alvorens u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt.
INSTALLATIE
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
GEBRUIK
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Laat de droger z’n werk zo economisch mogelijk
doen. Hoe hoger de centrifugeersnelheid van uw
wasautomaat, hoe sneller de droger klaar is en
hoe lager het energieverbruik.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
Laat de deur op een kier staan indien het apparaat
niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de
rubbermanchet.
Het stoffilter dient na elke droogbeurt gereinigd te
worden.
Het apparaat nooit gebruiken zonder filter of als het
filter beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand
opleveren.
In het apparaat geen sportschoenen drogen, deze
kunnen tussen de trommel en de deur gaan zitten
waardoor de trommel geblokkeerd wordt.
SERVICE-REPARATIES
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/
of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de
servicedienst van de fabrikant of door een door de
fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
VEILIGHEID
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is voor een klein kind niet onmogelijk om in de
trommel te kruipen. Kleine huisdieren maken daar
zelfs een gewoonte van. Hebt u een klein kind of
een huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna
pas de vuldeur.
MILIEUBESCHERMING
Alle met het symbool gemerkte materialen
kunnen hergebruikt worden. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet. Wij adviseren
u, het karton in een container voor oud papier te
deponeren.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet
bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het
apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
4
1 Werkblad
2 Waterhouder
3 Deuropener
4 Toets «lage temperatuur»
5 Toets «start»
6 Signaallampje voor de waterhouder
7 Droogtijdenknop
8 Controlelampje «AAN/UIT»
9 Filter
10 Deursluiting
11 Typeplaatje
12 Ventilatierooster
13 Luchtcondensor
14 Verstelbare voeten
11
13
14
134
9
5
2
10
12
6
8
7
i
5
INSTALLATIE
Plaatsen
De droger kan op elke soort vloer geplaatst worden.
Hij moet waterpas staan, dus eventueel met een
waterpas uitgericht worden. Daartoe dienen de
verstelbare voeten.
Goede ventilatie is een absolute voorwaarde. Dat is
eenvoudig te bereiken door er voor te zorgen dat het
ventilatierooster in de voorkant en de vrije ruimte
onder de bodem niet door plinten en hoogpolige
vloerbedekking in hun functie belemmerd kunnen
worden.
Zodoende mogen evenmin de voeten verwijderd
worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor
kan veroorzaken.
Aanwijzing
De door de droger afgegeven warme lucht kan een
temperatuur van 60°C bereiken. Houd daar rekening
mee in verband met uw vloerbedekking.
De temperatuur in het vertrek waar de droger staat
mag, tijdens het in bedrijf zijn, +35°C niet
overschrijden. Gebeurt dat wel, dan is dat te
verhelpen door een deur of venster open te zetten.
De ruimte rondom de droger moet zoveel mogelijk
stofvrij gehouden worden.
Elektrische aansluiting
De machine is gebouwd voor 220-230 V/50 Hz en
voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker
met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met (aangesloten en functionerende)
aardcontacten; de machine dient deugdelijk geaard
te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat door uw installateur dan
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten “vaste aansluiting” gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op uw
wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u
aanzienlijk ruimte.
Aanbrengen afvoerslang
Staat de machine op een plaats waar zich een
waterafvoer bevindt, dan kan een afvoerslang
aangebracht worden. De waterhouder doet dan geen
dienst meer.
Zo sluit u, volgens figuur, de afvoerslang aan:
Slangklem A losnemen
Slang B van machinetuit losnemen
De afvoerslang C op machinetuit steken
Met slangklem A op de machinetuit bevestigen.
Indien de droger bovenop de wasmachine is
geïnstalleerd, kan het condenswater evengoed met
behulp van de afvoerslang uit de tekening afgevoerd
worden; denk erom dat de slang naar beneden
gericht moet zijn.
P1046
C
P1043
A
B
A
B
C
P1044
6
TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL 16 A
CAPACITEIT katoen en linnen 5,0 kg
synthetica 2,5 kg
VERBRUIKSWAARDEN katoen en linnen 3,64 kWh (5 kg kastdroog)
katoen en linnen 3,00 kWh (5 kg strijkdroog)
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
i
7
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 Waterhouder
De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd
worden.
Belangrijk: Als tijdens de droogcyclus de
waterhouder gevuld raakt, gaat het overeenkomstige
lampje branden en laat u zo weten dat de houder
geleegd dient te worden. De droogtijdenknop blijft
doordraaien totdat hij op “O” komt te staan maar de
machine droogt niet. In dit geval dient u, nadat u de
houder geleegd heeft, opnieuw de benodigde
droogtijd in te stellen om de gewenste droogtegraad
te bereiken.
Opgelet: Na deze handeling kan het gebeuren dat de
machine enkele minuten stil blijft staan terwijl het
lampje brandt voordat hij opnieuw begint te draaien.
2 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden.
3 Deuropener
Door deze toets in te drukken opent u de deur.
4 Toets «lage temperatuur»
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend
katoen gaat drogen.
5 Toets “start
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Als de deur tijdens het in bedrijf zijn geopend wordt,
moet na het weer sluiten van de deur deze toets
nogmaals ingedrukt worden om het programma te
vervolgen.
6 Signaallampje waterhouder
Het lampje brandt als de waterhouder vol of niet
goed geplaatst is. Het programma is dan
onderbroken.
7 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 120 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 80 minuten. De verlaagde temperatuur
gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft
u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
centrifugeertoerental
gewenste droogtegraad
soort wasgoed
vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste 8
minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden
zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten van
kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
8 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het programma
of als de deur geopend wordt.
1,5 kg
1,0 kg
0,5 kg
KASTDROOG
45-55
min
30-40
min
25-30
min
OMW/MIN STRIJKDROOG KASTDROOG
2,5 kg
800/900
800/900
1000/1200
1000/1200
75-95
min
65-90
min
45-60
min
40-55
min
90-110
min
85-105
min
60- 75
min
55- 70
min
2,5 kg
5,0 kg
5,0 kg
FIJNWAS EN SYNTHETICA
2,5 kg
65-75
min
KOOK- EN BONTWAS
CMK 714 RD
12345678
8
Droogtijden
Katoen en linnen (kook- en bontwas)
Kies een tijdsduur in de sector tot 120 minuten.
Droogtegraad Centrifugeertoerental Belading in kg Tijdsduur in
per minuut drooggewogen min bij hoge
van wasautomaat wasgoed temperatuur
5 75-95
800/900
2,5 45-60
Strijkdroog
5 65-90
1000/1200
2,5 40-55
5 90-110
800/900
2,5 60-75
Kastdroog
5 85-105
1000/1200
2,5 55-70
Synthetica en fijnwas
Kies een tijdsduur in de sector tot 80 minuten.
Droogtegraad Centrifugeertoerental Belading in kg Tijdsduur in
per minuut drooggewogen min bij lage
van wasautomaat wasgoed temperatuur
2,5 65-75
Kastdroog 650
1,5 45-55
1 30-40
0,5 25-30
Hoe hoger het centrifugeertoerental van uw wasautomaat, hoe korter u de tijdsduur kunt kiezen. Indien uw
wasautomaat met minder dan 800 t/min centrifugeert, adviseren wij u een losse centrifuge van 2800 t/min te
gebruiken alvorens u het wasgoed in de droger doet.
De droogtijden in deze tabel zijn slechts een richtlijn om mee te beginnen.
Na enige tijd weet u precies hoeveel tijd nodig is om een bepaalde was naar wens te drogen. Begin met wat te
krappe tijden, anders komt u er nooit achter wat juist goed is. Bovendien is “overdrogen” slecht voor de textielvezels.
Is het wasgoed na beëindiging van het programma nog te vochtig, dan kan nagedroogd worden. Hiervoor het
droogprogramma opnieuw instellen.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel:
katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
synthetica: halfvolle belading
fijne was: éénderde van de trommel
Bij een gemengde belading (katoen en synthetica) adviseren wij om de droogtijd 10 minuten langer te kiezen dan
de aanbevolen droogtijd voor synthetica.
9
Praktische tips
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
badjas 1200 g
beddelaken 500 g
blouse 100 g
dekbedovertrek 700 g
handdoek 200 g
herenoverhemd 200 g
kussensloop 200 g
nachthemd/pyjama 200-500 g
ondergoed 250 g
tafellaken 200-300 g
theedoek 100 g
werkjas 300-600 g
Belangrijk:
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen
versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals
anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en
dekbedden mogen niet in de machine gedroogd
worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen.
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken,
anders verzamelen zich hierin kleinere
wasstukken. Ritssluitingen en haak-oogsluitingen
dichtdoen, losse banden en ceintuurs
samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren.
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de droogtijd, zo verkrijgt u de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder
goed strijken.
Om het statisch worden (knetteren en kleven) van
synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij
u in de wasautomaat een wasverzachter te
gebruiken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met
het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit,
krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog
vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met
name het geval bij dikke kragen, manchetten en
zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen,
hierbij de machine op minstens 20 minuten
instellen.
i
10
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele lichtvochtige, schone doeken te
vullen en de machine circa 20 minuten te laten
werken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige
restanten van het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
Het toestel aansluiten.
Het wasgoed in de machine doen.
Deur sluiten.
Droogtijdenknop rechtsom op de gewenste
tijdsduur en in de gewenste sector draaien.
Toets eventueel indrukken.
Toets «start» indrukken, hierna start de
machine.
Is de ingestelde tijd bereikt, dan schakelt de
verwarming automatisch uit en begint de afkoelfase
(positie ) die ongeveer 8 minuten duurt.
Belangrijk
Wij raden u af de deur tussentijds te openen om te
controleren of het wasgoed al droog is. Het warme
wasgoed lijkt nog vochtig ook als het droog is. Wacht
op het einde van de droogtijd om de deur te openen.
Als het droogprogramma onderbroken moet worden,
zet u de droogtijdenknop op stand en wacht u op
het einde van de afkoelfase voordat u de deur opent.
Op deze manier voorkomt u dat zich in het apparaat
teveel warmte ophoopt.
Na het drogen
Toestel uitschakelen.
Het stoffilter reinigen en de waterhouder legen (zie
blz. 11 en 12)
i
11
ONDERHOUD
Neem de steker uit het stopcontact of trek, indien
van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Het filter
Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen, moet
het filter beslist schoon zijn.
Trek het filter omhoog uit z’n houder en verwijder het
viltachtige stof.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit
pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het
gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind
weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn
droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u
binnenshuis droogt.
Het verdient aanbeveling om na iedere droogbeurt de
pluizen rondom de filter- en luchtcondensorhouder in
de binnendeur met een vochtige doek te verwijderen.
De luchtcondensor
Afhankelijk van het gebruik moet de condensor zelf 3
tot 4 keer per jaar gereinigd worden.
Daartoe trekt u de condensor uit de machine. Dan met
een borstel reinigen en van binnen en van buiten
afspoelen onder de douche.
P1026
P0636
P0639
12
Waterhouder legen
De aan het wasgoed onttrokken waterdamp wordt
binnen de machine gecondenseerd en als water in de
waterhouder opgevangen.
De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd
worden. Zou u dat vergeten hebben, dan zorgt een
overloopbeveiliging ervoor dat het programma
onderbroken wordt: het betreffende signaallampje
brandt, de machine is gestopt en de was is nog nat.
De waterhouder mag ook tijdens het in bedrijf zijn
geleegd worden.
Na het ledigen en terugplaatsen van de waterhouder,
wordt het droogprogramma automatisch na max.110
seconden hervat.
De waterhouder goed op z’n plaats aanbrengen.
Tip:
Het condenswater kunt u, na het door middel van
bijvoorbeeld een koffiefilterzakje gefilterd te hebben,
gebruiken als gedestilleerd water voor akku of
strijkbout.
C0030
P0827
EENVOUDIGE STORINGEN
13
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst
belt even de volgende punten te controleren:
De droger start niet
De vuldeur is niet goed gesloten.
De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
Er is geen tijdsduur ingesteld.
Waterhouder vol of niet goed teruggeschoven.
Signaallampje brandt.
START-toets niet ingedrukt.
De was wordt niet goed droog
Het filter en/of de condensor zijn verontreinigd.
De droogtijd is te krap ingesteld.
Mogelijk had u toch een ander programma moeten
kiezen.
De trommel is te vol.
De waterhouder is vol of niet goed geplaatst.
Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt,
terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen
gedroogd had moeten worden?
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer
en het productnummer bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.
125996473 Z
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

MARYNEN CMK714RD Handleiding

Type
Handleiding