Zanussi ZWH5145 Handleiding

Type
Handleiding
NL
Gebruiksaanwijzing
Wasmachine
ZWH 5145
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Verbruikswaarden _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 20
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ _ 22
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 22
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor toekomstige
raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voor-
schriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot
de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij,
als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veilig-
heidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de
machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nale-
zen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, of als u verhuist en de machine
achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing
bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis
kan nemen van de werking van het apparaat en de bij-
behorende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen
voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele schade, die ont-
staan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in
gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine
aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan con-
tact op met uw leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de
temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in
een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in ge-
bruik neemt.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om
te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te
brengen aan dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het
deurglas heet worden. Niet aanraken!
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de
trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de
trommel vóór het gebruik te controleren.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers,
schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen
kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en
mogen niet in het apparaat terechtkomen.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzach-
ter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kle-
dingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbeve-
lingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveel-
heden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare
ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat
deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen ko-
men.
Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met balei-
nen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen
te wassen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machi-
ne altijd de stekker uit het stopcontact en draai de
kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Re-
paraties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen licha-
melijk letsel of ernstige schade aan de machine veroor-
zaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in
de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonder-
delen.
Installatie
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het appa-
raat verplaatst.
Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet
is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en
neem contact op met de Klantenservice.
2
Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten
vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt na-
gelaten kan dit ernstige schade aan het product en an-
dere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbe-
treffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
Controleer na de installatie van het apparaat of het niet
op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad
het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst,
dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast
om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen la-
ten circuleren.
Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit
de slangen en de aansluitingen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het
kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgeva-
ren.
Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodza-
kelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uit-
gevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het apparaat noodza-
kelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten wor-
den uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor
andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor
machinaal wassen. Volg de instructies op het wasvoor-
schrift in de kleding.
Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Was-
programma"-tabel.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle
zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn.
Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel
vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u
artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbe-
ha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met
vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machi-
ne gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistof-
fen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloei-
stof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in
de wasautomaat doet.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact;
maar aan de stekker zelf.
Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het
bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel bescha-
digd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine
toegankelijk is.
Kinderslot
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door perso-
nen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichame-
lijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van
een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of
tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.
De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en poly-
styreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen -
verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het
bereik van kinderen
Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het
bereik van kinderen, op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trom-
mel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat kinderen
of huisdieren binnen in deze machine vast komen te
zitten, heeft hij een speciale functie.
Om deze functie te active-
ren dient u de knop (zon-
der deze in te drukken) aan
de binnenkant van de deur
naar rechts te draaien tot
de groef horizontaal staat.
Gebruik zo nodig een
muntstuk.
Om deze functie uit te
schakelen en de mogelijk-
heid te herstellen om de
deur te sluiten, dient u de
knop naar links te draaien
tot de groef verticaal staat.
3
Beschrijving van het product
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Deurhandgreep
4 Typeplaatje
5 Afvoerpomp
6 Verstelbare pootjes
1
2
3
4
5
6
Wasmiddellade
Vakje voor wasmiddel voor de voorwas- en inweekfase
of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt tijdens de
vlekkenverwijderingsfase. Het voorwas- en inweekmiddel
wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld. De
vlekkenverwijderaar wordt tijdens de VLEKKEN-fase inge-
spoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor de
hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt, schenk dit
net voor het begin van het programma in.
vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijf-
sel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft
de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" te-
ken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel
moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden
gegoten voordat u het wasprogramma start.
4
Bedieningspaneel
Onderstaand wordt een afbeelding van het bedieningspaneel weergegeven. Deze bevat de programmakeuzeknop,
de toetsen en de controlelampjes. Deze onderdelen worden aangeduid met een nummer. Op de volgende pagina's
wordt elk onderdeel uitgelegd.
1 2 3 4 5 6 7
1 Programmakeuzeknop
2 Toets KORT CENTRIFUGEREN(Centrifugeren — Es-
sorage)
3 Toets OPTIES (Opties — Option)
Voorwassen (Voorwas — Prélavage)
Extra kort (Supersnel — Rapide)
4 Toets EXTRA SPOELEN (Extra spoelen — Rinçage
plus)
5 Toets START/PAUZE(Start/Pauze — Départ/Pause)
6 Toets UITGESTELDE START(Startuitstel — Départ
différé)
7 Controlelampjes
Bedieningspaneel
Katoen/Coton Waterafvoer
Synthetische stoffen Spoelstop
Fijne was
+
Voorwas + wassen
Handwas
+
Spoelen + Centrifugeren
Wol Einde
Spoelgangen Centrifugeren
Programmakeuzeknop
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit schakelen en/of een
programma selecteren.
Beschikbare keuzemogelijkheden:
Centrifugeren
Door deze toets in te drukken kunt u de centrifugesnelheid
van het geselecteerde programma wijzigen of de optie
Spoelstop selecteren.
5
Spoelstop
Als u deze functie kiest, wordt het laatste spoelwater niet
weggepompt om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt.
Voordat de deur wordt geopend, moet het water worden
weggepompt. Om het water weg te pompen leest u para-
graaf "Aan het einde van het programma".
Voorwas
Als u deze optie kiest, voert de machine een voorwascy-
clus uit voordat de hoofdwasfase begint. De wastijd zal
worden verlengd. Deze optie wordt aanbevolen voor sterk
vervuild wasgoed.
Extra kort
Korte cyclus voor licht vervuild wasgoed of voor was die
alleen opgefrist moet worden. Wij adviseren u om een
kleinere hoeveelheid was in de machine te doen.
Extra spoelen
Dit apparaat is ontworpen om energie te besparen. Als het
noodzakelijk is het wasgoed te spoelen met een extra hoe-
veelheid water (extra spoelgang), kiest u deze optie. De
machine voert enkele extra spoelgangen uit. Deze optie
wordt aanbevolen voor personen die allergisch zijn voor
wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Start/Pauze
Met deze toets kunt u het geselecteerde programma star-
ten of onderbreken.
Uitgestelde start
Het starten van het programma kan met deze toets 3, 6 of
9 uur worden uitgesteld.
Indicator controlelampje (7)
Wanneer u een wasprogramma selecteert, gaan 7.1 en
7.2 beide branden.
Nadat u op toets 5 heeft gedrukt, blijft alleen het lampje
van de lopende fase aan. De machine start en de deur is
vergrendeld.
Lampje 7.3 brandt aan het einde van de wascyclus. Na
een paar minuten kan de deur geopend worden.
Als het pompprogramma wordt geselecteerd, gaat
er een lampje branden.
Het eerste gebruik
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de
wateraansluiting voldoen aan de installatie-in-
structies.
Verwijder het polystyreenblok en evt. andere ma-
terialen uit de trommel.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwas-
middel
van de wasmiddellade om de ECO-
klep te activeren. Laat vervolgens het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur draaien, zon-
der wasgoed in de machine, zodat eventuele fa-
bricageresten uit de trommel en de kuip worden
verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel
in het vakje voor de hoofdwas en start de machi-
ne.
6
Dagelijks gebruik
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voorzichtig
door de handgreep naar
buiten te trekken. Doe het
wasgoed stuk voor stuk in
de trommel; schud het
eerst zo goed mogelijk uit.
Sluit de vuldeur.
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan wa-
terlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten.
Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af, giet het ver-
volgens in het vak voor de hoofdwas
of in een an-
der vak als het geselecteerde programma/de optie dit
vereist (zie voor meer informatie "Wasmiddeldoseervak-
je")
Giet indien gewenst wasverzachter in het vakje
(de
gebruikte hoeveelheid mag niet de markering "MAX" in
de lade overschrijden). Schuif de wasmiddellade er
weer voorzichtig in.
Kies het gewenste programma met de
programmakeuzeknop (1)
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste program-
ma. De wasmachine selecteert automatisch de maximale
centrifugesnelheid voor het programma dat u gekozen
heeft. U kunt deze waarde wijzigen door op de juiste knop
te drukken. Het groene controlelampje van toets 5 begint
te knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de
klok in worden gedraaid. Draai naar stand
om het pro-
gramma te resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op
stand
gedraaid worden, om de machine uit te schake-
len.
Let op! Als u de programmakeuzeknop op een ander
programma zet, wanneer de machine in werking is,
gaat het rode controlelampje van de toets 5 3 keer
knipperen om aan te geven dat er een verkeerde keuze is
gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma
niet uitvoeren.
Kies het centrifugetoerental of de optie Spoelstop
door op toets 2 te drukken
Het desbetreffende lampje licht op.
Bij het kiezen van een programma gaat het lampje voor de
maximale centrifugesnelheid voor dat programma bran-
den.
Selecteer de beschikbare opties door op de toetsen
3 en 4 te drukken
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende
functies gecombineerd worden. Deze functies moeten ge-
selecteerd worden, nadat u het gewenste programma ge-
kozen heeft en voordat het programma start.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende
controlelampjes aan. Als zij opnieuw worden ingedrukt,
gaan de controlelampjes uit. Als er een verkeerde optie is
gekozen, knippert het geïntegreerde rode controlelampje
van de toets 5 3 keer.
Zie voor de mogelijke combinaties van waspro-
gramma's en opties hoofdstuk "Wasprogramma's".
Selecteer de uitgestelde start door op toets 6 te
drukken
Als u de start wilt uitstellen, druk dan herhaaldelijk op
toets 6, voordat u de machine start. Het desbetreffende
lampje licht op.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt in-
gesteld en voordat u het programma start.
U kunt de vertragingstijd te allen tijde annuleren, voordat
u toets 5 indrukt.
7
De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 6.
3. Druk op toets 5:
de machine begint de tijd af te tellen in uren.
Het programma zal beginnen als het gekozen uit-
stel is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren nadat u het programma ge-
start heeft:
1. zet de wasmachine op PAUZE door op toets 5 te
drukken.
2. Druk éénmaal op toets 6 , het lampje van het geko-
zen startuitstel gaat uit
3. Druk nogmaals op toets 5 om het programma te
starten.
De optie Uitgestelde start kan niet gekozen worden bij het
programma Pompen.
Belangrijk! Het gekozen uitstel kan alleen veranderd
worden nadat u het wasprogramma opnieuw gekozen
heeft.
De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u de
deur toch wilt openen, moet u de wasmachine eerst op
PAUZE zetten (door op toets 5 te drukken) en een paar
minuten te wachten. Druk nadat u de deur weer heeft
gesloten nogmaals op toets5.
Start het programma door te drukken op toets 5
Druk op toets 5 om het gekozen programma te starten. Het
bijbehorende rode controlelampje stopt met knipperen.
Het bijbehorende lampje voor het actieve programma gaat
branden Het apparaat begint te werken en de deur is ver-
grendeld
Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op
toets 5: het bijbehorende groene controlelampje begint te
knipperen.
Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt
waarop het werd onderbroken toets 5 nogmaalsindrukken.
Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machi-
ne af te tellen.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het geïnte-
greerde rode controlelampje van de toets 5 3 keer.
Een programma onderbreken
Druk op toets 5 om een lopend programma te onderbre-
ken. Het bijbehorende groene controlelampje begint te
knipperen.
Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te
starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op om een lopend programma te
annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
De deur openen
Nadat het programma is gestart wordt de deur vergren-
deld. Als u om een bepaalde reden de deur wilt openen,
moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op
toets5 te drukken. Na een paar minuten kan de deur geo-
pend worden.
Als de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de machine
al aan het opwarmen was of dat het waterniveau te hoog is
Probeer in ieder geval de deur niet te forceren!
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is,
schakelt u het apparaat uit door de keuzeknop op
te
draaien. Na enkele minuten kan de deur worden geopend
(let op het waterniveau en de temperatuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma
opnieuw selecteren en op de toets 5 drukken.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. Het controlelampje van de
knop 5 en het bijbehorende controlelampje van de net be-
eindigde wasfase gaat uit.
Het controlelampje 7,3 gaat aan Na een paar minuten kan
de deur worden geopend.
Als er een programma of optie wordt gekozen waarbij het
water in de trommel niet wordt weggepompt, gaat lampje
7.3 branden maar blijft de deur vergrendeld om aan te ge-
ven dat het water eerst moet worden weggepompt voordat
de deur geopend kan worden. De trommel blijft nu met re-
gelmatige tussenpozen lopen tot het water is afgepompt.
Volg onderstaande instructies om het water af te pompen:
1.
Zet de programmakeuzeknop op
.
2. Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
3. verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de
betreffende toets.
4. Druk op toets 5.
Aan het einde van het programma kan de deur worden ge-
opend. Draai de programmakeuzeknop op
om de ma-
chine uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed
of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een
was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open
staan om vorming van schimmel en onaangename lucht-
jes te voorkomen.
8
Stand-by: zodra het programma is afgelopen, wordt
het energiebesparende systeem geactiveerd en gaan
de controlelampjes aan. Door op een willekeurige toets te
drukken, haalt u het apparaat uit de energiebesparende
stand.
Nuttige aanwijzingen en tips
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk
kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fa-
brikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthe-
tisch, fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was
zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste
keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste
keer dan ook apart.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en druk-
knopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal was-
middel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of
stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen wor-
den verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is
daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvo-
rens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat
opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal
wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwas-
sen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg
het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; her-
haal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpenti-
ne, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de
vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestver-
wijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voor-
zichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur
in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de
vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel;
goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behande-
len (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kle-
dingstuk op een zachte doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven,
vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Be-
handel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoe-
len en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervol-
gens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met
bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst
met aceton
1)
en dan met azijnzuur; behandel evt. achter-
gebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna
grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar,
brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met rei-
nigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van
het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden
om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmid-
delen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze ba-
lans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fij-
ne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de
mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kun-
nen in deze machine worden gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels;
waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogram-
ma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten
weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in
het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan
voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient
een programma zonder voorwas te worden gekozen.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
9
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem
dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel
mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft
de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX»
teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel han-
gen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de
mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de
te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
als u een kleine lading wast;
het wasgoed licht vervuild is;
er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaam-
de hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het
water in uw omgeving kan worden verkregen bij het des-
betreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid mid-
delmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe
te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant
opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan
de hoeveelheid wasmiddel aan.
Wasprogramma's
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Programmabeschrijving
Maximale centrifugesnelheid
Maximale belading
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
KATOEN (Katoen-Coton)
90° - 60°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 7 kg - gereduceerde lading 3,5 kg
1)
Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA KORT
EXTRA SPOELING
KATOEN ECO (Eco)
60°-40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen (normaal tot licht vervuild wasgoed).
Dit programma kan worden geselecteerd voor licht of normaal
vervuilde katoenen stukken. De temperatuur wordt verlaagd en
de wastijd wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goed wasresul-
taat bereiken en tegelijk energie besparen.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA SPOELING
KATOEN (Katoen-Coton)
60° - 40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 7 kg - gereduceerde lading 3,5 kg
1)
Wit en bont katoen (normaal vervuilde artikelen).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA KORT
EXTRA SPOELING
10
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Programmabeschrijving
Maximale centrifugesnelheid
Maximale belading
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
SYNTHETICA (Synthetisch-Synthétique)
60° - 40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. belading 3,5 kg - gereduceerde lading 2 kg
1)
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, gekleurde kle-
dingstukken, krimpvrije overhemden, blouses.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA KORT
EXTRA SPOELING
SYNTHETISCHE STOFFEN STRIJKVRIJ (Antikreuk-Repassage
facile)
40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. lading 1 kg
Synthetische of gemengde stoffen
Als dit programma wordt geselecteerd, wordt het wasgoed be-
hoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om kreuken te voorko-
men. Op deze manier is strijken makkelijker. Bovendien zal de
machine een extra spoelgang uitvoeren.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA SPOELING
FIJNE WAS (Fijne was-Délicats)
40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid 700 tpm
Max. belading 3,5 kg - gereduceerde belading 2
1)
kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA KORT
EXTRA SPOELING
HANDWAS (Handwas-Lavage à la main)
40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. lading 2 kg
Speciaal programma voor fijne weefsels voorzien van het sym-
bool 'handwas'.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
11
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Programmabeschrijving
Maximale centrifugesnelheid
Maximale belading
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
WOL (Wol-Laine)
40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. lading 2 kg
Wasprogramma voor wol die in de machine kan worden gewas-
sen en met de hand wasbare wol en kwetsbare stoffen. Opmer-
king: Een enkel of groot stuk wasgoed kan een verkeerd even-
wicht van de trommel tot gevolg hebben. Als het apparaat de
laatste centrifugefase niet uitvoert, moet u meer stukken toevoe-
gen, de lading opnieuw handmatig verspreiden en dan het cen-
trifugeprogramma selecteren.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
SPORT INTENSIEF (Sport intensief-Sport Intensif)
40°
Voorwas - hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid 900 tpm
Max. lading 2,5 kg
Dit programma is geschikt voor het wassen van sterk vervuilde
sportkleding. Om moddervlekken te verwijderen voert de machi-
ne automatisch een voorwasfase uit alvorens te beginnen met
de hoofdwas. (Voor deze fase adviseren wij u om het wasmiddel
nog niet in het hiervoor bestemde doseervak te doen, maar de
kleding alleen met water te spoelen).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
GORDIJNEN (Gordijnen-Voilages)
40°
Voorwas - hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid 700 tpm
Max. lading 2 kg
Dit programma maakt het mogelijk om met extra water te was-
sen. De machine voert automatisch een voorwasfase uit alvo-
rens te beginnen met de hoofdwas, om stof te verwijderen. (Doe
geen wasmiddel in het doseervak voor de voorwas).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
12
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Programmabeschrijving
Maximale centrifugesnelheid
Maximale belading
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
SPOELEN
Spoelen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 7 kg
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kledingstukken
die met de hand gewassen zijn, uit te spoelen en te centrifuge-
ren. De machine voert 3 spoelgangen uit, gevolgd door een
laatste, lange centrifugegang. De centrifugesnelheid kan ver-
laagd worden.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
POMPEN
Water wegpompen
Max. belading 7 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren bij programma's met de
Spoelstop-optie.
CENTRIFUGEREN
Afpompen en lang centrifugeren
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 7 kg
Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de
hand gewassen zijn en na programma's waarbij de optie Spoel-
stop gekozen is. U kunt de centrifugesnelheid met behulp van
de betreffende toets aanpassen aan de stoffen die gecentrifu-
geerd moeten worden.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
O = UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Supersnel selecteert door te drukken op toets 3, raden we u aan de maximale belading te beperken, zoals aangegeven.
Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, kan er geen programma met VOORWAS geselecteerd worden.
Problemen oplossen
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan
eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke
problemen kunnen gemakkelijk zonder de hulp van een
monteur worden opgelost. Controleer voordat u contact
opneemt met onze serviceafdeling eerst de onderstaande
checklist.
Wanneer de machine in bedrijf is, kan het rode controle-
lampje van toets 5 knipperen om aan te geven dat de ma-
chine niet werkt.
U kunt de oorzaak van de storing achterhalen door te con-
troleren hoe vaak toets 5 knippert. Als het aantal knippe-
ringen afwijkt van het onderstaande aantal, betreft het een
storing die u niet zelf kunt oplossen. Neem in dat geval
contact op met uw lokale servicecentrum.
Houd toets 4 en 5 enkele seconden tegelijkertijd inge-
drukt. De rode toets 5 knippert even volgens de beschrij-
ving (het groene knipperlicht is niet van belang):
13
4 keer knipperen = « De wasmachine start niet », volg
de bijbehorende oplossingen in het vak «Mogelijke
oorzaak/oplossingen» en start het programma op-
nieuw.
1 keer knipperen = « Er komt geen water in de wasma-
chine», volg de bijbehorende oplossingen in het vak
«Mogelijke oorzaak/oplossingen» en start het pro-
gramma opnieuw.
2 keer knipperen = « De machine wordt niet leegge-
spoeld en/of centrifugeert niet», volg de bijbehorende
oplossingen in het vak «Mogelijke oorzaak/oplossin-
gen» en start het programma opnieuw.
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 5 om het
programma opnieuw te starten. Als het probleem zich na
alle controles nog steeds voordoet, neemt u contact op
met onze serviceafdeling.
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet gesloten (rode lampje toets 5 knippert).
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en/of er is niet op toets 5 ge-
drukt.
Draai de keuzeknop en/of druk nogmaals op toets 5.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleert u de uitgestelde
start.
De machine wordt niet met water ge-
vuld:
De waterkraan is dicht (rode lampje toets 5 knippert).
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt (rode lampje toets 5 knippert).
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatventielfilter is verstopt (rode lampje
toets 5 knippert).
Reinig de watertoevoerfilters. (Zie "Watertoevoerfilters reinigen" voor meer
informatie).
De deur is niet goed gesloten (rode lampje toets 5 knippert).
Doe de deur stevig dicht.
De machine pompt het water niet
weg en/of centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt (rode lampje toets 5 knippert).
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt (rode lampje toets 5 knippert).
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel niet
wordt weggepompt of een programma dat alle spoelfasen annuleert.
Kies het programma pompen of centrifugeren.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
14
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te veel schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont.
Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar bene-
den loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoer- of toevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
Het filter is niet goed vastgeschroefd na reiniging.
Schroef het filter weer helemaal vast.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige vlek-
ken te behandelen.
De juiste temperatuur is niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Verminder het wasgoed in de trommel.
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht een paar minuten voordat u de deur opent.
Er staat water in de trommel.
Kies het programma pompen of centrifugeren om het water af te voeren.
De machine staat te schudden of
maakt lawaai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd.
Controleer of de machine correct geïnstalleerd is.
De steunvoetjes zijn niet afgesteld.
Controleer of de machine goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
15
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Centrifugeren begint traag of de ma-
chine centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor onbalansdetectie is ingeschakeld omdat het
wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt op-
nieuw verdeeld doordat de machine de trommel in tegenovergestelde richting
ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de verkeerde balans
verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat. Als het wasgoed na
10 minuten nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de ma-
chine niet centrifugeren. Verdeel het wasgoed in dat geval met de hand in de
trommel en selecteer het programma centrifugeren.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
De lading is te klein.
Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies ver-
volgens het programma centrifugeren.
De machine maakt een vreemd ge-
luid:
De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere traditio-
nele motoren een vreemd geluid maakt. Deze nieuwe motor zorgt voor een
soepelere start en een betere verdeling van het wasgoed in de trommel tijdens
het centrifugeren en voor een betere stabiliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar in de
trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig en
verbruiken weinig water zonder dat dit ten koste gaat van de prestatie van de
machine.
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen, neem
dan contact op met onze Klantenservice. Noteer alvorens
te bellen het model, serienummer en de aankoopdatum
van de machine: de Klantenservice zal om deze informatie
vragen.
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ... ... ...
Mo
d
. ..
. ...
...
Prod. N
o
.
... ... ..
S
e
r
.
No
.
... ...
...
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
60 cm
Elektrische aansluiting
Spanning - Totale vermogen - Zeke-
ring
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 Toeren per minuut
16
Verbruikswaarden
Programma
Energieverbruik (kWh)
1)
Waterverbruik (liter)
1)
Programmaduur (Mi-
nuten)
1)
Witte katoen 90° C 2.10 65 145
Katoen 60 °C 1.40 60 120
Katoen 40 °C 0.77 60 120
Synthetische stoffen 40 °C 0.60 54 85
Fijne was 40 °C 0.60 63 70
Wol/Handwas 30 °C 0.25 55 55
1) De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de
hoeveelheid, het type wasgoed, de temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de verbruikswaarden van het
energielabel
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C eco zijn de stan-
daard katoenprogramma's voor normaal vervuilde katoe-
nen was. Ze zijn geschikt voor het wassen van normaal
vervuilde katoenen was en het zijn zeer efficiënte program-
ma's voor gecombineerd energie- en waterverbruik voor
het wassen van dat type katoenen was.
Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertemperatuur kan verschillen
van de vermelde cyclustemperatuur.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! U moet het apparaat LOSKOPPELEN
van de elektrische voeding, voordat u welke
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt
uitvoeren
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is
aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de
machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van
wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van
de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van
kalkaanslag.
Buitenkant reinigen
Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met
water en zeep, droog het daarna grondig af.
De wasmiddellade schoonmaken
De lade voor was- en nabehandelingsmiddelen moet re-
gelmatig worden schoongemaakt.
Verwijder de lade door de
vergrendeling naar bene-
den te drukken en de lade
naar buiten te trekken.
Spoel de lade af onder een
kraan om eventuele resten
waspoeder te verwijderen.
Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kan het
bovenste gedeelte van het
vakje voor nabehande-
lingsmiddelen verwijderd
worden.
17
De uitsparing van de lade schoonmaken
Nadat u de lade verwijderd
heeft, kunt u met een bor-
steltje de uitsparing
schoonmaken, zo zorgt u
er voor dat alle resten
waspoeder verwijderd
worden van de boven en
onderkant van de uitspa-
ring.
Schuif de lade weer naar binnen en laat het spoelpro-
gramma lopen, zonder kleding in de trommel.
De pomp schoonmaken
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het
bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet centrifugeert;
de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid
maakt als gevolg van veiligheidsspelden, munten, enz.
die de pomp blokkeren;
een probleem met de waterafvoer wordt gedetecteerd
(zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor meer informa-
tie).
Waarschuwing!
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is.
Reinig de afvoerpomp niet als het water in de machi-
ne heet is. Het water moet koud zijn voordat u de af-
voerpomp kunt reinigen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Open het pompdeurtje.
Plaats een bak onder de uitsparing van de afvoerpomp
om het uitstromende water op te vangen.
Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal naar
voren om het water eruit te laten stromen.
Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal te-
rug en leegt u de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er geen
water meer uit de afvoerpomp stroomt.
1
2
Duw het afvoerkanaal terug.
Schroef het filter los en verwijder het.
Verwijder stof en voorwerpen uit de pomp.
18
Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draai-
en. Neem als dit niet lukt, contact op met de klantenser-
vice.
2
1
Reinig het filter onder de waterkraan en plaats het terug
in de speciale geleiders van de pomp.
Zorg ervoor dat het filter stevig vastzit om waterlekkage
te voorkomen.
Sluit het pompdeurtje.
Let op! Als het apparaat in werking is en afhankelijk
van het gekozen programma kan er heet water in de
pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus,
wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u
het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het
deksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of
het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te
voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Belangrijk! Als het apparaat niet met water wordt gevuld,
het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de
startknop geel knippert of het display (indien aanwezig)
het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen
oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de
watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
Draai de waterkraan
dicht.
Schroef de slang van
de kraan.
Reinig het zeefje in de
slang met een harde
borstel.
Schroef de waterslang weer op de kraan. Zorg ervoor
dat de aansluiting stevig vast zit.
Schroef de slang los van de machine. Houd een ou-
de doek bij de hand om eventueel gemorst water te
kunnen opvegen.
Maak het filter in de klep schoon met een stevige
borstel of met een doek.
35°
45°
Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de
aansluiting stevig vastzit.
Draai de waterkraan open.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine is geïnstalleerd in een gebied waar de
temperatuur lager is dan 0°C, dan dient u het resterende
water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
19
2. Draai de waterkraan dicht.
3. schroef de watertoevoerslang los van de kraan;
4. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een
bak en laat het water uit de slang stromen.
5. Laat de afvoerpomp leeglopen zoals beschreven in
het gedeelte ‘Water afvoeren in een noodgeval’.
6. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoers-
lang opnieuw.
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat
u het apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk
om de machine leeg te laten lopen:
1. Trek de stekker uit het stopcontact
2. Draai de waterkraan dicht
3. Wacht zo nodig totdat het water is afgekoeld
4. Open het pompdeurtje
5. Plaats een bak op de vloer onder de uitsparing van
de afvoerpomp
6. Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal
naar voren om het water eruit te laten stromen
7. Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal
terug en leegt u de bak
Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit
de slang komt
8. Reinig de pomp indien nodig (zie het gedeelte ‘Pomp
reinigen’ )
9. Sluit het afvoerpompdeurtje.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient
u het afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmid-
del van de wasmiddeldoseerlade.
2. Start het programma om water af te voeren.
Montage
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten
worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te ne-
men.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren,
zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine ooit
nog eens moet worden vervoerd.
Als u al het verpakkings-
materiaal hebt verwijderd,
legt u de machine voor-
zichtig op zijn achterkant
om de basis van piep-
schuim van de onderkant
te kunnen verwijderen.
Verwijder het netsnoer en
de slangen van de slang-
houders op de achterkant
van het apparaat.
Draai de drie bouten los. Schuif de betreffende
kunststof afstandhouders
naar buiten.
20
Open de vuldeur en ver-
wijder het polystyreen
blokje dat op de afdichting
van de deur zit.
Maak het kleine gaatje aan
de bovenkant en de twee
grotere gaten dicht met de
plastic doppen die in het
zakje bij de gebruiksaan-
wijzing zitten.
Plaatsen
Installeer de machine op een vlakke harde vloer. Zorg er
voor dat de luchtcirculatie rond de machine niet wordt be-
lemmerd door tapijten, kleedjes enz. Controleer of de ma-
chine vrij staat van de muur of andere keukenmeubelen.
Zet de wasmachine waterpas door de pootjes hoger of la-
ger te zetten. Het kan enige moeite kosten om de pootjes
te verstellen omdat ze voorzien zijn van een zelfborgende
moer, maar de machine MOET horizontaal en stabiel
staan.
Alle noodzakelijke afstellingen kunnen uitgevoerd worden
met een moersleutel.
Zorgvuldige horizontale afstelling voorkomt trillingen, la-
waai of verschuiving van de machine tijdens de werking.
Leg nooit karton, hout of iets dergelijks onder de machine
om oneffenheden van de vloer te compenseren.
Controleer de afstelling,
indien nodig, met een
luchtbelwaterpas.
Rubberen voetenset (4055126249)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
De rubberen voeten zijn vooral handig op zwevende, glad-
de en houten vloeren.
Monteer de rubberen voeten om trillingen, lawaai of ver-
schuiving van de machine tijdens de werking te voorko-
men.
Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
Watertoevoer
Waarschuwing! Dit apparaat moet aangesloten
worden op een koud watertoevoer
Let op! Voordat u de machine aan nieuwe leidingen
aansluit, of aan leidingen die lange tijd niet zijn
gebruikt, moet u een aanzienlijke hoeveelheid water
gebruiken om vuil dat zich in de leidingen heeft
opgehoopt, weg te spoelen
Let op! Gebruik voor aansluiting op de waterleiding
geen eerder gebruikte slang.
Sluit de slang aan op een
kraan met 3/4"-schroef-
draad. Gebruik altijd de bij
de machine geleverde
slang.
35°
45°
Het andere uiteinde van de toevoerslang, die op het ap-
paraat aangesloten moet worden, kan gedraaid worden
zoals op de afbeelding te zien is
Bevestig de toevoerslang niet naar beneden gericht. Be-
vestig de slang altijd onder een hoek naar links of naar
rechts, afhankelijk van de plaats waar de waterkraan
zich bevindt. Breng de slang in de juiste positie door de
ringmoer los te draaien. Als de toevoerslang zich in de
juiste positie bevindt, draai de ringmoer dan weer vast
om lekkage te voorkomen.
Let op! De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moeten
kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt.
21
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren wor-
den geplaatst:
Over de rand van een
gootsteen; gebruik hier-
voor de bij de machine ge-
leverde slanggeleider van
kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de
rand kan losschieten als de wasautomaat aan het leeg-
lopen is. U kunt de slang met een stuk touw aan de
kraan vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking
dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht
zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van min.
60 cm en max. 90 cm. Het einde van de afvoerslang
moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiame-
ter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendia-
meter van de afvoerslang. De afvoerslang mag niet ge-
knikt zijn.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het ty-
peplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning ge-
schikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hier-
bij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Let op! Sluit de machine aan op een geaard
stopcontact.
Let op! De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade of letsel die voortkomt uit het
niet opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Let op! Het aansluitsnoer moet na de installatie van
de machine toegankelijk zijn.
Let op! Indien de voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door onze
Klantenservice.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze net-
jes weggooit in de daarvoor bestemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te hel-
pen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter har-
te te nemen:
22
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewas-
sen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het
milieu wordt zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij volledig wordt
gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil
worden verwijderd; het wasgoed kan daarna bij een la-
gere temperatuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhard-
heid, de mate van vervuiling van het wasgoed en de
hoeveelheid wasgoed.
23
www.zanussi.com/shop
132953191-A-132011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Zanussi ZWH5145 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren