Panasonic DMCSZ7EG Handleiding

Type
Handleiding
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-SZ7
until
2012/03/08
VQT3Z08
F1211MR0
- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera................4
Standaard accessoires..............................5
Namen van de onderdelen........................6
Voorbereiding
De batterij opladen....................................8
• De Batterij erin doen ...........................9
• Opladen ............................................10
• Uitvoertijd en aantal te maken
beelden bij benadering .....................12
Invoering en verwijdering van de Kaart
(optioneel) ...............................................14
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................15
• Approximatief aantal opneembare
beelden en beschikbare
opnametijd ........................................17
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................18
• De klokinstelling veranderen .............19
Tips om mooie opnamen te maken.........20
• Doe de polsriem om en houdt het
toestel voorzichtig vast .....................20
• Golfstoring (camerabeweging)..........20
Basiskennis
Selecteren van de opnamemodus ..........21
Beelden maken m.b.v. de automatische
functie (Intelligente Automatische
Functie) ...................................................22
• Veranderen van de instellingen ........24
Het maken van beelden met uw
favoriete instellingen (Normale
beeldfunctie)............................................26
Het focussen ...........................................27
Opname Bewegend Beeld ......................29
• Foto’s maken terwijl u een video
maakt................................................31
Beelden terugspelen ([Normaal afsp.]) ...32
• Een beeld selecteren ........................32
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen).................33
• De terugspeelzoom gebruiken ..........33
Bewegende beelden terugspelen............34
• Creëren van foto’s uit een film ..........35
Beelden wissen .......................................36
• Om een enkele opname uit te
wissen ...............................................36
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen.......37
Menu instellen .........................................38
• Menuonderdelen instellen .................38
• Gebruik van het snelle menu ............39
Over het set-up Menu..............................40
Opnemen
Over de LCD-monitor ..............................50
Gebruik van de Zoom..............................51
• M.b.v. de Optische Zoom/
M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/
M.b.v. de Intelligente Zoom/
M.b.v. de Digitale Zoom ....................51
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................53
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................53
Close-up’s maken ([Macro-AF]/
[Macro zoom]) .........................................56
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................57
Belichtingscompensatie...........................58
Beelden opnemen met Auto Bracket.......59
Beelden maken die eruit zien als
diorama's (Miniatuureffect-functie) ..........60
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................61
• [Portret] .............................................62
• [Gave huid]........................................62
• [Landschap].......................................62
• [Panorama-opname] .........................63
• [Sport]................................................65
• [Nachtportret] ....................................65
• [Nachtl.schap] ...................................65
• [Nachtop. uit hand] ............................65
• [Voedsel] ...........................................66
• [Baby1]/[Baby2] .................................66
• [Huisdier] ...........................................67
• [Zonsonderg.] ....................................67
• [H. gevoeligh.] ...................................67
• [Achter glas Mode] ............................67
• [Foto frame].......................................67
3D-beelden maken (3D-fotofunctie) ........68
- 3 -
Een beeld maken met Gezichtsdetectie
functie......................................................69
• Gezichtsinstellingen ..........................70
Tekst Invoeren ........................................73
Gebruik van het [Opname] Menu ............74
• [Fotoresolutie] ...................................74
• [Kwaliteit]...........................................75
• [Gevoeligheid] ...................................76
• [Witbalans] ........................................77
• [AF mode] .........................................79
• [Quick AF] .........................................81
• [Gezicht herk.]...................................81
• [i. Exposure] ......................................81
• [Korte sluitert.]...................................82
• [I.resolutie] ........................................82
• [Dig. zoom]........................................82
• [Burstfunctie] .....................................83
• [Kleurfunctie] .....................................84
• [AF ass. lamp] ...................................84
• [Rode-ogencorr] ................................84
• [Stabilisatie].......................................85
• [Datum afdr.] .....................................85
• [Klokinst.] ..........................................85
Gebruik van het [Bewegend beeld]
Menu .......................................................86
• [Opnamefunctie]................................86
• [Opn. kwaliteit] ..................................86
• [Continu AF] ......................................87
• [Windreductie] ...................................87
Afspelen/Bewerken
Diverse afspeelmethoden .......................88
• [Diashow] ..........................................89
• [Afspelen filteren] ..............................91
• [Kalender]..........................................92
Plezier met Gemaakte beelden...............93
• [Auto retouche]..................................93
• [Creatieve retouche]..........................94
Gebruik van het [Afspelen] Menu............95
• [Uploadinstellingen]...........................95
• [Titel bew.].........................................97
• [Tekst afdr.] .......................................98
• [Splits video]....................................100
• [Nw. rs.]...........................................101
• [Bijsnijden].......................................102
• [Favorieten] .....................................103
• [Print inst.] .......................................104
• [Beveiligen] .....................................106
• [Gez.herk. bew.]..............................107
• [Kopie].............................................108
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................109
• Gebruik van VIERA Link (HDMI) .....111
Afspelen van 3D-beelden ......................113
Opslaan van de opgenomen
stilstaande beelden en bewegende
beelden..................................................115
• Kopiëren door de SD-kaart in de
recorder te plaatsen ........................115
• Kopieer het afspeelbeeld
m.b.v. een AV-kabel........................116
• Kopiëren naar een PC met gebruik
van “PHOTOfunSTUDIO...............117
Aansluiting op de PC.............................118
• Het verkrijgen van foto's en [MP4]
films (anders dan [AVCHD]-films) ...119
• Uploaden van beelden naar
websites waarin deze met anderen
gedeeld kunnen worden..................121
Beelden afdrukken ................................122
• Een beeld kiezen en uitprinten........123
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................123
• Printinstellingen...............................124
Overige
Schermdisplay.......................................127
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...129
Waarschuwingen op het scherm ...........134
Problemen oplossen..............................136
Voor Gebruik
- 4 -
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera
Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
De lens, de LCD-monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden
bij gebruik onder de volgende omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld
niet wordt opgenomen, indien u:
Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
Gaan zitten met het toestel in uw broekzak of het toestel in een
volle of smalle tas forceren, enz.
Bevestigen van artikelen, zoals accessoires, aan de riem die aan
het toestel bevestigd is.
Hard duwen op de lens of op de LCD-monitor.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig.
Vermijd dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof,
water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistof, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom
de lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op
omdat dit niet alleen storingen kan veroorzaken, maar het toestel
ook onherstelbaar kan beschadigen.
Plaatsen met veel zand of stof.
Plaatsen waar water in contact kan komen met dit toestel, zoals
wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
Over condens (Als de lens beslagen is)
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of
vochtigheid wijzigt. Op condens letten omdat het vlekken op de
lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze
gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt komt
van de kamertemperatuur.
- 5 -
Voor Gebruik
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Voor Gebruik
- 6 -
Namen van de onderdelen
1 Flits (P53)
2 Lens (P4, 130)
3 Zelfontspannerlampje (P57)
AF-lamp (P84)
4 LCD-monitor (P50, 127, 130)
5 [MENU/SET] knop (P38)
6 [DISP.] knop (P50)
7 [Q.MENU] (P39)/[ ] (Wis/Annuleer)
knop (P36)
8 [MODE] knop (P21, 88)
9 REC/PLAY-schakelaar (P21, 32)
10 Opladen lamp (P10)
11 Cursorknoppen
A: 3/Belichtingscompensatie (P58)
B: 4/Macrofunctie (P56)
AF-opsporing (P80)
C: 2/Zelfontspanner (P57)
D: 1/Flitsinstelling (P53)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
of Druk op 4
1 2 3
76
4
10
98
11
5
- 7 -
Voor Gebruik
12 Lusje voor draagriem
Zorg ervoor de riem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt, zodat het
niet kan vallen.
13 Objectiefcilinder
14 [HDMI] aansluiting (P109, 111)
15 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P10,
109, 119, 122)
16 Luidspreker (P42)
Pas op de luidspreker niet te bedekken
met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk
hoorbaar kunnen maken.
17 Toestel AAN/UIT (P18)
18 Zoomhendeltje (P51)
19 Microfoon
20 Sluitertoets (P22, 26)
21 Bewegend beeldknop (P29)
22 Statiefbevestiging
23 Kaart/Batterijklep (P9, 14)
24 Vrijgavehendeltje (P9, 14)
13
15
14
12
16 17 18
19 20 21
22 23
24
Voorbereiding
- 8 -
Voorbereiding
De batterij opladen
Gebruik de gewijde AC-adapter (bijgeleverd), USB-verbindingskabel (bijgeleverd)
en batterij.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij alleen op wanneer deze in de camera zit.
¢ De camera kan alleen tijdens de afspeelfunctie voorzien worden van stroom vanaf een
stopcontact via de USB-verbindingskabel (bijgeleverd). (De batterij is niet opgeladen.)
Wanneer er geen resterende batterijstroom is, kan het opladen uitgevoerd worden ongeacht of
de stroomschakelaar op [ON] of [OFF] staat.
Als er geen batterij inzit, wordt er geen opladen of stroom verschaft.
Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Camera-omstandigheden Opladen
Stroom ingeschakeld (of [Slaapsmodus]
(P45) is geactiveerd)
Stroom aan
¢
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele
product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle
batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne
bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke
veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand
of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn
voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een
namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele
batterijpakketten van Panasonic.
- 9 -
Voorbereiding
Doe de batterij in de camera om deze op te laden.
Controleer of het toestel uit staat.
Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open de
batterij/kaartklep.
Altijd originele Panasonic batterijen
gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt,
garanderen wij de kwaliteit van dit product
niet.
Let op bij de richting van plaatsing
van de batterij en plaats hem volledig
naar binnen, tot u een blokkeergeluid
hoort. Controleer dan of hendel A de
batterij vergrendeld heeft.
Trek hendel A in de richting van de
pijl om de batterij uit te nemen.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
2:Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Aantekening
Voordat u de batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten totdat de “LUMIX” display op
de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen
gaan.)
De Batterij erin doen
Voorbereiding
- 10 -
Er wordt aanbevolen de batterij te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en
30 oC (dezelfde temperatuur als de batterijtemperatuur).
(Opladen vanaf het stopcontact)
Verbind de AC-adapter (bijgeleverd) en deze camera met de
USB-aansluitingskabel (bijgeleverd) en steek de AC-adapter (bijgeleverd)
in het stopcontact.
Gebruik de AC-adapter (bijgeleverd) binnen.
(Opladen vanaf een computer)
Verbind de computer en deze camera met de USB-aansluitingskabel
(bijgeleverd).
Het opladen zou niet mogelijk kunnen zijn, afhankelijk van de computerspecificaties.
Als de computer in stand-by gaat tijdens het opladen van de batterij, zal het opladen stoppen.
Het verbinden van deze camera aan een notebook die niet aangesloten is op een stopcontact
zal ervoor zorgen dat de batterij van de notebook sneller leeg raakt. Laat de camera niet
gedurende lange periodes verbonden.
Zorg er voor altijd de camera aan een USB-aansluiting van de computer te verbinden. Verbind
de camera niet aan een monitor, toetsenbord of USB-aansluiting van een printer of een
USB-hub.
Opladen
Controleer dat dit toestel uitstaat.
A Naar stopcontact
B AC-adapter (bijgeleverd)
C PC (Zet de stroom aan)
D USB-aansluitingskabel (bijgeleverd)
Controleer de richting en de vorm van de connectoren en houd deze recht tijdens het naar
binnen steken en los trekken. (de connectoren zouden anders vervormd kunnen raken,
hetgeen storingen kan veroorzaken.)
E De markeringen uitlijnen en erin doen.
F Opladen lamp
- 11 -
Voorbereiding
Over de oplaadlamp
Oplaadtijd
Wanneer u de AC-adapter gebruikt (bijgeleverd)
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de
batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer
kunnen zijn dan anders.
De oplaadtijd wanneer er aangesloten is op de computer hangt af van de prestatie van
de computer.
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij
op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen
veroorzaken.
Gebruik geen USB-extensiekabel.
De AC-adapter (bijgeleverd) en USB-verbindingskabel (bijgeleverd) zijn alleen voor deze
camera. Gebruik deze niet met andere inrichtingen.
Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
Als er zich een probleem voordoet in het stopcontact, zoals een stroomuitval, zou het opladen
niet normaal voltooid kunnen worden. Als dit zich voordoet, koppel de USB-verbindingskabel
(bijgeleverd) dan los en verbind die opnieuw.
Als het laadlampje niet ingeschakeld wordt of gaat knipperen wanneer u de (bijgeleverde)
AC-adapter of PC aansluit, betekent dit dat het laden gestopt is omdat het toestel zich niet
binnen het temperatuurbereik bevindt dat geschikt is voor het laden. Het duidt niet op een
defect.
Sluit de (bijgeleverde) USB-kabel opnieuw aan in een plaats waar de omgevingstemperatuur
(en de temperatuur van de batterij) binnen een bereik van 10 oC tot 30 oC ligt en probeer
opnieuw te laden.
Aan: Opladen.
Uit: Opladen is voltooid. (Wanneer het opladen voltooid is, de camera loskoppelen
van het stopcontact of computer.)
Oplaadtijd Ongeveer 180 min
Voorbereiding
- 12 -
Stilstaande beelden opnemen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].)
Opnemen om de 30 seconden met iedere tweede opname gebruik van de volledige flitser.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
Opnemen van bewegende beelden
Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Houd u er rekening mee dat deze tijden bij benadering gelden.
De huidige opnametijd is de tijd die beschikbaar is voor het maken van opnames terwijl
bepaalde handelingen steeds herhaald worden, zoals het schakelen van de stroom op [ON]/
[OFF], het starten/stoppen van de opname, zoomen, enz.
De maximumtijd voor het continu opnemen van bewegende beelden met [AVCHD] bedraagt
29 minuten en 59 seconden.
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en
59 seconden. Bovendien kunnen films in [MP4] tot 4 GB continu opgenomen worden. Gezien
deze beperking bedraagt de maximum continue opnameduur in [FHD] ongeveer 24 minuten en
43 seconden. De maximum beschikbare continue opnametijd wordt op het scherm
weergegeven.
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Aantal beelden Ongeveer 220 opnames
Volgens CIPA-standaard in
normale beeldfunctie
Opnametijd Ongeveer 110 min
[AVCHD]
(Opnemen terwijl de
beeldkwaliteit op [FSH] staat)
[MP4]
(Opnemen terwijl de
beeldkwaliteit op [FHD] staat)
Opneembare tijd Ongeveer 60 min Ongeveer 60 min
Huidige opnametijd Ongeveer 30 min Ongeveer 30 min
- 13 -
Voorbereiding
Terugspelen
Aantekening
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
Wanneer u [LCD mode] gebruikt.
Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Terugspeeltijd Ongeveer 150 min
Voorbereiding
- 14 -
Invoering en verwijdering van de Kaart (optioneel)
Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open de
batterij/kaartklep.
Duw er net zolang tegen tot u een
“klik” hoort en let op de richting
waarin u de kaart plaatst.
Om de kaart uit te nemen, op de kaart
duwen tot deze erin klikt en de kaart
vervolgens rechtop uitnemen.
A: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
2:Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Aantekening
Voordat u de kaart eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten totdat de “LUMIX” display op de
LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken
en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
- 15 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
U Kunt de opgenomen beelden naar een kaart kopiëren. (P108)
Geheugengrootte: Ongeveer 70 MB
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het
etiket op de kaart, enz.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart ingedaan is
Er kunnen beelden gemaakt op het ingebouwde
geheugen en deze kunnen afgespeeld worden.
Wanneer er een kaart ingedaan is
Er kunnen beelden gemaakt op de kaart en
deze kunnen afgespeeld worden.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt:
k
>ð (toegangindicatie
¢
)
Als u de kaart gebruikt:
(toegangaanduiding
¢
)
¢ De kaartaanduiding wordt rood weergegeven als er opnames op het
interne geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
Kaart
Opmerkingen
SD-geheugenkaart
(8 MB tot 2 GB)
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklassen
¢
met
“Klasse 4” of hoger wanneer u bewegende beelden
maakt.
De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten
of SDXC-geheugenkaarten.
SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDXC-geheugenkaarten.
Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart
(48 GB, 64 GB)
b.v.:
Voorbereiding
- 16 -
Aantekening
Tijdens de toegang (schrijven van beelden, lezen en wissen, formatteren, enz.) de
stroom niet uitschakelen, de batterij of de kaart niet verwijderen of de (bijgeleverde)
AC-adapter afsluiten. Stel dit toestel bovendien niet bloot aan trillingen, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit toestel
zal dan niet langer normaal kunnen werken.
Als de handeling mislukt wegens trillingen, stoten of statische elektriciteit, de handeling
opnieuw uitvoeren.
Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn
originele positie.)
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat
het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz.
op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P48)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
2
A
- 17 -
Voorbereiding
Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd
Aantal opnamen
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
Kwaliteit [A]
Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
[AVCHD]
[MP4]
Aantekening
Het aantal opneembare beelden/beschikbare opnametijd voor de kaart kan afnemen als
[Uploadinstellingen] uitgevoerd wordt.
De maximumtijd voor het continu opnemen van bewegende beelden met [AVCHD] bedraagt
29 minuten en 59 seconden.
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en
59 seconden. Bovendien kunnen films in [MP4] tot 4 GB continu opgenomen worden. Gezien
deze beperking bedraagt de maximum continue opnameduur in [FHD] ongeveer 24 minuten en
43 seconden. De maximum beschikbare continue opnametijd wordt op het scherm
weergegeven.
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
Om te schakelen tussen de display van het aantal opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd, verschillende keren op [DISP.] drukken. (P50)
A Aantal opnamen
B Beschikbare opnametijd
Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen
afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.)
Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de onderwerpen.
Beeldgrootte
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 32 GB 64 GB
14M (4:3) 12 330 5490 10980
5M (4:3) 24 650 10620 21490
0,3M (4:3) 390 10050 162960 247150
Opname
kwaliteitsinstelling
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 32 GB 64 GB
FSH j 14m00s 4 h10m 8 h27m
SH j 14m00s 4 h10m 8 h27m
Opname
kwaliteitsinstelling
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 32 GB 64 GB
FHD j 12m21s 3h23m17s 6h51m17s
HD j 23m36s 6h28m6s 13h5m11s
VGA 1m45s 51m57s 14h14m8s 28h48m4s
A
B
Voorbereiding
- 18 -
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar
[!] en schakel het toestel
vervolgens in.
Als het taalselectiescherm niet wordt
afgebeeld, overgaan op stap
4.
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
Op [MENU/SET] drukken.
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
dag, uur, minuut, displayvolgorde
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in te
stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
De instelling van de klok kan gewist worden door op
[ ] te drukken.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
- 19 -
Voorbereiding
Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up] menu, en druk op [MENU/SET].
(P38)
De klok kan opnieuw ingesteld worden zoals afgebeeld wordt in de stappen 5 en 6.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio
opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met
[Datum afdr.] of [Tekst afdr.].
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
De klokinstelling veranderen
Voorbereiding
- 20 -
Tips om mooie opnamen te maken
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden
en uw benen een beetje spreiden.
Om vallen te voorkomen, moet u de bijgeleverde polsriem aan uw pols bevestigen. (P7)
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
Zorg ervoor dat u de flitser, de AF-assistlamp, de microfoon, de luidspreker, de lens, enz., niet
met uw vingers aanraakt.
Richtingfunctie ([Lcd roteren])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren] (P48) ingesteld is)
Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op
te nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [Stabilisatie] (P85), een statief of de
zelfontspanner (P57) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
In [Nachtportret] of [Nachtl.schap] in de scènefunctie
Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.]
Doe de polsriem om en houdt het toestel voorzichtig vast
A Draagriem
B Flits
C Microfoon
D Speaker
E AF assistentielamp
Golfstoring (camerabeweging)
- 21 -
Basiskennis
Basiskennis
Selecteren van de opnamemodus
Lijst van Opnamefuncties
Aantekening
Wanneer de functie geschakeld is van Afspeelfunctie naar Opnamefunctie, zal de eerder
ingestelde Opnamefunctie ingesteld worden.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar
[!].
Druk op [MODE].
Druk op 3/4/2/1 om de gewenste
Opnamefunctie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
¦ Intelligente automatische functie (P22)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
! Normale opnamefunctie (P26)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Miniatuureffect-functie (P60)
Dit is een beeldeffect die de omgeving onscherp doet zijn om het er als een diorama uit te
doen zien. (ook bekend als Tilt Shift Focus)
Û
Scènefunctie (P61)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
3D-fotofunctie (P68)
Maakt een 3D-beeld.
Basiskennis
- 22 -
Opnamefunctie:
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/Tegenlichtcompensatie/Intelligente ISO-gevoeligheidbediening/Automatische
witbalans/ Gezichtsdetectie/[Quick AF]/[i. Exposure]/[I.resolutie]/[i.ZOOM]/[AF ass. lamp]/
[Rode-ogencorr]/[Stabilisatie]/[Continu AF]/[Windreductie]
Beeldkwaliteit is vastgesteld op [A].
Schuif de REC/PLAY-schakelaar
naar [!] en druk vervolgens op
[MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Intelligent
auto]te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de
zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het
opnamebereik dat op het scherm weergegeven wordt.
(P27)
U kunt AF tracking instellen door op 3 te drukken.
Raadpleeg voor details P80. (AF tracking zal gewist
worden door opnieuw op 3 te drukken.)
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
1
2
- 23 -
Basiskennis
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
Fotograferen
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Wanneer [ ], [ ] of [ ] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding
minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld
worden op een maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u
beelden maakt.
Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd
gezicht lijkt gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [ ], [ ] en [ ].
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt, Wanneer de zoom
gebruikt wordt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Scènedetectie
¦
>
[i-Portret] [i-Landschap]
[i-Macro] [i-Nachtportret]
¢
1
[i-Nachtl.schap] [iHandh. nachtop.]
¢2
[i-Zonsonderg.] [i-Baby]
¢
3
¢1 Alleen wanneer [ ] geselecteerd is.
¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat.
¢3 Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] staat, zal [ ] weergegeven worden voor
verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn maar alleen
wanneer het gezicht van een persoon van 3 jaar of jonger gedetecteerd wordt.
¦ > [i-Portret] [i-Landschap]
[i-Zacht licht] [i-Macro]
Basiskennis
- 24 -
De volgende menu’s kunnen ingesteld worden.
Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P38.
¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere Opnamemodi.
[Burstfunctie] (P83)
[Burstfunctie] kan ingesteld worden in [ ]. In deze instelling wordt de burst-snelheid
automatisch bijgesteld op grond van de beweging van het onderwerp.
[Kleurfunctie]
De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto
te maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de
levendigheid van de kleur.
[Anti blur]
Wanneer [Anti blur] op [ON] staat, wordt [ ] op het opnamescherm weergegeven. De
camera stelt automatisch een optimale sluitertijd in afhankelijk van de beweging van het
onderwerp, om de wazigheid van het onderwerp te doen afnemen. (In dat geval zou het
aantal pixels verlaagd kunnen worden.)
Veranderen van de instellingen
Menu Onderdeel
[Opname] [Fotoresolutie]
¢
/[Burstfunctie]
¢
/[Kleurfunctie]
¢
/[Anti blur]/
[iHandh. nachtop.]/[iHDR]/[Gezicht herk.]
[Bewegend beeld] [Opnamefunctie]/[Opn. kwaliteit]
[Set-up] [Klokinst.]/[Wereldtijd]/[Toon]
¢
/[Taal]/[O.I.S.-demo]
Menu’s die specifiek zijn voor de Intelligent Auto modus
- 25 -
Basiskennis
[iHandh. nachtop.]
Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat en [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke beelden
handheld opgenomen worden, zullen deze nachtbeelden gemaakt worden met een hoge
burst-snelheid en in een enkel beeld samengevat worden. Deze modus is nuttig als u
prachtige nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk beweging en ruis van het
toestel en zonder een statief te gebruiken. Als het toestel op een statief geplaatst wordt, of
op een ander soort staander, zal [ ] niet gedetecteerd worden.
[iHDR] (Tegenlichtcompensatie)
Als [iHDR] op [ON] staat, worden meerdere foto's met verschillende belichtingen
opgenomen en gecombineerd voor de creatie van een enkele foto met een rijke gradatie.
Als u een bewegend onderwerp fotografeert, kunnen residubeelden opgenomen worden.
Als [ ]
¢
op het beeldscherm weergegeven wordt, en niet anders, zal de iHDR-functie
automatisch werken zoals vereist wordt.
¢ Weergegeven als de camera een tegenlicht onderscheiden heeft. Tegenlicht is de term die
gebruikt wordt om het donker worden van een onderwerp te beschrijven dat veroorzaakt
wordt door een opname tegen het licht in, dat vanachter het onderwerp schijnt.
De daadwerkelijke tegenlichtomstandigheden en [ ] komen niet altijd met elkaar overeen.
Zelfs met [iHDR] op [OFF] zal de tegenlichtcompensatie automatisch werken als de camera
tegenlicht detecteert en zal het opgenomen beeld helderder worden.
In de volgende gevallen wordt geen samengesteld beeld gecreëerd.
Als de zoomfactor groter is dan 10k.
Bij opnames met [Burstfunctie].
Wanneer [ ] geselecteerd is, wordt [ ], [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het
type onderwerp en helderheid.
Wanneer [ ], [ ] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [ ] of [ ].
De flitser (P53)
Basiskennis
- 26 -
Opnamefunctie:
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu
te veranderen.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar
naar [!] en druk vervolgens op
[MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Normale foto] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt scherpstellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
A ISO-gevoeligheid
B Lensopening
C Sluitertijd
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
rood weergegeven als de correcte belichting niet
bereikt wordt. (tenzij een flitser gebruikt wordt)
A B C
- 27 -
Basiskennis
Het focussen
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk
de sluiterknop tot halverwege in.
De AF-zone zou niet groter afgebeeld kunnen worden voor bepaalde zoomvergrotingen en op
donkere plekken.
Over het focusbereik
Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom bediend
wordt.
Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen scherpstelling
plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is.
Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de
zoompositie.
bv.: focusbereik tijdens de Intelligent Auto Mode
Focus
Wanneer er scherpgesteld is
op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Focusaanduiding A Aan Knippert
AF-zone B Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
A
B
Basiskennis
- 28 -
Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in
het midden van het beeld staat dat u wilt opnemen)
1 De AF-zone op het onderwerp richten en
vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting
vast te zetten.
2 De ontspanknop half ingedrukt houden
als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
- 29 -
Basiskennis
Toepasbare modussen:
Opname Bewegend Beeld
Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
A Beschikbare opnametijd
B Verstreken opnametijd
U kunt video’s maken die bij elke Opnamefunctie passen.
Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
Voor de instelling van de [Opnamefunctie] en [Opn. kwaliteit],
raadpleeg P86.
Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken.
Over het opnameformaat voor het opnemen van bewegende beelden
Dit toestel kan bewegende beelden in AVCHD of MP4 formaat opnemen.
AVCHD:
Dit is een formaat voor precieze high definition video. Dit formaat kan het best gebruikt
worden als de video op een high definition TV afgespeeld wordt, dan wel op een disk
bewaard wordt om op een computer afgespeeld te worden.
MP4:
Dit is een eenvoudiger videoformaat dat het best gebruikt kan worden wanneer een
uitgebreide bewerking nodig is, of als u de video’s naar het internet upload.
Over de compatibiliteit van de opgenomen bewegende beelden
Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD] of [MP4] zouden afgespeeld kunnen
worden met slechte beeld- of geluidskwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk kunnen
zijn zelfs wanneer er afgespeeld wordt met apparatuur die compatibel is met deze
formaten. Tevens zou de opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden. In dit
geval gebruikt u dit toestel.
Voor details over MP4-compatibele inrichtingen, de ondersteuningsites hieronder raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
B
A C
Basiskennis
- 30 -
Aantekening
Tijdens het maken van opnames naar het intern geheugen, staat de instelling van [MP4] vast
op [VGA].
De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
Het scherm zou tijdelijk zwart kunnen worden of het apparaat zou lawaai op kunnen nemen
wegens statische elektriciteit of elektromagnetische golven enz. afhankelijk van de omgeving
van de bewegende beeldopname.
Zelfs als de aspectratio-instelling hetzelfde is in foto's en video's, zou de gezichtshoek aan het
begin van de video-opname anders kunnen zijn.
Wanneer [Video Opn.gebied] (P44) ingesteld is op [ON], wordt de gezichtshoek tijdens
video-opname afgebeeld.
Over inzoomen terwijl u video's maakt
Als de Extra Optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zullen
de instellingen geannuleerd worden en zal het opneembare bereik drastisch veranderen.
Als u de zoom enz. hanteert terwijl u film opneemt, zou het geluid van de handeling
opgenomen kunnen worden.
De zoomsnelheid zal lager dan normaal zijn bij het opnemen van bewegende beelden.
Wanneer u de zoom hanteert tijdens het opnemen van bewegende beelden, zou het even
kunnen duren voordat er scherp gesteld wordt.
Als de opname van bewegende beelden na korte tijd eindigt bij het gebruik van de
Miniatuureffect-functie, kan het zijn dat het toestel nog even doorgaat met opnemen. Gelieve
het toestel blijven vasthouden tot de opname eindigt.
Er wordt aangeraden een geheel opgeladen batterij te gebruiken wanneer u films maakt.
Video’s kunnen niet opgenomen worden met [Panorama-opname] in Scènefunctie.
Het zal opgenomen worden in de volgende categorieën voor bepaalde Scènefuncties. Een
filmopname die overeenkomt met elke scène zal uitgevoerd worden voor die, die niet hieronder
opgenoemd worden.
Geselecteerde scènefunctie Scènefunctie terwijl u bewegend beeld opneemt
[Baby1]/[Baby2] Portretfunctie
[Nachtportret], [Nachtl.schap],
[Nachtop. uit hand]
Weinig licht functie
[Sport], [Huisdier], [Foto frame] Normaal bewegend beeld
- 31 -
Basiskennis
Er kunnen foto’s gemaakt worden, zelfs als u een film opneemt. (Simultaan opnemen)
Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een
foto te maken.
Aantekening
Het beeld wordt onder de volgende omstandigheden bewaard.
U kunt in een filmopname tot 2 foto’s maken.
Simultaan opnemen is niet mogelijk als [VGA] op [MP4] gezet is.
Als u de ontspanknop tot de helft indrukt om een beeld te maken tijdens het maken van een
video, zal de camera opnieuw scherp stellen de zal de beweging van het opnieuw
scherpstellen op de video opgenomen worden. Om de prioriteit aan het videobeeld te geven,
wordt aanbevolen foto's te maken door de ontspanknop geheel in te drukken.
Het beeldformaat en het opneembare aantal beelden worden weergegeven door de sluiterknop
tot halverwege in te drukken.
Opnemen van bewegend beeld zal doorgaan na het maken van het stilstaande beeld.
In Miniatuureffect-functie, zal de opname net nadat u de ontspanknop geheel ingedrukt heeft
beginnen.
Het zoomen zou op kunnen houden wanneer er een beeld gemaakt wordt tijdens het zoomen.
Het werkgeluid van de sluiterknop kan opgenomen worden als tijdens het opnemen van een
video een foto gemaakt wordt.
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Foto’s maken terwijl u een video maakt
[AVCHD] Beeldgrootte [MP4] Beeldgrootte
[FSH]/[SH] 3,5 M (16:9) [FHD]/[HD] 3,5 M (16:9)
Basiskennis
- 32 -
Beelden terugspelen ([Normaal afsp.])
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar
[(].
Aantekening
Dit toestel voldoet aan de DCF-norm “Design rule for Camera File system” die vastgesteld is
door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association” en met Exif
“Exchangeable Image File Format”. De bestanden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen
niet worden afgespeeld.
Het kan zijn dat beelden die met een ander toestel genomen zijn niet op dit toestel kunnen
worden afgespeeld.
De body van de lens wordt ongeveer 15 seconden nadat van Opnamemodus naar
Afspeelmodus geschakeld is, ingetrokken.
Druk op 2 of 1.
A Bestandsnummer
B Beeldnummer
Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter
elkaar afspelen.
De snelheid van vooruit/achteruit spoelen van de beelden is afhankelijk van de afspeelstatus.
Een beeld selecteren
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
B
A
- 33 -
Basiskennis
Het zoomhendeltje op [L] (W) zetten.
1 scherm>12 schermen>30 schermen>Schermdisplay
A Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen
beelden
Zet het zoomhendeltje naar [Z] (T) om terug te keren naar
het vorige scherm.
Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [ ] kunnen niet
afgespeeld worden.
Om terug te keren naar normaal terugspelen
Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
De terugspeelzoom gebruiken
Het zoomhendeltje op [Z] (T) zetten.
1k>2k>4k>8k>16k
Wanneer u de zoomhendel naar [L] (W) draait na het
uitvergroten van het beeld, wordt de vergroting lager.
Wanneer u de uitvergroting verandert, verschijnt de indicatie
van de zoompositie B ongeveer 2 seconden lang en kan de
positie van de vergrootte sectie verplaatst worden door op 3/
4/2/1 te drukken.
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
A
B
Basiskennis
- 34 -
Bewegende beelden terugspelen
Dit toestel werd ontworpen voor het afspelen van bewegende beelden met de formaten
AVCHD, MP4 en QuickTime Motion JPEG.
Druk op 2/1 om een beeld te selecteren met
een bewegend beeldicoon (zoals [ ]/[ ]),
en druk vervolgens op 3 om het af te spelen.
A Video-icoon
B Bewegende-beeldenopname
Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd
op het scherm weergegeven.
Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als
[8m30s].
Sommige informatie (opname-informatie, enz.) wordt niet afgebeeld voor bewegende beelden
die gemaakt zijn [AVCHD].
Operaties die uitgevoerd worden tijdens terugspelen van bewegend beeld
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
¢ De snelheid van het vooruit/achteruit afspelen neemt toe als u opnieuw op 1/2 drukt.
Aantekening
Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruit-terugspoelfunctie
langzamer dan normaal gaat.
Gebruik voor het afspelen op een PC van films die met dit toestel opgenomen zijn, de
PHOTOfunSTUDIO” software op de (bijgeleverde) CD-ROM.
Het kan zijn dat films die met een ander toestel genomen zijn niet op dit toestel kunnen worden
afgespeeld.
Pas op de luidspreker van het toestel niet te blokkeren tijdens het afspelen.
Video's die opgenomen zijn in Miniatuureffect-functie worden afgespeeld op ongeveer 8 keer
de normale snelheid.
3 Afspelen/Pauzeren
4
Stop
2
Snel achteruit
¢
/
Frame-by-frame terugspelen (tijdens pauze)
1
Snel vooruit
¢
/
Frame-by-frame vooruitspelen (tijdens pauze)
[W] Verlaagt het niveau van het volume
[T] Verhoogt het niveau van het volume
A
B
- 35 -
Basiskennis
U kunt een afzonderlijke foto uit een opgenomen video creëren.
Op 3 drukken om het terugspelen van bewegende beelden op pauze
te zetten.
Op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
Het beeld wordt bewaard met de volgende opnamematen.
Misschien bent u niet in staat om de foto’s te bewaren van een video die met andere
apparatuur opgenomen is.
De beeldkwaliteit van foto’s die van een video gemaakt zijn, kan grover zijn dan foto’s met een
gewone beeldkwaliteit.
Creëren van foto’s uit een film
[AVCHD] Beeldgrootte [MP4] Beeldgrootte
[FSH]/[SH] 2 M (16:9)
[FHD]/[HD] 2 M (16:9)
[VGA] 0,3 M (4:3)
Basiskennis
- 36 -
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
worden.
Beelden die geen deel uitmaken van de DCF-standaard of die beschermd zijn, kunnen niet
gewist worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [ ].
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
- 37 -
Basiskennis
Aantekening
Zet de camera niet uit tijdens het wissen. Gebruik en batterij die voldoende opgeladen is.
Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Druk op [ ].
Op 3/4 drukken om [Multi wissen] of [Alles
wissen] te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
[Alles wissen] > Het bevestigingsbeeldscherm wordt
weergegeven.
De beelden worden gewist door [Ja] te selecteren.
Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de
beelden die als favorieten ingesteld zijn, als [Alles
wissen behalve Favoriet] geselecteerd is met de [Alles
wissen] instelling.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op [DISP.]
om in te stellen. (Herhaal deze stap.)
[ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw
op [DISP.] drukt, wordt de instelling gewist.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is) Op
[MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
De beelden worden gewist door [Ja] te selecteren.
Basiskennis
- 38 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [Set-up] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
Voorbeeld: verander in het [Opname] menu [AF mode] van [Ø] ([1-zone]) in [š]
([Gezichtsdetectie])
Op [MENU/SET] drukken.
Menuonderdelen instellen
Druk op 2/1 om het menu te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
Menu Beschrijving van instellingen
[Opname] (P74 tot 85)
(Alleen in de opnamefunctie)
Het menu laat u de Kleuren, de Gevoeligheid of het aantal
pixels, enz. van de beelden zien die u aan het maken bent.
[Bewegend beeld] (P86 tot 87)
(Alleen in de opnamefunctie)
Dit menu laat u de [Opnamefunctie], [Opn. kwaliteit] en andere
aspecten voor filmopnames instellen.
[Afspelen] (P95 tot 108)
(Alleen Terugspeelfunctie)
Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of Afdrukinstellingen,
enz. van gemaakte beelden instellen.
[Set-up] (P40 tot 49)
Dit menu laat u de klokinstellingen, het volume van de
pieptonen en andere instellingen uitvoeren die het
gemakkelijker voor u maken om de camera te hanteren.
- 39 -
Basiskennis
Sluit het menu
Druk diverse keren op [ ] of druk de
sluiterknop tot halverwege in.
Aantekening
Er zijn functies die niet ingesteld of gebruikt kunnen worden
afhankelijk van de functies of de menu-instellingen die
gebruikt worden op het toestel wegens de specificaties.
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de
functie of een weergavenstijl waar het toestel zich in bevindt.
Druk op 3/4 om het menuitem te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
A Beeldschermpagina menu
Er zal naar de volgende pagina geschakeld worden
wanneer u het einde van de pagina bereikt. (Dit zal ook
gebeuren als u aan de zoomhendel draait)
Op 3/4 drukken om de instelling te
selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de
instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een
andere manier wordt weergegeven.
Gebruik van het snelle menu
Druk tijdens het opnemen op [Q.MENU].
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item
en de instelling te selecteren en dan op
[MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
A
Basiskennis
- 40 -
Over het set-up Menu
[Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen
ervan voordat u ze gebruikt.
Voor details over hoe de [Set-up] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P38 raadplegen.
Raadpleeg P18 voor details.
Druk op 3 als u de zomertijd gebruikt [ ]. (de tijd zal 1 uur vooruit gezet worden.) Druk nog
eens op 3 om terug te keren naar de gewone tijd.
Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil
tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
U [Klokinst.]
De datum en de tijd instellen.
[Wereldtijd]
Stel de tijd van uw thuisgebied en reisbestemming in.
U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden
en deze opnemen op de beelden die u maakt.
Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om
een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te
stellen.
Stel onmiddellijk na de aankoop [Home] in. [Bestemming] kan
ingesteld worden nadat [Home] ingesteld is.
[Bestemming]:
U reisbestemming
A Huidige tijd van het
bestemmingsgebied
B Tijdverschil met thuiszone
[Home]:
Uw woongebied
C Huidige tijd
D Tijdsverschil met GMT (Greenwich
Mean Time)
A
B
C
D
- 41 -
Basiskennis
Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de
PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd).
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de
vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [Wereldtijd] instelt op de reisbestemming, wordt de
reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Het aantal dagen dat sinds de vertrekdatum verstreken is, werd niet opgenomen vóór de
vertrekdatum.
[Reisdatum] kan niet ingesteld worden voor films die opgenomen zijn met [AVCHD].
[Locatie] kan niet opgenomen worden wanneer u bewegende beelden maakt.
[Reisdatum] kan niet ingesteld worden in de Intelligente automatische functie. Instelling van
andere opnamefunctie zal beïnvloed worden.
[Reisdatum]
De vertrekdatum en de terugkeerdatum van de reis, evenals de
naam van de reisbestemming, kunnen ingesteld worden.
U kunt het aantal dagen dat verstreken is weergeven wanneer u
de beelden afspeelt en dit afdrukken op de beelden die
opgenomen zijn [Tekst afdr.] (P98).
[Reissetup]:
[SET]:
De vertrekdatum en de terugkeerdatum worden ingesteld. Het
verstreken aantal dagen (het aantal dagen erna) van de reis
wordt opgenomen.
[OFF]:
Het aantal verstreken dagen wordt niet opgenomen.
De reisdatum wordt automatisch gewist als de huidige datum zich na
de terugkeerdatum bevindt. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is, zal
[Locatie] ook op [OFF] gezet worden.
[Locatie]:
[SET]:
De reisbestemming wordt opgenomen op het moment van
opname.
[OFF]
Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, Tekst
Invoeren
op P73 raadplegen.
Basiskennis
- 42 -
Wanneer u de camera aansluit op een TV, verandert het volume van de TV-luidsprekers niet.
Bovendien wordt er wanneer er aangesloten is geen geluid uitgegeven vanaf de
cameraluidsprekers.
Het kan zijn dat sommige onderwerpen er op de LCD-monitor anders uitzien dan in
werkelijkheid. Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
Wanneer [LCD mode] ingesteld is op [Gr. kijkhoek], kunnen [Helderheid] en [Contrast ·
Verzadiging] niet afgesteld worden.
r [Toon]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [Toonniveau]: [Shutter vol.]:
[t]
[u]
[s]
([Laag])
([Hoog])
([UIT])
[]
[]
[]
([Laag])
([Hoog])
([UIT])
[Pieptoon]:
[]/[]/[]
[Shutter toon]:
[]/[]/[]
u [Volume]
Stel het volume van de luidspreker af op één van de 7 niveaus.
[Monitor]
Helderheid, kleur of rode of blauwe tint van de LCD-monitor wordt
afgesteld.
[Helderheid]:
Afstellen van de helderheid
[Contrast · Verzadiging]:
Afstellen van contrast of helderheid van kleuren.
[Roodachtig]:
Afstellen van rode tint.
[Blauwzweem]:
Afstellen van blauwe tint.
1 Selecteer de instellingen door op
3/4 te drukken en stel bij met 2/
1.
2 Op [MENU/SET] drukken om in te
stellen.
1
2
3
1
2
3
- 43 -
Basiskennis
De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [Slaapsmodus]
geactiveerd wordt.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
Als [LCD mode] ingesteld is, wordt de gebruikstijd korter.
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en
de balans van het object te bekijken.
De instelling [Patroon] is vastgesteld op [ ] in Intelligente automatische functie.
In [Panorama-opname] of [Foto frame] in de scènemodus wordt de richtlijn niet weergegeven.
[LCD mode]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[] ([Auto power LCD])
¢
:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[] ([Spanning LCD]):
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
[Å] ([Gr. kijkhoek])
¢
:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[OFF]
¢ Kan alleen ingesteld worden als de Opnamemodus ingesteld
is.
[Richtlijnen]
Stel het patroon van de richtlijnen in, dat getoond wordt wanneer
u foto's maakt. U kunt ook instellen of u de opname-informatie wel
of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen weergegeven
worden.
[Opname info.]:
[ON]/[OFF]
[Patroon]:
[]/[]
LCD
Basiskennis
- 44 -
Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram
oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar
overeenkomen.
Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en
terugspeelfunctie.
Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die
afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen.
Intelligent Automatische Functie
Meervoudig terugspelen
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Terugspeelzoom
[Foto frame] in scènefunctie
Wanneer de HDMI-minikabel verbonden is
Kalender
De weergave van de opnamezone van de bewegende beelden is slechts een benadering.
De weergave van de opnamezone kan verdwijnen wanneer u met Tele zoomt, al naargelang de
instelling van het beeldformaat.
In de Intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [OFF].
[Histogram]
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te
beelden.
[ON]/[OFF]
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs
de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels
bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een
beeld.
A donker
B optimaal
C helder
[Video Opn.gebied]
Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd
worden.
[ON]/[OFF]
- 45 -
Basiskennis
De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om [Slaapsmodus] te
annuleren.
[Slaapsmodus] wordt op [5MIN.] gezet in de Intelligent Auto Mode.
Druk op een knop om de LCD-monitor weer aan te zetten.
[Slaapsmodus] werkt niet in de volgende gevallen.
Wanneer u de (bijgeleverde) AC-adapter aansluit
Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
Tijdens een diavoorstelling
[Auto demo]
Het effect van de [LCD power save] is lager in het Digital Zoombereik vergeleken met het
Optische Zoombereik.
Het effect van de [LCD power save] zal het beeld dat gemaakt wordt niet beïnvloeden.
Instelling van [LCD mode] heeft prioriteit over de instelling van [LCD power save] m.b.t. de
herlderheid van de LCD-monitor.
[Auto review] wordt in de volgende gevallen geactiveerd, onafhankelijk van de instelling ervan.
Bij het gebruik van Auto Bracket.
Wanneer u [Burstfunctie] gebruikt.
In de Intelligent Auto-modus of [Panorama-opname] en [Foto frame] in de scènemodus, wordt
de auto review-functie vastgezet op [2SEC].
[Auto review] werkt niet in opname van bewegende beelden.
q [Besparing]
U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze
menu’s in te stellen.
Bovendien wordt de batterijlevensduur behouden door de
LCD-monitor minder helder te zetten.
p [Slaapsmodus]:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]/[OFF]
[LCD power save]:
Helderheid van de LCD-monitor wordt verminderd. De
batterijlevensduur zal behouden worden door de beeldkwaliteit
van de LCD-monitor verder te verminderen tijdens de opname
¢
.
¢ Met uitzondering van het Digitale Zoombereik.
[ON]/[OFF]
o [Auto review]
Stel de tijdsduur in waarna het beeld afgespeeld wordt nadat het
opgenomen is.
[1SEC]
[2SEC]
[HOLD]:
De beelden worden afgebeeld totdat erop een willekeurige knop
gedrukt wordt.
[OFF]
ECO
Basiskennis
- 46 -
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001.
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P48) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [Ja] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
Wanneer de [Resetten] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de operatie
die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt maar dit is
normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer de [Opname]-menu-instellingen gereset worden, zullen gegevens die geregistreerd
zijn met [Gezicht herk.] ook gereset worden.
Wanneer de [Set-up] menuinstellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld.
De verjaardag- en naam instellingen voor [Baby1]/[Baby2] en [Huisdier] in scènefunctie.
De [Reisdatum] instelling. (Vertrekdatum, terugkomstdatum, bestemming)
De instelling voor [Wereldtijd].
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
v [Nr. resetten] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [Resetten]
De [Opname] of [Set-up] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
x [USB mode]
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het
toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
[y] ([Select. verbinding]):
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of
een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
[{] ([PictBridge(PTP)]):
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
[z] ([PC]):
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
- 47 -
Basiskennis
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Ga naar P111 voor meer informatie.
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
Raadpleeg P113 voor de manier van afspelen van 3D-beelden in 3D.
| [Output]
Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van
ieder land of aan het type TV.
[|] ([Video uit]):
[NTSC]:
Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]:
Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
Dit zal werken als de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-minikabel
(optioneel) aangesloten zijn.
[ ] ([TV-aspect]):
[W]:
Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]:
Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
Dit zal werken als de AV-kabel (optioneel) aangesloten is.
[VIERA link]
Zo opzetten dat dit apparaat bediend kan worden door de
afstandsbediening van de VIERA door dit apparaat automatisch
vast te koppelen aan de apparaatuur van de VIERA Link die
compatibel is m.b.v. HDMI-minikabel (optioneel).
[ON]: De VIERA Link-compatibele apparatuur kan op
afstand worden bediend. (Niet alle handelingen zijn
mogelijk)
De handelingen die u op het toestel kunt uitvoeren zijn
beperkt.
[OFF]: De handelingen zullen alleen op het toestel van
toepassing zijn.
[3D-weergave]
Instellen van de afspeelwijze van 3D-beelden.
[]:Instellen voor aansluiting op een 3D-compatibele
televisie.
[]:Instellen voor aansluiting op een niet 3D-compatibele
televisie.
Stel dit in als u 2D-beelden (conventionele beelden) op
een 3D-compatibele televisie wilt bekijken.
Basiskennis
- 48 -
Lees P32 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor
stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association)”.
Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
De display wordt niet gedraaid tijdens Meervoudige terugspeelfunctie.
Druk op [MENU/SET] op het beeldscherm voor de weergave van de versie om informatie over
de software in het toestel weer te geven.
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit
tijdens het formatteren.
Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
M [Lcd roteren]
Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te
geven als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel.
[]
([Aan]): Draai beelden op een TV en de
LCD-display zodat deze verticaal
afgebeeld worden.
[]
([Alleen extern]):
Draai alleen het beeld op een TV
zodat het verticaal afgebeeld wordt.
[OFF]
[Versie disp.]
Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op
het toestel zit.
[Formatteren]
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus
controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
~ [Taal]
De taal op het scherm instellen.
- 49 -
Basiskennis
De stabilisatorfunctie wordt elke keer dat er op [MENU/SET] gedrukt wordt tussen [Aan] en [Uit]
geschakeld tijdens de [O.I.S.-demo].
In terugspeelfunctie, [O.I.S.-demo] kan niet afgebeeld worden.
[O.I.S.-demo] is een benadering.
[Auto demo] wordt niet op de televisie uitgezonden.
[Demofunctie]
Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel
opgespoord heeft. ([O.I.S.-demo])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([Auto demo])
[O.I.S.-demo]:
A Hoeveelheid beeldbibber
B Hoeveelheid beeldbibber na correctie
[Auto demo]:
[ON]
[OFF]
DEMO
A B
Opnemen
- 50 -
Opnemen
Over de LCD-monitor
Druk op [DISP.] om te wijzigen.
A LCD-monitor
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISP.]
knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie,
terwijl u bewegende beelden afspeelt, en tijdens een
diavoorstelling, kunt u alleen kiezen tussen
Normale
weergave H
of Geen weergave J.
¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden.
¢2 De naam van de persoon die in [Gezicht herk.] geregistreerd is, wordt weergegeven als
[DISP.] ingedrukt wordt.
In opnamefunctie
B Normale weergave
¢1
C Aantal opnames
D Normale weergave
¢1
E Beschikbare opnametijd
F Geen weergave
G Geen weergave (Opnamerichtlijn)
¢1
BD
GF
In terugspeelfunctie
H Normale weergave
I Weergave met opname-informatie
¢1
J Geen weergave
¢2
HI
J
C
E
- 51 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Gebruik van de Zoom
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen.
Het aantal pixels instellen op 10M of minder zal de Extra Optische Zoom hanteren om
ingezoomde beelden te maken zonder de kwaliteit te beïnvloeden.
Zoomtypes
¢1 Dit bevat de optische zoomvergroting. Het vergrotingsniveau verschilt afhankelijk van
[Fotoresolutie] instelling.
De zoomfuncties hieronder kunnen ook gebruikt worden om de zoomvergroting verder te
doen toenemen.
¢2 Dit is 2k vergroting wanneer [I.resolutie] in [Opname] menu ingesteld is op [i.ZOOM].
M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de
Intelligente Zoom/M.b.v. de Digitale Zoom
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
Eigenschap Optische zoom Extra optische zoom (EZ)
Maximum
vergroting
10k 21,1k
¢1
Beeldkwaliteit
Geen verslechtering Geen verslechtering
Condities Geen
[Fotoresolutie] met (P74) is
geselecteerd.
Eigenschap Intelligente Zoom Digitale zoom
Maximum
vergroting
2k 4k
¢2
Beeldkwaliteit
Inzoomen terwijl verslechtering beperkt
wordt
Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe
groter de verslechtering.
Condities
[I.resolutie] (P82) op het [Opname]
menu is ingesteld op [i.ZOOM].
[Dig. zoom] (P82) op het [Opname]
menu is ingesteld op [ON].
Opnemen
- 52 -
Schermdisplay
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m – )
Aantekening
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
“EZ” is een afkorting voor “Extra Optical Zoom”. Met de optische zoom is het mogelijk om
sterker uitvergrote foto’s te maken.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P57) aan om opnamen te maken.
Voor details over het gebruik van de zoom terwijl u bewegende beelden maakt, raadpleeg P30.
De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen:
In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie
In macrozoom-functie
In [H. gevoeligh.] of [Foto frame] in de scènefunctie
Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [ ] gezet wordt
Wanneer u bewegende beelden opneemt
De intelligente zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
In [Anti blur] in de Intelligent Auto functie
In macrozoom-functie
In [Nachtop. uit hand] of [H. gevoeligh.] in de scènemodus
Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [ ] gezet wordt
[Dig. zoom] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen:
Intelligent automatische functie
In Miniatuureffect-functie
In [Nachtop. uit hand], [H. gevoeligh.] en [Foto frame] in de scènemodus
Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [ ] gezet wordt
A Extra Optische Zoomaanduiding
B Optische Zoombereik
C Intelligente Zoombereik
D Digitale Zoombereik
E Zoomvergroting
- 53 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Beelden maken met de ingebouwde flits
De flits instellen voor opnamen.
Druk op 1 [].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is.
¢2 De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede
flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits hangt af van de helderheid van het
onderwerp.
[Rode-ogencorr] (P84) op het [Opname] menu is ingesteld op [ON], [ ] verschijnt op
de flitsicoon.
A Fotoflits
Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling schakelen
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[] ([Auto]) De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor
de opnamecondities.
[]([Intelligent auto])
¢1
[]([Auto/rode-og])
¢2
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor
de opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om
het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het
beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor
de eigenlijke opname.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen in slecht belichte omstandigheden.
[] ([Flitser altijd aan])
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw object
achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
[]
([Lngz. sync./
rode-og])
¢2
Als u beelden maakt met een donker landschap op de
achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de
flitser geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de
achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd neemt het
rode-ogeneffect af.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen op een donkere achtergrond.
[Œ] ([Gedwongen uit]
)
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnames te maken op plaatsen
waar het gebruik van een flitser niet toegestaan is.
Opnemen
- 54 -
Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
¢ [ ] wordt afgebeeld.
De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt.
Beschikbaar flitsbereik
Œ
±
¢
———±
±±±±±
* + : ; ±¥± ±
, / ï ————¥
- ¥ ± ±
. ———¥±
1 í 9 ± ± ¥
¥±± ±
Breed Tele
[AUTO] in
[Gevoeligheid]
60 cm tot 5,6 m 1,5 m tot 2,9 m
- 55 -
Opnemen
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 De sluitertijd verandert afhankelijk van de instelling van [Korte sluitert.].
¢2 Wanneer [Korte sluitert.] ingesteld is op [AUTO].
¢3 Wanneer [ ] op [Gevoeligheid] staat.
¢2, 3: De sluitertijd wordt maximaal 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Een onderwerp opnemen vanaf te dichtbij of zonder voldoende flits zal onvoldoende
belichtingsniveau bieden en zou een foto die te wit of te donker ia tot gevolg kunnen hebben.
Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u
kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
Als u een onderwerp opneemt zonder voldoende flits, zou de Witbalans niet voldoende
afgesteld kunnen worden.
De effecten van de flits zouden in onvoldoende mate bereikt kunnen worden onder de
volgende omstandigheden.
Wanneer [Burstfunctie] ingesteld is op [ ]
Als de sluitertijd te snel is
Het kan even duren om de flitser te laden als u herhaaldelijk foto's maakt. Neem de foto nadat
de toegangsaanduiding verdwijnt.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/60
¢1
tot 1/1600
1
¢1
tot 1/1600
1 of 1/8 tot 1/1600
¢2
1 of 1/4 tot 1/1600
¢2, 3
‰Œ
Opnemen
- 56 -
Toepasbare modussen:
Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv.
wanneer u beelden maakt van bloemen.
Druk op 4 [#].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
[Macro zoom] kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen.
In Miniatuureffect-functie
Wanneer [AF mode] ingesteld is op [ ]
Wanneer [Burstfunctie] op [ ] staat
In 3D-fotofunctie
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[]([Macro-AF])
U kunt beelden maken tot op een afstand van 5 cm vanaf
de lens, door de zoomhendel helemaal naar Wide (1k) te
draaien.
[] ([Macro zoom])
Gebruik deze instelling om dichtbij het onderwerp te
komen en vervolgens verder uit te vergoten wanneer u de
foto maakt.
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k
terwijl u de afstand tot het onderwerp voor de extreme
Breed-positie behoudt (5 cm).
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (digitaal
zoombereik)
[OFF]
j
- 57 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Opnamen maken met de zelfontspanner
Druk op 2 [ë].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Aantekening
Wanneer u de ontspanknop één keer helemaal indrukt, wordt vlak voor de opname
automatisch op het onderwerp scherpgesteld. Op donkere plaatsen zal het
zelfontspannerlampje knipperen en kan helder gaan branden om als AF-lamp te werken zodat
het toestel beter op het onderwerp kan scherp stellen.
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
De zelfontspanner kan niet ingesteld worden bij het maken van video's.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[]([10 sec.])
Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop
ingedrukt wordt gemaakt.
[]([2 sec.])
Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt
wordt gemaakt.
Wanneer u een statief, enz. gebruikt, is deze instelling
handig om de beweging te vermijden die veroorzaakt wordt
door het indrukken van de ontspanknop.
[OFF]
j
Druk de ontspanknop tot halverwege in om
scherp te stellen en druk de knop helemaal
in om de opname te maken.
Het lampje van de zelfontspanner A knippert en de
sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na
2 seconden).
Opnemen
- 58 -
Toepasbare modussen:
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Aantekening
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting.
De EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
Onderbelichting
Juiste
belichting
Overbelichting
De belichting positief
compenseren.
De belichting negatief
compenseren.
Druk op 3 [È] tot [Belichting] verschijnt.
Druk op 2/1 om de belichting te compenseren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op het
scherm.
Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
- 59 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Beelden opnemen met Auto Bracket
Op deze wijze worden 3 beelden automatisch in het geselecteerde bereik van de
belichtingscompensatie opgenomen, telkens als op de sluiterknop gedrukt wordt.
Met Auto Bracket d1EV
Aantekening
Wanneer Auto Bracket ingesteld is, wordt [ ] op het scherm afgebeeld.
Wanneer u opnames maakt met Auto Bracket, nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt de gekozen belichtingscompensatie voor de
opnames gebruikt.
Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie
links onderaan op het scherm.
De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is.
Instelling van de auto bracket kan niet uitgevoerd worden in de volgende gevallen.
In [Panorama-opname], [Nachtop. uit hand] en [Foto frame] in de scènemodus
Wanneer u bewegende beelden opneemt
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EV j1EV i1EV
Druk verschillende keren op 3 [È] tot [Auto
bracket] verschijnt.
Druk op 2/1 om het compensatiebereik van de
belichting in te stellen en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Wanneer u Auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0).
Opnemen
- 60 -
Opnamefunctie:
Beelden maken die eruit zien als diorama's
(Miniatuureffect-functie)
Door zones te creëren die wazig zijn en zones te creëren die dat niet zijn, zal de foto op
een miniatuurmodel lijken. Het is ook mogelijk om films met diorama-effecten op te nemen
die verschijnen als snel vooruit gespoeld wordt.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar [!] en druk vervolgens op
[MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Miniatuureffect] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Aantekening
De weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd worden en het scherm
zal eruit zien als of er frames wegvallen.
Er wordt geen geluid opgenomen in video's.
Ongeveer 1/8 van de tijdsduur wordt opgenomen. (Als u gedurende 8 minuten opneemt, zal de
daaruit volgende video-opname ongeveer 1 minuut lang zijn.)
De afgebeelde beschikbare opnametijd bedraagt ongeveer 8 keer de effectieve opnametijd.
Wanneer u naar Opnamefunctie schakelt, gelieve de beschikbare opnametijd controleren.
Als beelden van groot formaat opgenomen worden, kan het beeldscherm zwart worden nadat
het beeld opgenomen is, aangezien het signaal verwerkt wordt. Dit is geen storing.
- 61 -
Opnemen
Opnamefunctie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen (Scènefunctie)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar [!] en druk vervolgens op
[MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Scènemode] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4/2/1 om de scènefunctie te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Aantekening
Om de Scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken, [Scènemode] selecteren m.b.v.
3/4/2/1 en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het volgende kan niet ingesteld worden in Scènefunctie aangezien de camera automatisch
afstelt.
[Gevoeligheid]
[i. Exposure]
[Korte sluitert.]
[I.resolutie]
[Kleurfunctie]
Opnemen
- 62 -
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de
mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te
geven.
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, selt deze functie u in staat de
huidtextuur van hun huid er nog mooier uit te laten zien dan met [Portret]. (Dit werkt goed
wanneer u beelden maakt van personen vanaf hun borst, niet wanneer u beelden maakt
van personen die er met hun hele lichaam opstaan.)
Technieken voor de zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte
ook verzacht.
Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder is.
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
[Portret]
[Gave huid]
[Landschap]
- 63 -
Opnemen
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt
en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken.
1 Druk op 3/4 om de opnamerichting te kiezen en druk dan
op [MENU/SET].
2 Na het bevestigen van de opnamerichting, drukt u op [MENU/SET].
Er wordt een horizontale/verticale richtlijn weergegeven.
3 De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
4 Druk de sluiterknop geheel in en maak de foto terwijl u het toestel in een kleine
cirkel beweegt, in de richting die gekozen is bij stap
1.
Techniek voor Panorama Shot-functie
5 Druk de ontspanknop nog een keer in om de foto-opname te eindigen.
Opnemen kan tevens geannuleerd worden door de camera stil te houden tijdens het
opnemen.
[Panorama-opname]
Opnemen van links naar rechts
Beweeg het toestel gedurende
ongeveer 8 seconden in een enkele
wervelende beweging.
Beweeg de camera op een contante
snelheid.
Het kan zijn dat de beelden niet naar
behoren opgenomen worden als het
toestel te snel of te langzaam bewogen
wordt.
A 1 seconde
B 2 seconden
C 3 seconden
D Beweeg de camera in de opnamerichting zonder deze te schudden. Als de camera te
veel geschud wordt, zouden er geen beelden gemaakt kunnen worden of zou het
gemaakte panoramabeeld smaller (kleiner) kunnen worden
E Beweeg het toestel naar de rand van het bereik dat u wenst op te nemen. (De rand van
het bereik zal niet het in het laatste frame opgenomen worden)
Opnemen
- 64 -
Aantekening
De zoompositie is vastgezet op Wide.
De focus, witbalans en belichting zijn op de optimale waarden vastgesteld voor het eerste
beeld. Als een resultaat zou, als de focus of de helderheid aanzienlijk veranderd wordt tijdens
opname, het gehele panoramabeeld niet op de geschikte focus of helderheid gemaakt kunnen
worden.
Wanneer er meervoudige beelden gecombineerd worden om een enkel panoramabeeld te
creëren, zou het onderwerp vervormd eruit kunnen zien of zouden de verbindingspunten in
bepaalde gevallen zichtbaar kunnen zijn.
Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld
varieert afhankelijk van de opnamefunctie en het aantal gecombineerde beelden. Het
maximale aantal pixels wordt hieronder afgebeeld.
Er zou geen panoramabeeld gecreëerd kunnen worden of de beelden zouden niet goed
gecombineerd kunnen worden wanneer u de volgende onderwerpen opneemt of onder de
opname-omstandigheden die hieronder genoemd worden.
Onderwerpen met een enkele, uniforme kleur of terugkerend patroon (zoals de lucht of een
strand)
Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, auto, golven, bloemen, in de waaiende wind,
enz.)
Onderwerpen waar de kleur of het patroon in een korte tijd veranderen (zoals een beeld dat
op een display verschijnt)
Donkere plekken
Plaatsen met flikkerende lichtbronnen zoals fluorescent licht of kaarsen
Afspelen
Playback zoom kan zelfs uitgevoerd worden voor beelden die opgenomen zijn met gebruik
van [Panorama-opname].
Als tijdens het afspelen bovendien op 3 gedrukt wordt, zal het beeldscherm automatisch
in dezelfde richting verplaatst worden als het tijdens de opname deed.
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
¢ U kunt frame-by-frame vooruit/achteruit uitvoeren door tijdens een pauze op 1/2 te
drukken.
Opnamerichting Horizontale Resolutie Verticale Resolutie
Horizontaal 8000 pixels 1080 pixels
Verticaal 1440 pixels 8000 pixels
3
Start/Pauze
¢
4
Stop
- 65 -
Opnemen
Instelling wanneer u sportscènes of andere snel bewegende gebeurtenissen wilt
opnemen.
Aantekening
De sluitersnelheid kan lager worden, tot 1 seconde.
Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m
of meer.
Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is
als in het echt.
Technieken voor nachtportretten
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ].)
Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
De sluitersnelheid kan lager worden, tot 8 seconden.
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
De sluitersnelheid kan lager worden, tot 8 seconden.
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
Dit stelt u in staat om meervoudige beelden van nachtelijke scènes bij hoge snelheid op te
nemen, die alle in een enkel beeld gecombineerd worden. Trillingen en beeldruis zullen
gereduceerd worden, ook als u de opnames met het toestel in uw hand maakt.
Aantekening
Beweeg de camera niet terwijl u continu beelden opneemt.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u beelden maakt op donkere plekken of beelden maakt
van bewegende onderwerpen.
[Sport]
[Nachtportret]
[Nachtl.schap]
[Nachtop. uit hand]
Opnemen
- 66 -
Met deze modus kunt u opname a maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet
zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants, enz.
Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u
de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders.
Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld.
U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte
opname wilt laten afdrukken met [Tekst afdr.] (P98).
Verjaardag/Naaminstelling
1 Op 3/4 drukken om [Leeftijd] of [Naam] te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om [SET] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Voer de verjaardag of naam in.
Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [Leeftijd] of [Naam] automatisch
ingesteld op [ON].
Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt
het instellingscherm automatisch.
4 Druk op 4 om [Exit] te selecteren en druk daarna op [MENU/SET] om te
eindigen.
Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren
Selecteer de [OFF] instelling in stap
2.
Aantekening
De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende
software op de CD-ROM (meegeleverd).
Als [Leeftijd] of [Naam] op [OFF] gezet worden, ook al zijn de verjaardag of de naam ingesteld,
dan zullen de leeftijd of de naam niet worden weergegeven.
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
[Voedsel]
[Baby1]/[Baby2]
Verjaardag: 2/1: Selecteer de items (jaar/maand/dag)
3/4: Instelling
[MENU/SET]: Ingesteld
Naam: Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst Invoeren”
op P73 raadplegen.
- 67 -
Opnemen
Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat.
U kunt de naam en verjaardag van uw huisdier instellen.
Voor informatie over [Leeftijd] of [Naam], [Baby1]/[Baby2] op P66 raadplegen.
Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de
mooie rode kleur van de zon opnemen.
Deze modus minimaliseert de schommelingen van het onderwerp en stelt u in staat om dit
onderwerp in schaars verlichte ruimtes te fotograferen.
Beeldresolutie
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Deze functie is ideaal voor het maken van beelden van landschap en andere
landschappen door helder glas heen, zoals in vervoerstuigen of gebouwen.
Aantekening
De camera zou kunnen scherpstellen op het glas als dat vuil of bestoft is.
De gemaakte beelden zouden er niet natuurlijk uit kunnen zien als het glas gekleurd is.
Wanneer dit gebeurt, verandert u dan de witbalans-instellingen. (P77)
Het beeld opnemen met een frame eromheen.
Instelling van de frame
Kies uit 6 soorten kaders.
Aantekening
De opnamegrootte is vastgesteld op 5M (4:3).
De kleur van het frame dat afgebeeld wordt op het scherm en de kleur van de frame rond het
eigenlijke beeld zou kunnen verschillen, maar dit is geen storing.
[Huisdier]
[Zonsonderg.]
[H. gevoeligh.]
[Achter glas Mode]
[Foto frame]
Opnemen
- 68 -
Opnamemodus:
3D-beelden maken (3D-fotofunctie)
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal beweegt en twee
automatisch geselecteerde beelden worden gecombineerd om een enkel 3D-beeld te
maken.
Om 3D-beelden te kunnen bekijken, heeft u een televisie nodig die 3D ondersteunt. (Dit
toestel zal in 2D afspelen)
Raadpleeg P113 voor details over de afspeelmethode.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar [!]
en druk vervolgens op [MODE].
Druk op 3/4/2/1 om [3D Foto Mode] te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
De beschrijving van de opnamemethode wordt
afgebeeld. Om deze te verlaten, op [MENU/SET]
drukken.
Start de opname en beweeg het toestel vervolgens in een rechte lijn
van links naar rechts.
Er worden instructies afgebeeld terwijl u opneemt.
Beweeg de camera ongeveer 10 cm binnen ongeveer 4 seconden m.b.v. de instructies.
Aantekening
U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen.
De 3D-beelden worden opgeslagen in MPO-formaat (3D).
De zoompositie is vastgezet op Breed.
De beeldgrootte is vastgezet op [2M 16:9].
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen
om de sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken.
Er kunnen geen films opgenomen worden tijdens de 3D-fotofunctie.
Het kan zijn dat opnemen niet mogelijk is, afhankelijk van de volgende
opnameomstandigheden. Het kan zijn dat u geen 3D-effect verkrijgt of dat het beeld vervormd
wordt, ook al was opnemen mogelijk.
Wanneer het onderwerp te donker/licht is
Wanneer de helderheid van het onderwerp verandert
Wanneer het onderwerp beweegt
Te weinig contrast
Techniek voor het maken van 3D-beelden
Maak een beeld van een onderwerp dat niet beweegt
Maak een beeld op een goed verlichte plek, zoals buiten, enz.
Zet de focus en de belichting vast door de ontspanknop tot de helft in te drukken, druk
vervolgens de ontspanknop helemaal in en beweeg de camera
Als u de opname start terwijl het onderwerp zich enigszins rechts van het centrum
bevindt, zal het onderwerp in het eindbeeld zich vlakbij het centrum bevinden
- 69 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Opnemen
Een beeld maken met Gezichtsdetectie functie
Gezichtsdetectie is een functie die een gezicht vindt dat op een geregistreerd gezicht lijkt
en het scherpstellen en de belichting automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon
geplaatst is zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op
een groepsfoto staat, kan het toestel toch een duidelijk beeld maken.
De volgende functies zullen ook met de functie
Gezichtsherkenning werken.
In opnamefunctie
Display van overeenkomstige naam wanneer het toestel een
geregistreerd gezicht
¢
opspoort (als de naam ingesteld is voor het
geregistreerde gezicht)
In terugspeelfunctie
Afbeelden van naam en leeftijd (als de informatie geregistreerd is)
Selectief afspelen van beelden die geregistreerd zijn met gezichtsdetectie
([Categorieselectie] (P91) in [Afspelen filteren]).
¢ Er kunnen namen van maximaal 3 personen worden afgebeeld. De voorrang aan de namen
die afgebeeld worden wanneer er beelden gemaakt worden wordt bepaald door de
volgorde van registratie.
Aantekening
Tijdens de burstfunctie, kan [Gezicht herk.] beeldinformatie alleen als bijlage van het eerste
beeld ingesteld worden.
[Gezicht herk.] zal een gezicht vinden dat lijkt op het geregistreerde gezicht en garandeert
geen zekere herkenning van een persoon garanderen.
Gezichtsdetectie zou langer kunnen duren om geselecteerd te worden en om kenmerkende
gezichtsuitdrukkingen te herkennen dan normale Gezichtsdetectie.
Zelfs wanneer er informatie van de Gezichtsdetectie geregistreerd is, zullen beelden die
gemaakt zijn met [Naam] en ingesteld zijn op [OFF] niet gecategoriseerd worden door de
Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] ([Afspelen filteren]).
Ook al wordt de informatie over gezichtsdetectie veranderd (P72), zal gezichtherkenning
informatie voor de reeds gemaakte beelden niet veranderd worden.
Als bijvoorbeeld de naam veranderd wordt, zullen beelden die gemaakt zijn vóór de
verandering niet gecategoriseerd worden door gezichtsdetectie in [Categorieselectie]
([Afspelen filteren]).
Om de naaminformatie van de gemaakte beelden te veranderen, [REPLACE] in [Gez.herk.
bew.] (P107) uitvoeren.
[Gezicht herk.] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In [Panorama-opname], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand] en [Voedsel] in de scènemodus
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[Gezicht herk.] wordt aanvankelijk ingesteld op [OFF] op het toestel.
[Gezicht herk.] zal automatisch naar [ON] gaan wanneer het gezichtsbeeld
geregistreerd is.
Opnemen
- 70 -
U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van
maximaal 6 personen.
De registratie kan vergemakkelijkt worden door het maken van meerdere gezichtsbeelden
van elk persoon. (maximaal 3 beelden/registratie)
Selecteer [Gezicht herk.] op het [Opname]-menu en druk vervolgens
op [MENU/SET]. (P38)
Druk op 3
/
4 om [MEMORY] te kiezen en druk vervolgens op [MENU/
SET].
Druk op 3/4/2/1 om het frame van de
gezichtsdetectie te selecteren dat niet
geregistreerd is en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Maak een beeld door het gezicht met de
richtlijn af te stellen.
Er kunnen geen gezichten van onderwerpen die
geen personen zijn (huisdieren, enz.) geregistreerd
worden.
Er wordt informatie over het opnemen van gezichten
weergegeven als op [DISP.] gedrukt wordt.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt
wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Gezichtsinstellingen
Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert
Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor
zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de
wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u
registreert.
Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt
wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de
registratie.)
(Goed voorbeeld voor
het registreren)
Wanneer deze niet herkent tijdens het opnemen
Het gezicht registreren van dezelfde persoon binnen en buiten of met verschillende
uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. (P72)
Verder registreren op de opnamelocatie.
Wanneer een persoon die al geregistreerd is, niet herkend wordt, dit corrigeren door de
persoon opnieuw te registreren.
Gezichtsdetectie zou niet mogelijk kunnen zijn of zou gezicht niet correct kunnen herkennen
zelfs wanneer het om geregistreerde gezichten gaat, afhankelijk van de gezichtsuitdrukking
en de omgeving.
- 71 -
Opnemen
Selecteer het item om te bewerken met 3/4 en druk vervolgens op
[MENU/SET].
U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Naam]
Het is mogelijk namen te registreren.
1 Druk op 4 om [SET] te kiezen en druk vervolgens op
[MENU/SET].
2 De naam invoeren.
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg Tekst
Invoeren
sectie op P73.
[Leeftijd]
Het is mogelijk de verjaardag te registreren.
1 Druk op 4 om [SET] te kiezen en druk vervolgens op
[MENU/SET].
2 Druk op 2/1 om de items (Jaar/Maand/Dag) te
selecteren, druk op 3/4 om in te stellen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
[Focus icoon]
De afgebeelde focusicoon veranderen wanneer er op het
onderwerp scherpgesteld is.
Druk op 3/4 om de focusicoon te kiezen en druk vervolgens
op [MENU/SET].
[Beeld toev.]
Extra gezichtsbeelden toevoegen.
(Voeg Beelden) toe
1 Selecteer het frame van de ongeregistreerde
gezichtsdetectie en druk vervolgens op [MENU/SET].
2 Voer stappen 4 in “Gezichtsinstellingen” uit.
Eén van de gezichtsbeelden wissen.
(Wissen)
Druk op 2/1 om het te wissen gezichtsbeeld te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
Als er slechts één beeld geregistreerd is, kan deze niet gewist
worden.
Opnemen
- 72 -
U kunt de beelden of informatie modificeren van een al geregistreerde persoon. U kunt
ook de informatie wissen van de geregistreerde persoon.
1 Selecteer [Gezicht herk.] in het [Opname]-menu en druk daarna op [MENU/SET].
(P38)
2 Druk op 4 om [MEMORY] te kiezen en druk vervolgens op [MENU/SET].
3 Druk op 3/4/2/1 om het gezichtsbeeld dat bewerkt of gewist moet worden te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
4 Druk op 3/4 om het item te kiezen en druk vervolgens op [MENU/SET].
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
De informatie veranderen of wissen voor een geregistreerde persoon
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Info bew.]
De informatie veranderen van een reeds geregistreerde
persoon.
Voer stap
5 in “Gezichtsinstellingen” uit.
[Prioriteit]
De focus en belichting worden met voorkeur afgesteld voor
gezichten met hogere prioriteit.
Druk op 3/4/2/1 om de prioriteit te kiezen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
[Wissen] Informatie wissen van een geregistreerd persoon.
- 73 -
Opnemen
Tekst Invoeren
Het is mogelijk om namen van baby's en huisdieren en de namen van reisbestemmingen
in te voeren wanneer u opneemt. (Er kunnen alleen alfabetische tekens en symbolen
ingevoerd worden.)
Weergave van het invoerscherm.
U kunt het invoerscherm afbeelden via de volgende handelingen.
[Naam] van [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier] in Scènefunctie
[Naam] in [Gezicht herk.]
[Locatie] in [Reisdatum]
[Titel bew.]
Op 3/4/2/1 drukken om tekst te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] om te registreren.
Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op [MENU/SET]
om de tekst om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine
letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens).
Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren, draait u de
zoomhendel naar [Z] (T) om de cursor te bewegen.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden door de cursor naar het item t
verplaatsen en op [MENU/SET] te drukken:
[]]: Een spatie invoeren
[Wissen]: Karakter wissen
[ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
[ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
Er kan een maximum van 30 letters ingevoerd worden. (Maximum van 9 letters
wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
¢ Er kan een maximum van 15 karakters ingevoerd worden voor [ ], [ ], [ ], [ ] en
[ ] (Maximaal 6 karakters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]).
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [Inst.] en druk
vervolgens op [MENU/SET] om tekstinput te beëindigen.
Aantekening
Tekst kan verder gerold worden als niet alle tekst op het scherm past.
Het wordt weergegeven in de volgorde van titel, locatie, [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]),
[Naam] ([Gezicht herk.]).
Opnemen
- 74 -
Gebruik van het [Opname] Menu
Voor details over [Opname] menu-instellingen, P38 raadplegen.
Toepasbare modussen:
Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden
zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen.
¢ Dit item kan niet ingesteld worden in de intelligente automatische functie.
Aantekening
In bepaalde modi kan de Extra Optische Zoom niet gebruikt worden en wordt het beeldformaat
voor [ ] niet weergegeven. Raadpleeg voor details over de modi waarbij de Extra Optische
Zoom niet gebruikt kan worden P52.
Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
[Fotoresolutie]
Instellingen Beeldgrootte
[] 4320k3240
[]
¢
3648k2736
[] 2560k1920
[]
¢
2048k1536
[] 640k480
[] 4320k2880
[] 4320k2432
[] 3232k3232
X :
Beeldverhouding van een 4:3 TV
Y : Beeldverhouding van een 35 mm filmcamera
W :
Beeldverhouding van een high-definition TV, enz.
:
Vierkante aspectratio
- 75 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
Aantekening
De instelling is vastgezet op [] in [H. gevoeligh.] in de scènemodus.
De volgende pictogrammen worden afgebeeld tijdens de 3D-opname.
[Kwaliteit]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[A] ([Fijn]) wanneer prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven wordt
[] ([Standaard]) wanneer de standaard beeldkwaliteit gebruikt wordt en het
aantal op te nemen beelden verhoogd wordt zonder het aantal
pixels te veranderen
[ ] ([3D+fijn]):
Zowel MPO-beelden als fine JPEG-beelden worden simultaan
opgenomen.
[ ] ([3D+standaard]):
Zowel MPO-beelden als standaard JPEG-beelden worden
simultaan opgenomen.
Opnemen
- 76 -
Toepasbare modussen:
Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het
instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken
zonder dat de beelden donker worden.
Over [ ] (slimme ISO-gevoeligheidscorrectie)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale
ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij
de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het
schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Het
verandert voortdurend om zich aan te passen aan de beweging van het onderwerp, tot de
sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
Aantekening
Voor het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P54.
De ISO-gevoeligheid is automatisch ingesteld onder de volgende omstandigheden.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Wanneer [Burstfunctie] ingesteld is op [ ]
[Gevoeligheid]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[AUTO]
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van
de helderheid.
Maximum [800] (Met de flitser op [1600])
[]([i.ISO])
De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de beweging
van het onderwerp en de helderheid.
Maximum [1600]
[100]
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende standen.
[200]
[400]
[800]
[1600]
[3200]
[100]
[
3200]
Opnamelocatie
(aangeraden)
Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
Schommelen van het
onderwerp
Verhoogd Minder
- 77 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit
naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het
dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
Aantekening
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichtingsarmaturen enz., zal de geschikte witbalans
variëren afhankelijk van het verlichtingstype, gebruik daarom [AWB] of [Ó].
De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling
voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.)
Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen.
[Landschap]/[Nachtportret]/[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit hand]/[Voedsel]/[Zonsonderg.] in de
scènemodus
Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1 De automatische witbalans zal met dit bereik werken
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 Zonlicht
6 Wit fluorescerend licht
7 Gloeilamp
8 Zonsopgang en zonsondergang
9 Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
[Witbalans]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[AWB] ([Auto witbalans])
Automatische afstelling
[V] ([Daglicht])
Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht
[Ð] ([Bewolkt]) Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht
[î] ([Schaduw])
Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw
[Ñ] ([Halogeen])
Wanneer u beelden maakt onder fel licht
[Ò] ([Wit instellen]) Waarde ingesteld door gebruikte [Ó]
[Ó]
([Witbalans instellen])
Handmatig ingesteld
Opnemen
- 78 -
Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto’s maakt.
1 Kies [Ó] en druk dan op [MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks
zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object
en druk dan op [MENU/SET].
De witbalans zou niet correct ingesteld kunnen zijn wanneer het
onderwerp te helder of te donker is. Stel de Witbalans opnieuw in
nadat u de juister helderheid afgesteld heeft.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
De fijnafstelling is alleen mogelijk wanneer de witbalans op [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò] gezet is.
1 Selecteer de witbalans om fijn af te stellen en druk vervolgens op [DISP.] om
[Instellen] af te beelden
2 Druk op 2/1 om de witbalans te regelen.
Kies [0] om de oorspronkelijke Witbalans weer in te stellen.
3 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
Aantekening
De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans wordt door het beeld gebruikt
wanneer u de flits gebruikt.
U kunt de Witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke Witbalansfunctie.
De fijnafstelling van de Witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans in [Ò] keert terug
naar [0] wanneer u de Witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó].
De fijne instelling van de witbalans kan niet ingesteld worden voor [B&W] en [SEPIA] in
[Kleurfunctie].
De witbalans handmatig instellen
De witbalans fijn afstellen
2 [Rood]: Op drukken als de tint blauwachtig is.
1 [Blauw]: Op drukken als de tint roodachtig is.
- 79 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films.
Aantekening
De focusinstelling is vastgezet op [Ø] in de miniatuureffectmodus.
Deze zal vastgesteld worden op [š] wanneer de [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON].
[š] kan niet ingesteld worden met [Panorama-opname], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand] of
[Voedsel] in de scènemodus.
Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [ ] gezet worden.
In [Panorama-opname] in de scènefunctie
In [B&W] of [SEPIA] in [Kleurfunctie]
[AF mode]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[š]
([Gezichtsdetectie])
Het toestel detecteert automatisch iemands gezicht. (max.
15 zones) De scherpstelling en de belichting kunnen vervolgens
ingesteld worden voor dat gezicht, ongeacht in welk deel van
het beeld het zich bevindt.
[]([Tracking AF])
¢
Focus kan afgesteld worden op een gespecificeerd onderwerp.
De focus zal het onderwerp blijven volgen ook wanneer deze
beweegt. (Dynamische opsporing)
[]([23-zone])
¢
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld.
Dit is doeltreffend wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling van
de beeldverhouding.)
[Ø] ([1-zone])
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het
midden van het scherm.
[Ù] ([Punt])
¢
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het
scherm.
Opnemen
- 80 -
Over [š] ([Gezichtsdetectie])
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de
gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame
groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Weergegeven als meer dan één gezicht gedetecteerd wordt. Andere gezichten, die zich
op dezelfde afstand bevinden als de gezichten met de gele AF-zones, worden ook
scherpgesteld.
Aantekening
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar [ ] ([Ø] terwijl er video’s gemaakt worden).
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
Wanneer het gezicht op een hoek is
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
Wanneer er een snelle beweging is
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
Wanneer het toestel schudt
Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
Als het toestel iets anders dan iemand’s gezicht registreert, verander de instellingen dan en zet
deze op iets anders dan [
š].
Opstelling [ ] ([Tracking AF])
Lijn het onderwerp uit met de AF-opsporingsframe en druk dan
op 4 om op het onderwerp te vergrendelen.
A AF-volgframe
De AF-zone zal geel weergegeven worden wanneer een onderwerp
herkend wordt en de scherpstelling zal voortdurend bijgesteld worden
en de beweging van het onderwerp volgen (Dynamisch volgen).
AF-opsporing wordt geannuleerd wanneer er opnieuw op 4 gedrukt
wordt.
Aantekening
Dynamische opsporing-functie zou niet kunnen werken in de volgende gevallen:
Wanneer het onderwerp te klein is
Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
Wanneer het onderwerp te snel beweegt
Wanneer de achtergrond dezelfde of een soortgelijke kleur heeft als het onderwerp
Wanneer er zich golfstoring voordoet
Wanneer u de zoom gebruikt
Als de vergrendeling niet werkt, zal het AF tracking-frame rood worden en vervolgens
verdwijnen. Druk opnieuw op 4.
De camera neemt beelden met [AF mode] op als [Ø], indien vergrendeld, of als Dynamic
Tracking niet werkt.
A
- 81 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Zolang als het toestel stil gehouden wordt, zal het toestel automatisch de focus afstellen
en zal de focusafstelling vervolgens sneller zijn wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt.
Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld een kans voor beelden maken niet wilt missen.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
De batterij raakt sneller op dan normaal.
Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
Deze werkt niet tijdens AF-opsporing.
[Quick AF] kan niet worden ingesteld in [Nachtportret], [Nachtl.schap] en [Nachtop. uit hand] in
de scènemodus.
Aantekening
Raadpleeg P69 voor details.
Toepasbare modussen:
Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot
verschil is in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te
brengen naar hoe u ziet.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
[ ] in het scherm wordt geel wanneer [i. Exposure] van kracht is.
Zelfs als [Gevoeligheid] op [100] staat, kan [Gevoeligheid] op meer dan [100] ingesteld worden
als de foto met [i. Exposure] genomen wordt.
Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden.
[Quick AF]
[Gezicht herk.]
[i. Exposure]
Opnemen
- 82 -
Toepasbare modussen:
U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [Korte sluitert.] langzamer in te
stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te
verminderen.
Instellingen: [AUTO], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1]
Aantekening
Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u
een minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [ ] links onderaan het
scherm.)
Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het
toestel niet erg bewogen wordt, wat met [Stabilisatie] gecorrigeerd moet worden, of als
[Stabilisatie] op [OFF] staat.
Het op een langzamere sluitertijd instellen van [Korte sluitert.] zou de kans op beeldbibber
kunnen doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner
aan voor het maken van beelden.
Door het instellen van [Korte sluitert.] op een hogere snelheid kan het beeld donkerder worden.
Wij raden dus aan om de foto in een goed verlichte omgeving te maken. Indien geen correcte
belichting bereikt kan worden, zal [ ] rood knipperen als de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt.
Toepasbare modussen:
Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden met
gebruik van Intelligente Resolutietechnologie.
Aantekening
Lees P51 voor informatie over de Intelligente Zoom.
Toepasbare modussen:
Dit kan het onderwerp zelfs nog meer vergroten dan de Optische Zoom, de Extra Optische
Zoom, of [i.ZOOM].
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
P51 raadplegen voor gedetailleerde informatie.
De instelling is vastgesteld op [ON] in macro-zoomfunctie.
[Korte sluitert.]
Instelling minimum sluitertijd 1/125 1
Helderheid Donkerder Helderder
Beweging Minder Meer
[I.resolutie]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[ON]
[I.resolutie] is geactiveerd.
[i.ZOOM]
[I.resolutie] is geactiveerd en zoomuitvergroting is toegenomen tot
2 keer terwijl de verslechtering van het beeld beperkt wordt.
[OFF]
[Dig. zoom]
- 83 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
¢ Dit kan alleen ingesteld worden als Intelligent Auto modus ingesteld is.
Aantekening
Als [ ] of [ ] ingesteld is, zal een focusvoorspelling binnen een mogelijk bereik uitgevoerd
worden om de burst-snelheid prioriteit te verlenen. Als u dus probeert om een snel bewegend
voorwerp te fotograferen, dan kan het moeilijk zijn het onderwerp scherp te stellen of kan dit
lang duren.
Als [ ] ingesteld is, kan de opname vanaf het tweede beeld helderder of donkerder zijn, al
naargelang de veranderingen van helderheid van het onderwerp.
De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving
zoals op donkere plaatsen of als de ISO-gevoeligheid hoog is, enzovoort.
Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen zal het overschrijven
van de gegevens even duren.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
U kunt Burstfunctie niet gebruiken onder de volgende omstandigheden.
Bij gebruik van Auto Bracket
In [Panorama-opname], [Nachtop. uit hand] en [Foto frame] in de scènemodus
Het aantal opneembare beelden zal op 3 beelden vastgezet worden als de zelfontspanner
wordt gebruikt (behalve voor [ ]).
De flitsinstelling wordt vastgezet op [Œ] (behalve voor [ ]).
[Burstfunctie]
Instellingen Beschrijving van instellingen Aantal opnamen
[]
([Intelligente
burst-modus])
¢
De burst-snelheid verandert in
overeenstemming met de beweging van het
onderwerp.
ongeveer 100 beelden
[]
([2 fps AF continu])
De scherpstelling, de belichting en de
witbalans worden ingesteld voor ieder met
burst opgenomen beeld.
ongeveer 100 beelden
[]
([5 fps AF continu])
[]
([10 fps AF enkel])
De focus, de belichting en de witbalans
worden vastgezet op de instellingen voor het
eerste beeld.
ongeveer 4 beelden
[]
([Flitsburst])
Foto's worden continu genomen met flits.
Deze kan alleen ingesteld worden tijdens
Normale Beeldfunctie.
De opnamegrootte is vastgesteld op 3M
(4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
Instellingen voor focus, zoom, belichting,
sluitertijd, ISO-gevoeligheid, flitsoutput zijn
vastgesteld op het eerste beeld.
Het aantal opneembare beelden zal op
5 beelden vastgezet worden als de
zelfontspanner wordt gebruikt.
De flitsinstelling wordt vastgezet op [].
ongeveer 5 beelden
[OFF]
10
10
Opnemen
- 84 -
Toepasbare modussen:
Stelt verschillende kleureffecten in, inclusief het scherper maken van het beeld of het
toepassen van een sepia-tint.
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is.
¢2 Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie.
Toepasbare modussen:
De AF-hulplamp zal het onderwerp verlichten als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt
wordt en maakt het zo gemakkelijker voor het toestel om scherp te stellen als een opname
bij weinig licht gemaakt wordt. (Al naargelang de opnameomstandigheden zal een grotere
AF-zone weergegeven worden.)
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
De effectieve afstand van de assistentielamp is een maximum
van ongeveer 1,5 m.
Wanneer u de AF-lamp A niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer
u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ass.
lamp] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden
scherp te stellen.
[AF ass. lamp] staat vast op [OFF] in [Landschap], [Nachtl.schap],
[Nachtop. uit hand], [Zonsonderg.] en [Achter glas Mode] in de scènemodus.
Toepasbare modussen:
Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
Alleen beschikbaar wanneer [AF mode] ingesteld is op [š] en de gezichtsdetectie actief is.
Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
[Kleurfunctie]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[STANDARD]
Dit is de standaard instelling.
[Happy]
¢1
Beeld met verbeterde helderheid en levendigheid.
[VIVID]
¢2
De opname wordt scherper.
[B&W]
Het beeld wordt zwart-wit.
[SEPIA]
Het beeld wordt sepia.
[AF ass. lamp]
[Rode-ogencorr]
- 85 -
Opnemen
Toepasbare modussen:
Met behulp van deze functies, wordt golfstoring tijdens het maken van beelden
opgespoord, en compenseert het toestel automatisch de golfstoring, het mogelijk makend
golfstoringvrije beelden te maken.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
De stabilisator is vastgesteld op [OFF] in [Panorama-opname] in Scènefunctie.
De instelling is vastgezet op [ON] in [Nachtop. uit hand] in de scènemodus of bij het opnemen
van films.
De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
Wanneer er veel camerabeweging is.
Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
In het digitale zoombereik.
Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt.
Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere
plaatsen.
Toepasbare modussen:
U kunt foto’s maken met de opnamedatum en -tijd.
Aantekening
De datuminformatie van foto’s die met ingestelde [Datum afdr.] gemaakt zijn, kan niet
worden gewist.
Tijdens het afdrukken, in een winkel of met een printer, van foto’s met [Datum afdr.], zal
de datum boven op de andere afgedrukt worden, als u kiest om de datum af te drukken.
Als de tijd niet ingesteld is, kunt u geen stempel met de datuminformatie uitvoeren.
De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Bij gebruik van Auto Bracket
In [Panorama-opname] in de scènefunctie
Wanneer u [Burstfunctie] gebruikt
[Tekst afdr.], [Nw. rs.] en [Bijsnijden] kunnen niet ingesteld worden voor beelden die
opgenomen werden terwijl [Datum afdr.] ingesteld was.
Zelfs als u een foto maakt terwijl [Datum afdr.] op [OFF] staat, dan is het nog mogelijk om de
datums op de opgenomen beelden te stempelen, door [Tekst afdr.] (P98) te gebruiken of door
de datumafdruk in te stellen (P105, 124).
Raadpleeg P18 voor details.
[Stabilisatie]
[Datum afdr.]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[ZON. TIJD]
Druk het jaar, de maand en de dag af.
[MET TIJD]
Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten af.
[OFF]
[Klokinst.]
Opnemen
- 86 -
Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
Voor details over [Bewegend beeld] menu-instellingen, P38 raadplegen.
In [Panorama-opname] in de scènemodus wordt het [Bewegend beeld]-menu niet
weergegeven.
Toepasbare modussen:
Dit stelt het gegevensformaat van bewegende beelden op.
Toepasbare modussen:
Dit stelt de beeldkwaliteit van bewegende beelden op.
Wanneer [AVCHD] geselecteerd is
Wanneer [MP4] geselecteerd is
[Opnamefunctie]
[AVCHD]
Selecteer dit formaat om HD (high definition) video op te nemen voor
afspelen op uw HDTV m.b.v. een HDMI-verbinding.
[MP4]
Selecteer dit formaat voor het opnemen van een video met
standaarddefinitie om op uw PC af te spelen.
[Opn. kwaliteit]
Instellingen Kwaliteit (bit rate) fps Aspectratio
[FSH] 1920k1080 pixels/Ongeveer 17 Mbps
50i
(Sensoroutput is
25 fps)
16:9
[SH] 1280k720 pixels/Ongeveer 17 Mbps
50p
(Sensoroutput is
25 fps)
Instellingen Kwaliteit (bit rate) fps Aspectratio
[FHD] 1920k1080 pixels/Ongeveer 20 Mbps
25
16:9
[HD] 1280k720 pixels/Ongeveer 10 Mbps
[VGA] 640k480 pixels/Ongeveer 4 Mbps 4:3
- 87 -
Opnemen
Aantekening
Wat is bit rate
Dit is het volume van de gegevens voor een bepaalde tijdsperiode en de kwaliteit neemt toe
wanneer het aantal groter wordt. Dit apparaat gebruikt de “VBR”-opnamemethode. “VBR” is
een afkorting van “Variable Bit Rate” en de bit rate (volume van gegevens voor een bepaalde
tijdsperiode) wordt automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp.
Daarom wordt de opnametijd verkort wanneer een onderwerp met snelle beweging
opgenomen wordt.
Toepasbare modussen:
Deze zal continu blijven scherp stellen op het onderwerp waarvoor al een keer
scherpgesteld was.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
Zet deze functie op [OFF] indien u het brandpunt wenst vast te zetten op de positie waarin u de
filmopname begon.
Toepasbare modussen:
Dit voorkomt automatisch dat windruis opgenomen wordt.
Instellingen: [AUTO]/[OFF]
Aantekening
De geluidskwaliteit kan anders dan gewoon zijn, als [Windreductie] ingesteld is.
[Continu AF]
[Windreductie]
Afspelen/Bewerken
- 88 -
Afspelen/Bewerken
Diverse afspeelmethoden
U kunt de gemaakte foto’s op diverse manieren afspelen.
Schuif de REC/PLAY-schakelaar naar [(] en druk vervolgens op
[MODE].
Druk op 3/4/2/1 om een item te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
De volgende items kunnen geselecteerd worden.
¢ De afspeelmethode voor 3D-beelden kan omgeschakeld worden. Dit menu
wordt alleen tijdens de HDMI-uitgave weergegeven. Raadpleeg P113 voor
details over de afspeelmethode.
[]([Normaal afsp.]) (P32)
[]([2D/3D-inst.])
¢
[]([Diashow]) (P89)
[]([Afspelen filteren]) (P91)
[]([Kalender]) (P92)
- 89 -
Afspelen/Bewerken
U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit
doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden.
U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die opgemaakt is uit alleen foto’s, alleen
video’s, alleen 3D-beelden, enz.
We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het
toestel aan een TV.
Op 3 drukken om [Start] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op 4 om de diavoorstelling te beëindigen.
Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
Operaties die uitgevoerd worden tijdens diavoorstelling
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
¢ Alleen beschikbaar tijdens een pauze of tijdens het afspelen van een film of een
panoramafoto.
[Diashow]
Selecteer de af te spelen groep door op 3/4 te
drukken en druk vervolgens op [MENU/SET].
Raadpleeg P113 voor de manier van afspelen van
[3D-weergave]-beelden in 3D.
Druk tijdens [Categorieselectie] op 3/4/2/1 om een categorie
te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Raadpleeg
P91 voor details over de categorieën.
3
Afspelen/Pauzeren
4
Stop
2
Terug naar het vorige beeld
¢
1
Verder naar het volgende beeld
¢
[W]
Verlaagt het niveau van het volume
[T]
Verhoogt het niveau van het volume
Afspelen/Bewerken
- 90 -
De diavoorstellinginstellingen veranderen
U kunt de instellingen veranderen voor terugspelen van
diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het
menuscherm van de diavoorstelling.
[Effect]
Dit beidt u de mogelijkheid de schermeffecten of muziekeffecten te
selecteren wanneer u van het ene beeld naar het andere beeld
overschakelt.
[NATURAL], [SLOW], [SWING], [URBAN], [OFF], [AUTO]
Wanneer [URBAN] geselecteerd is, kan het beeld in zwart en wit verschijnen als een
schermeffect.
[AUTO] kan alleen gebruikt worden wanneer [Categorieselectie] geselecteerd is. De beelden
worden afgespeeld met de aanbevolen effecten in elke categorie.
Tijdens de [Alleen bew. beeld] diavoorstelling, wordt [Effect] vastgesteld po [OFF].
Sommige [Effect] zullen niet werkzaam zijn als verticaal weergegeven beelden afgespeeld
worden.
[Set-up]
[Duur] of [Herhalen] kan ingesteld worden.
[Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
Tijdens het afspelen van een panoramafoto, is de instelling van [Duur] uitgeschakeld.
Instellingen Beschrijving van instellingen
[Duur] [1SEC]/[2SEC]/[3SEC]/[5SEC]
[Herhalen] [ON]/[OFF]
[Geluid]
[OFF]: Er zal geen geluid zijn.
[AUTO]: Er klinkt muziek als stilstaande beelden afgespeeld
worden en audio als bewegende beelden afgespeeld
worden.
[Muziek]: Er wordt muziek afgespeeld.
[Audio]: Er wordt audio (alleen voor films) afgespeeld.
- 91 -
Afspelen/Bewerken
De beelden worden geclassificeerd in alleen foto’s, alleen video’s of alleen 3D-foto’s, enz.
en afgespeeld.
Over de te sorteren categorieën
Er wordt als volgt gesorteerd als [Categorieselectie] ingesteld is.
¢ Druk op 3/4/2/1 om de persoon te selecteren die afgespeeld moet worden en druk
vervolgens op [MENU/SET].
[Afspelen filteren]
Instellingen Beschrijving van instellingen
[Alleen foto's] Er worden alleen foto’s afgespeeld.
[Alleen bew.
beeld]
Er worden alleen video’s afgespeeld.
[3D-weergave]
Uw favoriete 3D-beelden worden afgespeeld.
Raadpleeg P113 voor de wijze van afspelen van [3D-weergave] beelden in
3D.
[Categorieselectie]
Deze modus stelt u in staat om foto’s te zoeken op grond van de
scènefunctie of andere categorieën (zoals [Portret], [Landschap] of
[Nachtl.schap]) en om de foto’s in iedere categorie te sorteren. U kunt de
foto’s van iedere categorie vervolgens afspelen.
Op 3/4/2/1 drukken om de categorie
te selecteren en dan op [MENU/SET]
drukken om in te stellen.
Alleen de categorie waarvoor beelden gevonden
zijn, kan afgespeeld worden.
[Favorieten] U kunt de foto’s afspelen die u ingesteld heeft als [Favorieten] (P103).
Opname-informatie bijv. scènefuncties
[Gezicht herk.]
¢
*
[Portret], [i-Portret], [Gave huid], [Nachtportret], [i-Nachtportret], [Baby1]/
[Baby2], [i-Baby]
,
[Landschap], [i-Landschap], [Panorama-opname], [Zonsonderg.],
[i-Zonsonderg.],
[Achter glas Mode]
.
[Nachtportret], [i-Nachtportret], [Nachtl.schap], [i-Nachtl.schap], [Nachtop.
uit hand], [iHandh. nachtop.]
[Sport]
Î
[Baby1]/[Baby2], [i-Baby]
í
[Huisdier]
1
[Voedsel]
[Reisdatum]
Afspelen/Bewerken
- 92 -
U kunt beelden afbeelden per opnamedatum.
Aantekening
De opnamedatum van het beeld die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst
het kalenderscherm afbeeldt.
Als er meerdere beelden zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname
van die datum.
U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099.
Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld, is de opnamedatum ingesteld op 1 januari
2012.
Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [Wereldtijd], worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
[Kalender]
Op 3/4/2/1 drukken om de terug te spelen datum
te selecteren.
Als er geen beelden tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt,
verschijnt deze maand niet.
Druk op [MENU/SET] om de opnamen af te beelden
die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
Druk op [ ] om terug te keren naar het
kalenderbeeldscherm.
- 93 -
Afspelen/Bewerken
Plezier met Gemaakte beelden
De helderheid en de kleur van de beelden die gemaakt zijn kunnen gebalanceerd worden.
Met [Auto retouche] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije ruimte
is op het interne geheugen of de kaart.
[Auto retouche] kan niet gebruikt worden als de Schrijfbeschermingschakelaar van de kaart
ingesteld is op [LOCK].
¢ Deze beelden zijn voorbeelden van dit effect.
Op 2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op 3
drukken.
Op 3/4 drukken om [Auto retouche] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Op 3/4 drukken om [ON] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Aantekening
Al naargelang het beeld kan beeldruis versterkt worden door [Auto retouche].
Effecten kunnen moeilijk te zien zijn afhankelijk van het beeld.
Het is misschien niet mogelijk om [Auto retouche] toe te passen op beelden die al eens
geretoucheerd zijn.
[Auto retouche] zou niet uitgevoerd kunnen worden op foto's die met andere apparatuur
gemaakt zijn.
[Auto retouche] is in de volgende gevallen niet mogelijk:
Bewegende beelden
3D-beelden
Beelden opgenomen met [Panorama-opname] en [Foto frame] in de scènemodus
[Auto retouche]
Afspelen/Bewerken
- 94 -
U kunt de gewenste effecten aan uw foto's toevoegen.
Met [Creatieve retouche] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer of er vrije
ruimte is in het interne geheugen of de kaart.
[Creatieve retouche] kan niet gebruikt worden als de schrijfbeveiliging van de kaart op [LOCK]
staat.
Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op 3.
Druk op 3/4 om [Creatieve retouche] te kiezen en druk vervolgens
op [MENU/SET].
Druk op 3/4 om een item te kiezen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt
uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Als [Speelgoedcam.effect] geselecteerd is, kunt u de kleurtoon
veranderen in Koel, Normaal of Warm door op [DISP.] te
drukken.
Aantekening
Effecten kunnen moeilijk te zien zijn afhankelijk van het beeld.
[Creatieve retouche] zou niet uitgevoerd kunnen worden op beelden die met andere apparatuur
gemaakt zijn.
[Creatieve retouche] is in de volgende gevallen niet mogelijk:
Bewegende beelden
3D-beelden
Beelden die gemaakt zijn in [Panorama-opname] in Scènefunctie
[Creatieve retouche]
Onderdeel Effect
[EXPS] ([Expressief])
Dit is een pop art-stijl beeldeffect dat de kleur
benadrukt.
[RETR] ([Retro])
Dit is een zacht beeldeffect dat de er voor zorgt dat
de foto er aangetast uitziet.
[HKEY] ([Overbelichting]) Het beeldeffect zal algeheel helderder worden.
[MONO] ([Dynamisch zwart/wit])
Dit is een beeldeffect dat het contrast verhoogd om
zwart-wit foto's een sterker effect te geven.
[TOY] ([Speelgoedcam.effect])
Dit effect produceert vignettering en doet het beeld
dus eruit zien alsof het met een speelgoedtoestel
genomen is.
[SOFT] ([Zachte focus])
Dit is een beeldeffect dat het gehele beeld waziger
maakt en een zachtere atmosfeer creëert.
- 95 -
Afspelen/Bewerken
Gebruik van het [Afspelen] Menu
U kunt foto’s instellen die u naar websites kunt uploaden waar u ze met anderen kunt
delen. U kunt de foto’s bewerken, bijvoorbeeld bijsnijden, en u kunt ook de beveiliging van
de opgenomen beelden instellen, enz.
Met [Tekst afdr.], [Nw. rs.] of [Bijsnijden] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Een
nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op het ingebouwde
geheugen of de kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het
beeld te bewerken.
Het is mogelijk om op dit toestel de beelden in te stellen die u wilt uploaden naar de
websites voor het delen van foto’s (Facebook/YouTube).
U kunt naar YouTube alleen bewegende beelden uploaden en zowel bewegende beelden als
foto’s naar Facebook.
Dit kan niet gedaan worden met de beelden die in het interne geheugen staan. Kopieer
deze naar een kaart (P108) en voer vervolgens [Uploadinstellingen] uit.
Selecteer [Uploadinstellingen] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
[Uploadinstellingen]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in
te stellen.
De instelling wordt gewist als opnieuw op
[MENU/SET] gedrukt wordt.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Instelling [MULTI]
Op [DISP.] drukken om (herhalen) in te
stellen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De instelling wordt geannuleerd wanneer
[DISP.] nog een keer ingedrukt wordt.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt
weergegeven. Het wordt uitgevoerd als
[Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
Afspelen/Bewerken
- 96 -
Uploaden van beelden naar de websites waarin beelden met anderen gedeeld
kunnen worden
Er zal automatisch een upload-tool “LUMIX Image Uploader”, die deel uitmaakt van het
toestel, naar de kaart gekopieerd worden als u [Uploadinstellingen] instelt.
Voer het uploaden uit nadat u het toestel op een PC aangesloten heft (P119). Raadpleeg
voor details P121.
Alle [Uploadinstellingen] instellingen annuleren
1 Selecteer [Uploadinstellingen] op het [Afspelen] menu.
2 Op 3/4drukken om [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De instelling is misschien niet mogelijk voor beelden die met andere toestellen opgenomen
zijn.
Het kan niet ingesteld worden met een kaart die kleiner is dan 512 MB.
- 97 -
Afspelen/Bewerken
U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan
het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P98).
Selecteer [Titel bew.] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
De tekst invoeren. (P73)
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Aantekening
Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
U kunt teksten (commentaar) afdrukken m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software
op de CD-ROM (meegeleverd).
U kunt maximaal 50 opnamen gelijktijdig instellen met [MULTI].
[Titel bew.] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen:
Bewegende beelden
3D-beelden
Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur
[Titel bew.]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in
te stellen.
[] wordt afgebeeld voor beelden met al
geregistreerde titels.
Instelling [MULTI]
Op [DISP.] drukken om (herhalen) in te
stellen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De instelling wordt geannuleerd wanneer
[DISP.] nog een keer ingedrukt wordt.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
Afspelen/Bewerken
- 98 -
U kunt de opnamedatum/tijd, naam, plaats of reisdatum op de gemaakte beelden
afdrukken.
Selecteer [Tekst afdr.] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Op 3/4 drukken om [Inst.] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op 3/4 om de tekstafdruk-onderdelen te selecteren en druk
dan op [MENU/SET]
[Tekst afdr.]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in
te stellen.
[] wordt weergegeven op beelden
waarop al een datum of tekst gestempeld
zijn.
Instelling [MULTI]
Op [DISP.] drukken om (herhalen) in te
stellen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De instelling wordt geannuleerd wanneer
[DISP.] nog een keer ingedrukt wordt.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
- 99 -
Afspelen/Bewerken
Druk op 3/4 om de instellingen te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Druk op [ ].
Op 3 drukken om [Uitvoer.] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
Wanneer u beelden afdrukt die bedrukt zijn met tekst, zal de datum over de bedrukte tekst heen
afgedrukt worden als u het afdrukken van de datum specificeert bij de fotowinkel of op uw printer.
U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI].
De beeldkwaliteit zou kunnen verslechteren wanneer de tekstafdruk uitgevoerd wordt.
Afhankelijk van de printer die u gebruikt, kunnen sommige letters afgeknipt worden tijdens het
printen. Controleer dit op voorhand.
Wanneer er tekst op de 0,3M-beelden gedrukt is, is het moeilijk te lezen.
Tekst en data kunnen niet afgedrukt worden op de beelden in de volgende gevallen.
Bewegende beelden
Beelden die gemaakt zijn in [Panorama-opname] in Scènefunctie
3D-beelden
Beelden die gemaakt zijn zonder instelling van de klok
Beelden met gestempelde datum of tekst
Beelden die opgenomen zijn met andere apparatuur
Onderdeel Instellingsitem
[Opnamedatum]
[ZON. TIJD]:
Druk het jaar, de maand en de datum af.
[MET TIJD]:
Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de
minuten af.
[OFF]
[Naam]
[]
([Gezichtsherke
nning]):
Drukt namen af die geregistreerd zijn in de
naaminstellingen voor [Gezicht herk.].
[]
([Baby/
Huisdieren]):
Drukt namen af die geregistreerd staan in de
naaminstellingen voor [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier]
in Scènefunctie.
[OFF]
[Locatie]
[ON]:
Drukt de naam van de reisbestemming af die
ingesteld is onder [Locatie].
[OFF]
[Reisdatum]
[ON]:
Drukt de reisdatum af die ingesteld is onder [Reisdatum].
[OFF]
[Titel]
[ON]:
De Titelinvoer in de [Titel bew.] zal afgedrukt worden.
[OFF]
Afspelen/Bewerken
- 100 -
De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u
een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft.
Eenmaal gesplitst kan het niet meer opgeroepen worden.
Aantekening
[Splits video] wordt misschien niet uitgevoerd op video’s die met andere apparatuur
opgenomen zijn.
De video’s kunnen niet gesplitst worden op een punt vlakbij het begin of het einde van de
video.
Met [MP4] video’s zal de volgorde van de beelden veranderd worden als een splitsing
plaatsvindt.
Er wordt geadviseerd om deze films op te zoeken met gebruik van [Kalender] of [Alleen bew.
beeld] in [Afspelen filteren].
Video’s met een korte opnameduur kunnen niet gesplitst worden.
[Splits video]
Selecteer [Splits video] op het [Afspelen] menu. (P38)
Druk op 2/1 om de te splitsen video te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Druk op 3 op het punt waarop u wilt splitsen.
De video wordt afgespeeld vanaf dezelfde plaats wanneer 3
opnieuw wordt ingedrukt.
U kunt het punt van splitsing precies instellen door op 2/1 te
drukken als de video gepauzeerd is.
Op 4 drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
De video kan verloren gaan als de kaart of de accu weggenomen wordt terwijl de
splitsing uitgevoerd wordt.
- 101 -
Afspelen/Bewerken
Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de
beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd.
Selecteer [Nw. rs.] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Aantekening
U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI].
De beeldkwaliteit van het van nieuwe grootte voorziene beeld zal slechter worden.
Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere
apparatuur gemaakt zijn.
De volgende beelden kunnen geen nieuw formaat krijgen.
Bewegende beelden
Beelden die gemaakt zijn in [Panorama-opname] in Scènefunctie
3D-beelden
Beelden met gedrukte datum of tekst
[Nw. rs.]
Selecteer het beeld en de resolutie.
Instelling [ENKEL]
1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Op 2/1 drukken om de grootte te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het
wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Instelling [MULTI]
1 Op 3/4 drukken om de grootte te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4/2/1 drukken om het beeld te kiezen en
vervolgens op [DISP.] drukken.
Herhaal deze stap voor elk beeld en druk op [MENU/SET]
om in te stellen.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het
wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Afspelen/Bewerken
- 102 -
U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
Selecteer [Bijsnijden] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Gebruik het zoomhendeltje en druk op 3/4/2/1 om de te bewerken
delen te selecteren.
Zoomhendel (T): Vergroting
Zoomhendeltje (W): Reductie
3/4/2/1: Verplaats
Op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld zal slechter worden.
Opnamen die met andere apparatuur opgenomen zijn kunnen wellicht niet bijgewerkt worden.
De volgende beelden kunnen niet geconcentreerd worden.
Bewegende beelden
Beelden die gemaakt zijn in [Panorama-opname] in Scènefunctie
3D-beelden
Beelden met gedrukte datum of tekst
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [Bijsnijden] ondergaan hebben.
[Bijsnijden]
- 103 -
Afspelen/Bewerken
U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze
ingesteld zijn als favorieten.
Alleen afspelen van beelden die als favoriet ingesteld zijn. ([Favorieten] in [Afspelen filteren])
De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen.
Alle foto's wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([Alles wissen behalve Favoriet])
Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Alle [Favorieten] instellingen annuleren
1 Selecteer [Favorieten] op het [Afspelen] menu.
2 Op 3/4 drukken om [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
U kunt tot en met 999 beelden als favorieten instellen.
Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt
stellen.
[Favorieten]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET].
De instelling wordt gewist als opnieuw op
[MENU/SET] gedrukt wordt.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
Afspelen/Bewerken
- 104 -
DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen
welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de
opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter
of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf.
Wanneer u beelden die op het ingebouwde geheugen staan af wenst te laten drukken
door een fotograaf, dient u deze beelden naar een kaart (P108) te kopiëren en vervolgens
de afdrukinstelling in te stellen.
Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen en druk
vervolgens op [MENU/SET] om in te stellen.
Wanneer [MULTI] geselecteerd is, de stappen 3 en 4 voor elk beeld herhalen. (Het is
niet mogelijk dezelfde instelling te gebruiken voor meerdere beelden.)
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Alle [Print inst.] instellingen annuleren
1 Selecteer [Print inst.] op het [Afspelen] menu.
2 Op 3/4 drukken om [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
[Print inst.]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET].
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
- 105 -
Afspelen/Bewerken
De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal afdrukken, kunt u het afdrukken met de opnamedatum
instellen/annuleren door op [DISP.] te drukken.
Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als
u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of
de gebruiksaanwijzing van uw printer.
De datum kan niet afgedrukt worden op beelden waarop een datum of tekst gestempeld is.
Aantekening
Het aantal afdrukken kan ingesteld worden tussen 0 en 999.
Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang
krijgen, dus controleer dit als dat het geval is.
Het zou niet mogelijk kunnen zijn de afdrukinstellingen te gebruiken met andere apparatuur. In
dit geval, alle instellingen annuleren en de instellingen opnieuw instellen.
[Print inst.] kan niet voor bewegende beelden ingesteld worden.
Indien het bestand niet gebaseerd is op de DCF-standaard, kan de afdrukinstelling niet
ingesteld worden.
Afspelen/Bewerken
- 106 -
U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk
gewist kunnen worden.
Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Alle instellingen [Beveiligen] annuleren
1 Selecteer [Beveiligen] op het [Afspelen] menu.
2 Op 3/4 drukken om [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur.
Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist
worden als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt.
Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de
Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
[Beveiligen]
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET].
De instellingen worden geannuleerd
wanneer er opnieuw op [MENU/SET]
gedrukt wordt.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken
om het beeld te
kiezen.
Op 3/4/2/1
drukken om de
beelden te kiezen.
- 107 -
Afspelen/Bewerken
U kunt de informatie m.b.t. de Gezichtsdetectie wissen of veranderen voor het
geselecteerde beeld.
Selecteer [Gez.herk. bew.] op het [Afspelen] menu. (P38)
Aantekening
Gewiste informatie m.b.t. de [Gezicht herk.] kan niet hersteld worden.
Wanneer alle informatie van de Gezichtsdetectie in een beeld geannuleerd is, zal het beeld niet
onderverdeeld worden m.b.v. de Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] in [Afspelen filteren].
U kunt de informatie van de Gezichtsdetectie van beschermde beelden niet bewerken.
[Gez.herk. bew.]
Druk op 3/4 om [REPLACE] of [DELETE] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Druk op 2/1 om het beeld te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Op 2/1 drukken om de persoon te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(Wanneer [REPLACE] geselecteerd is) Druk op 3/
4/2/1 om de te vervangen persoon te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt
uitgevoerd als [Ja] geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Afspelen/Bewerken
- 108 -
U kunt de gegevens van de beelden de u gemaakt hebt kopiëren van het ingebouwde
geheugen naar een kaart of van een kaart naar het ingebouwde geheugen.
Selecteer [Kopie] op het [Afspelen] menu. (P38)
Op 3/4 drukken om het menu-onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Het toestel niet op geen enkel moment uitschakelen tijdens het kopieerproces.
Aantekening
Als er een beeld bestaat met dezelfde naam (mapnummer/bestandnummer) als het naar de
kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer [ ] geselecteerd is, wordt er een nieuwe
map gecreëerd en wordt het beeld gekopieerd. Als er een beeld bestaat met dezelfde naam
(mapnummer/bestandnummer) als het naar de kopieerbestemming te kopiëren beeld wanneer
[ ] geselecteerd is, wordt dat beeld niet gekopieerd.
Het kan even duren om de gegevens te kopiëren.
[Print inst.], [Beveiligen] of [Favorieten] instellingen zullen niet gekopieerd worden. Voer de
instellingen opnieuw uit nadat het kopiëren voltooid is.
Bewegend beeld opgenomen in [AVCHD] kan niet gekopieerd worden.
[Kopie]
[]([IN>SD]): Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn
opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart.
[]([SD>IN]): Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het
ingebouwde geheugen.
Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
- 109 -
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een TV-scherm
Beelden die met dit toestel gemaakt zijn, kunnen op een TV afgespeeld worden.
Bevestig de aansluitingen op uw TV en gebruik een kabel die daarmee compatibel is. De
beeldkwaliteit kan variëren al naargelang de gebruikte aansluitingen.
1 Hoge kwaliteit
2 HDMI aansluiting
3 Video aansluiting
Sluit het toestel en de TV op elkaar aan.
Controleer de richting van de aansluitingen en recht erin steken/eruit halen terwijl u de
stekker vasthoudt. (Anders kan door een vervorming van het aansluitpunt, bij schuin of
verkeerd inbrengen, een slechte werking ontstaan.)
A HDMI-minikabel (optioneel)
B HDMI-aansluiting
C AV-kabel (optioneel)
D Geel: naar de videoinputaansluiting
E Wit: naar de geluidsinputaansluiting
F De markeringen uitlijnen en erin doen.
Voorbereiding: Schakel het toestel en de televisie uit.
Aansluiten met een HDMI-minikabel (optioneel)
Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI-minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30:
optioneel).
Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m)
Het geluid zal afgespeeld worden als stereo.
Sommige afspeelfuncties zijn beperkt.
[Afspelen] menu en [Set-up] menu kunnen niet gebruikt worden.
[Auto retouche]/[Creatieve retouche] kan niet gebruikt worden.
Raadpleeg voor meer details over het afspelen van VIERA Link (HDMI) P111.
Aansluiten met een AV-kabel (optioneel)
Gebruik altijd een originele AV-kabel van Panasonic (DMW-AVC1: optioneel).
Controleer [TV-aspect]. (P47)
Het geluid zal afgespeeld worden in mono.
Aansluiten op andere apparatuur
- 110 -
Schakel de TV in en selecteer de ingang die bij de gebruikte
aansluiting past.
Zet het toestel aan en schuif de REC/PLAY-schakelaar vervolgens op
[(].
Aantekening
Afhankelijk van de [Fotoresolutie], zouden er zwarte randen afgebeeld kunnen worden boven
en onderaan of links en rechts van de beelden.
Verander het beeldscherm op uw TV als het beeld met afgesneden boven- of onderkant
weergegeven wordt.
Uitgave van de HDMI-minikabel (optioneel) heeft prioriteit wanneer zowel de AV-kabel
(optioneel) en de HDMI-minikabel (optioneel) aangesloten zijn.
De aansluiting met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd) zal voorrang hebben als u de
USB-aansluitkabel (bijgeleverd) gelijk met de HDMI-minikabel (optioneel) aansluit.
Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn.
U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem
als u [Video uit] in het [Set-up] menu instelt.
Wanneer er beelden afgebeeld worden, zouden deze niet juist afgebeeld kunnen worden
afhankelijk van het type TV.
Er wordt geen geluid uitgegeven vanuit de luidsprekers van de camera.
De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
De gemaakte stilstaande beelden kunnen afgespeeld worden op een TV met een
SD-geheugenkaartgleuf.
Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het
hele scherm.
Bewegende beelden die opgenomen zijn in [AVCHD] kunnen afgespeeld worden op
televisies van Panasonic (VIERA) met het merkteken met het AVCHD-logo.
In bepaalde omstandigheden kunnen panoramabeelden niet afgespeeld worden. Tevens
zou het zelfdoorlopen-afspelen van panoramabeelden niet kunnen werken.
Voor kaarten die compatibel zijn met afspelen, raadpleegt u de handleiding van de TV.
- 111 -
Aansluiten op andere apparatuur
Sluit dit apparaat aan op een Panasonic TV die compatibel is met
VIERA Link met gebruik van een HDMI-minikabel (optioneel) (P109).
Zet het toestel aan en schuif de REC/PLAY-schakelaar op [(].
Ga te werk met de afstandbediening voor de TV.
Ga te werk door te verwijzen naar de bedieningsiconen die op het scherm afgebeeld
worden.
Aantekening
Om het geluid van de bewegende beelden af te spelen, de [Geluid] in het instellingscherm van
de Diavoorstelling instellen op [AUTO] of [Audio].
Als de TV over twee of meer HDMI-ingangsaansluitingen beschikt, wordt aangeraden dit
toestel niet aan te sluiten op de HDMI1-aansluiting maar op een andere HDMI-aansluiting.
De bediening op dit toestel zal beperkt zijn.
Gebruik van VIERA Link (HDMI)
Wat is VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)?
Met deze functie kunt u met behulp van de afstandsbediening voor de Panasonic-TV
eenvoudige handelingen uitvoeren wanneer dit toestel met behulp van een HDMI-minikabel
(optioneel) voor automatisch gekoppelde handelingen is aangesloten op het
VIERA Link-compatibele apparaat. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.)
VIERA Link is een unieke Panasonic-functie die met behulp van de HDMI CEC (Consumer
Electronics Control)-standaard is afgeleid van een HDMI-besturingsfunctie. Gekoppelde
handelingen met HDMI CEC-compatibele apparaten van andere fabrikanten worden niet
gegarandeerd. Als u apparaten van andere fabrikanten die compatibel zijn met VIERA Link
gebruikt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing voor de respectieve apparaten.
Dit apparaat is compatibel met VIERA Link Ver.5. VIERA Link Ver.5 is de nieuwste
Panasonic versie en is ook compatibel met de bestaande Panasonic VIERA Link
inrichtingen. (Vanaf november 2011)
Voorbereiding: Zet de [VIERA link] op [ON]. (P47)
Aansluiten op andere apparatuur
- 112 -
Andere gekoppelde handelingen
Het toestel uitzetten:
Als u de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening voor de TV, gaat dit toestel ook
uit.
Automatische ingangsschakeling:
Als u een HDMI-minikabel aansluit en het toestel vervolgens aanzet, wordt het ingangskanaal
op de TV automatisch gewisseld naar het scherm van het toestel. Als de TV stand-by staat,
gaat hij automatisch aan (als de [Power on link]-instelling [Set] voor de TV geselecteerd is).
Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet
automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening voor
de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de gebruiksaanwijzing voor
de TV.)
Ga naar pagina 142 als VIERA Link niet goed werkt.
Aantekening
Als u niet zeker weet of de TV die u gebruikt compatibel is met VIERA Link, leest u dan de
gebruiksaanwijzing van de TV.
Welke tussen het toestel en een Panasonic-TV gekoppelde handelingen beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het type Panasonic TV, zelfs als zij compatibel zijn met VIERA Link. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de TV voor meer informatie over de handelingen op de TV die
worden ondersteund.
Bediening is niet mogelijk met een kabel die niet voldoet aan de HDMI-standaard.
Gebruik altijd een originele Panasonic HDMI minikabel (RP-CDHM15, RP-CDHM30:
optioneel).
Onderdeelnummers: RP-CDHM15 (1,5 m), RP-CDHM30 (3,0 m)
- 113 -
Aansluiten op andere apparatuur
Afspelen van 3D-beelden
Sluit het toestel aan op een televisie die compatibel is met 3D, speel de in 3D opgenomen
beelden af en geniet van de extra effecten van de 3D-beelden.
Het is ook mogelijk om de in 3D opgenomen beelden af te spelen door een SD-kaart in de
3D-compatibele televisie, die een kaartsleuf heeft, te plaatsen.
Sluit het toestel met de HDMI-minikabel aan op een 3D-compatibele
televisie en laat het afspeelbeeldscherm weergeven. (P109)
Wanneer [VIERA link] (P47) op [ON] gezet wordt en het toestel verbonden wordt aan een TV
die VIERA Link verdraagt, zal de input van de TV automatisch geschakeld worden en zal het
afspeelscherm afgebeeld worden. Raadpleeg P111 voor details.
Voor de in 3D opgenomen beelden zal bij het afspelen [3D] op het thumbnail-display
weergegeven worden.
Afspelen als een 3D-diavoorstelling door alleen de in 3D opgenomen foto’s te
selecteren
Selecteer [3D-weergave] in [Diashow] in het [Afspeelfunctie] menu. (P89)
Afspelen in 3D door alleen de in 3D opgenomen foto’s te selecteren
Selecteer [3D-weergave] in [Afspelen filteren] in de [Afspeelfunctie]. (P91)
Omschakelen van de afspeelmethode voor in 3D opgenomen foto’s
1 Selecteer de in 3D opgenomen foto.
2 Selecteer [2D/3D-inst.] in het menu [Afspeelfunctie] en druk vervolgens op
[MENU/SET]. (P38)
De afspeelmethode zal naar 3D schakelen als het in 2D (conventioneel beeld) afgespeeld
wordt.
Als u zich moe, ongemakkelijk of op een andere manier niet gewoon voelt terwijl u naar
3D-beelden kijkt, stel dan opnieuw 2D in.
Voor recente informatie over de apparatuur die 3D-beelden kan afspelen die met
dit toestel opgenomen zijn, kunt u onderstaande ondersteunende site
raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Voorbereiding: Zet [3D-weergave] op [3D]. (P47)
Aansluiten op andere apparatuur
- 114 -
Aantekening
Als het beeld niet geschikt is om in 3D bekeken te worden (te grote ongelijkheid, enz.)
[Diashow]:
Het beeld wordt in 2D afgespeeld.
[Afspelen filteren]:
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Kies of u het beeld al dan niet in 3D wilt
afspelen.
Het kan zijn dat 2 beelden naast elkaar weergegeven worden als een 3D-beeld op een TV
afgespeeld wordt die niet compatibel is met 3D.
Als een in 3D opgenomen beeld op de LCD-monitor van dit toestel weergegeven wordt, wordt
het in 2D afgespeeld (conventioneel beeld).
Er zal enkele seconden lang een zwart beeldscherm weergegeven worden als u tussen
3D-beelden en 2D-beelden heen en weer schakelt.
Als u een thumbnail van een 3D-beeld selecteert, kan het enkele seconden duren voordat het
afspelen van start gaat. Na het afspelen kan het enkele seconden duren voordat de
thumbnail-weergave opnieuw verschijnt.
Als u 3D-beelden bekijkt, kunnen uw ogen moe worden als u zich te dichtbij het
televisiescherm bevindt.
Als uw televisie niet naar een 3D-beeld schakelt, verricht dan de benodigde instellingen op uw
televisie. (Raadpleeg voor details de handleiding van de televisie.)
Er kunnen geen foto's gewist worden als 3D-beelden afgespeeld worden. Het [Set-up] menu,
het [Afspelen] menu en de playback-zoomfuncties kunnen niet gebruikt worden.
3D-beelden kunnen op uw computer of op apparatuur van Panasonic bewaard worden. (P115)
- 115 -
Aansluiten op andere apparatuur
Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden
en bewegende beelden
Methoden om stilstaande en bewegende beelden te exporteren naar andere apparatuur
zullen variëren afhankelijk van het bestandsformaat (JPEG, MPO, AVCHD, of MP4). Hier
volgen enige suggesties.
Zie de handleiding van de recorder voor details over het kopiëren en het afspelen.
Kopiëren door de SD-kaart in de recorder te plaatsen
Inrichtingen van Panasonic die compatibel zijn met het
respectievelijke bestandsformaat (zoals een Blu-ray Disc
recorder) kunnen gebruikt worden om de beelden te
kopiëren.
Voor details over compatibele inrichtingen, de
ondersteuningsites hieronder raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
¢ Bepaalde compatibele inrichtingen zouden niet in bepaalde landen en regio's te koop
kunnen zijn.
Aansluiten op andere apparatuur
- 116 -
Kopiëren van beelden, die met dit toestel afgespeeld worden, naar Blu-ray disks, DVD
disks, harde schijven of video’s, met gebruik van een Blu-ray Disk Recorder, een DVD
recorder of een video.
Dit kan afgespeeld worden met apparatuur dat niet compatibel is met hoge definitie
(AVCHD), daarom is het handig voor het uitdelen van kopieën. Het beeld zal deze keer
standaard kwaliteit zijn i.p.v. een hoge definitie.
1 Sluit dit toestel met een AV-kabel (optioneel) aan op de opname-apparatuur.
2 Start het afspelen van dit apparaat.
3 Start de opname op de opnameapparatuur.
Wanneer het opnemen (kopiëren) eindigt, het afspelen op dit apparaat stoppen na het
stoppen van het opnemen in de opnameapparatuur.
Aantekening
Wanneer u bewegende beelden afspeelt op een 4:3 aspectratio-TV, moet u [TV-aspect] (P47)
op dit apparaat instellen op [4:3] voordat u een kopie start. Het beeld zal verticaal lang zijn als u
bewegende beelden die gekopieerd zijn met [16:9] instelling op een [4:3] aspect-TV afspeelt.
Zie de instructiehandleiding van de opnameapparatuur voor de details over het kopiëren en het
afspelen.
Kopieer het afspeelbeeld m.b.v. een AV-kabel
1 Geel: naar de videoinputaansluiting
2 Wit: naar de geluidsinputaansluiting
A AV-kabel (optioneel)
- 117 -
Aansluiten op andere apparatuur
1 Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC.
Lees de afzonderlijke "Basisgebruiksaanwijzing" voor meer informatie over de software
die op de (bijgeleverde) CD-ROM staat en hoe deze te installeren.
2 Sluit het toestel aan op de PC.
Voor details over hoe de camera aan te sluiten, raadpleeg Het verkrijgen van foto's en
[MP4] films (anders dan [AVCHD]-films)
(P119).
3 Kopieer de beelden naar de PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”.
Raadpleeg voor details de handleiding van “PHOTOfunSTUDIO” (PDF).
Aantekening
De bestanden of mappen in Windows Explorer niet wissen of verplaatsen. Als u de beelden in
PHOTOfunSTUDIO” bekijkt, zult u niet in staat zijn ze af te spelen of te bewerken.
Kopiëren naar een PC met gebruik vanPHOTOfunSTUDIO
De software “PHOTOfunSTUDIO” op de CD-ROM
(bijgeleverd) kan gebruikt worden om alle foto's en
video's die met de camera gemaakt zijn op uw computer
op te slaan in de verschillende formaten ervan.
Aansluiten op andere apparatuur
- 118 -
Aansluiting op de PC
U kunt de beelden in het toestel naar een PC overbrengen door het toestel op een PC aan
te sluiten.
Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de
handleiding raadplegen van uw PC.
Als de computer die gebruikt wordt geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, kan er
een bericht verschijnen dat u uitnodigt tot het formatteren. (Als u hiermee instemt,
zullen de gemaakte beelden gewist worden, kiest u dus niet voor formatteren.)
Als de kaart niet herkend wordt, gelieve verwijzen naar de onderstaande
ondersteunende site.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
U kunt de beelden die u heeft geïmporteerd gemakkelijk afdrukken of versturen. Het gebruik
van de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd) is een
handige manier om dit te doen.
Lees de afzonderlijke "Basisgebruiksaanwijzing" voor meer informatie over de software die op
de (bijgeleverde) CD-ROM staat en hoe deze te installeren.
PC die gebruikt kan worden
Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is
massa-opslagapparatuur te herkennen.
Ondersteuning van
Windows: Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows 2000/
Windows Me
Ondersteuning van Mac: OS X v10.1 ~ v10.7
AVCHD-films worden misschien niet correct geïmporteerd als ze als bestand of mag
gekopieerd worden.
Importeer AVCHD-films met Windows altijd met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO”, een van
de programma's die op de (bijgeleverde) CD-ROM staat.
Met een Mac kunnen AVCHD-films geïmporteerd worden met gebruik van “iMovie’11”.
(Neem voor details over iMovie’11 contact op met Apple Inc.)
- 119 -
Aansluiten op andere apparatuur
Voorbereiding:
Zet het toestel en de PC aan.
Verwijder de kaart voordat u de beelden gebruikt in het ingebouwde geheugen.
Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitingskabel
(bijgeleverd).
Op 3/4 drukken om [PC] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Als [USB mode] (P46) van te voren ingesteld is op de [PC] in het [Set-up] menu, zal de
camera automatisch verbonden worden aan de PC zonder het [USB mode]
selectiescherm af te beelden.
Wanneer de camera aangesloten is op de PC met [USB mode] ingesteld op
[PictBridge(PTP)], zou er een bericht kunnen verschijnen op het scherm van de PC.
Sluit het scherm door [Cancel] te selecteren, verwijder de USB-kabel (P120) veilig en
zet [USB mode] op [PC].
Bedienen van de PC.
U kunt de beelden in de PC bewaren door het beeld te verslepen en te laten vallen, of
door de map met beelden, die u naar een andere map in de PC wilt verplaatsen, te
verslepen en te laten vallen.
Aantekening
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom. Als de resterende batterijstroom laag wordt
terwijl het toestel en de PC communiceren, hoort u het alarm.
Raadpleeg
De USB-aansluitingskabel veilig losmaken. (P120) voordat u de
USB-aansluitkabel losmaakt. Anders zouden er gegevens beschadigd kunnen raken.
Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitingskabel
loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken.
Het verkrijgen van foto's en [MP4] films (anders dan [AVCHD]-films)
Controleer de richting en de vorm van de connectoren en houd deze recht tijdens het
naar binnen steken en los trekken. (de connectoren zouden anders vervormd kunnen
raken, hetgeen storingen kan veroorzaken.)
Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing
kunnen veroorzaken.
A USB aansluitkabel (bijgeleverd)
B De markeringen uitlijnen en erin doen.
Aansluiten op andere apparatuur
- 120 -
Bekijken van de inhoud van het intern geheugen of de kaart met gebruik van de
PC (mapsamenstelling).
Er wordt een nieuwe map gecreëerd wanneer er beelden gemaakt worden in de volgende
situaties.
Nadat [Nr. resetten] (P46) in het [Set-up] menu uitgevoerd is
Als een kaart geplaatst is, die een map bevat met hetzelfde mapnummer (als de beelden
bijvoorbeeld met een ander merk toestel opgenomen werden)
Wanneer er een beeld is met het nummer 999 binnenin de map
De USB-aansluitingskabel veilig losmaken.
Selecteer de [ ] icoon op de takenbalk op de PC en klik vervolgens op [DMC-XXX
uitwerpen] (XXX varieert al naargelang het model).
Al naargelang de instellingen van uw PC kan het zijn dat deze pictogram niet weergegeven
wordt.
Als de pictogram niet weergegeven wordt, controleer dan of [Toegang] niet op de LCD-monitor
van de digitale camera weergegeven wordt, voordat u de hardware wegneemt.
Verbinding in de PTP-modus (alleen Windows
R
XP, Windows Vista
R
,
Windows
R
7, en Mac OS X)
Op [USB mode] tot [PictBridge(PTP)] instellen.
Gegeven kan nu alleen gelezen worden vanaf de kaart in de PC.
Wanneer er 1000 of meer beelden op een kaart staan, zouden de beelden niet geïmporteerd
kunnen worden.
Bewegend beeld kan niet afgespeeld worden in PTP-functie.
Voor Windows: De drive ([Verwisselbare schijf]) wordt weergegeven in [Computer]
Voor Mac: Een drive ([LUMIX], [NO_NAME] of [Untitled]) wordt op het
bureaublad weergegeven.
Intern geheugen
Kaart
DCIM: Beelden
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG: Foto’s
MP4: MP4 Video's
MPO: 3D-beelden
MISC: DPOF-print
Favorieten
AVCHD: [AVCHD] Bewegende
beelden
AD_LUMIX: Voor instelling upload
LUMIXUP.EXE Upload tool
“LUMIX Image Uploader”
¢ Kan niet in het intern geheugen gecreëerd worden.
- 121 -
Aansluiten op andere apparatuur
U kunt foto’s en films uploaden naar de websites die bestemd zijn om de beelden met
anderen te delen (Facebook/YouTube), gebruikmakend van de upload tool “LUMIX Image
Uploader”.
U hoeft de beelden niet naar de PC over te brengen of speciale software op de PC te
installeren. U kunt de beelden eenvoudig uploaden, zelfs als u niet thuis of op uw werk
bent, als er maar een PCV is die op het netwerk aangesloten is.
Dit is alleen compatible met een PC met Windows XP/Windows Vista/Windows 7.
Raadpleeg voor details de handleiding van “LUMIX Image Uploader” (PDF).
Voorbereidingen:
Stel de beelden in die u gaat uploaden met [Uploadinstellingen] (P95).
Sluit de PC aan op het internet.
Maak een account aan op de website die u gaat gebruiken voor het delen van uw
opnames met anderen en maak de login-informatie gereed.
1 Start “LUMIXUP.EXE” door erop te dubbelklikken. (P120)
De upload tool “LUMIX Image Uploader” kan automatisch van start gaan als de
PHOTOfunSTUDIO” software die op de (bijgeleverde) CD staat, geïnstalleerd is.
2 Selecteer de upload-bestemming.
Ga te werk door de instructies op te volgen die op het beeldscherm van de PC
weergegeven worden.
Aantekening
De werking kan niet gegarandeerd worden voor toekomstige wijzigingen die de specificaties
van de YouTube en Facebook services kunnen ondergaan. De inhoud van de service of het
beeldscherm kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
(Deze service gaat in met ingang van 1 november 2011)
Laad geen beelden op die door auteursrecht beschermd worden, tenzij u het auteursrecht zelf
bezit of u toestemming heeft van de eigenaar van het betreffende auteursrecht.
De beelden kunnen persoonlijke informatie bevatten die gebruikt kan worden om de
gebruiker te identificeren, zoals een titel, de tijd en de datum waarop de beelden
opgenomen werden, en de lokatie waar de opname plaatsvond, als de camera een
GPS-functie heeft. Controleer deze informatie voordat u de beelden naar websites voor
het delen van beelden uploadt.
Uploaden van beelden naar websites waarin deze met anderen gedeeld
kunnen worden
Aansluiten op andere apparatuur
- 122 -
Beelden afdrukken
Als u het toestel verbindt aan een printer die PictBridge verdraagt, kunt u de af te drukken
beelden selecteren en aangeven dat het afdrukken gestart moet worden op de
LCD-monitor van het toestel.
Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor
details, de handleiding raadplegen van uw printer.
Voorbereiding:
Het toestel en de printer aanzetten.
Verwijder de kaart voordat u de beelden afdrukt in het ingebouwde geheugen.
Voer de instelling van de afdrukkwaliteit en andere instellingen uit op de printer voordat u
de beelden afdrukt.
Sluit de printer en de camera aan met de USB-aansluitingskabel
(bijgeleverd).
Op 3/4 drukken om [PictBridge(PTP)] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Aantekening
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom. Als de resterende batterijstroom laag wordt
terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, zal het alarm klinken. Als dit gebeurt tijdens
het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de
USB-aansluitingskabel loskoppelen.
Niet de USB kabel loskoppelen terwijl [å] (Verbodspictogram voor kabelloskoppeling)
afgebeeld wordt.
(wordt misschien niet weergegeven, al naargelang het type gebruikte printer)
Voordat u er een kaart indoet of uithaalt, het toestel uitzetten, en de USB-verbindingskabel
loskoppelen.
Films kunnen niet afgedrukt worden.
Controleer de richtingen van de connectors, en doe ze er recht in of haal ze er recht uit.
(Anders zouden de connectors verbogen kunnen worden en dit zal problemen
opleveren.)
Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing
kunnen veroorzaken.
A USB aansluitkabel (bijgeleverd)
B De markeringen uitlijnen en erin doen.
- 123 -
Aansluiten op andere apparatuur
Op 3 drukken.
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [Print start] te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
Als het controlescherm van het afdrukken verschenen is, [Ja] selecteren en de beelden
afdrukken.
Raadpleeg P124 voor de items die ingesteld kunnen worden voordat u met het
afdrukken begint van de beelden.
De USB-kabel losmaken na het afdrukken.
Een beeld kiezen en uitprinten
Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [Print start] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Raadpleeg P124 voor de items die ingesteld kunnen worden
voordat u met het afdrukken begint van de beelden.
De USB-kabel losmaken na het afdrukken.
Meerdere beelden kiezen en uitprinten
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Multi selecteren]
Meerdere beelden tegelijkertijd worden nu afgedrukt.
Druk op 3/4/2/1 om de beelden te selecteren en druk vervolgens op
[DISP.]. (Drukt u opnieuw op [DISP.] dan wordt de instelling
geannuleerd.)
Nadat de beelden geselecteerd zijn, op [MENU/SET] drukken.
[Alles selecteren] Alle opgeslagen beelden uitprinten.
[Print inst.(DPOF)] Drukt alleen de beelden af die ingesteld zijn in [Print inst.]. (P104)
[Favorieten]
Hiermee drukt u alleen de beelden af die zijn ingesteld als favorieten.
(P103)
100100
00010001100 0001
__
PictBridgePictBridgePictBridge
Veelv. afdr.Veelv. afdr.Veelv. afdr.
SelecSelecSelec PrintenPrintenPrinten
1/121/121/12
OFF
1
Print start
Print met dat.
Aantal prints
Papierafmeting
Lay-out pagina
Enkelvoudig select.
Inst.SelecAnnul
Aansluiten op andere apparatuur
- 124 -
Selecteer de items en stel deze zowel op het scherm in stap 2 van de “Een beeld
kiezen en uitprinten” als in stap
3 van de “Meerdere beelden kiezen en uitprinten
procedures in.
Wanneer u beelden wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt
worden door het toestel, stelt u [Papierafmeting] of [Lay-out pagina] in op [
{] en stelt u
vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van
de printer raadplegen.)
Wanneer [Print inst.(DPOF)] geselecteerd is, worden de [Print met dat.] en [Aantal prints] items
niet afgebeeld.
Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden.
Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang
krijgen, dus controleer dit als dat het geval is.
Wanneer u beelden afdrukt met [Datum afdr.] of [Tekst afdr.], vergeet u dan niet om [Print met
dat.] op [OFF] te zetten, anders zal de datum er bovenop afgedrukt worden.
Aantekening
Wanneer u aan de fotowinkel vraagt de beelden af te drukken
Door het afdrukken van de datum m.b.v. [Datum afdr.] (P85) of [Tekst afdr.] (P98) of het
instellen van het afdrukken van de datum op het moment van de [Print inst.] (P104) instelling
voordat u naar een fotowinkel gaat, kunnen de data bij de fotowinkel afgedrukt worden.
U kunt het aantal afdrukken instellen tot 999.
Printinstellingen
[Print met dat.]
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[ON] Datum wordt afgedrukt.
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt.
[Aantal prints]
- 125 -
Aansluiten op andere apparatuur
Papiermaten die niet verdragen worden door de printer zullen niet afgebeeld worden.
[Papierafmeting]
Onderdeel Beschrijving van instellingen
{ De printerinstellingen hebben voorrang.
[L/3.5qk5q] 89 mmk127 mm
[2L/5qk7q] 127 mmk178 mm
[POSTCARD] 100 mmk148 mm
[16:9] 101,6 mmk180,6 mm
[A4] 210 mmk297 mm
[A3] 297 mmk420 mm
[10k15cm] 100 mmk150 mm
[4qk6q] 101,6 mmk152,4 mm
[8qk10q] 203,2 mmk254 mm
[LETTER] 216 mmk279,4 mm
[CARD SIZE] 54 mmk85,6 mm
Aansluiten op andere apparatuur
- 126 -
U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de paginaopmaak niet verwerkt kan worden door de
printer.
Opmaakafdrukken
Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 vel papier, stelt u
[Lay-out pagina] in op [ä] en vervolgens [Aantal prints] op 4.
Wanneer u verschillende beelden afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende beelden wilt afdrukken op 1 vel papier,
[Lay-out pagina] instellen op [ä] en vervolgens [Aantal prints] in instellen op 1 voor elk
van de 4 beelden.
Aantekening
Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wordt tijdens
het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer.
Als het aantal afdrukken groot is, kunnen de beelden in verschillende keren afgedrukt worden.
In dit geval kan het resterende aantal afdrukken dat aangegeven wordt verschillen van het
ingestelde aantal.
[Lay-out pagina] (Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel)
Onderdeel Beschrijving van instellingen
{ De printerinstellingen hebben voorrang.
á 1 beeld zonder frame op 1 pagina
â 1 beeld met een frame op 1 pagina
ã 2 beelden op 1 pagina
ä 4 beelden op 1 pagina
- 127 -
Overige
Overige
Schermdisplay
In Opname
1 Opnamefunctie
2 Opnamemodus (voor het opnemen van
films) (P86)
Opnamekwaliteit (P86)
Beeldgrootte (P74)
: Tegenlichtcompensatie (P25)
3 Kwaliteit (P75)
4 Flitsfunctie (P53)
5 Optische beeldstabilisator (P85)
: Waarschuwingsbeweging (P20)
6 Witbalans (P77)
: Anti blur (P24)
7 Windverwijdering (P87)
8 Kleurfunctie (P84)
9 AF-macrofunctie (P56)
: Macro-zoommodus (P56)
10 Batterij-aanduiding (P11)
11 Auto Bracket (P59)
: Burstfunctie (P83)
12 Intelligente Belichting (P81)
13 Focus (P27)
14 Histogram (P44)
15 AF-Puntzone (P79)
16 Zelfontspanner functie (P57)
17 AF-opsporingoperatie (P80)
18 Sluitertijd (P26)
: Minimum sluitertijd (P82)
19 Lensopening (P26)
20 AF-zone (P27)
21 ISO-gevoeligheid (P76)
22 AF-opsporing (P80)
: AF assistentielamp (P84)
23 Belichtingscompensatie (P58)
24 Aantal dagen dat verstreken is sinds de
vertrekdatum (P41)
Locatie (P41)
Naam (P66)
Leeftijd (P66)
Huidige datum en tijd
: Wereldtijd (P40)
Zoom (P51):
25 Verstreken opnametijd
¢
(P29):
26 LCD-functie (P43)
: Energiebesparing LCD (P45)
27 Datumstempel (P85)
28 Opnamestaat (P29)
29 Ingebouwd geheugen (P15)
: Kaart (P15) (alleen afgebeeld
tijdens opname)
30 Aantal beelden dat gemaakt kan
worden (P17)
Beschikbare opnametijd
¢
(P17, 29):
¢ m” is een afkorting voor minuten en “s”
voor seconden.
121212
3s3s3s
1/601/601/60
F3.1F3.1F3.1
100100100
ISOISOISO
13
14
11
1820
29
28
30
1 43 105267
15
27
25
12
17
22
21
98
16
26
19
24
23
T
W
8
m
30
s
ECO
R8
m
30
s
Overige
- 128 -
In Terugspelen
1 Terugspeelfunctie (P88)
2 Beveiligd beeld (P106)
3 Favoriet (P103)
4 Weergave gestempelde datum/tekst
(P85, 98)
5 Kleurfunctie (P84)
6 Na Auto Retouch (P93)
Na Creative Retouch (P94)
7 Beeldgrootte (P74)
8 Kwaliteit (P75)
9 Batterij-aanduiding (P11)
10 Beeldnummer
Totaal beelden
Verstreken afspeeltijd
¢
(P34):
11 Aantal afdrukken (P104)
12 Histogram (P44)
13 Locatie (P41)
Opname-informatie
Naam (P66)
Leeftijd (P66)
14 Auto Retouch (P93)
Creative Retouch (P94)
Bewegende beelden afspelen (P34)
Spelen panorama (P64)
15 Aantal dagen dat verstreken is sinds de
vertrekdatum (P41)
Opgenomen datum en tijd
Wereldtijd (P40)
16 LCD-versterking (P43)
: Energiebesparing LCD (P45)
17 Map/bestandsnummer (P120)
18 Filmopnametijd
¢
(P34):
19 Opnamemodus (voor het opnemen van
films) (P86)
Opnamekwaliteit (P86)
20 Ingebouwd geheugen (P15)
Waarschuwingspictogram
kabelaansluiting (P122)
¢ m” is een afkorting voor minuten en “s”
voor seconden.
1/121/121/12
100100
00010001100 0001
__
3s3s3s3s
111
11
10
13
16
19
1 2 3 4
12
15
14
20
18
5
7689
17
8
m
30
s
ECO
8
m
30
s
- 129 -
Overige
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur
(zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.).
Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel
onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven.
Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon. Hierdoor kan ruis ontstaan met
een nadelige invloed op beeld en/of geluid.
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als
gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of zware
motoren.
De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt,
kan een nadelige invloed hebben op dit toestel en storingen van beeld en/of geluid
veroorzaken.
Als het toestel de invloed van magnetisch geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet
naar behoren werkt, dan dient u het uit te schakelen en de accu te verwijderen, of de
AC-adapter los te maken (bijgeleverd). Plaats de accu vervolgens weer terug, of sluit de
AC-adapter weer aan, en schakel het toestel weer in.
Gebruik dit toestel niet in de nabijheid van radiozenders of hoogspanningsdraden.
Opnemen in de buurt van radiozenders of hoogspanningsdraden kan nadelige gevolgen
hebben voor beeld en/of geluid.
Altijd de meegeleverde snoeren en kabels gebruiken. Ook voor optionele
accessoires gebruikt u altijd de meegeleverde snoeren en kabels.
De snoeren of de kabels niet langer maken.
Het toestel niet bespuiten met insectenverdelgers of chemische middelen.
Wordt het toestel met chemische middelen bespoten dan kan het beschadigd raken en de
afwerkingslaag er van af gaan.
Vermijd langdurig contact van de digitale fotocamera met rubber of plastic.
Wat u wel en niet moet doen met dit toestel
Overige
- 130 -
Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterij eruit halen of de stekker uit het
stopcontact halen. Vervolgens het toestel afnemen met een droge zachte doek.
Wanneer het toestel bevuild is, kan deze schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven
met een uitgeknepen vochtige doek en daarna met een droge doek.
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol,
keukenschoonmaakmiddelen, enz., om het toestel te reinigen, aangezien dit buitenhoes of het
deklaagje zou kunnen aantasten.
Wanneer u een chemische doek gebruikt, er zeker van zijn de bijgesloten instructies te volgen.
Niet met grote kracht op de LCD monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD
monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen.
Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk
een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden
zodra het toestel zelf opgewarmd is.
Niet hard op de lens drukken.
Laat het toestel nooit in de zon liggen met de lens naar de zonnestralen gericht. Zonlicht kan
problemen veroorzaken. Dit geldt zowel binnen als buiten en in de buurt van een raam.
Schoonmaken
Over de LCD-monitor
Het scherm van de LCD-monitor wordt geproduceerd met zeer hoge
precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan
(rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD-monitor hebben meer dan 99,99%
effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd
oplichten. De punten zullen niet opgenomen worden op beelden op het ingebouwde
geheugen of een kaart.
Over de Lens
- 131 -
Overige
De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de
chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur
en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang
mee.
Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik.
Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen
voorwerpen (paperclips, enz.).
Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleert u of de batterijen en de
aansluitingen beschadigd zijn.
Door een beschadigde batterij in het toestel te doen zal het toestel stukgaan.
Opgeladen reservebatterijen meenemen wanneer u op stap gaat.
U dient eraan te denken dat de levensduur van de batterijen korter wordt bij lage temperaturen
zoals op skipistes.
Als u op reis gaat, vergeet dan niet de AC-adapter (bijgeleverd) en USB-aansluitingskabel
(bijgeleverd) in te pakken zodat u de batterij kunt opladen tijdens uw reis.
Onbruikbare batterijen weggooien.
Batterijen hebben een beperkte levensduur.
Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan ontploffing veroorzaken.
De batterijaansluitingen niet in contact laten komen met metalen voorwerpen (zoals
kettingen, haarpinnen, enz.).
Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u de
batterij aanraakt.
Als u de AC-adapter (bijgeleverd) gebruikt in de buurt van de radio, kan de radio-ontvangst
verstoord zijn.
Houd de (bijgeleverde) AC-adapter op 1 m afstand of meer van radio's verwijderd.
De AC-adapter (bijgeleverd) kan een ruisend geluid maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is
geen storing.
Na het gebruik, haalt u de batterijoplader uit het stopcontact. (Als u de stekker in het
stopcontact laat zitten, verbruikt u nog steeds een beetje stroom.)
Batterij
AC-adapter (bijgeleverd)
Overige
- 132 -
De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk
elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op
plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht.
De kaart niet plooien of laten vallen.
De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen
worden.
De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of
vervoert.
Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen
achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers.
Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het weggooien
van de geheugenkaart
"Formatteren" of "wissen" met gebruik van het toestel of een PC zal alleen de informatie van
het bestandsmanagement veranderen en zal niet de gegevens in de geheugenkaart geheel
wissen.
Het wordt aangeraden om de geheugenkaart letterlijk te vernietigen of de in de handel
verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens
die op de geheugenkaart staan geheel te wissen voordat deze naar een andere eigenaar gaat
of weggegooid wordt.
Management van gegevens in de geheugenkaart is de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Als een verjaardag ingesteld is voor [Baby1]/[Baby2]/functie voor gezichtsherkenning, dan
wordt deze persoonlijke informatie in het toestel bewaard en in het beeld opgenomen.
Ontkoppeling
Informatie, inclusief persoonlijke informatie, kan veranderd worden of verdwijnen wegens een
fout, een effect van statische energie, een ongeluk, storing, reparatie of andere handelingen.
Gelieve van te worden acht slaan op het feit dat Panasonic op geen enkele manier
aansprakelijk is voor directe of indirecte schade veroorzaakt door de verandering of verdwijning
van informatie of persoonlijke informatie.
Bij aanvraag van een reparatie, van eigenaar veranderen of weggooien
De instellingen opnieuw instellen om de persoonlijke gegevens te beschermen. (P46)
Als er beelden opgeslagen zijn in het ingebouwd geheugen, deze naar de geheugenkaart
(P108) kopiëren voordat u het ingebouwd geheugen (P48) formatteert zoals nodig.
Verwijder de geheugenkaart van het toestel wanneer er een reparatie vereist wordt.
Ingebouwd geheugen en instellingen kunnen terugkeren naar fabriekstandaard wanneer het
toestel gerepareerd wordt.
Gelieve contact opnemen met de dealer waar u het toestel aangeschaft heeft of met uw
dichtstbijzijnde Servicecentrum als de bovenstaande operaties niet mogelijk zijn wegens
storing.
Wanneer u de geheugenkaart overdraagt aan derden of deze weggooit, raadpleeg
dan “Aantekening voor overdracht van de geheugenkaart aan derden of het
weggooien van de geheugenkaart” hierboven.
Kaart
Over de persoonlijke informatie
- 133 -
Overige
De batterij op een koele en droge plaats opbergen met een relatief stabiele temperatuur:
(Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40%RH tot 60%RH)
De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het toestel uitstaat.
Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg raken en kunnen ze
onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden.
Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar
op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal
leeg geraakt zijn.
We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in
een kast bewaart.
Opgenomen gegevens zouden beschadigd kunnen worden of verloren kunnen gaan als
het toestel stuk gaat wegens verkeerde behandeling. Panasonic zal geen
verantwoordelijkheid dragen voor wat voor een schade dan ook die geleden wordt wegens
verlies van opgenomen gegevens.
Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
U zou niet in staat kunnen zijn de kaart of de batterij te verwijderen wanneer u een statief met
drie poten of een statief met één poot gebruikt.
Zorg ervoor dat de schroef op het statief met drie poten of het statief met één poot niet een
hoek vormt wanneer u het toestel bevestigt of losmaakt. U zou de schroef op het toestel
kunnen beschadigen als u een excessieve kracht gebruikt bij het draaien ervan. Tevens zou
het toestellichaam en het afmetinglabel beschadigd kunnen raken of krassen kunnen krijgen
als het toestel te strak bevestigd wordt aan het statief met drie poten of het statief met één
poot.
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing voor het statief met drie poten of het statoef met één
poot.
Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode
Over de Beeldgegevens
Over statieven met drie poten of met één poot
Overige
- 134 -
Waarschuwingen op het scherm
Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen.
De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven.
[Deze foto is beveiligd]
> Het beeld wissen nadat de beveiliginstelling geannuleerd is. (P106)
[Sommige foto’s kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden]
Beelden die niet gebaseerd zijn op de DCF-standaard kunnen niet gewist worden.
> Als u een paar beelden wilt wissen, de kaart formatteren nadat u de nodige gegevens op
een PC etc. opgeslagen heeft. (P48)
[Kan op deze foto niet ingesteld worden]
[Titel bew.], [Tekst afdr.] of [Print inst.] kan niet ingesteld worden voor beelden die niet
gebaseerd zijn op de DCF-standaard.
[Intern geheugen vol]/[Geheugenkaart is vol]/[Niet voldoende ruimte intern
geheugen]/[Niet voldoende geheugen op de kaart]
Er is geen ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart.
Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de geheugenkaart
(batchkopie), worden de opnamen gekopieerd totdat de kaart vol is.
[Div. foto’s kunnen niet gekop. worden]/[Kopie kan niet voltooid worden]
De volgende beelden kunnen niet gekopieerd worden.
Wanneer een beeld bestaat met dezelfde naam als het beeld dat gekopieerd moet worden
op de kopiebestemming. (Alleen wanneer u kopieert van een kaart naar het ingebouwde
geheugen.)
Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard.
Verder kunnen beelden die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet
gekopieerd worden.
[Fout int. geheugen]/[Fotm. int. geh. ?]
Dit bericht zal afgebeeld worden wanneer u het ingebouwde geheugen formatteert op een
PC.
> Formatteer het ingebouwde geheugen op het toestel opnieuw. (P48) De gegevens op het
ingebouwde geheugen zullen gewist worden.
[Storing geheugenkaart. Kaart kan niet in deze camera worden gebruikt. Kaart
formatt.?]
Het is een formaat dat niet gebruikt kan worden met dit toestel.
> Plaats een andere kaart en probeer opnieuw.
> Formatteer de kaart opnieuw met dit toestel (P48) na de benodigde gegevens op een PC,
enz. bewaard te hebben. De gegevens zullen gewist worden.
[Aub camera uit-en inschakelen]/[Systeemfout]
Dit bericht verschijnt wanneer het toestel niet goed werkt.
> Schakel het toestel uit en aan. Als het bericht blijft, contact opnemen met de dealer of uw
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
- 135 -
Overige
[Storing geheugenkaart]/[Parameterfout geheugenkaart]/[Deze geheugenkaart kan
niet worden gebruikt.]
> Gebruik een kaart die compatibel is met dit toestel. (P15)
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB, 64 GB)
[Plaats SD-kaart opnieuw]/[Andere kaart proberen a.u.b.]
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het toetreden van de kaart.
> Voer de kaart opnieuw in.
> Doe een andere kaart erin.
[Leesfout/Schrijffout
Controleer de geheugenkaart]
Het is niet gelukt gegevens te lezen of te schrijven.
> Verwijder de kaart na het uitschakelen van de stroom [OFF]. Zet de kaart er weer in, zet
de stroom weer aan en probeer de gegevens opnieuw te lezen of te schrijven.
De kaart zou stuk kunnen zijn.
> Doe een andere kaart erin.
[Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt]
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse met “Klasse 4” of hoger wanneer u video's maakt.
Als het voorkomt dat deze stopt zelfs na het gebruik van een “Klasse 4”-kaart of hoger en de
schrijfsnelheid van de gegevens verslechterd is, wordt het aangeraden een back-up te maken
en vervolgens (P48) te formatteren.
Afhankelijk van het type kaart kan het opnemen van bewegend beeld halverwege stoppen.
[Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.]
> De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P48)
> Doe een andere kaart erin.
[Creëren van een map niet mogelijk]
U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn.
> De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P48)
Als u [Nr. resetten] in het [Set-up] menu kiest na het formatteren, wordt de mapnummer
weer op 100 gezet. (P46)
[Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV]/[Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV]
Kies [TV-aspect] in het [Set-up] menu om de beeldverhouding van de TV te wijzigen. (P47)
Deze melding verschijnt ook als de USB-kabel alleen in de camera zit.
Sluit het andere eind van de USB-kabel in dit geval aan op een PC of een printer. (P119, 122)
[Opname mislukt.]
Het kan zijn dat het toestel niet opneemt als de opnameplaats te donker/licht is, of als het
onderwerp niet genoeg contrast heeft voor een 3D-opname.
[Deze batterij kan niet gebruikt worden]
Gebruik een echte Panasonic-batterij. Als dit bericht afgebeeld wordt zelfs nadat u een echte
Panasonic-batterij gebruikt is, contact opnemen met de dealer of uw dichtst bijzijnde
Servicecentrum.
Als de batterijaansluiting vuil is, reinig deze dan en neem onbekende deeltjes weg.
Overige
- 136 -
Problemen oplossen
Probeer als eerste de volgende procedures (P136 tot 144).
Dit fenomeen doet zich voor bij laden in een omgeving met een zeer hoge of zeer lage
temperatuur.
> Sluit de (bijgeleverde) USB-aansluitkabel opnieuw aan in een omgeving waar de
omgevingstemperatuur (en de temperatuur van de batterij) zich binnen een bereik van
10 oC tot 30 oC bevindt en probeer opnieuw te laden [als u de (bijgeleverde)
USB-aansluitkabel opnieuw aansluit terwijl het toestel volledig geladen is, zal het
laadlampje ongeveer 15 seconden ingeschakeld worden].
De batterij is leeg. De batterij opladen.
Als u het toestel aanlaat, zal de batterij opgaan.
> Schakel het toestel vaak uit met [Besparing]. (P45)
Als u het toestel met behulp van een HDMI-minikabel (optioneel) aansluit op een met
VIERA Link-compatibele TV en de TV uitzet met behulp van de afstandsbediening van de TV,
gaat dit toestel ook uit.
> Als u VIERA Link niet gebruikt, zet [VIERA link] dan op [OFF]. (P47)
Doe de batterij er voorzichtig helemaal in. (P9)
Staat de REC/PLAY-schakelaar op de [!]-instelling? (P21)
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
> Wis de onnodige beelden om de beschikbare ruimte in het geheugen te vergroten. (P36)
Het kan zijn dat u even niet kunt opnemen nadat de stroom op [ON] gezet is, als een kaart met
grote capaciteit gebruikt wordt.
Het beeld kan witachtig worden als er vuil, zoals bijvoorbeeld een vingerafdruk, op de lens zit.
> Als de lens vuil is, het toestel uitzetten, de lenscilinder uittrekken en het lensoppervlak
voorzichtig met een zachte droge doek schoon wrijven.
Als het probleem niet verholpen is kan het verbeterd worden door [Resetten] (P46) te
selecteren in het [Set-up] menu.
Batterijen en stroom
Het laadlampje is uitgegaan maar het toestel is niet geladen.
Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat.
Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is.
Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Kaart-/batterijklep sluit niet.
Opnemen
Heet beeld kan niet opgenomen worden.
Het opgenomen beeld is witachtig.
- 137 -
Overige
> Controleer de instelling van de belichtingscompensatie. (P58)
Instellen van de [Korte sluitert.] hogere snelheid zou het beeld donkerder kunnen maken.
> Stel de [Korte sluitert.] (P82) in op langzamere snelheid.
> Zet [Auto bracket] (P59) of [Burstfunctie] (P83) van het [Opname] menu op [OFF].
Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie.
> Stel op de juiste functie in voor de afstand naar het onderwerp.
Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel. (P27)
Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins. (P20)
> De sluitertijd wordt langzamer wanneer beelden gemaakt worden op donkere plaatsen,
houd daarom het toestel stevig vast met beide handen om de beelden te maken. (P20)
> Wanneer u beelden maakt met een langzame sluitertijd, de zelfontspanner gebruiken.
(P57)
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal
er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.)
> De ISO-gevoeligheid verminderen. (P76)
> Beelden op heldere plekken maken.
Heeft u [H. gevoeligh.] in de Scènemodus of [Burstfunctie] in het [Opname] menu op [ ]
gezet? Zo ja dan zal de resolutie van het opgenomen beeld enigszins afnemen wegens de
verwerking met hoge gevoeligheid. Dit is echter geen storing.
Het beeld is te licht of te donker.
Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen.
Het object is niet goed scherp.
Het opgenomen beeld is wazig. De optische beeldstabiliseerder is niet effectief.
Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket.
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit. Er verschijnt ruis op het beeld.
Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting, zoals
fluorescente verlichting en LED-verlichting.
Dit is een kenmerk van MOS-sensoren die als de pickup-sensoren van
het toestel werken.
Dit is geen defect.
Overige
- 138 -
Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting-inrichting enz. opneemt, zou het verhogen
van de sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen
brengen. Deze veranderingen zijn een resultaat van de eigenschappen van de lichtbron en
duiden niet op storing.
Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem heldere plekken of onder fluorescente
verlichting, LED-verlichting, een kwiklamp, natriumverlichting enz., zouden de kleuren en de
schermhelderheid kunnen veranderen of zouden er horizontale strepen kunnen verschijnen op
het scherm.
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse met “Klasse 4” of hoger wanneer u video's maakt.
Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen.
> Als de opname van bewegend beeld stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens
“Klasse 4” of als u een kaart gebruikt die geformatteerd is op een PC of andere apparatuur,
is het schrijven van gegevens lager. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up
maakt van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P48).
Stel de AF-zone in op de onderscheidende kleur van het onderwerp als er een gedeelte is dat
verschilt van de omliggende kleur. (P80)
Als de camera langzaam bewogen wordt, heeft de camera aangenomen dat de
camerabeweging gestopt werd en de foto-opname beëindigd werd.
Als het toestel hevig geschud wordt in de opnamerichting terwijl de camera bewogen wordt,
wordt de opname beëindigd.
> Wanneer u opneemt met [Panorama-opname], beweeg de camera dan door te proberen
een kleine cirkel parallel aan de opnamerichting te trekken op een snelheid van ongeveer
8 seconden per revolutie (geschat).
De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte.
Er verschijnen roodachtige horizontale strepen op de LCD-monitor tijdens de
opname.
Dit is een kenmerk van MOS-sensoren die dienst doen als de
pick-upsensoren van het toestel. Dit doet zich voor wanneer het
onderwerp een helder gedeelte heeft. Er zou zich wat oneffenheid voor
kunnen doen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Wordt opgenomen in foto’s of films.
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het scherm
niet bloot te stelen aan zonlicht of een andere bron van fel licht.
Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege.
Onderwerp kan niet vergrendeld worden.
(AF-opsporing niet mogelijk)
Opnemen d.m.v. [Panorama-opname] wordt beëindigd alvorens de afwerking.
- 139 -
Overige
Dit gebeurt als u tot de helft op de ontspanknop drukt om de lensopening in te stellen en heeft
geen invloed op de beelden.
Dit fenomeen doet zich ook voor wanneer de helderheid verandert wanneer de zoom van het
toestel gebruikt is of wanneer het toestel bewogen wordt. Dit komt door de werking van de
automatische opening van het toestel en dit is geen storing.
De LCD-monitor kan enkele seconden flikkeren nadat de stroom ingeschakeld is. Dit is een
handeling voor de correctie van het flikkeren dat veroorzaakt wordt door verlichtingen zoals
fluorescente lampen, LED's, enz., en dat dus geen storing is.
Is de [LCD mode] actief? (P43)
Voer [Monitor] uit. (P42)
Dit is geen storing.
Deze pixels beïnvloeden de opgenomen beelden niet.
In donkere plaatsen, kan ruis verschijnen om de helderheid van de LCD monitor te behouden.
Dit beïnvloedt de beelden die u aan het maken bent niet.
Staat de flitsinstelling op [Œ]?
> De flitsinstelling wijzigen. (P53)
De flits kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
Bij het gebruik van Auto Bracket (P59)
In Miniatuureffect-functie (P60)
[Landschap]/[Panorama-opname]/[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit hand]/[Zonsonderg.]/[Achter
glas Mode] in de Scènemodus (P61)
In 3D-fotomodus (P68)
Bij het opnemen in [Burstfunctie] (met uitzondering van [ ]) (P83)
De flits wordt twee maal geactiveerd wanneer de rode-ogenreductie (P53) ingesteld is.
Is [Burstfunctie] (P83) in het [Opname] menu ingesteld op [ ]?
LCD-monitor
De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder.
De LCD-monitor knippert binnenshuis.
De LCD-monitor is te helder of te donker.
Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor.
Ruis op de LCD-monitor.
Flits
De flits is niet geactiveerd.
Flits wordt verschillende keren geactiveerd.
Overige
- 140 -
[Lcd roteren] (P48) is op [ ] gezet of [ ].
Staat de REC/PLAY-schakelaar op [(]? (P32)
Staat er een beeld op het ingebouwde geheugen of op de kaart?
> De beelden in het ingebouwde geheugen verschijnen als er geen kaart in het toestel zit. De
beeldgegevens op een kaart verschijnen alleen als er een kaart in het toestel zit.
Is dit een map of een beeld die in de PC verwerkt werd? Is dat het geval, dan kan het niet met
dit toestel worden afgespeeld.
> Er wordt aangeraden om de “PHOTOfunSTUDIO” software te gebruiken die op de
(bijgeleverde) CD-ROM staat om de beelden van de PC naar de kaart te schrijven.
Is [Afspelen filteren] ingesteld voor afspelen?
> Veranderen naar [Normaal afsp.]. (P88)
Is dit een niet-standaard beeld, een beeld die bewerkt is m.b.v. een PC of een beeld die
gemaakt is door een ander merk digitale camera?
Heeft u de batterij onmiddellijk na het maken van het beeld verwijderd of heeft u een beeld
gemaakt m.b.v. een batterij met een lage resterende stroom?
> Formatteer de gegevens om het hierboven genoemde beeld te wissen. (P48)
(Er zullen ook andere beelden gewist worden en het zal niet mogelijk zijn deze te
herstellen. Controleer daarom goed voordat u formatteert.)
Is de klok van de camera goed ingesteld? (P18)
Wanneer beelden bewerkt worden m.b.v. een PC of er beelden gezocht worden die met andere
apparatuur gemaakt zijn, kunnen deze afgebeeld worden met data die verschillen van de
eigenlijke data waarop de beelden gemaakt werden.
Terugspelen
Het beeld dat teruggespeeld wordt, is gedraaid en wordt afgebeeld in een
onverwachte richting.
De opname wordt niet teruggespeeld.
Er zijn geen gemaakte beelden.
Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [—] en het
scherm wordt zwart.
Met een kalenderzoektocht, worden beelden afgebeeld met data die verschillen
van de eigenlijke data waarop de beelden gemaakt werden.
- 141 -
Overige
Wanneer de Digitale Rode-ogencorrectie ([ ], [ ]) in werking is, en u fotografeert een
onderwerp met rode kleur omgeven door een huidachtige kleur, dan kan dat rode gedeelte
door de Digitale Rode-ogencorrectie in zwart gecorrigeerd worden.
> Er wordt aangeraden een foto te maken met de flitsmodus op [], [] of [Œ], of met
[Rode-ogencorr] in het [Opname] menu op [OFF]. (P84)
Is het een beeld dat opgenomen is met andere apparatuur? In deze gevallen, kunnen beelden
afgebeeld worden met een mindere beeldkwaliteit.
Dit apparaat stelt automatisch de opening af tijdens de opname van bewegend beeld. Als dit
gebeurt, kan het geluid opgebroken worden. Dit is geen storing.
Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD] of [MP4] zouden afgespeeld kunnen worden met
slechte beeld- of geluidkwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk kunnen zijn zelfs wanneer er
afgespeeld wordt met apparatuur, dat compatibel is met deze formaten. Tevens zou de
opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden.
Er verschijnen witte ronde vlekken als zeepbellen op het gemaakte beeld.
Als u een beeld wilt maken met de flits op een donkere plek of
binnenshuis, zouden er witte vlekken kunnen verschijnen op het beeld
veroorzaakt door de flits die stofdeeltjes in de lucht weerkaatst. Dit is
geen storing.
Een kernmerk van dit fenomeen is dat het aantal ronde vlekken en hun
positie verschillen in elk beeld.
Rood gedeelte van het gemaakte beeld is zwart geworden.
[Weergave thumbnail] verschijnt op het scherm.
Het geluid van de opgenomen bewegende beelden wordt soms opgebroken.
Films die met dit model opgenomen zijn, kunnen niet op andere apparaten
afgespeeld worden.
Overige
- 142 -
Is het toestel correct op de TV aangesloten?
> De TV-input instellen op extern.
Afhankelijk van het TV-model, kunnen de beelden horizontaal of verticaal uitgetrokken zijn of
kunnen ze afgebeeld worden met stukken van de rand eraf geknipt.
Probeert u bewegende beelden terug af te spelen door de kaart rechtstreeks in een
kaartingang op de TV te steken?
> Sluit het toestel aan op de TV met de AV-kabel (optioneel) of met de HDMI-minikabel
(optioneel) en speel de bewegende beelden af die in het toestel opgenomen zijn. (P109)
> Controleer de [TV-aspect] instelling. (P47)
Is het correct met de (optioneel) HDMI-minikabel aangesloten? (P109)
> Vergewis u ervan dat de HDMI minikabel (optioneel) goed is aangesloten.
Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P47)
> Afhankelijk van de HDMI-aansluiting op de TV, wisselt het ingangskanaal mogelijk niet
automatisch. Wissel het ingangskanaal in dat geval met behulp van de afstandsbediening
voor de TV. (Voor meer informatie over het wisselen van de input, lees de
gebruiksaanwijzing voor de TV.)
> Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat.
> Zet het toestel uit en weer aan.
> Zet [HDAVI Control] op [Off] op de TV en schakel hem opnieuw op [On]. (Raadpleeg de
handleiding van de TV voor details.)
> Controleer de [Video uit] instelling. (P47)
Is het toestel correct aangesloten op de PC?
Wordt het toestel correct herkend door de PC?
> Op [PC] zetten in [USB mode]. (P46, 119)
> De USB-kabel losmaken. Maak de kabel pas vast als de kaart in het toestel zit.
> Zijn er twee of meer USB-aansluitingen op een enkele PC; probeer de USB-aansluitkabel
dan op een andere USB-aansluiting aan te sluiten.
TV, PC en printer
Het beeld verschijnt niet op de televisie.
De displayzones op het TV scherm en de LCD-monitor van het toestel
verschillen.
Bewegende beelden kunnen niet op een TV afgespeeld worden.
Het beeld verschijnt niet helemaal op de TV.
VIERA Link werkt niet.
Het beeld kan verplaatst worden wanneer het toestel aangesloten is op een PC.
De kaart wordt niet herkend door de PC. (Het ingebouwde geheugen wordt wel
herkend.)
- 143 -
Overige
> Controleer of uw PC compatibel is met SDXC-geheugenkaarten.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
> Er kan tijdens de aansluiting een bericht getoond worden waarin u verzocht wordt de kaart
te formatteren. Doe dit niet.
> Als [Toegang] op de LCD-monitor weergegeven wordt en niet verdwijnt, sluit de
USB-verbindingskabel dan af na de stroom te hebben uitgeschakeld.
> Bevestig dat de login-informatie (login ID/gebruikersnaam/e-mailadres/password) correct
is.
> Bevestig dat de PC met het internet in verbinding staat.
> Bevestig dat de aanwezige software, zoals antivirussoftware of firewall, de toegang tot
YouTube of Facebook niet blokkeert.
> Bevestig dit ook voor YouTube of Facebook.
Er kunnen geen foto's afgedrukt worden met een printer die geen PictBridge ondersteunt.
> [USB mode] op [PictBridge(PTP)] instellen. (P46, 122)
> Wanneer u een printer gebruikt met een Knip- of kantenvrije afdrukfunctie, dient u deze
functie te annuleren voordat u afdrukt. (Voor details, de gebruiksaanwijzing lezen van de
printer.)
> Wanneer u de opnamen laat afdrukken, dient u te vragen of de 16:9 beelden afgedrukt
kunnen worden.
Aangezien de beeldverhouding van een panoramafoto anders is dan die voor gewone foto's, is
correct afdrukken misschien niet altijd mogelijk.
> Gebruik een printer die panoramafoto's ondersteunt (zie voor details de handleiding van de
printer).
> Wij adviseren om de “PHOTOfunSTUDIO ” software op de (bijgeleverde) CD-ROM te
gebruiken om de afmetingen van de foto aan te passen aan de afmetingen van het
afdrukpapier.
> Druk op [MENU/SET] en selecteer de [Set-up] menuicoon [ ]. Druk vervolgens op
[MENU/SET] en selecteer de [~] icoon om de gewenste taal in te stellen. (P48)
Op donkere plekken gaat de AF-lamp branden om gemakkelijker op het object scherp te stellen.
Is [AF ass. lamp] op het [Opname] functiemenu ingesteld op [ON]? (P84)
De AF-lamp gaat niet aan op heldere plekken.
De kaart wordt niet door de PC herkend (er wordt een SDXC-geheugenkaart
gebruikt)
Er is een probleem bij het proberen uploaden naar YouTube of Facebook.
Het beeld kan niet afgedrukt worden wanneer het toestel op een printer
aangesloten is.
De uiteinden van de beelden worden eraf geknipt bij het afdrukken.
De panoramafoto wordt niet correct afgedrukt.
Overige
Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen.
Een rode lamp gaat soms aan wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt
wordt.
De AF-lamp gaat niet aan.
Overige
- 144 -
Het oppervlak van het toestel kan warm worden tijdens het gebruik. Dit heeft geen invloed op
de prestaties of de kwaliteit van het toestel.
Wanneer de helderheid verandert, wegens bewegen met de zoom of het toestel enz., kan de
lens een klikkend geluid maken en kan het beeld op het scherm aanzienlijk veranderen. Dit
heeft echter geen invloed op het beeld. Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische
aanpassing van de lensopening. Dit is geen storing.
Als u het toestel niet voor lange tijd gebruikt, kan de klok opnieuw ingesteld worden.
> [Aub klok instellen] wordt weergegeven. Stel de klok opnieuw in. (P18)
Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervormd wordt of dat de randen gekleurd zijn,
afhankelijk van de zoomvergroting wegens de kenmerken van de lens, maar dit is geen storing.
Wanneer u een Extra Optische Zoom gebruikt, zal de zoomactie tijdelijk stoppen. Dit is geen
storing.
Is het toestel ingesteld op Macro-zoomfunctie? (P56)
Maximum zoom tijdens macro zoomfunctie is 3k digitale zoom.
Wanneer u een handeling uitvoert na een bepaalde actie, kunnen de beelden opgeslagen
worden in mappen met nummers die anders zijn dan de nummers die vóór deze handeling
gebruikt werden.
Als de batterij erin gezet of eruit gehaald is zonder eerst de stroom van het toestel uit te
schakelen, zullen de map- en bestandnummers voor de gemaakte beelden niet in het
geheugen opgeslagen worden. Wanneer de stroom vervolgens weer aangedaan wordt en er
beelden gemaakt worden, kunnen deze opgeslagen worden onder bestandnummers die
toegeschreven hadden moeten worden aan eerdere beelden.
Dit is de [Auto demo] om de kenmerken te introduceren van het toestel. Druk op een knop om
het toestel terug te doen keren naar het originele scherm.
Het toestel wordt warm.
De lens klikt.
De klok is opnieuw ingesteld.
Wanneer beelden gemaakt worden m.b.v. de zoom, zijn ze enigszins vervormd
en hebben de zones rondom het onderwerp kleuren die er in het echt niet zijn.
Het inzoomen stopt onmiddellijk.
Zoom gaat niet naar maximum vergroting.
De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen.
De bestandnummers worden opgenomen met eerder gebruikte nummers.
Wanneer het toestel met rust gelaten wordt, wordt de diavoorstelling opeens
afgebeeld.
SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C,
LLC.
“AVCHD” en het “AVCHD” logo zijn
handelsmerken van Panasonic Corporation en
Sony Corporation.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
Dolby en het symbool double-D zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
HDMI, het HDMI logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en
andere landen.
HDAVI Control™ is een handelsmerk van
Panasonic Corporation.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken
of geregistreerde merken van Apple Inc. en
worden onder licentie gebruikt.
iMovie, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en
andere landen.
Windows en
Windows Vista
zijn of gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
YouTube is een handelsmerk van Google Inc.
Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van DynaComware Corporation. DynaFont is een
geregistreerd handelsmerk van DynaComware Taiwan Inc.
Andere systeem- of productnamen in de handleiding zijn over het algemeen de
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de fabrikant die verantwoordelijk is
voor de ontwikkeling van het betreffende systeem of product.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor privé- en
niet-commercieel gebruik door een consument voor (i) het coderen van video in
overeenstemming met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video
die werd gecodeerd door een consument in een privé- en niet-commerciële activiteit en/of
werd verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren.
Geen enkele licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com
.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145

Panasonic DMCSZ7EG Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten