Indesit DIF 04B1 EU Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide
1
NL
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT
PRODUCT. Voor verdere assistentie kunt u het apparaat
registeren op: www.indesit.com/register
U kunt de Veiligheidsinstructies en de Gids voor Gebruik
en Onderhoud downloaden van onze website
docs.indesit.eu en de instructies aan de achterzijde van
dit boekje opvolgen.
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid .
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
6. Bestekkorf
7. Onderste sproeierarm
8. Filtersysteem
9. Zoutreservoir
10. Doseerbakjes vaatwasmiddel en
glansspoelmiddel
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
0000 000 00000
Service:
1
2
3
4
5
6
10
12
7
11
9
8
BEDIENINGSPANEEL
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets
3. Controlelampje Programma
12 3
2
EERSTE GEBRUIK
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het
vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste gedeelte van de
vaatwasmachine (zie PROGRAMMA DESCRIPTION) en moet worden
voorzien in de groene drijven op de dop van het zoutreservoir niet
meer toegankelijk.
1.Verwijder het onderste rek en draai de dop van
het reservoir los (linksom).
2.Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het
zoutreservoir met water.
3.Plaats de trechter
(zie afbeelding)
en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het
is niet ongebruikelijk dat er een beetje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen
vaatwasmiddel in de container kan komen tijdens het wasprogramma
(dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de
instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke waterhardheid
in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleverancier worden
opgevraagd.
De fabrieksinstelling is voor gemiddelde (2) waterhardheid.
Het apparaat inschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
Het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
De toets
P
5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
Het apparaat inschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
Het controlelampje van het programma van het huidige ingestelde
niveau knippert.
De toets
P
indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecteren
(zie
Tabel waterhardheid
.
Het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT
te drukken.
Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als de zoutcontainer niet gevuld is kunnen de waterontharder en het
verwarmingselement daardoor beschadigd raken.
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt gerecht DROGEN makkelijker. Het glansspoelmiddel
dispenser
A
moet worden gevuld, wanneer het donker optische indicator op
de dispenser deur
C
transparant wordt.
1. Open het doseerbakje
B
door de tab op het deksel in te drukken en
omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110
ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit
gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge
doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de gebruikte
hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
De afwasmachine inschakelen met de toets
AAN/UIT
.
Uitschakelen met de toets
AAN/UIT
.
Driemaal op de toets
P
drukken - er klinkt een pieptoon.
Inschakelen met de toets
AAN/UIT
.
Het controlelampje van het programma van het huidige ingestelde
niveau knippert.
De toets
P
indrukken om het niveau van het te leveren glansspoelmiddel
te selecteren.
Uitschakelen met de toets
AAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op NUL (ECO) zal geen
glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANS-
SPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 4 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het
model afwasmachine. De fabrieksinstelling is specifiek voor het model.
Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor uw
machine geldt.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (1-2).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (3).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat A om het
vaatwasmiddeldoseerbakje te openen
.
Het vaatwasmiddel alleen in het droge
doseerbakje B invoeren.
Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel
voor voorspoelen direct in de kuip.
1.Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje
B
vindt u de aanwijzingen voor het doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog te
trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma.
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 12 0 - 20
2 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
3 Hard 18 - 34 31 - 60
4 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
M
A
X
A
B
35
25
C
A
B
3
NL
PROGRAMMATABEL
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242.
Proeflaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
assistenza_en_lvs@indesitcompany.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
Programma
Drogen
fase
Vaatwasmiddelbakje Duur van
wasprogramma
(h:min)
*)
Waterverbruik
(liter/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
Kuip B
1. Eco 50° 3:20 12,0 1,04
2. Intensief 65° - 2:30 16,5 1,65
3. Normaal 55° - 2:00 16,0 1,35
4. Inweken - - - - 0:10 4,0 0,01
BESCHRIJVING PROGRAMMA'S
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest
efficiënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en
waterverbruik.
INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
NORMAAL
Voor normaal vervuilde gerechten met gedroogde etensresten.
INWEKEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er
geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen
laten draaien wanneer deze vol is.
4
DAGELIJKS GEBRUIK
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de vaatwasmachine is aangesloten op de
waterleiding en of de kraan opengedraaid is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie
BESCHRIJVING PROGRAMMA)door de P-toets in te drukken.
6. START
Start het wasprogramma door in te drukken tijdens het sluiten van
de deur. Wanneer het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door
pieptonen en op aangegeven doordat het controlelampje van het
geselecteerde programma knippert. De deur openen en het
apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt
verwijderd - om brandwonden te voorkomen.
De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van
inactiviteit automatisch uitgeschakeld, om het
elektriciteitsverbruik te minimaliseren.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in
de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de
hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden
verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: open de deur, houd de
AAN/UIT toets ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het
nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het
wasprogramma door de deur te sluiten.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor
HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe de
deur dicht en het programma begint vanaf het punt waarop het werd
onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. indrukken, om het
wasprogramma opnieuw te starten op het punt waar het werd
onderbroken. Het start opnieuw vanaf het punt waarop het werd
onderbroken, zodra de deur is gesloten of de stroomvoorziening is
hersteld.
Voor meer informatie over de functies kunt u een Gids voor Gebruik en
Verzorging downloaden van de WEBSITE, volgens de instructies op de
laatste pagina.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het
serviesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren
onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en
niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden
gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het
water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en
koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden
geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en
hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij
kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de
afwasmachine moet u ten minste één per maand een programma met
hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel
en laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen
wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv.
kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof
worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het
wasprogramma afgelopen is.
5
NL
REKKEN VULLEN
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes, lage
saladekommen.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand
voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om
optimaal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het
creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het
onderste rek zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een
hoogteversteller bovenste rek (zie
afbeelding , zonder op de hefbomen te
hoeven drukken, opheffen door gewoon
de zijkanten van het rek vast te houden,
zodra het rek stabiel in de bovenste positie
staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op
de hefbomen A aan de zijkanten van het
rek drukken en de mand naar beneden
verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer
het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant
kunnen op drie verschillende hoogtes
worden geplaatst, voor een optimale
rangschikking van het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van
elk glas in de overeenkomstige sleuven in te
voeren.
Voor optimale droogresultaten de
opvouwbare kleppen meer laten kantelen.
Voor het wijzigen van de hellingshoek de
opvouwbare klep optillen lichtjes schuiven
en plaats deze zoals u wenst.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
BESTEKMAND
De bestekmand is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het
bestek beter te kunnen rangschikken. De bestekmand mag alleen aan
de voorkant van het onderste rek worden geplaatst.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen
moeten in de bestekmand worden gezet met de punten naar
beneden gericht of horizontaal geplaatst in de opklapbare
compartimenten op het bovenste rek.
6
REINIGING EN ONDERHOUD
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het filtersysteem regelmatig, zodat de filters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder filters of als
het filter is losgeraakt.
Controleer het filtersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen
borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische filter
A
linksom en trek het uit
(Afb. 1).
2. Verwijder het houderfilter
B
door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat filter
C
er uit
(Afb. 3
) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT
de pompbescherming van het wasprogramma
(zwart detail)
(Afb. 4).
Na het schoonmaken van het filter het filtersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
efficiënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met
een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof
borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden
vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar
boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te
trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn
gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden
uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij
van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen
kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine
beschadigd raken.
A
A
B
C
12
34
7
NL
PROBLEMEN OPLOSSEN
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed.
Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen voordat u contact opneemt
met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachine
start niet of reageert
niet op opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten. Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer
een minuut weer inschakelen en het programma resetten.
De afwasmachine
pompt niet af.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblok-
keerd.
Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het filter is verstopt met voedselresten Reinig het filter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN) . De afwasmachine resetten
door op de toets AFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES) en een nieuw
programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien,
ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines .
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het filter is bevuild of verstopt. Reinig het filtersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
ONDERHOUD EN HANDLEIDING VOOR PROBLEEM
OPLOSSING
Zie voor informatie, onderhoudsprocedures en probleemoplossing de
Gids voor Gebruik en Verzorging.
De Gids voor Gebruik en Verzorging kan worden verkregen bij:
• Consumentenservice; kijk voor het telefoonnummer in het
garantieboekje.
• downloaden van website: docs.indesit.eu
• gebruik QR code:
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website: docs.indesit.eu
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de
consumentenservice moet u de codes
vermelden die staan aangegeven op het
typeplaatje aan de linker- of rechterkant
in de deur van de afwasmachine. Het
telefoonnummer dat wordt vermeld in
het Garantieboekje of op de website:
www.indesit.com
IEC 436
:
8
400011307799
09/2018 as - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Indesit DIF 04B1 EU Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide