Dell Precision 3650 Tower de handleiding

Type
de handleiding
Precision 3650 Tower
Onderhoudshandleiding
Regelgevingsmodel: D24M
Regelgevingstype: D24M005
april 2021
Ver. A00
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product.
WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en
vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
© 2021 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden. Dell, EMC, en andere handelsmerken zijn handelsmerken van Dell Inc. of zijn
dochterondernemingen. Andere handelsmerken zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
In de computer werken
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke
schade. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van uitgegaan dat u de veiligheidsinformatie hebt gelezen
die bij uw computer is geleverd.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinformatie die bij uw computer is geleverd voordat u aan de onderdelen in de computer gaat
werken. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen procedures op het gebied van veiligheid onze website over de
naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Ontkoppel uw computer van alle voedingsbronnen voordat u de computerbehuizing of -panelen opent. Zodra
u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle panelen en schroeven terug
voordat u uw computer weer aansluit op een stopcontact.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het werkoppervlak plat, droog en schoon is om schade aan de computer te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Pak de componenten en kaarten bij de rand vast en kom niet aan de pinnetjes en de contactpunten
om beschadigingen te voorkomen.
WAARSCHUWING: U mag alleen probleemoplossing en reparaties laten uitvoeren door technische supportteams die
door Dell erkend of geïnstrueerd worden. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn
goedgekeurd, valt niet onder de garantie. Zie de veiligheidsinstructies die bij het product worden geleverd of kijk op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van
het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
Raak tijdens het werk ook regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan om statische elektriciteit weg te leiden die
de interne componenten kan beschadigen.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de connector of het treklipje te trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige
kabels hebben aansluitingen met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel
loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat de connectorpinnetjes verbuigen. Zorg er bij
het aansluiten van kabels voor dat de poorten en de connectoren de juiste richting hebben en correct zijn uitgelijnd.
WAARSCHUWING: Druk op eventueel geïnstalleerde kaarten in de optionele mediakaartlezer om ze uit te werpen.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde componenten kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
Voordat u in de computer gaat werken
Over deze taak
OPMERKING:
De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt
besteld.
Stappen
1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af.
2. Sluit de computer af. Klik op Start >
Power > Shut down.
1
In de computer werken 3
OPMERKING: Wanneer u een ander besturingssysteem gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw besturingssysteem voor
instructies voor het afsluiten hiervan.
3. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
4. Koppel alle aangesloten netwerkapparaten en randapparatuur, zoals het toetsenbord, de muis, de monitor enz. los van uw computer.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit
de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
5. Verwijder eventueel aanwezige mediakaarten en optische schijven uit uw computer, indien van toepassing.
Veiligheidsmaatregelen
In het hoofdstuk veiligheidsmaatregelen worden de primaire stappen genoemd die moeten worden genomen voordat demontage-
instructies worden uitgevoerd.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voordat u een installatie of break/fix-procedures uitvoert die montage of demontage
vereisen.
Zet het systeem uit, inclusief eventueel aangesloten randapparatuur.
Koppel het systeem en alle aangesloten randapparatuur los van het stopcontact.
Koppel alle netwerkkabels, telefoon- en telecommunicatielijnen los van het systeem.
Gebruik een ESD-servicekit wanneer u werkzaamheden aan de binnenkant van een tabletnotebookdesktop uitvoert om schade door
elektrostatische ontlading (ESD) te voorkomen.
Plaats, na het verwijderen van een systeemonderdeel, het verwijderde onderdeel zorgvuldig op een anti-statische mat.
Draag schoenen met niet-geleidende rubberen zolen om de kans op elektrocutie te verminderen.
Stand-bystand
Dell producten met stand-bystand moeten worden losgekoppeld voordat u de behuizing opent. Systemen die zijn uitgerust met de stand-
bystand worden in wezen gevoed wanneer deze uit staan. Door de interne voeding kan het systeem op afstand worden ingeschakeld
(Wake on LAN) en onderbroken in een slaapstand en heeft andere geavanceerde functies voor energiebeheer.
Door ontkoppeling en het ingedrukt houden van de aan-/uitknop gedurende 15 seconden zou de reststroom in de systeemkaart moeten
ontladen. Verwijder de batterij uit tabletsnotebooks.
Binding
Binding is een methode voor het verbinden van twee of meer aardingsgeleiders met dezelfde elektrische potentiaal. Dit wordt gedaan door
het gebruik van een ESD-buitendienstkit. Zorg er bij het aansluiten van een bindingsdraad voor dat deze is aangesloten op blank metaal en
nooit op een geverfd of niet-metalen oppervlak. De polsband moet goed vastzitten en volledig in contact zijn met uw huid. Zorg er tevens
voor dat u altijd alle sieraden, zoals horloges, armbanden of ringen, verwijdert voordat u uzelf en de apparatuur met elkaar verbindt.
Bescherming tegen elektrostatische ontlading (electrostatic
discharge, ESD)
ESD is een belangrijk aandachtspunt bij het werken met elektronische onderdelen, vooral gevoelige onderdelen zoals uitbreidingskaarten,
processoren, geheugen-DIMM's, en moederborden. Zeer geringe ladingen kunnen schade aan circuits veroorzaken op manieren
die mogelijk niet vanzelfsprekend zijn, zoals onregelmatige problemen of een verkorte levensduur. Hoe meer de industrie lagere
energievereisten en hogere dichtheid promoot, des te belangrijker wordt ESD-bescherming.
Vanwege de hogere dichtheid van halfgeleiders in recente Dell producten, is de gevoeligheid voor schade door statische elektriciteit nu
hoger dan in eerdere Dell producten. Daarom zijn sommige eerder goedgekeurde methoden van het omgaan met onderdelen niet langer
van toepassing.
Twee erkende soorten ESD-schade zijn fatale en onregelmatige storingen.
Fataal: Fatale storingen vertegenwoordigen ongeveer 20 procent van de aan ESD gerelateerde storingen. De schade veroorzaakt
een onmiddellijk en volledig verlies van functionaliteit van het apparaat. Een voorbeeld van een fatale fout is een geheugen-DIMM
die een statische schok heeft ontvangen en onmiddellijk een 'No POST/No Video’-symptoom genereert, waarbij een pieptoon wordt
uitgezonden voor ontbrekend of niet-functioneel geheugen.
4
In de computer werken
Onregelmatig – Onregelmatige storingen vertegenwoordigen ongeveer 80 procent van de aan ESD gerelateerde storingen. De hoge
frequentie van onregelmatige fouten betekent dat wanneer schade plaatsvindt, dit meestal niet onmiddellijk wordt herkend. De DIMM
ontvangt een statische schok, maar hierdoor wordt de tracing alleen verzwakt en worden geen onmiddellijk externe symptomen van
de schade veroorzaakt. Het kan weken of maanden duren voordat de verzwakte tracing smelt. In de tussentijd kan dit leiden tot
verslechtering van geheugenintegriteit, onregelmatige geheugenstoringen, enz.
De soort schade die moeilijker te herkennen en op te lossen is, is de onregelmatige storing (ook wel latente storing of` ‘walking wounded’
genoemd).
Voer de volgende stappen uit om ESD-schade te voorkomen:
Gebruik een bedrade ESD-polsband die goed is geaard. Het gebruik van draadloze antistatische banden is niet meer toegestaan;
deze bieden onvoldoende bescherming. Het aanraken van het chassis alvorens onderdelen te hanteren zorgt niet voor adequate
bescherming tegen ESD op onderdelen met verhoogde gevoeligheid voor ESD-schade.
Werk met alle elektrostatisch gevoelige onderdelen in een ruimte die vrij is van statische elektriciteit. Gebruik indien mogelijk
antistatische vloer- en werkbankmatten.
Wanneer u een voor statische elektriciteit gevoelig onderdeel uit de verzenddoos haalt, verwijdert u het onderdeel pas uit de
antistatische verpakking op het moment dat u het gaat installeren. Voordat u het onderdeel uit de antistatische verpakking verwijdert,
zorgt u ervoor dat u de statische elektriciteit van uw lichaam ontlaadt.
Plaats een gevoelig onderdeel voor transport eerst in een antistatische doos of andere verpakking.
ESD-onderhoudskit
De onbewaakte onderhoudskit is de meest gebruikte servicekit. Elke onderhoudskit bestaat uit drie hoofdcomponenten: antistatische mat,
polsbandje en aardingssnoer.
Componenten van een ESD-onderhoudskit
De componenten van een ESD-onderhoudskit zijn:
Antistatische mat - De antistatische mat is dissipatief en tijdens serviceprocedures kunnen er onderdelen op worden geplaatst. Uw
polsband moet nauwsluitend zitten en het aardingssnoer moet aan de mat en aan onbewerkt metaal van het systeem waaraan u werkt
zijn bevestigd wanneer u de antistatische mat gebruikt. Wanneer u het bovenstaande goed hebt uitgevoerd, kunt u serviceonderdelen
uit de ESD-tas halen en die direct op de mat plaatsen. ESD-gevoelige items zijn veilig in uw hand, op de ESD-mat, in het systeem of in
een zak.
Polsband en aardingssnoer - De polsband en het aardingssnoer kunnen ofwel direct tussen uw pols en blank metaal op de hardware
worden bevestigd als de ESD-mat niet vereist is, of worden verbonden met de antistatische mat om hardware te beschermen die
tijdelijk op de mat is geplaatst. De fysieke verbinding van de polsband en het aardingssnoer tussen uw huid, de ESD-mat en de
hardware staat bekend als hechting. Gebruik alleen onderhoudskits met een polsband, mat en aardingssnoer. Gebruik nooit draadloze
polsbanden. Houd er altijd rekening mee dat de interne draden van een polsband gevoelig zijn voor schade door slijtage en dat die
dus regelmatig gecontroleerd moeten worden met een polsbandtester om mogelijke ESD-hardwareschade te voorkomen. Het wordt
aanbevolen om de polsband en het aardingssnoer ten minste eenmaal per week te testen.
ESD-polsbandtester - De draden in een ESD-polsbandje kunnen na verloop van tijd beschadigd raken. Bij gebruik van een
onbewaakte kit wordt het aanbevolen om de band regelmatig voor elke servicebeurt of minimaal eenmaal per week te testen. Een
polsbandtester is de beste methode voor het uitvoeren van deze test. Als u zelf geen polsbandtester hebt, kunt u kijken of uw
regionale kantoor er wel een heeft. Voor het uitvoeren van de test sluit u het aardingssnoer van de polsband aan op de tester terwijl
die aan uw pols is bevestigd en drukt u vervolgens op de knop om de test uit te voeren. Een groene LED geeft aan dat de test
succesvol is; een rode LED geeft aan dat de test is mislukt.
Isolatorelementen - Het is belangrijk om ESD-gevoelige apparaten, zoals plastic warmteafleiderbehuizingen uit de buurt te houden
van interne onderdelen zoals isolatoren omdat die vaak geladen zijn.
Werkomgeving - Voor het gebruik van de ESD-onderhoudskit dient u de situatie op de klantlocatie te beoordelen. Het implementeren
van de kit voor een serveromgeving is anders dan voor een desktop- of draagbare omgeving. Servers zijn doorgaans geïnstalleerd
in een patchkast in een datacenter; desktops of laptops worden doorgaans geplaatst op kantoorbureaus of in kantoorhokjes. Zoek
altijd een grote, open en vlakke ruimte zonder rommel die groot genoeg is om de ESD-kit te gebruiken waarbij er genoeg ruimte is
voor het systeem dat moet worden gerepareerd. Er mogen geen geleiders in de werkruimte liggen die voor ESD kunnen zorgen. Op
de werkplek moeten isolators zoals piepschuim en andere kunststofmaterialen altijd minstens 30 centimeter van gevoelige onderdelen
worden geplaatst voordat u fysiek omgaat met hardwarecomponenten.
ESD-verpakking - Alle ESD-gevoelige apparaten moeten worden verzonden en ontvangen in statisch-veilige verpakking. Metalen,
statisch afgeschermde zakken krijgen de voorkeur. U moet het beschadigde onderdeel echter altijd in dezelfde ESD-tas en -verpakking
doen als waarin het nieuwe onderdeel arriveerde. De ESD-tas moet om worden gevouwen en worden afgeplakt en hetzelfde
schuimverpakkingsmateriaal moet worden gebruikt met de originele doos van het nieuwe onderdeel. ESD-gevoelige apparaten dienen
alleen op ESD-beschermde ondergrond te worden geplaatst en onderdelen mogen nooit op de ESD-tas worden geplaatst omdat alleen
de binnenkant daarvan is beschermd. Plaats onderdelen altijd in uw hand, op de ESD-mat, in het systeem of in een antistatische zak.
In de computer werken
5
Het transporteren van gevoelige componenten - Bij het transporteren van ESD-gevoelige componenten zoals vervangende
onderdelen of onderdelen die naar Dell teruggestuurd moeten worden, is het zeer belangrijk om deze onderdelen voor veilig transport
in de antistatische tassen te plaatsen.
Overzicht van ESD-bescherming
Het wordt onderhoudstechnici aanbevolen om de traditionele bedraade ESD-aardingspolsband en beschermende antistatische mat te allen
tijde te gebruiken wanneer service wordt verleend voor Dell producten. Daarnaast is het van essentieel belang dat technici de gevoelige
onderdelen apart houden van alle isolatoronderdelen wanneer service wordt verleend en dat ze antistatische tassen gebruiken voor het
transport van gevoelige onderdelen.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Over deze taak
WAARSCHUWING: Uw computer kan beschadigd raken als u er losse schroeven in achterlaat.
Stappen
1. Breng alle schroeven opnieuw aan en zorg ervoor dat er geen losse schroeven in uw computer achterblijven.
2. Sluit alle externe apparaten, randapparaten of kabels die u eerder had losgekoppeld, weer aan voordat u aan uw computer werkt.
3. Plaats alle mediakaarten, schijven of andere onderdelen die u had verwijderd, weer terug voordat u aan uw computer werkt.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Schakel de computer in.
6
In de computer werken
Demonteren en hermonteren
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kruiskopschroevendraaier #0
Kruiskopschroevendraaier #1
Kruiskopschroevendraaier #2
Plastic pennetje: aanbevolen voor een buitendiensttechnicus
T-30 Torx-schroevendraaier
Lijst van schroeven
De volgende tabel bevat de lijst met schroeven en de afbeeldingen voor verschillende componenten.
OPMERKING:
Bij het verwijderen van de schroeven van een component is het raadzaam om het schroeftype en de hoeveelheid
schroeven te noteren en deze dan in de schroefopbergdoos te plaatsen. Dit is om ervoor te zorgen dat het juiste aantal schroeven en
juiste schroeftype wordt gebruikt wanneer het component wordt teruggeplaatst.
OPMERKING: Sommige computers hebben magnetische oppervlakken. Zorg ervoor dat de schroeven niet vast blijven zitten aan
zo'n oppervlak wanneer u een onderdeel terugplaatst.
OPMERKING: De schroefkleur kan verschillen afhankelijk van de bestelde configuratie.
Tabel 1. Lijst van schroeven
Component Type schroef Aantal Afbeelding
Zijplaat M6-32x12.7 1
M.2 2280 SSD M2x3.5 1
WLAN-kaart M2x3.5 1
Systeemventilator #6-32 1
Processorventilator en koelplaat #6-32 4
I/O-voorpaneel #6-32 1
Systeemkaart #6-32 8
2
Demonteren en hermonteren 7
Belangrijke componenten van uw systeem
1. Zijplaat
2. Geheugenmodule
3. I/O-paneel
4. Ventilator en koelplaateenheid
5. Processor
6. SSD
7. Aan/uit-knop
8. Systeemkaart
9. Chassis
10. Montagekader
11. 3,5-inch harde schijf
12. Systeemventilator
13. Grafische kaart
14. Optisch station (optioneel)
15. Voedingseenheid
Zijpaneel
De zijplaat verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de beveiligingskabel van de slot voor de beveiligingskabel verwijdert (indien van toepassing).
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de zijplaat aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
8
Demonteren en hermonteren
Demonteren en hermonteren 9
Stappen
1. Verwijder de enkele schroef (M6.32x12,7) om de ontgrendeling te openen.
2. Trek aan het ontgrendelingslipje om de zijplaat van de computer los te maken.
3. Open de zijplaat richting de voorzijde van de computer en til de plaat weg van de computer.
De zijplaat plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de zijplaat aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
10
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Zoek de slot van de zijplaat in uw computer.
Demonteren en hermonteren
11
2. Lijn de lipjes op de zijplaat uit met de slots op het chassis.
3. Duw voorzichtig op de zijplaat.
4. Het ontgrendelingsschuifje vergrendelt automatisch de zijplaat aan het systeem.
5. Plaats de schroef (M6.32x12,7) terug om de ontgrendeling te openen.
Vervolgstappen
1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Behuizing voedingseenheid
De behuizing van de voedingseenheid openen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de behuizing van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de
verwijderingsprocedure.
12
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Leg de computer op de rechterkant.
2. Schuif het PSU-scharnier en de PSU-ontgrendelingshendel om de PSU-behuizing te ontgrendelen.
3. Til de PSU-behuizing op en open deze.
De behuizing van de voedingseenheid sluiten
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de behuizing van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de
plaatsingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
13
14 Demonteren en hermonteren
Stappen
1. De PSU-behuizing draaien
2. Druk de PSU-behuizing omlaag en verschuif het PSU-scharnier en de PSU-ontgrendelingsklemmen om de PSU-behuizing te
vergrendelen.
Vervolgstappen
1. Plaats de zijplaat.
2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Montagekader
Het montagekader aan de voorkant verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van het montagekader aan de voorkant weer en bieden een visuele weergave van de
verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
15
Stappen
1. Wrik de lipjes los om het montagekader los te maken van het computer.
2. Trek het montagekader iets los en draai het montagekader voorzichtig om om de lipjes op het kader los te maken van de slots op het
computerchassis.
3. Verwijder het montagekader van de computer.
Het montagekader aan de voorkant plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van het montagekader weer en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
16
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Lijn de lipjes van het montagekader uit met de slots op het chassis.
2. Druk op het montagekader totdat de lipjes vastklikken.
Vervolgstappen
1. Plaats de zijplaat.
2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Geheugenmodules
De geheugenmodules verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de geheugenmodules aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
17
Stappen
1. Trek de bevestigingsklemmen weg van de geheugenmodule totdat het geheugen losklikt.
2. Verwijder de geheugenmodule uit de slot.
De geheugenmodules plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de geheugenmodules aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
18
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule.
2. Schuif de geheugenmodule stevig onder een hoek in de slot en druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt.
OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
SSD
De M.2 2280 PCIe SSD verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de SSD aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
19
Stappen
1. Verwijder de schroef (M2x3.5) waarmee de SSD aan de systeemkaart wordt bevestigd.
2. Schuif en til de SSD uit de systeemkaart.
De M.2 2280 PCIe SSD plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de SSD aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
20
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Lijn de uitsparing op de SSD uit met het lipje op de connector van de SSD.
2. Plaats de SSD onder een hoek van 45 graden in de slot op de systeemkaart.
3. Plaats de schroef (M2x3.5) terug waarmee de M.2 2280 SSD aan de systeemkaart wordt bevestigd.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
2,5-inch harde schijf
De 2,5 inch harde schijf verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de 2,5-inch harde-schijfeenheid aan en bieden een visuele weergave van de
verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
21
Stappen
1. Ontkoppel de data- en voedingskabels van de harde schijf van de connectoren op de 2,5 inch hardeschijfmodule.
2. Druk op de ontgrendelingslipjes aan beide zijden van de beugel van de harde schijf om ze te verwijderen uit de slots op het
computerchassis.
3. Til de harde-schijfeenheid uit de computer.
OPMERKING: Let op de stand van de harde schijf, zodat u weet hoe u deze correct moet terugplaatsen.
De 2,5 inch harde schijf plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de 2,5-inch harde-schijfeenheid aan en biedt een visuele weergave van de
installatieprocedure.
22
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Druk op de ontgrendelingslipjes op de beugel van de harde schijf en lijn ze iets terug om de harde schijf in de slot op het chassis van de
computer te plaatsen.
2. Sluit de data- en voedingskabels van de harde schijf aan op de connectoren op de 2,5 inch hardeschijfmodule.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
3,5-inch harde schijf
De 3,5-inch harde-schijfeenheid verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de 3,5-inch harde-schijfeenheid aan en bieden een visuele weergave van de
verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
23
Stappen
1. Til de zijkant van de PCIe-houder op die op de grafische kaart is geplaatst.
2. Verschuif de PCIe-houder om het lipje los te maken uit het slot op het chassis.
3. Ontkoppel de data- en voedingskabels van de harde schijf van de connectoren op de 3,5 inch hardeschijfmodule.
4. Druk op de ontgrendelingslipjes aan beide zijden van de beugel van de harde schijf om ze te verwijderen uit de slots op het
computerchassis.
5. Til de harde-schijfeenheid uit de computer.
OPMERKING: Let op de stand van de harde schijf, zodat u weet hoe u deze correct moet terugplaatsen.
De 3,5-inch harde-schijfeenheid plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de 2,5-inch harde-schijfeenheid aan en bieden een visuele weergave van de
installatieprocedure.
24
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Druk op de ontgrendelingslipjes op de beugel van de harde schijf en lijn ze uit om de harde schijf in de slot op het chassis van de
computer te plaatsen.
2. Sluit de data- en voedingskabels van de harde schijf aan op de connectoren op de 3,5 inch hardeschijfmodule.
3. Plaats het lipje op de PCIe-kaarthouder in het slot op het chassis en druk zachtjes omlaag totdat deze is bevestigd aan de grafische
kaart.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
WLAN-kaart
De WLAN-kaart verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Demonteren en hermonteren
25
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de draadloze kaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Verwijder de schroef (M2x3.5) waarmee de WLAN-kaart aan de systeemkaart is bevestigd.
2. Til de WLAN-kaartbeugel weg van de WLAN-kaart.
3. Ontkoppel de antennekabels van de WLAN-kaart.
4. Schuif en verwijder de WLAN-kaart uit de connector op de systeemkaart.
De WLAN-kaart plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de draadloze kaart aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
26
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Sluit de antennekabels aan op de WLAN-kaart.
In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabel voor de WLAN-kaart van uw computer.
Tabel 2. Kleurschema antennekabels
Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel
Hoofd (witte driehoek) Wit
Hulp (zwarte driehoek) Zwart
2. Plaats de WLAN-kaartbeugel om de WLAN-antennekabels te bevestigen.
3. Steek de WLAN-kaart in de connector op de systeemkaart.
4. Plaats de schroef (M2x3.5) terug om het plastic lipje aan de WLAN-kaart te bevestigen.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Demonteren en hermonteren
27
Dun optisch station
De dunne optische schijf verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de dunne ODD aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Koppel de gegevens- en voedingskabels los van de dunne ODD.
2. Trek aan het bevestigingslipje om de ODD uit het chassis te verwijderen.
3. Schuif en verwijder de dunne ODD uit de ODD-slot.
28
Demonteren en hermonteren
De dunne optische schijf plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de dunne ODD aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen
1. Plaats de dunne ODD-eenheid in de ODD-slot.
2. Schuif de dunne ODD-eenheid totdat deze vastklikt.
3. Leid de voedings- en gegevenskabel door de geleider en sluit de kabels aan op de dunne ODD.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Grafische kaart
De grafische kaart verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Demonteren en hermonteren
29
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de grafische kaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Zoek de grafische kaart (PCI-Express).
2. Til de zijkant van de PCIe-houder op die op de grafische kaart is geplaatst.
3. Schuif de PCIe-houder om deze los te maken uit de slot op het chassis.
4. Houd het bevestigingslipje op het slot van de grafische kaart ingedrukt en til de grafische kaart uit de sleuf voor de grafische kaart.
De grafische kaart plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de grafische kaart aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
30
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Lijn de grafische kaart uit met de connector van de PCI-Express-kaart op de systeemkaart.
2. Gebruik het uitlijningspunt om de grafische kaart op de connector aan te sluiten en druk de kaart stevig vast. Controleer of de kaart
goed is geplaatst.
3. Plaats het lipje op de PCIe-kaarthouder in het slot op het chassis en druk zachtjes omlaag totdat deze is bevestigd aan de grafische
kaart.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Systeemventilator
De systeemventilator verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de ventilatorbuis aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
31
Stappen
1. Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op de systeemkaart.
2. Verwijder de enkele schroef (#6-32) waarmee de systeemventilatorbeugel aan het computerchassis is bevestigd.
3. Schuif de systeemventilator en beugel uit de computer.
De systeemventilator installeren
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de ventilatorbuis aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
32
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Plaats de systeemventilator zodat deze uitlijnt met de slots op het computerchassis.
2. Plaats de enkele schroef (#6-32) terug waarmee de systeemventilator op het chassis wordt bevestigd.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Knoopbatterij
De knoopcelbatterij verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
4. Verwijder de Powered GPU.
OPMERKING: Deze stap is alleen nodig als het systeem is geconfigureerd met een Powered GPU.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de knoopcelbatterij aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
33
Stappen
1. Wrik met een plastic pennetje de knoopcelbatterij uit de slot op de systeemkaart.
2. Verwijder de knoopcelbatterij uit de computer.
De knoopcelbatterij plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de knoopcelbatterij aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen
1. Plaats de knoopcelbatterij met de pluskant naar boven gericht en schuif de knoopcelbatterij onder de klemmen aan de positieve kant
van de connector.
34
Demonteren en hermonteren
2. Duw de batterij in de connector totdat de batterij vastklikt.
Vervolgstappen
1. Plaats de Powered GPU.
OPMERKING: Deze stap is alleen nodig als het systeem is geconfigureerd met een Powered GPU.
2. De PSU-behuizing sluiten
3. Plaats de zijplaat.
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Processorventilator en warmteafleider
De processorventilator en koelplaat verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
GEVAAR: Tijdens de normale werking kan de koelplaat heet worden. Laat de koelplaat voldoende lang afkoelen
voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor
warmteoverdracht op de koelplaat niet aan. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch
vet verminderen.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de processorventilator en koelplaateenheid aan en bieden een visuele weergave van de
verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
35
Stappen
1. Koppel de kabel van de processorventilator los van de connector op de systeemkaart.
2. Draai de vier geborgde schroeven los waarmee de processorventilator en koelplaat op de systeemkaart zijn bevestigd.
3. Til de processorventilator en de koelplaat weg van de systeemkaart.
De processorventilator en koelplaat plaatsen
Vereisten
OPMERKING: Als u de processor of de koelplaat vervangt, gebruikt u het meegeleverde thermische vet om ervoor te zorgen dat de
thermische geleidbaarheid wordt bereikt.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de processorventilator en koelplaateenheid aan en biedt een visuele weergave van de
installatieprocedure.
Stappen
1. Lijn de schroefgaten in de processorventilator en koelplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart.
2. Draai de vier geborgde schroeven vast waarmee de processorventilator en koelplaat op de systeemkaart zijn bevestigd.
3. Sluit de kabel van de processorventilator aan op de connector op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
36
Demonteren en hermonteren
Processor
De processor verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
4. Verwijder de processorventilator en koelplaat.
OPMERKING: De processor kan nog heet zijn nadat de computer is uitgeschakeld. Laat de processor afkoelen alvorens deze te
verwijderen.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de processor aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Druk de ontgrendelingshendel naar beneden en duw deze weg van de processor om deze los te maken van het vergrendelingslipje.
2. Til de hendel omhoog de processorkap op te tillen.
Demonteren en hermonteren
37
WAARSCHUWING: Wanneer u de processor verwijdert, mag u geen pinnen binnen de processorsocket aanraken, en
mogen er geen objecten op de pinnen in de socket vallen.
3. Til de processor voorzichtig uit de processorsocket.
De processor plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de processor aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen
1. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel op de processorsocket volledig in de open positie staat.
2. Richt de uitsparing op de processor op de tabs op de processorsocket en plaats de processor vervolgens in de socket.
OPMERKING:
De pin-1-hoek van de processor heeft een driehoek die overeenstemt met de driehoek op de pin-1-hoek van de
processorsocket. Als de processor op juiste wijze is geplaatst, bevinden alle vier de hoeken zich op dezelfde hoogte. Als één of
meer hoeken van de processor hoger is dan de andere hoeken, dan is de processor niet op juiste wijze geïnstalleerd.
3. Draai, wanneer de processor zich volledig in de socket bevindt, de vergrendelingshendel omlaag en plaats deze onder het lipje op de
kap van de processor.
38
Demonteren en hermonteren
Vervolgstappen
1. Plaats de processorventilator en koelplaat.
2. De PSU-behuizing sluiten
3. Plaats de zijplaat.
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Aan-uitknop
De aan/uit-knop verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
4. Verwijder het montagekader.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de aan-uitknop aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Koppel de kabel van de aan/uit-knop los van de connector op de systeemkaart.
2. Druk op de ontgrendelingslipjes op de kop van de aan/uit-knop en schuif de kabel van de aan/uit-knop uit de voorzijde van het chassis
van de computer.
3. Trek de aan/uit-knop uit de computer.
De aan/uit-knop plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de switch van de aan-uitknop aan en bieden een visuele weergave van de
plaatsingsprocedure.
Stappen
1. Plaats de kabel van de aan/uit-knop in de slot aan de voorzijde van de computer en druk op de kop van de aan/uit-knop totdat deze
vastklikt in het chassis.
2. Lijn de kabel van de aan/uit-knop uit en sluit deze aan op de connector op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. Plaats het montagekader.
2. De PSU-behuizing sluiten
3. Plaats de zijplaat.
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Demonteren en hermonteren
39
Intrusieschakelaar
De intrusieswitch verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de intrusieschakelaar aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Koppel de intrusiekabel los van de connector op de systeemkaart.
2. Schuif en verwijder de intrusieschakelaar uit het chassis.
De intrusieschakelaar plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de intrusieschakelaar aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
40
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Plaats de intrusieschakelaar in de slot en schuif de schakelaar om die vast te zetten in de slot.
2. Sluit de intrusiekabel aan op de connector op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. De PSU-behuizing sluiten
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
I/O-voorpaneel
Het I/O-paneel verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Open het montagekader.
4. Open de PSU-behuizing.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de intrusieschakelaar aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
41
Stappen
1. Koppel de I/O-audiokaart, SD-kaart, USB type-C en I/O-USB-kabels los van de connector op de systeemkaart.
2. Schuif en verwijder de I/O-kaart uit het chassis.
Het I/O-paneel plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de intrusieschakelaar aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
42
Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Plaats het I/O-paneel in de slot en verschuif dit om het paneel vast te zetten in de slot.
2. Plaats de enkele schroef (#6-32) terug waarmee het I/O-paneel op het computerchassis wordt bevestigd.
3. Sluit de I/O-audio-kaart, SD-kaart, USB type-C en I/O-USB kabels aan op de connector op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. Sluit de PSU-behuizing.
2. Plaats het montagekader.
3. Plaats de zijplaat.
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Demonteren en hermonteren
43
Systeemkaart
Indeling van de systeemkaart
1. E24-connector
2. Optioneel 2,5 GbE RJ-45-connector
3. Connector processorvoeding
4. E25-connector
5. Connector voor systeemventilator
6. Connector voor chassisinbraakdetectie
7. Slots voor geheugenmodule
8. Connector voor aan/uit-knop
9. Voedingsconnector voor systeemkaart
10. Connector voor SD-kaart
11. USB-connector voorpaneel
12. USB-C-connector voorpaneel
13. USB-Voedingsconnector op voorpaneel
14. Knoopcelbatterij
15. SATA 0 (blauw), SATA 1 (wit), SATA 2 en SATA 3 (zwart) connectoren
16. M.2 PCIe SSD-connector
17. Connector systeemventilator (voorzijde)
18. Thunderbolt 4 AIC-connector
19. E20-connector
20. E23-connector
21. CAC_PIV-voedingsconnector
22. P30-connector
23. Jumper CMOS-klokreset
24.
44
Demonteren en hermonteren
25.
26.
27. Connectors van de harde-schijfventilator
28. Audioconnector op voorpaneel
29. Connector voor de interne luidspreker
30. M.2 PCIe SSD-connector
31. PCIe x4-slot met open einde op volledige hoogte
32. PCI-32-slot
33. PCIe x16-slot op volledige hoogte
34. M.2 PCIe SSD-connector
35. Connector voor processorventilator
36. Processorsocket
37. Optionele videokaartconnector
38. USB C-connector
De systeemkaart verwijderen
Vereisten
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
OPMERKING: De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS-
installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met
behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de
systeemkaart hebt vervangen.
OPMERKING: Noteer, voordat u de kabels losmaakt van de systeemkaart, de locatie van de connectoren zodat u de kabels
correct opnieuw kunt aansluiten nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
2. Verwijder de zijplaat.
3. Verwijder het montagekader.
4. Open de PSU-behuizing.
5. Verwijder de geheugenmodule.
6. Verwijder de WLAN.
7. Verwijder de /M.2 2280 SSD.
8. Verwijder de knoopbatterij.
9. Verwijder de grafische kaart.
10. Verwijder de processorventilator en koelplaat.
11. Verwijder de processor.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Demonteren en hermonteren
45
46 Demonteren en hermonteren
Stappen
1. Koppel alle kabels los die op de systeemkaart zijn aangesloten.
2. Verwijder de acht (#6-32) schroeven en draai deze vast om de systeemkaart aan het computerchassis te bevestigen.
3. Til de systeemkaart onder een hoek omhoog en verwijder deze uit het chassis.
De systeemkaart plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
Demonteren en hermonteren 47
Stappen
1. Schuif de achterste I/O-poorten op de systeemkaart in de achterste I/O-slots op het chassis.
2. Lijn de schroefgaatjes in het moederbord uit met de gaatjes in het chassis.
3. Plaats de acht schroeven (#6-32) terug waarmee de systeemkaart aan het chassis wordt bevestigd.
4. Leid alle kabels en sluit ze aan op de connectoren op de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. Plaats de processor.
2. Plaats de processorventilator en koelplaat.
3. Plaats de knoopcelbatterij.
4. Plaats de grafische kaart.
5. Plaats de /M.2 2280 SSD.
6. Plaats de WLAN.
7. Plaats de geheugenmodule.
8. De PSU-behuizing sluiten
9. Plaats het montagekader.
10. Plaats de zijplaat.
11. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
OPMERKING:
De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS-
installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met
behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de
systeemkaart hebt vervangen.
48 Demonteren en hermonteren
Drivers en downloads
Drivers en downloads
Bij het oplossen van problemen met drivers of het downloaden of installeren hiervan is het raadzaam om het Dell Knowledge-artikel
SLN128938 over veelgestelde vragen over drivers en downloads te lezen.
3
Drivers en downloads 49
Systeeminstallatie
Opstartvolgorde
Via Opstartvolgorde kunnen gebruikers de door System Setup gedefinieerde volgorde van het opstartapparaat omzeilen en direct op een
specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld een optisch station of harde schijf). U kunt het volgende doen tijdens de Power-on Self Test
(POST), zodra het Dell logo verschijnt:
System Setup openen door op de F2-toets te drukken;
het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken.
In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het
opstartmenu zijn:
Verwijderbare schijf (mits beschikbaar)
STXXXX-schijf (indien beschikbaar)
OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
Optisch station (mits beschikbaar)
SATA-harde schijf (indien beschikbaar)
Diagnostiek
In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het scherm systeeminstallatie.
Opties voor Systeeminstelling
OPMERKING: Welke onderdelen in dit gedeelte worden vermeld, is afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde apparaten.
Tabel 3. Opties van System Setup - menu Systeeminformatie
Overzicht
Precision 3650 Tower
BIOS-versie Toont het versienummer van de BIOS.
Servicetag Toont de servicetag van de computer.
Asset-tag Toont de asset-tag van de computer.
Productiedatum Toont de productiedatum van de computer.
Aankoopdatum Toont de aankoopdatum van de computer.
Express-servicecode Toont de express-servicecode van de computer.
Eigenaarstag Toont de eigenaarstag van de computer.
Ondertekende firmware-update Geeft aan of de Ondertekende firmware-update beschikbaar is op uw computer.
Processorinformatie
Processortype Toont het type processor.
Maximale klokfrequentie Toont de maximale klokfrequentie van de processor.
Minimale klokfrequentie Toont de minimale klokfrequentie van de processor.
Huidige klokfrequentie Toont de huidige klokfrequentie van de processor.
Aantal cores Toont het aantal cores in de processor.
4
50 Systeeminstallatie
Tabel 3. Opties van System Setup - menu Systeeminformatie (vervolg)
Overzicht
Processor-ID Toont de identificatiecode van de processor.
Processor L2 Cache Toont de L2 cache-grootte van de processor.
Processor L3 Cache Toont de L3 cache-grootte van de processor.
Microcodeversie Toont de microcodeversie.
Geschikt voor Intel Hyper Threading Toont of de processor geschikt is voor Hyper Threading (HT).
64-bits technologie Toont of 64-bits technologie wordt gebruikt.
Geheugeninformatie
Geïnstalleerd geheugen Toont het totale geïnstalleerde computergeheugen.
Beschikbaar geheugen Toont het totale beschikbare computergeheugen.
Geheugensnelheid Toont de geheugensnelheid.
Kanaalmodus geheugen Toont de modus met single of dual channel.
Geheugentechnologie Toont de technologie die wordt gebruikt voor het geheugen.
DIMM 1-grootte Toont de geheugengrootte van DIMM 1.
DIMM 2-grootte Toont de geheugengrootte van DIMM 2.
DIMM 3 Size Toont de geheugengrootte van DIMM 3.
DIMM 4 Size Toont de geheugengrootte van DIMM 4.
Apparaatgegevens
Videocontroller Toont het type videocontroller van de computer.
Videogeheugen Toont de videogeheugendata van de computer.
Wi-Fi-apparaat Toont de gegevens van het Wi-Fi-apparaat van de computer.
Standaardresolutie Toont de eigen resolutie van de computer.
Video BIOS-versie Toont de versie van het video-BIOS van de computer.
Audiocontroller Toont de data over de audiocontroller van de computer.
Bluetooth-apparaat Toont de gegevens van het Bluetooth-apparaat van de computer.
LOM MAC-adres Toont het MAC-adres van LOM (LAN On Motherboard) van de computer.
dGPU Video Controller Toont het type discrete videocontroller van de computer.
Slot 1 Toont de gegevens van de SATA-harde schijf van de computer.
Slot 2 Toont de gegevens van de SATA-harde schijf van de computer.
Slot 3 Toont de gegevens van de SATA-harde schijf van de computer.
Slot 4 Toont de gegevens van de SATA-harde schijf van de computer.
Tabel 4. Opties voor System Setup—Opstartconfiguratiemenu
Boot Configuration
Opstartvolgorde
Opstartmodus: alleen UEFI Toont de opstartmodus.
Opstartvolgorde Toont de opstartvolgorde.
Secure Digital (SD) Card Boot De alleen-lezen-opstartmodus van de SD-kaart in- of uitschakelen.
De optie Secure Digital-kaart (SD) opstarten is standaard niet ingeschakeld.
Veilig opstarten
Secure Boot inschakelen Hiermee kunt u de functie voor beveiligd opstarten in- of uitschakelen.
Systeeminstallatie 51
Tabel 4. Opties voor System Setup—Opstartconfiguratiemenu (vervolg)
Boot Configuration
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
Modus Veilig opstarten Schakel deze in of uit om de opties voor veilige opstartmodus te wijzigen.
Geïmplementeerde modus is standaard ingeschakeld.
Expert Key Management
Aangepaste modus inschakelen Hiermee kunt u de aangepaste modus in- of uitschakelen.
De optie aangepaste modus is standaard niet ingeschakeld.
Aangepaste modus Key Management Selecteer de aangepaste waarden voor Expert key Management.
Tabel 5. Opties voor Systeeminstallatie - Geïntegreerde apparatenmenu-opties
Geïntegreerde apparaten
Datum/tijd Toont de huidige datum in de indeling MM/DD/JJJJ, en de huidige tijd in de indeling
uu:mm:ss AM/PM.
Audio
Audio inschakelen Hiermee kunt u de geïntegreerde audiocontroller in- of uitschakelen.
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Seriële poort
Seriële-poortconfiguratie Het seriële-poortadres in- of uitschakelen.
Standaard wordt de poort COM1: geconfigureerd op 3F8h met de optie IRQ4
ingeschakeld.
USB-configuratie
Hiermee kunt u opstarten vanaf USB-apparaten voor massastorage in-of
uitschakelen met behulp van de opstartvolgorde of het opstartmenu.
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Front USB Configuration Hiermee worden de individuele USB-poorten aan de voorzijde in- of uitgeschakeld.
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Rear USB Configuration Hiermee worden de individuele USB-poorten aan de achterzijde in- of uitgeschakeld.
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Verschillende apparaten Hiermee kunt u de PCI-slot in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Onderhoud stoffilter Hiermee kunt u onderhoud voor het stoffilter in-of uitschakelen.
De optie Uitgeschakeld is standaard ingeschakeld.
Tabel 6. Opties van System Setup - Storagemenu
Storage
SATA Operation Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de controller van de geïntegreerde SATA
harde schijf configureren.
De optie AHCI is standaard ingeschakeld.
Storage-interface
Poortactivering Hiermee kunt u de ingebouwde schijven in- of uitschakelen.
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
SMART Reporting
52 Systeeminstallatie
Tabel 6. Opties van System Setup - Storagemenu (vervolg)
Storage
SMART-rapportage inschakelen Hiermee kunt u SMART (Self-Monitoring, Analysis, and Reporting Technology) tijdens
het opstarten van de computer in- of uitschakelen.
De optie SMART-rapportering inschakelen is standaard niet ingeschakeld.
Schijfinformatie
SATA-0
Type Toont de gegevens van het SATA HDD-type van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het SATA HDD-apparaat van de computer.
SATA-1
Type Toont de gegevens van het SATA HDD-type van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het SATA HDD-apparaat van de computer.
SATA-2
Type Toont de gegevens van het SATA HDD-type van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het SATA HDD-apparaat van de computer.
SATA-3
Type Toont de gegevens van het SATA HDD-type van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het SATA HDD-apparaat van de computer.
M.2 PCIe SSD-0
Type Toont de gegevens van het type M.2 PCIe SSD-0 van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het apparaat M.2 PCIe SSD-0 van de computer.
M.2 PCIe SSD-1
Type Toont de gegevens van het type M.2 PCIe SSD-1 van de computer.
Apparaat Toont de gegevens van het apparaat M.2 PCIe SSD-1 van de computer.
Mediakaart inschakelen
Secure Digital (SD)-kaart Hiermee kunt u de SD-kaart in- of uitschakelen.
De optie Secure Digital-kaart (SD) is standaard ingeschakeld.
Secure Digital (SD)-kaart alleen-lezen-modus De alleen-lezen-modus van de SD-kaart in-of uitschakelen.
De optie Alleen-lezen-modus van de Secure Digital-kaart (SD) is standaard niet
ingeschakeld.
Tabel 7. Opties voor System Setup - Beeldschermmenu
Beeldscherm
Multi-Display
Meerdere schermen inschakelen (standaard) Hiermee kunt u de knoppen voor meerdere schermen op de computer in- of
uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Primary Display
Video primair beeldscherm Hiermee wordt het primaire beeldscherm bepaald wanneer er meerdere controllers
beschikbaar zijn op de computer.
De optie Auto is standaard ingeschakeld.
Logo op volledig scherm Hiermee kunt u logo op volledig scherm in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
Systeeminstallatie 53
Tabel 8. Opties van System Setup - Verbindingsmenu
Verbinding
Netwerkcontrollerconfiguratie
Geïntegreerde NIC Bestuurt de ingebouwde LAN-controller.
De optie Ingeschakeld met PXE is standaard ingeschakeld.
Draadloos apparaat inschakelen
WLAN Schakel het interne WLAN-apparaat in of uit
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Bluetooth Schakel het interne Bluetooth-apparaat in of uit
Deze optie is standaard ingeschakeld.
UEFI-netwerkstack inschakelen Schakelt UEFI-netwerkstack in of uit en bedient de ingebouwde LAN-controller.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
HTTPs-opstartfunctie
HTTPs-opstart Schakel de HTTPs-opstartfunctie in of uit.
De optie HTTPs-opstartfunctie is standaard ingeschakeld.
HTTPs-opstartmodus Met Automatische modus pakt de HTTPs-opstartfunctie de opstart-URL uit vanuit
de DHCP. Met de Handmatige modus leest de HTTPs-opstartfunctie de opstart-URL
uit de door de gebruiker verstrekte gegevens.
De optie Automatische modus is standaard ingeschakeld.
Tabel 9. Opties van System Setup - Energiemenu
Voeding
USB PowerShare
USB PowerShare inschakelen Hiermee wordt USB PowerShare in- of uitgeschakeld.
De optie USB PowerShare inschakelen is ingeschakeld.
USB Wake Support
Uit stand-by door USB inschakelen Wanneer deze optie is ingeschakeld, kunt u de USB-apparaten zoals een muis of
toetsenbord gebruiken om de computer uit de stand-bystand te halen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
AC-gedrag
AC Recovery Hiermee kan de computer automatisch worden ingeschakeld wanneer de netadapter
wordt aangesloten.
De optie Uitgeschakeld is standaard ingeschakeld.
Energiebeheer actieve status
ASPM Hiermee kunt u het ASPM-niveau (Active State Power Management) in- of
uitschakelen.
De optie Auto is standaard ingeschakeld.
Block Sleep Maakt het mogelijk om de slaapmodus (S3) in het besturingssysteem te blokkeren.
Standaard is de Block Sleep-optie uitgeschakeld.
Deep Sleep Control Hiermee kunt u de ondersteuning voor de diepe slaapmodus in- of uitschakelen.
De optie Uitgeschakeld is standaard ingeschakeld.
Fan Control Override Hiermee kunt u de overschrijvingsfunctie voor ventilatorbeheer in- of uitschakelen.
54 Systeeminstallatie
Tabel 9. Opties van System Setup - Energiemenu (vervolg)
Voeding
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Intel Speed Shift Technology De ondersteuning voor de Intel Speed Shift-technologie in- of uitschakelen.
De optie Intel Speed Shift Technology is standaard ingeschakeld.
Tabel 10. Opties voor System Setup - menu Beveiliging
Beveiliging
TPM 2.0 Security
TPM 2.0 Security aan Schakel TPM 2.0 Security-opties in of uit.
De optie TPM 2.0 Security ingeschakeld is standaard ingeschakeld.
Attestation inschakelen Maakt het mogelijk om te bepalen of de goedkeuringshiërarchie van de Trusted
Platform Module (TPM) beschikbaar is voor het besturingssysteem.
De optie Attestation inschakelen is standaard ingeschakeld.
Toetsstorage inschakelen Hiermee kunt u instellen of de storagehiërarchie van de TPM (Trusted Platform
Module) beschikbaar is voor het besturingssysteem.
De optie Toetsopslag inschakelen is standaard ingeschakeld.
SHA-256 Hiermee kunt u ervoor zorgen dat het BIOS en de TPM het SHA-256 hash-algoritme
gebruiken om meetgegevens uit te breiden naar de TPM-PCRs tijdens het opstarten
van het BIOS.
De optie SHA-256 is standaard ingeschakeld.
Wissen Hiermee schakelt u in of uit dat de computer de TPM-gebruikersinformatie wist en
de TPM terugzet naar de standaardinstelling.
De optie Wissen is standaard uitgeschakeld.
PPI overslaan voor Wissen-opdrachten Hiermee kunt u de TPM Physical Presence Interface (PPI) regelen.
Standaard is de optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten uitgeschakeld.
Chassis-inbraak Regelt de chassisintrusiefunctie.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
SMM Security Mitigation Hiermee kunt u SMM Security Mitigation in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Data wissen bij volgende keer opstarten
Gegevens wissen starten Schakel het wissen van gegevens bij de volgende keer opstarten in of uit.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Absolute Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Absolute Persistence
Module-service van Absolute Software inschakelen, uitschakelen of permanent
uitschakelen.
De optie Absoluut inschakelen is stanaard ingeschakeld.
UEFI Boot Path Security Bepaalt of het systeem de gebruiker vraagt om het beheerderswachtwoord in te
voeren bij het opstarten van een UEFI-opstartapparaat via het F12-opstartmenu.
De optie Altijd, behalve interne HDD is standaard ingeschakeld.
Tabel 11. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu
Wachtwoorden
Beheerderswachtwoord Hiermee kunt u het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Systeeminstallatie 55
Tabel 11. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu (vervolg)
Wachtwoorden
Systeemwachtwoord Hiermee kunt u het computerwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Intern HDD-0-wachtwoord Hiermee kunt u het interne HDD-0-wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
NVMe SSD0 Hiermee kunt u het NVMe SSD0-wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Wachtwoordconfiguratie
Hoofdletter Wanneer dit veld is ingeschakeld, moet het wachtwoord minimaal één hoofdletter
bevatten.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Kleine letter Wanneer dit veld is ingeschakeld, moet het wachtwoord minimaal één kleine letter
bevatten.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Cijfer Wanneer dit veld is ingeschakeld, moet het wachtwoord minimaal één cijfer bevatten.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Speciaal teken Wanneer dit is ingeschakeld, moet het wachtwoord minimaal één speciaal teken
bevatten.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Minimum aantal tekens Stelt het minimumaantal tekens in dat is toegestaan voor het wachtwoord.
Wachtwoord overslaan Als deze optie is ingeschakeld, wordt u altijd gevraagd de wachtwoorden van de
computer en de interne harde schijf in te voeren wanneer het systeem wordt
ingeschakeld vanuit de Uit-stand.
De optie Uitgeschakeld is standaard ingeschakeld.
Wachtwoord wijzigingen
Niet-beheerderswachtwoordwijzigingen
inschakelen
Schakel in of uit om het wachtwoord van de computer en de harde schijf te wijzigen
zonder dat een beheerderswachtwoord nodig is.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Beheerdersinstallatie blokkeren
Beheerdersinstallatie blokkeren inschakelen Met deze functie kunnen beheerders beheren of hun gebruikers de BIOS-installatie
kunnen openen of niet.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Masterwachtwoord blokkeren
Blokkeren masterwachtwoord inschakelen Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de support van het masterwachtwoord
uitgeschakeld.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Niet-admin-PSID-herstel toestaan
Niet-admin-PSID-herstel toestaan
inschakelen
Controleert de toegang tot de terugzetting van fysieke beveiligings-ID (PSID) van
NVMe harde schijven uit de Dell Security Manager-prompt.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 12. Opties voor Systeeminstallatie: update en herstelmenu
Update en herstel
UEFI capsule firmware-updates Hiermee kunt u BIOS-updates via UEFI Capsule updatepakketten in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
56 Systeeminstallatie
Tabel 12. Opties voor Systeeminstallatie: update en herstelmenu (vervolg)
Update en herstel
BIOS herstellen vanaf harde schijf Hiermee kan de gebruiker bepaalde beschadigde BIOS-toestanden herstellen via een
herstelbestand op de primaire harde schijf of een externe USB-stick van de gebruiker.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
BIOS Downgrade
BIOS-downgrade toestaan Schakel het blokkeren van het flashen van de computerfirmware naar de vorige
revisie in of uit.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
SupportAssist OS Recovery Hiermee kunt u de opstartprocedure voor de tool SupportAssist OS Recovery in- of
uitschakelen in het geval van bepaalde systeemfouten.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
BIOSConnect Hiermee kunt u het herstel van het cloudservicebesturingssysteem in- of uitschakelen
als het hoofdbesturingssysteem niet wordt opgestart binnen het aantal mislukte
pogingen dat gelijk is aan of groter is dan de waarde die is bepaald door de Dell
Auto OS Recovery Threshold-installatieoptie en de lokale Service-OS niet opstart of
niet is geïnstalleerd.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Dell Auto OS Recovery Threshold Hiermee kunt u automatisch opstarten voor SupportAssist System Resolution
Console en voor de Dell OS Recovery-tool beheren.
Standaard is de drempelwaarde ingesteld op 2.
Tabel 13. Opties van System Setup - menu systeembeheer
Systeembeheer
Servicetag Toont de servicetag van de computer.
Asset-tag Hiermee kunt u een asset-tag voor de computer maken.
Wake on LAN/WLAN Schakel de computer in of uit om in te schakelen via speciale LAN-signalen wanneer
deze een weksignaal van het WLAN ontvangt.
De optie Uitgeschakeld is standaard geselecteerd.
Tijd voor automatisch inschakelen Hiermee kunt u de computer zo instellen dat hij elke dag of op een vooraf
geselecteerde datum en tijd automatisch wordt ingeschakeld. Deze optie kan alleen
worden geconfigureerd als de Tijd automatisch inschakelen is ingesteld op Elke dag,
Weekdagen of Geselecteerde dagen.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Mogelijkheden van Intel AMT
Mogelijkheden van Intel AMT inschakelen Hiermee kunt u de Intel AMT-functie in- of uitschakelen.
De optie MEBx-toegang beperken is standaard ingeschakeld.
MEBx Hotkey Hiermee kan de MEBx-sneltoets worden in- of uitgeschakeld.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
USB Provision
USB Provision inschakelen Hiermee kan de Intel AMT-inrichting worden in- of uitgeschakeld met het lokale
inrichtingsbestand via een USB-storage-apparaat.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
SERR Messages Hiermee kunt u SERR-berichten in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Systeeminstallatie 57
Tabel 13. Opties van System Setup - menu systeembeheer (vervolg)
Systeembeheer
Dell Development Configuration
Hiermee schakelt u in dat de handtekening
van de Flash-update wordt overschreven.
Hiermee kunnen bepaalde functies worden in-of uitgeschakeld voor het beheren van
het BIOS
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 14. Opties van System Setup - Toetsenbordmenu
Toetsenbord
Keyboard Errors
Enable Keyboard Error Detection (Detectie
toetsenbordfouten inschakelen)
Hiermee kunt u detectie van toetsenbordfouten in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Numlock LED
NumLock LED inschakelen Hiermee kunt u de LED van Numlock in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Toegang tot sneltoetsen voor
apparaatconfiguratie
Toegang tot sneltoetsen voor
apparaatconfiguratie
Hiermee kunt u in-of uitschakelen dat gebruikers toegang krijgen tot de
apparaatconfiguratie met behulp van sneltoetsen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Tabel 15. Opties voor Systeeminstallatie - Opstartmenu voorafgaand aan het opstarten
Gedrag voorafgaand aan het opstarten
Waarschuwingen en fouten De actie in- of uitschakelen die moet worden uitgevoerd wanneer een waarschuwing
of fout wordt aangetroffen.
De optie Vragen bij waarschuwingen en foutmeldingen is standaard
ingeschakeld.
Fastboot Hiermee kunt u de snelheid van het opstartproces instellen.
De optie Minimaal is standaard ingeschakeld.
Extend BIOS POST Time Hiermee kunt u de BIOS POST-tijd instellen.
De optie 0 seconden is standaard ingeschakeld.
Tabel 16. Opties voor System Setup—Virtualisatiemenu
Virtualisatie
Intel Virtualization Technology
Intel Virtualization Technology (VT)
inschakelen
Geef aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de
aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Vitalization Technology worden
geleverd.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
VT for Direct I/O Geef aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de
aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Vitalization Technology voor Direct
I/O worden geleverd.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Intel Trusted Execution Technology
(TXT)
58 Systeeminstallatie
Tabel 16. Opties voor System Setup—Virtualisatiemenu (vervolg)
Virtualisatie
Intel Trusted Execution Technology (TXT)
inschakelen
Geef aan of een gemeten Virtual Machine Monitor (MVMM) gebruik kan maken van
de aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Trusted Execution Technology
worden geleverd.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 17. Opties van System Setup - menu Prestaties
Prestaties
Multi Core-support
Actieve cores Wijzigt het aantal CPU-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem.
De optie Alle cores is standaard ingeschakeld.
Intel SpeedStep
Intel SpeedStep Technology inschakelen Met deze functie kan de computer het processorvoltage en de corefrequentie
dynamisch aanpassen en daarmee het gemiddelde energieverbruik en de
warmteproductie verlagen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
C-States Control
C-State Control inschakelen Hiermee kunt u de aanvullende slaapstanden van de processor in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Intel Turbo Boost Technology
Intel Turbo Boost Technology inschakelen Hiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Intel Hyper Threading-technologie
Intel Hyper Threading-technologie
inschakelen
Hiermee kunt u Hyper Threading in de processor in- of uitschakelen.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Tabel 18. Opties van System Setup - menu Systeemlogboeken
Systeemlogboeken
BIOS-gebeurtenislogboek
BIOS-gebeurtenislogboek wissen Hiermee worden BIOS-gebeurtenissen weergegeven.
De optie Behouden is standaard ingeschakeld.
Het BIOS flashen
Over deze taak
Mogelijk moet u het BIOS flashen wanneer er een update beschikbaar is of na het vervangen of terugplaatsen van het moederbord.
Volg deze stappen om het BIOS te flashen:
Stappen
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Product support (productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (verzenden).
Systeeminstallatie
59
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor
uw model computer.
4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd.
6. Scroll naar beneden op de pagina en vouw BIOS uit.
7. Klik op Downloaden om de laatste versie van de BIOS voor uw computer te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het BIOS update-bestand heeft opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het BIOS update-bestand en volg de instructies op het scherm.
Het BIOS updaten in Windows
Vereisten
Het wordt aanbevolen om uw BIOS (Systeeminstallatie) bij te werken wanneer de systeemkaart wordt vervangen of als er een update
beschikbaar is. Bij een laptop moet u ervoor zorgen dat de batterij van de computer volledig is opgeladen en op de voeding is aangesloten,
voordat u een BIOS-update uitvoert.
Over deze taak
OPMERKING: Als BitLocker is ingeschakeld, moet deze worden opgeschort voordat u het systeem-BIOS updatet en vervolgens
weer worden ingeschakeld nadat de BIOS-update is voltooid.
Stappen
1. Start de computer opnieuw.
2. Ga naar Dell.com/support.
Vul de Servicetag of Eexpress-servicecode in en klik op Verzenden.
Klik of tik op Detect Product en volg de instructies op het scherm.
3. Als u geen product kunt detecteren of de servicetag niet kunt vinden, klikt u op Choose from all products.
4. Kies de categorie Products in de lijst.
OPMERKING: Kies de juiste categorie om de productpagina te openen.
5. Selecteer uw computermodel en de pagina Product Support van uw computer verschijnt.
6. Klik op Drivers ophalen en klik op Drivers en downloads.
Het gedeelte met de drivers en downloads verschijnt.
7. Klik op Find it myself.
8. Klik op BIOS om de BIOS-versies weer te geven.
9. Bepaal het nieuwste BIOS-bestand en klik op Downloaden.
10. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Selecteer hieronder uw voorkeursmethode voor
downloaden; klik op Bestand downloaden.
Het venster Bestand downloaden wordt weergegeven.
11. Klik op Opslaan om het bestand op uw computer op te slaan.
12. Klik op Uitvoeren om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is ingeschakeld
WAARSCHUWING:
Als BitLocker niet wordt onderbroken voordat het BIOS wordt bijgewerkt, herkent het systeem
de BitLocker-sleutel niet de volgende keer dat u het systeem opnieuw opstart. U wordt vervolgens gevraagd om de
herstelsleutel in te voeren om verder te gaan en het systeem zal dit bij elke herstart vragen. Als de herstelsleutel niet
bekend is, kan dit leiden tot dataverlies of een onnodige herinstallatie van het besturingssysteem. Zie het Knowledge-
artikel voor meer informatie over dit onderwerp: https://www.dell.com/support/article/sln153694
60 Systeeminstallatie
Uw systeem-BIOS bijwerken met behulp van een USB-flash-station
Over deze taak
Als de computer niet kan laden in Windows, maar het BIOS toch moet worden geüpdatet, downloadt u het BIOS-bestand met behulp van
een andere computer en slaat u dit op een opstartbaar USB-flash-station op.
OPMERKING: U moet een opstartbaar USB-flash-station gebruiken. Raadpleeg het Knowledge Base-artikel SLN143196 voor meer
informatie.
Stappen
1. Download het .exe-bestand voor de BIOS-update naar een ander computer.
2. Kopieer het .exe-bestand naar het opstartbare USB-flash-station.
3. Steek het USB-flash-station in de computer waarop de BIOS-update moet worden uitgevoerd.
4. Start het systeem opnieuw op en druk op F12 wanneer het Dell-logo verschijnt om het eenmalig opstartmenu weer te geven.
5. Gebruik de pijltoetsen, selecteer USB Storage Device en klik op Enter.
6. De computer start opnieuw op en een dialoog C:\>-prompt wordt weergegeven.
7. Voer het bestand uit door de volledige bestandsnaam te typen en druk op Enter.
8. Het hulpprogramma voor de BIOS-update wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm.
Afbeelding 1. DOS-BIOS Update-scherm
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 19. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoord Omschrijving
Systeemwachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
Installatiewachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de data in uw computer.
Systeeminstallatie 61
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de data op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt
achtergelaten.
OPMERKING: De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen
Vereisten
U kunt alleen een nieuw systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set staat.
Over deze taak
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
Stappen
1. Selecteer in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie de optie Beveiliging en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeem-/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Voer het nieuwe wachtwoord in.
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op J om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen
Vereisten
Zorg ervoor dat Wachtwoordstatus in de systeeminstallatie is ontgrendeld voordat u het bestaande wachtwoord voor het systeem en
de installatie verwijdert of wijzigt. U kunt geen van beide wachtwoorden verwijderen of wijzigen als Wachtwoordstatus vergrendeld is.
Over deze taak
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
Stappen
1. Selecteer Systeembeveiliging in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie en druk op Enter.
Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend.
2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of Wachtwoordstatus op Ontgrendeld staat.
3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4. Selecteer Installatiewachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
OPMERKING:
Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in wanneer dit
wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, moet u de verwijdering bevestigen wanneer u hierom
wordt gevraagd.
5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
De computer start opnieuw op.
62
Systeeminstallatie
Problemen oplossen
Dell SupportAssist Pre-Boot System prestatiecontrole
uitvoeren
Over deze taak
De SupportAssist-diagnose (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. Dell SupportAssist
Pre-Boot prestatiecontrole maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De ingebouwde systeemdiagnostiek biedt
een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen waarmee u het volgende kunt doen:
automatische tests kunt laten uitvoeren of in interactieve modus
tests herhalen
testresultaten weergeven of opslaan
grondige testen kunt laten uitvoeren voor extra testmogelijkheden voor nog meer informatie over het/de defecte apparaat/apparaten
statusmeldingen weergeven waarin staat of de tests goed verlopen zijn
foutmeldingen weergeven waarin staat of er tijdens het testen problemen zijn opgetreden
OPMERKING:
Voor sommige testen voor specifieke apparaten is gebruikersinteractie vereist. Zorg er voor dat u altijd aanwezig bent
bij de computerterminal wanneer er diagnostische testen worden uitgevoerd.
Zie voor meer informatie Hardwareproblemen oplossen met ingebouwde en online diagnostische gegevens (SupportAssist ePSA, ePSA- of
PSA-foutcodes) .
De PerformanceAssist Pre-Boot System prestatiecontrole uitvoeren
Stappen
1. Schakel de computer in.
2. Druk tijdens het opstarten van de computer op F12 wanneer het logo van Dell verschijnt.
3. Selecteer in het opstartmenu de optie Diagnostics (Diagnose).
4. Klik op de pijl in de linkerbenedenhoek.
De voorpagina voor diagnostiek wordt weergegeven.
5. Klik op de pijl in de rechterbenedenhoek om naar de paginalijst te gaan.
De gedetecteerde items worden vermeld.
6. Als u alleen een test voor een specifiek apparaat wilt laten uitvoeren, drukt u op Esc en klikt u op Yes om de diagnosetest te stoppen.
7. Selecteer het apparaat in het linkervenster en klik op Run Tests (Tests starten).
8. Van eventuele problemen worden foutcodes weergegeven.
Noteer de foutcode en het validatienummer en neem contact op met Dell.
Dell Enhanced Pre-Boot System Assesment-diagnose
(ePSA) 3.0
Activeer de ePSA-diagnose door:
Op de F12-toets te drukken wanneer het systeem de optie ePSA of diagnostiek geeft bij een eenmalig opstartmenu en deze te
kiezen.
Fn (Functietoets op het toetsenbord) en de Aan/uit-knop (PWR) van het systeem ingedrukt te houden.
Voor meer informatie, zie Dell EPSA Diagnostic 3.0.
5
Problemen oplossen 63
Diagnostische lampjes systeem
Diagnoselampje netvoeding
Geeft de status van de voeding aan in een van de twee standen:
Uit: geen voeding
Aan: voeding wordt geleverd.
Lampje aan-uitknop
Tabel 20. Status van de LED van de aan/uit-knop
Status van de LED van de aan/
uit-knop
Systeemstand Omschrijving
Off (Uit)
S4
S5
Er is slaapstand of uit.
Solid White S0 Werkende stand
Constant oranje Verschillende slaapstanden of geen POST
Knipperend oranje/wit Fout bij POST
Dit platform vertrouwt erop dat het LED-lampje van de aan-/uitknop in een amber/wit patroon knippert om een storing vast te stellen,
zoals in de volgende tabel is aangegeven:
OPMERKING:
De knipperpatronen bestaan uit twee nummers (Eerste groep: knipperend oranje, Tweede groep: knipperend wit).
Eerste groep: het LED-lampje van de aan-/uitknop knippert oranje, 1 tot 9 keer, gevolgd door een korte pauze waarin de LED uit
is gedurende een paar seconden.
Tweede groep: het LED-lampje van de aan-/uitknop knippert vervolgens wit, 1 tot 9 keer, gevolgd door een langere pauze
voordat de volgende cyclus weer begint na een korte interval.
.
Voorbeeld: er is geen geheugen gedetecteerd (2,3). Het LED-lampje van de aan-/uitknop knippert 2 keer in oranje, gevolgd door een
pauze, en knippert vervolgens 3 keer in wit. Het LED-lampje van de aan-/uitknop pauzeert enkele seconden voordat de volgende cyclus
opnieuw wordt herhaald.
Tabel 21. Status diagnisctische led's
Knipperend patroon Omschrijving van het probleem Mogelijke oplossing
Amber Wit
1 2 Onherstelbare SPI flash-fout
2 1 CPU-fout
Voer de diagnostische
hulpprogramma's van Intel CPU
uit.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
2 2 Systeemkaartfout (inclusief BIOS-beschadiging
of ROM-fout)
Nieuwste BIOS-versie flashen.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
2 3 Geen geheugen/RAM gevonden
Bevestig dat de geheugenmodule
goed is geïnstalleerd.
Vervang de geheugenmodule als
het probleem aanhoudt.
2 4 Geheugen-/RAM-fout
Reset de geheugenmodule.
64 Problemen oplossen
Tabel 21. Status diagnisctische led's (vervolg)
Knipperend patroon Omschrijving van het probleem Mogelijke oplossing
Vervang de geheugenmodule als
het probleem aanhoudt.
2 5 Ongeldig geheugen geïnstalleerd
Reset de geheugenmodule.
Vervang de geheugenmodule als
het probleem aanhoudt.
2 6 Fout in de systeemkaart, chipset-fout,
klokfout, gate A20-fout, super I/O-fout,
toetsenbordcontrollerfout
Nieuwste BIOS-versie flashen.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
3 1 CMOS-batterijstoring
Reset de CMOS-
batterijverbinding.
Vervang de RTS-batterij als het
probleem aanhoudt.
3 2 PCIe- of videokaart-/chip-fout
Plaats de systeemkaart terug.
3 3 BIOS-herstel-image niet gevonden
Nieuwste BIOS-versie flashen.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
3 4 BIOS-herstel-image gevonden maar ongeldig
Nieuwste BIOS-versie flashen.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
3 5 Stroomrailfout
EC ondervond een power-
sequencing-fout.
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
3 6 Fout met betaald SPI-volume
Flash-corruptie gedetecteerd
door SBIOS
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
3 7 Fout met Intel ME (management engine)
Time-out wacht op de reactie van
ME op het HECI-bericht
Vervang de systeemkaart als het
probleem aanhoudt.
4 2 Verbindingsprobleem CPU-voedingskabel
Diagnostische foutmeldingen
Tabel 22. Diagnostische foutmeldingen
Foutmeldingen Omschrijving
AUXILIARY DEVICE FAILURE
Er kan een fout zitten in de touchpad of de externe muis.
Controleer bij een externe muis de kabelaansluiting. Schakel de
optie Pointing Device in het System Setup-programma in.
BAD COMMAND OR FILE NAME
Controleer of u de opdracht correct hebt gespeld, spaties op de
juiste plaats hebt gezet en de correct padnaam hebt gebruikt.
CACHE DISABLED DUE TO FAILURE
Er is een fout opgetreden in de primaire cache van de
microprocessor. Contact opnemen met Dell
Problemen oplossen 65
Tabel 22. Diagnostische foutmeldingen (vervolg)
Foutmeldingen Omschrijving
CD DRIVE CONTROLLER FAILURE
Het optische station reageert niet meer op opdrachten van de
computer.
DATA ERROR
De vaste schijf kan de gegevens niet lezen.
DECREASING AVAILABLE MEMORY
Een of meer geheugenmodules zijn defect of zitten niet goed vast.
Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien nodig.
DISK C: FAILED INITIALIZATION
De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd. Voer de vaste-
schijftests in Dell Diagnostics uit.
DRIVE NOT READY
Er moet een vaste schijf in de houder zitten om verder te kunnen
gaan. Monteer een vaste schijf in de vaste-schijfhouder.
ERROR READING PCMCIA CARD
De computer herkent de ExpressCard niet. Steek de kaart opnieuw
erin of probeer een andere kaart.
EXTENDED MEMORY SIZE HAS CHANGED
De hoeveelheid geheugen opgenomen in niet-vluchtig geheugen
(NVRAM) komt niet overeen met de hoeveelheid geheugen die in
de computer is geïnstalleerd. Start de computer opnieuw. Als de
fout opnieuw optreedt, neemt u contact op met Dell.
THE FILE BEING COPIED IS TOO LARGE FOR THE
DESTINATION DRIVE
Het bestand dat u wilt kopiëren, is te groot om op de schijf te
passen of de schijf is vol. Probeer het bestand naar een andere
schijf te kopiëren of gebruik een schijf met een grotere capaciteit.
A FILENAME CANNOT CONTAIN ANY OF THE FOLLOWING
CHARACTERS: \ / : * ? " < > | -
Gebruik deze tekens niet in bestandsnamen.
GATE A20 FAILURE
Mogelijk zit er een geheugenmodule los. Plaats de
geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien nodig.
GENERAL FAILURE
Het besturingssysteem kan de opdracht niet uitvoeren. Dit
bericht wordt gewoonlijk gevolgd door specifieke informatie
bijvoorbeeld, Bijvoorbeeld, Printer out of paper. Take
the appropriate action.
HARD-DISK DRIVE CONFIGURATION ERROR
De computer herkent het stationstype niet. Schakel de computer
uit, verwijder de vaste schijf en start de computer op vanaf een cd.
Schakel daarna de computer weer uit, plaats de vaste schijf terug
en start de computer opnieuw op. Voer de Hard Disk Drive-tests
in Dell Diagnostics uit.
HARD-DISK DRIVE CONTROLLER FAILURE 0
De vaste schijf reageert niet meer op opdrachten van de computer.
Schakel de computer uit, verwijder de vaste schijf en start de
computer op vanaf een cd. Schakel daarna de computer weer uit,
plaats de vaste schijf terug en start de computer opnieuw op. Als
het probleem aanhoudt, probeert u een ander station. Voer de
Hard Disk Drive-tests in Dell Diagnostics uit.
HARD-DISK DRIVE FAILURE
De vaste schijf reageert niet meer op opdrachten van de computer.
Schakel de computer uit, verwijder de vaste schijf en start de
computer op vanaf een cd. Schakel daarna de computer weer uit,
plaats de vaste schijf terug en start de computer opnieuw op. Als
het probleem aanhoudt, probeert u een ander station. Voer de
Hard Disk Drive-tests in Dell Diagnostics uit.
HARD-DISK DRIVE READ FAILURE
Mogelijk is de vaste schijf defect. Schakel de computer uit,
verwijder de vaste schijf en start de computer op vanaf een cd.
Schakel daarna de computer weer uit, plaats de vaste schijf terug
en start de computer opnieuw op. Als het probleem aanhoudt,
probeert u een ander station. Voer de Hard Disk Drive-tests in
Dell Diagnostics uit.
INSERT BOOTABLE MEDIA
Het besturingssysteem probeert op te starten vanaf niet-
opstartbare media, zoals een optisch station. Plaats een
66 Problemen oplossen
Tabel 22. Diagnostische foutmeldingen (vervolg)
Foutmeldingen Omschrijving
opstartbaar medium. Insert bootable media (plaats een opstartbaar
medium).
INVALID CONFIGURATION INFORMATION-PLEASE RUN
SYSTEM SETUP PROGRAM
De systeemconfiguratiegegevens komen niet overeen met de
hardwareconfiguratie. De grootste kans dat dit bericht wordt
weergegeven, is na het plaatsen van een geheugenmodule.
Corrigeer de van toepassing zijnde opties in het System Setup-
programma.
KEYBOARD CLOCK LINE FAILURE
Controleer bij een extern toetsenbord de kabelaansluiting. Voer de
Keyboard Controller-test in Dell Diagnostics uit.
KEYBOARD CONTROLLER FAILURE
Controleer bij een extern toetsenbord de kabelaansluiting. Start
de computer opnieuw op en raak tijdens het opstarten het
toetsenbord en de muis niet aan. Voer de Keyboard Controller-
test in Dell Diagnostics uit.
KEYBOARD DATA LINE FAILURE
Controleer bij een extern toetsenbord de kabelaansluiting. Voer de
Keyboard Controller-test in Dell Diagnostics uit.
KEYBOARD STUCK KEY FAILURE
Controleer bij een extern toetsenbord of -blok de kabelaansluiting.
Start de computer opnieuw op en raak tijdens het opstarten het
toetsenbord en de toetsen niet aan. Voer de Stuck Key-test uit in
Dell Diagnostics.
LICENSED CONTENT IS NOT ACCESSIBLE IN
MEDIADIRECT
Dell MediaDirect kan de DRM-beperkingen (Digital Rights
Management) op het bestand niet controelren. Het bestand kan
daarom niet worden afgespeeld.
MEMORY ADDRESS LINE FAILURE AT ADDRESS, READ
VALUE EXPECTING VALUE
Mogelijk is er een geheugenmodule die defect is of niet goed
vastzit. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien
nodig.
MEMORY ALLOCATION ERROR
Er is een conflict tussen de software die u wilt uitvoeren en het
besturingssysteem of een ander programma of hulpprogramma.
Schakel de computer uit, wacht 30 seconden en start hem
opnieuw op. Voer het programma opnieuw. Als het foutbericht
nog steeds wordt weergegeven, moet u de documentatie bij de
software raadplegen.
MEMORY DOUBLE WORD LOGIC FAILURE AT ADDRESS,
READ VALUE EXPECTING VALUE
Mogelijk is er een geheugenmodule die defect is of niet goed
vastzit. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien
nodig.
MEMORY ODD/EVEN LOGIC FAILURE AT ADDRESS, READ
VALUE EXPECTING VALUE
Mogelijk is er een geheugenmodule die defect is of niet goed
vastzit. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien
nodig.
MEMORY WRITE/READ FAILURE AT ADDRESS, READ
VALUE EXPECTING VALUE
Mogelijk is er een geheugenmodule die defect is of niet goed
vastzit. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien
nodig.
NO BOOT DEVICE AVAILABLE
De computer kan de vaste schijf niet vinden. Als de vaste schijf
uw opstartapparaat is, moet u controleren of deze is gemonteerd,
goed vastzit en als opstartapparaat is gepartitioneerd.
NO BOOT SECTOR ON HARD DRIVE
Het besturingssysteem is mogelijk beschadigd. Neem contact op
met Dell.
NO TIMER TICK INTERRUPT
Mogelijk werkt een chip op de systeemkaart niet goed. Voer de
System Set-tests in Dell Diagnostics uit.
NOT ENOUGH MEMORY OR RESOURCES. EXIT SOME
PROGRAMS AND TRY AGAIN
Er zijn te veel programma's geopend. Sluit alle vensters en open
het programma dat u wilt gebruiken.
OPERATING SYSTEM NOT FOUND
U installeert het besturingssysteem als volgt opnieuw: Als het
probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.
Problemen oplossen 67
Tabel 22. Diagnostische foutmeldingen (vervolg)
Foutmeldingen Omschrijving
OPTIONAL ROM BAD CHECKSUM
Er zit een fout in de optionele ROM. Neem contact op met Dell.
SECTOR NOT FOUND
Het besturingssysteem kan geen sector op de vaste schijf vinden.
Mogelijk is er een defecte sector of beschadigde FAT op de
vaste schijf. Voer het Windows-hulpprogramma voor foutcontrole
uit om de bestandsstructuur op de vaste schijf te controleren.
Open Help en ondersteuning (klik hiervoor op Start > Help en
ondersteuning) voor instructies. Als een groot aantal sectoren
defect zijn, maakt u (indien mogelijk) een back-up van de gegevens
en formatteert u de vaste schijf opnieuw.
SEEK ERROR
Het besturingssysteem kan een bepaald spoor op de vaste schijf
niet vinden
SHUTDOWN FAILURE
Mogelijk werkt een chip op de systeemkaart niet goed. Voer de
System Set-tests in Dell Diagnostics uit. Als het bericht opnieuw
verschijnt, neemt u contact op met Dell.
TIME-OF-DAY CLOCK LOST POWER
Er zijn systeemconfiguratie-instellingen beschadigd. Sluit de
computer aan op een stopcontact om de batterij op te laden.
Als het probleem aanhoudt, moet u proberen de gegevens de
herstellen door het System Setup-programma te openen. Sluit het
programma daarna direct af. Als het bericht opnieuw verschijnt,
neemt u contact op met Dell.
TIME-OF-DAY CLOCK STOPPED
Mogelijk moet de reservebatterij die de systeemconfiguratie-
instellingen ondersteunt, worden opgeladen. Sluit de computer aan
op een stopcontact om de batterij op te laden. Als het probleem
zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.
TIME-OF-DAY NOT SET-PLEASE RUN THE SYSTEM
SETUP PROGRAM
De in het System Setup-programma ingestelde tijd of datum komt
niet overeen met die van de systeemklok. Corrigeer de instellingen
voor de opties Date and Time.
TIMER CHIP COUNTER 2 FAILED
Mogelijk werkt een chip op de systeemkaart niet goed. Voer de
System Set-tests in Dell Diagnostics uit.
UNEXPECTED INTERRUPT IN PROTECTED MODE
Mogelijk werkt de toetsenbordcontroller niet goed of zit er
een geheugenmodule los. Voer de System Memory-testen
en de Keyboard Controller-test uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnoseprogramma) of neem contact op met Dell.
X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT READY
Plaats een schijf in het station en probeer het opnieuw.
Het BIOS flashen
Over deze taak
Mogelijk moet u het BIOS flashen wanneer er een update beschikbaar is of na het vervangen of terugplaatsen van het moederbord.
Volg deze stappen om het BIOS te flashen:
Stappen
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Product support (productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (verzenden).
OPMERKING:
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor
uw model computer.
4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd.
68
Problemen oplossen
6. Scroll naar beneden op de pagina en vouw BIOS uit.
7. Klik op Downloaden om de laatste versie van de BIOS voor uw computer te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het BIOS update-bestand heeft opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het BIOS update-bestand en volg de instructies op het scherm.
BIOS flashen (USB-stick)
Stappen
1. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 7 in "BIOS flashen" om het nieuwste bestand met het BIOS-installatieprogramma te
downloaden.
2. Maak een opstartbaar USB-station. Zie het Knowledge Base-artikel SLN143196 op www.dell.com/support voor meer informatie.
3. Kopieer het bestand met het BIOS-installatieprogramma naar het opstartbare USB-station.
4. Sluit het opstartbare USB-station aan op de computer waarop de BIOS-update moet worden geïnstalleerd.
5. Start de computer opnieuw op en druk op F12 wanneer het Dell logo op het scherm wordt weergegeven.
6. Start het USB-station op vanuit het eenmalige opstartmenu.
7. Typ de bestandsnaam van het BIOS-installatieprogramma en druk op Enter.
8. Het hulpprogramma voor BIOS-update wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om het BIOS-update te
voltooien.
Wifi-stroomcyclus
Over deze taak
Als uw computer geen toegang tot het internet heeft vanwege problemen met Wifi kan een Wifi-stroomcyclusprocedure worden
uitgevoerd. De volgende procedure bevat de instructies voor het uitvoeren van een Wifi-stroomcyclus:
OPMERKING: Sommige ISP's (Internet Service Providers) bieden een gecombineerde modem/router.
Stappen
1. Zet de computer uit.
2. Schakel de modem uit.
3. Schakel de draadloze router uit.
4. Wacht 30 seconden.
5. Schakel de draadloze router in.
6. Schakel de modem in.
7. Zet de computer aan.
Problemen oplossen
69
Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell
Bronnen voor zelfhulp
U kunt informatie en hulp voor producten en services van Dell krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp.
Tabel 23. Bronnen voor zelfhulp
Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie
Informatie over producten en services van Dell www.dell.com
Mijn Dell
Tips
Contact opnemen met de ondersteuning In Windows Zoeken typt u Contact Support en drukt u op
Enter.
Online help voor besturingssysteem www.dell.com/support/windows
www.dell.com/support/linux
Toegang krijgen tot de beste oplossingen, diagnostische gegevens,
drivers en downloads en meer informatie over uw computer via
video's, handleidingen en documenten.
Het servicetag of de Express-servicecode van uw Dell
computer bieden een unieke identificatiemethode. Om relevante
ondersteuningsbronnen voor uw Dell computer te bekijken, kunt
u het beste de servicetag of Express-servicecode invoeren op
www.dell.com/support.
Voor meer informatie over het vinden van de servicetag van uw
computer raadpleegt u Zoek de servicetag voor uw computer.
Knowledge Base-artikelen van Dell voor allerlei computerproblemen
1. Ga naar www.dell.com/support.
2. Selecteer op de menubalk boven aan de ondersteuningspagina
de optie Support > Knowledge Base.
3. Typ in het zoekveld op de pagina Knowledge Base het
trefwoord, onderwerp of modelnummer en klik of tik dan op
het zoekpictogram om de gerelateerde artikelen weer te geven.
Contact opnemen met Dell
Ga naar www.dell.com/contactdell als u contact wilt opnemen met Dell voor verkoop, technische support of aan de klantenservice
gerelateerde zaken.
OPMERKING:
De beschikbaarheid hiervan verschilt per land/regio en product. Sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw
land/regio.
OPMERKING: Wanneer u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden over uw aankoopfactuur, de
verzendbrief, de rekening of in uw Dell productcatalogus.
6
70 Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70

Dell Precision 3650 Tower de handleiding

Type
de handleiding