Siemens HX74W536N/04 de handleiding

Categorie
Keuken-
Type
de handleiding
Register
your
product
online
siemens-home.com/welcome
en Instruction manual . . . . . . . . . . . . . 3
nl Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . 33
Free standing cooker
Fornuis
HX74W536N
33
Inhoudsopgave
nlGebruiksaanwijzing
Belangrijke veiligheidsvoorschriften......................................34
Oorzaken van schade...............................................................37
Schade aan de oven ....................................................................... 37
Schade aan de schuiflade ............................................................. 37
Opstelling, gas- en elektrische aansluiting............................38
Gasaansluiting.................................................................................. 38
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht................................... 38
Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep verschuiven
............................................................................................................. 38
Elektrische aansluiting .................................................................... 38
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 38
Bevestiging aan de wand............................................................... 38
Plaatsen van het apparaat ............................................................. 39
Maatregelen tijdens het transport................................................. 39
Uw nieuwe apparaat.................................................................39
Algemeen .......................................................................................... 39
Kookplaat .......................................................................................... 40
Bedieningspaneel ............................................................................ 40
Binnenruimte..................................................................................... 41
De toebehoren ..........................................................................41
Toebehoren plaatsen ...................................................................... 41
Extra toebehoren.............................................................................. 42
Klantenserviceartikelen.................................................................. 43
Voor het eerste gebruik ...........................................................43
Tijd instellen ...................................................................................... 43
De oven opwarmen ......................................................................... 43
Toebehoren reinigen ....................................................................... 43
Kookplaat instellen...................................................................43
Reinigen van de branderkelk en het branderdeksel ................ 43
Gasbrander ontsteken .................................................................... 43
Tabel - koken .................................................................................... 44
Geschikte pannen ...................................................................44
Waarschuwingen voor het gebruik............................................... 45
De oven programmeren ...........................................................45
Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 45
Snel verwarmen................................................................................ 46
Tijdfuncties instellen................................................................46
Kookwekker ...................................................................................... 46
Tijdsduur ............................................................................................ 46
Eindtijd ............................................................................................... 47
Tijd ...................................................................................................... 47
Kinderslot..................................................................................48
De basisinstellingen wijzigen..................................................48
Onderhoud en reiniging...........................................................48
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 48
Bovenste glasafdekking ................................................................. 50
Voor de reiniging ............................................................................. 50
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 51
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 51
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 52
Wat te doen bij storingen? ......................................................52
Storingstabel..................................................................................... 52
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 53
Glazen afscherming......................................................................... 53
Servicedienst ............................................................................53
Enummer en FDnummer.............................................................. 53
Energie en milieutips .............................................................. 54
Energie besparen met de oven .................................................... 54
Energie besparen met de gas-kookplaat.................................... 54
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 54
Voor u in onze kookstudio uitgetest.......................................54
Gebak................................................................................................. 54
Tips voor het bakken ...................................................................... 56
Vlees, gevogelte, vis........................................................................ 57
Tips voor het braden en grillen ..................................................... 58
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 59
Kant-en-klaar producten ................................................................. 59
Bijzondere gerechten ...................................................................... 60
Ontdooien.......................................................................................... 60
Drogen ............................................................................................... 60
Inmaak ............................................................................................... 61
Acrylamide in levensmiddelen ................................................61
Testgerechten ...........................................................................62
Bakken............................................................................................... 62
Grillen ................................................................................................. 62
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
34
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed
en veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit voorschrift geldt alleen wanneer het
symbool van het betreffende land op het
apparaat staat aangegeven. Is dit niet het
geval, raadpleeg dan de
installatiehandleiding. Hierin staan de
vereiste instructies om het apparaat zo om
te bouwen dat het voldoet aan de
annsluitingseisen van het betreffende land.
Apparaatcategorie: Categorie 1
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
het apparaat aansluiten en het
omschakelen naar een ander type gas. De
installatie van het toestel (elektrische en
gasaansluiting) dient volgens de
gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding te worden uitgevoerd.
Een verkeerde aansluiting en onjuiste
instellingen kunnen leiden tot ernstige
ongelukken en schade aan het toestel. De
fabrikant van het apparaat is niet
aansprakelijk voor dergelijke schade. De
garantie van het apparaat komt te vervallen.
Opgelet:Dit apparaat is alleen bestemd
voor kookdoeleinden. Het mag niet
anderszins, bijvoorbeeld voor de
verwarming van de ruimte, worden gebruikt.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Opgelet:Het gebruik van een gasfornuis
zorgt voor warmte en vochtvorming in de
opstellingsruimte. Let vooral als het
apparaat in werking is, op een goede
ventilatie van de ruimte waarin het staat: de
natuurlijke ventilatie-openingen open
houden of een mechanische ventilatie-
inrichting (bijv. een afzuigkap) installeren.
Bij een intensief en langdurig gebruik van
het apparaat kan extra ventilatie nodig
worden, bijv. door het openen van een
raam of extra ventilatie bijv. door de
afzuigkap op een hoger vermogen te
zetten.
Dit apparaat is niet geschikt voor het
gebruik met een externe wekker of
afstandsbediening.
Maak voor de bescherming van kinderen
geen gebruik van ongeschikte
beveiligingsvoorzieningen of tralies. Dit kan
leiden tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van brand!
Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte bewaren. Nooit de
deur openen wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het toestel. Schakel
het toestel uit en haal de stekker uit het
stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit. Gastoevoer afsluiten.
Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
35
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
Brandgevaar!
Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
Risico van brand!
Wanneer er gas-kookzones ingeschakeld
zijn waar geen kookgerei op staat, wordt
er tijdens het gebruik zeer veel warmte
ontwikkeld. Het toestel en een daarboven
aangebrachte afzuigkap kunnen
beschadigd raken of vlam vatten.
Vetresten in de filter van de stofafzuigkap
kunnen vlam vatten. Gebruik de gas-
kookzones alleen wanneer er kookgerei
op staat.
Risico van brand!
De achterkant van het toestel wordt zeer
heet. Dit kan leiden tot beschadiging van
de aansluitleidingen. Elektriciteits- en
gasleidingen mogen niet met de
achterkant van het toestel in aanraking
komen.
Risico van brand!
Nooit brandbare voorwerpen op de
kookzones leggen of in de binnenruimte
bewaren. Nooit de deur openen wanneer
er sprake is van rookontwikkeling in het
apparaat. Zet het apparaat uit. Haal de
netstekker uit het stopcontact of schakel
de zekering in de meterkast uit. Sluit de
gastoevoer af.
Risico van brand!
Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Risico van verbranding!
De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Verbrandingsgevaar!
Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
Risico van verbranding!
Wanneer er leeg kookgerei op
ingeschakelde gas-kookzones staat, wordt
dit zeer heet. Nooit leeg kookgerei
verwarmen.
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
Risico van verbranding!
Opgelet: Aanraakbare delen kunnen
tijdens het grillen heet worden. Houd
kleine kinderen op een afstand.
Risico van verbranding!
Wanneer de fles voor vloeibaar gas niet
loodrecht staat, kan het vloeibare
propaan/butaan/ in het apparaat
terechtkomen. Er kunnen dan heftige
steekvlammen bij de branders optreden.
Onderdelen kunnen beschadigd raken en
in de loop van de tijd ondicht worden,
waardoor er op een ongecontroleerde
manier gas ontsnapt. Deze beide
oorzaken kunnen leiden tot
verbrandingen. Flessen voor vloeibaar gas
altijd in een loodrechte stand houden.
Kans op verbranding!
Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
36
Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en vervangingen van
beschadigde elektriciteits- en gasleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het toestel defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit,
de gastoevoer sluiten. Contact opnemen
met de klantenservice.
Risico van letsel!
Storingen of beschadigingen aan het
apparaat zijn gevaarlijk. Een defect toestel
nooit inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Gastoevoer
afsluiten. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van letsel!
Wanneer de pannen onjuiste afmetingen
hebben, beschadigd of verkeerd geplaatst
zijn, kunnen ze ernstig letsel veroorzaken.
Neem de aanwijzingen voor het kookgerei
in acht
Risico van letsel!
Opgelet: De glasafdekking kan door de
hitte barsten. Voor het sluiten van de
afdekking moeten alle branders
uitgeschakeld zijn. Wacht tot de oven
afgekoeld is voordat u de afdekking sluit.
Risico van letsel!
Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
37
Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en braadjus
kunnen tijdens de zelfreiniging vlam
vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd
de grove verontreiniging uit de
binnenruimte en van de toebehoren.
Risico van brand!
De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit
brandbare voorwerpen, zoals bijv.
droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
Zorg ervoor dat de voorkant van het
toestel vrij blijft. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
De binnenruimte wordt tijdens de
zelfreiniging zeer heet. Nooit de
apparaatdeur openen of de
vergrendelingshaak met de hand
verschuiven. Het toestel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
; De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. De
apparaatdeur nooit aanraken. Het
apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Oorzaken van schade
Kookplaat
Attentie!
Gebruik de kookzones alleen als er een pan op staat. Verhit
geen lege pannen. De panbodem raakt hierdoor beschadigd.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de
warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem
doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd,
en er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd.
Let erop dat de gasbranders schoon en droog zijn. Het
branderdeksel moet altijd exact op de branderkelk liggen.
Let erop dat de bovenste afdekking niet gesloten is als het
fornuis in bedrijf genomen wordt.
Schade aan de oven
Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
38
Opstelling, gas- en elektrische aansluiting
Gasaansluiting
De installatie mag uitsluitend door een erkende installateur of
een door de importeur erkende servicemonteur worden
uitgevoerd volgens de "Instructie voor het aansluiten van het
gas en het wijzigen van de gassoort".
Voor de door de importeur erkende installateur of
servicedienst
Attentie!
De instellingsvoorwaarden voor dit apparaat staan op het
typeplaatje op de achterzijde van het apparaat aangegeven.
De door de fabriek ingestelde gassoort is met een ster (*)
gemarkeerd.
Controleer voor de opstelling van het apparaat de
distributievoorwaarden (gassoort en gasdruk) en verzeker u
ervan dat de gasinstelling van het apparaat hierop is
ingesteld. Indien de instellingen van het apparaat gewijzigd
moeten worden, raadpleeg dan de instructies in het
hoofdstuk "Instructie voor het aansluiten van het gas en het
wijzigen van de gassoort".
Dit apparaat is niet op een verbrandingsgasafvoer
aangesloten. Het apparaat moet in overeenstemming met de
installatievoorschriften aangesloten en in gebruik genomen
worden. Sluit het apparaat niet op een verbrandingsgasafvoer
aan. Alle ventilatievoorschriften moeten in acht genomen
worden.
De gasaansluiting moet via een vaste, niet-flexibele
aansluiting (gasleiding) of via een veiligheidsslang worden
gerealiseerd.
Indien een veiligheidsslang wordt gebruikt, moet er beslist op
gelet worden dat de slang niet vastgeklemd of geknikt wordt.
De slang mag niet met hete oppervlakken in aanraking
komen.
De gasleiding (gasleiding of veiligheidsslang) kan zowel aan
de linker- als aan de rechterzijde van het apparaat worden
aangesloten. De aansluiting moet over een gemakkelijk
toegankelijke afsluitingsvoorziening beschikken.
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht
Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan de
gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen.
direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles sluiten
direct open vuur en sigaretten doven
elektrische apparaten uitschakelen ook lampen
ramen openen en de ruimte goed luchten
telefonisch contact opnemen met de klantenservice of de
elektriciteitsmaatschappij.
Apparaat aan de gasleiding of aan de
deurgreep verschuiven
Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te trekken;
de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar voor een gaslek!
Verschuif het apparaat niet door aan de deurgreep te trekken.
Deurscharnieren en deurgreep kunnen beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Attentie!
Laat het apparaat door een servicedienst plaatsen. Voor de
aansluiting is een zekering van 16 A nodig. Het apparaat is
geschikt voor een netspanning van 220-240 V.
Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan 180 V,
functioneert het elektrische ontstekingssysteem niet meer.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, vervalt bij schade
de garantieclaim.
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de
fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur
worden vervangen.
Voor de servicedienst
Attentie!
Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties op het
typeplaatje worden aangesloten.
Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting aan die
voldoet aan de geldende bepalingen. De contactdoos moet
goed toegankelijk zijn om het apparaat indien nodig van het
lichtnet te kunnen scheiden.
Er moet een meerpolige scheidingsinrichting aangebracht
zijn.
Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige stekker.
Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op een
geaarde aansluiting worden aangesloten, Wanneer de
randaarde-aansluiting niet aan de voorwaarden voldoet, is de
bescherming tegen elektrische gevaren niet gegarandeerd.
Voor de aansluiting van het apparaat moet een kabel van het
type H 05 W-F of gelijkwaardig worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
%$
39
Plaatsen van het apparaat
Het apparaat moet volgens de opgegeven maten worden
geplaatst en direct op het vloeroppervlak van uw keuken. Het
apparaat mag niet boven op wat voor object dan ook worden
geplaatst.
Voor de afstand tussen de bovenkant van het fornuis en de
onderzijde van de afzuigkap moet u zich houden aan de
instructies van de fabrikant van de afzuigkap.
Let erop dat het apparaat na de plaatsing niet meer wordt
verschoven. De afstand tussen de extra krachtige brander of
wokbrander met aangrenzende keukenmeubels resp. de
muur moet minstens 50 mm bedragen.
Maatregelen tijdens het transport
Bevestig alle beweegbare onderdelen in en op het apparaat
met plakband, dat zonder sporen verwijderd kan worden.
Schuif alle toebehoren (bijv. de bakplaat) met een dunne strook
karton aan beide zijden in de vakken om beschadiging van het
apparaat te voorkomen. Leg karton of iets dergelijks tussen de
voorzijde van de bakplaat en de achterzijde van de deur om te
voorkomen dat de bakplaat tegen de binnenzijde van de glazen
deur stoot. Bevestig de deur en, indien aanwezig, de bovenste
afdekking met plakband aan de zijden van het apparaat.
Bewaar de originele verpakking van het apparaat. Transporteer
het apparaat alleen in de originele verpakking. Let op de
transportpijlen op de verpakking.
Als de originele verpakking niet meer beschikbaar is
Verpak het apparaat in een beschermende verpakking om
voldoende bescherming tegen eventuele transportschade te
garanderen.
Transporteer het apparaat rechtop. Houd het apparaat niet aan
de deurgreep of aan aansluitingen op de achterzijde vast,
omdat deze dan beschadigd kunnen raken. Leg geen zware
voorwerpen op het apparaat.
Uw nieuwe apparaat
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het apparaat, de functies
en de toebehoren.
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.


0LQ





Toelichting
1* Afdekplaat**
2* Vrijkomende stoom
Attentie!
Als de oven in gebruik is, komt op deze plaats hete
stoom vrij
3 Kookplaat**
4 Bedieningspaneel**
5* Koelventilator
6 Ovendeur**
7* Ovenlade**
* Optioneel (Beschikbaar bij enkele apparaten)
** Afhankelijk van het apparaattype zijn detailafwijkingen moge-
lijk.
40
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de
functiekeuzeknop. De ovenlamp in de binnenruimte gaat aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Wanneer de oven in gebruik is, brandt het indicatielampje
boven de temperatuurkeuzeknop. In de verwarmingspauzes
gaat het uit. Bij de verwarmingsmethode Ontdooien
A brandt
de lamp niet.
Kookzoneknoppen
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Aan het einde van het instelbereik bevindt zich een aanslag.
Niet verder draaien.
Toelichting
1 Normale brander
2 Spaarbrander
3 Wokbrander
4 Normale brander
Stand Gebruik
Û
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
:
3D-hetelucht* Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator ver-
deelt de warmte van het ronde ver-
warmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
%
Boven- en onder-
warmte
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken, bijv.
rund of wild, op één niveau. De
hitte komt gelijkmatig van boven
en van beneden.
;
Pizzastand Snelle bereiding van diepvriespro-
ducten zonder voorverwarmen,
bijv. pizza's, frites of strudel. Het
onderste verwarmingselement en
het ronde verwarmingselement
aan de achterwand zijn ingescha-
keld.
4
Circulatiegrillen Braden van vlees, gevogelte en
hele vis. Het grillelement en de
ventilator worden afwisselend in-
en uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
(
Grill, groot Grillen van steaks, worstjes, toast
en stukjes vis. Het gehele vlak
onder het grillelement wordt heet.
*
Grill, klein Grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en stukjes
vis. Het middelste deel van het gril-
lelement wordt heet.
$
Onderwarmte Inkoken en nabakken of narooste-
ren. De hitte komt van onderen.
A
Ontdooien Ontdooien van bijv. vlees, gevo-
gelte, brood en gebak. De ventila-
tor wervelt de warme lucht rond
het gerecht.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
^
Ovenlamp Ovenlamp inschakelen.
Stand Betekenis
Ú
Nulstand De oven warmt niet op.
50-270 Temperatuurbe-
reik
De temperatuur in de binnen-
ruimte in °C.
û, ûû, ûûû
Grillstanden
De grillstanden voor grill, klein
*
en groot
(.
û = stand 1, zwak
ûû = stand 2, gemiddeld
ûûû = stand 3, sterk
Stand Functie/Gaskookzones
Ú
Nulstand De kookzone is uitgeschakeld.
:
Ontstekingsstand Ontstekingsstand
Instelbereik Grote vlam = hoogste stand
Spaarvlam = laagste stand
Stand Gebruik
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
41
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Aan de pijl
N voor het betreffende symbool zit u welke
tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering:
bij de tijd is het symbool
0 alleen verlicht wanneer u
wijzigingen invoert.
LED- verlichtingstoets
Met deze toets schakelt u de LED-verlichting van de glazen
afdekplaat in.
Zo bedient u de LED-verlichting van de glazen afdekplaat:
De glazen afdekplaat van uw apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED-verlichting.
Druk op de verlichtingstoets om de LED-verlichting van de
afdekplaat in te schakelen.
Om de verlichting uit te schakelen de toets opnieuw indrukken.
Reparaties aan de verlichting van het apparaat mogen alleen
worden uitgevoerd door de servicedienst of door deskundig
personeel.
Aanwijzing: Wanneer u de glazen afdekplaat sluit en
tegelijkertijd de verlichtingstoets indrukt, gaat de LED-
verlichting uit. Tijdens het openen van de glazen afdekplaat
gaat de LED-verlichting weer aan.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Met de stand
\ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp
inschakelen zonder verwarming.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat
de toebehoren de deurruit niet raken.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten
worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten
gemakkelijk uit de oven worden genomen.
Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in
de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in.
Toets Gebruik
0
Tijdfuncties
Kookwekker
V, Tijdsduur x,
Eindtijd
y en Tijd 0 kiezen.
A
@
Min
Plus
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
h
Snel voorverwarmen De oven bijzonder snel voorver-
warmen.
Kinderslot Ovenfuncties blokkeren en deblok-
keren.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diep-
vriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden
¾ inschuiven.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Plaats de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur.
42
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze
vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de
speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u
diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De
beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om
deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie
hierover vindt u in de verkoopbrochures.
Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij
aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op.
Extra toebehoren HZ-nummer Functie
Pizzaplaat HZ317000 Is zeer geschikt voor pizza, diepvriesgerechten en ronde taar-
ten. U kunt de pizzaplaat in plaats van de braadslede gebrui-
ken. Schuif de plaat boven het rooster erin en houd u aan de
gegevens in de tabellen.
Inzetrooster HZ324000 Om te braden. Plaats het grillrooster altijd op de braadslede.
Afdruipend vet en vleesvocht worden opgevangen.
Grillplaat HZ325000 Deze wordt bij het grillen in plaats van het grillrooster of als
spatbeveiliging gebruikt om de oven tegen sterke vervuiling te
beschermen. Gebruik de grillplaat alleen in combinatie met de
braadslede.
Grillstukken op de grillplaat: Alleen de inschuifhoogtes 1, 2 en
3 worden gebruikt.
Grillplaat als spatbeveiliging: De braadslede wordt tezamen
met de grillplaat onder het rooster ingeschoven.
Baksteen HZ327000 De baksteen is uitstekend geschikt voor het bereiden van zelf-
gemaakt brood, broodjes en pizza die een knapperige bodem
moeten krijgen. De baksteen moet altijd op de aanbevolen
temperatuur worden voorverwarmd.
Geëmailleerde bakplaat HZ331003 Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Geëmailleerde bakplaat met anti-aanplaklaag HZ331011 Gebak en koekjes kunnen goed op de bakplaat worden ver-
deeld. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de oven-
deur in de oven.
Braadslede HZ332003 Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Kan ook voor het opvangen van vet of vlees-
vocht onder het rooster worden gebruikt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Braadslede met anti-aanplaklaag HZ332011 Vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braad-
stukken kunnen goed op de braadslede worden verdeeld.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Deksel voor profipan HZ333001 Met een deksel wordt de profipan een profibraadpan.
Profipan met inzetrooster HZ333003 Is zeer geschikt voor het bereiden van grote hoeveelheden.
Telescopische uitschuifhulp
3-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338352 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebe-
horen verder uittrekken zonder dat het kantelt.
De 3-voudige uitschuifhulp is niet geschikt voor draaispitvoor-
zieningen.
3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie HZ338357 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kan het toebeho-
ren geheel worden uitgetrokken zonder dat het kantelt. De rails
van de uitschuifhulp klikken vast en zorgen ervoor dat het toe-
behoren gemakkelijk kan worden geplaatst.
De 3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie is niet geschikt
voor draaispitvoorzieningen.
Rooster HZ334000 Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stuk-
ken en diepvriesgerechten.
Glazen pan HZ915001 De glazen pan is geschikt voor smoorgerechten en ovenscho-
tels. Is zeer geschikt voor programma's en braadautomaat.
43
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
Tijd instellen
Na de aansluiting knipperen op het display het symbool 0 en
drie nullen. Stel de tijd in.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de pijl
N staat voor 0.
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte
% op 240 °C. Let erop dat zich geen
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Kookplaat instellen
Uw kookplaat is voorzien van vier gasbranders. Hier kunt u
nalezen hoe u de gasbranders aansteekt en de kookplaat
instelt.
Reinigen van de branderkelk en het
branderdeksel
Reinig het branderdeksel (1) en het branderdeksel (2) met
water en afwasmiddel. Droog deze onderdelen goed af.
Plaats de branderkelk en het deksel weer op de branderkom
(5). Let erop dat de ontsteking (3) en de vlambeveiligingspin
(4) niet worden beschadigd.
De sproeier (6) moet droog en schoon zijn. Plaats het
branderdeksel altijd exact op de branderkelk.
Gasbrander ontsteken
Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk. De
openingen op de branderkelk moeten altijd vrij zijn.Alle
branderdelen moeten droog zijn.
1. Open de bovenste afdekking. Deze moet tijdens het gebruik
van het fornuis altijd geopend zijn.
2. Draai de schakelaar van de gewenste brander naar links in
de ontstekingsstand
:. Het ontsteken begint.
3. Druk de schakelaar helemaal in en houd deze 1-3 seconden
ingedrukt. De gasbrander wordt ontstoken.
De ontstekingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de gasvlam
uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch door de
ontstekingsbeveiliging onderbroken.
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikelnr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrij-
stalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Ovengrillreinigergel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikelnr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer voch-
tig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
44
4. Stel de gewenste vlamhoogte in. Tussen de instelling û Uit en
de instelling
is de vlam niet stabiel. U moet daarom altijd
een instelling tussen de hoogste
en de laagste vlam
kiezen.
5. Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap
2.
6. Voor het uitschakelen van de gasbrander: Draai de
gasbranderschakelaar
û naar rechts in de stand Uit.
De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden
bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet
ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan
de ontstekingsprocedure.
: Let op!
Wanneer u kort na het uitschakelen van een nog warme
gasbrander de schakelaar bedient, stroomt er gas uit. Wanneer
u de schakelaar niet in de ontstekingsstand
: zet, wordt de
gastoevoer na 60 seconden onderbroken.
De gasbrander ontsteekt niet.
Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander
met een gasaansteker of lucifer ontsteken.
Tabel - koken
Kies voor elke kookzone de juiste pangrootte. De diameter van
de pannenbodem moet met de grootte van de kookzone
overeenstemmen.
De kooktijden zijn afhankelijk van de soort, het gewicht en de
kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk.De
optimale bereidingstijd kunt u op basis van uw eigen ervaring
bepalen.
Bereid de gerechten met zo weinig mogelijk water, zodat de
vitamines en mineralen behouden blijven. Kies korte kooktijden,
zodat de groenten stevig blijven en meer voedingswaarde
hebben.
Geschikte pannen
Voorbeeld Gerecht Kookzone Kookstand
Smelten Chocolade, boter, margarine Spaarbrander kleine vlam
Verwarmen Bouillon, groenteconserven Normale brander
Elektrische kookplaat**
kleine vlam
1-2
Verwarmen en warm
houden
Soepen Spaarbrander
Elektrische kookplaat**
kleine vlam
1-2
Stomen* Vis Normale brander
Elektrische kookplaat**
tussen grote en kleine vlam
3-4
Stomen* Aardappels en overige groen-
ten, vlees
Normale brander
Elektrische kookplaat**
tussen grote en kleine vlam
3-4
Koken* Rijst, groente, vleesgerechten
(met saus)
Normale brander
Elektrische kookplaat**
grote vlam
5-6
Braden Pannenkoeken, aardappels,
schnitzels, vissticks
Sterke brander**
Wokbrander**
tussen grote en kleine vlam
* Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam zodra het eten begint te koken.
** Optioneel. Beschikbaar bij enkele apparaten, afhankelijk van het apparaattype. (We raden u aan een wokpan te gebruiken als u
op de wokbrander gaat bakken.)
Brander/elektrische
kookplaat
Minimale pan-
diameter
Maximale pandiame-
ter
Elektrische kookplaat* 14,5 cm 14,5 cm
Wokbrander** 3,6 kW 24 cm 28 cm
Extra krachtige bran-
der 3 kW
24 cm 28 cm
Normale brander 1,7
kW
18 cm 24 cm
Spaarbrander 1 kW 12 cm 18 cm
* Optie (voor modellen met elektrische kookplaat)
** Optie (voor modellen met wokbrander)
45
Waarschuwingen voor het gebruik
Onderstaande raadgevingen helpen u energie te besparen en
schade vermijden aan de pannen:
De oven programmeren
Er bestaan verschillende manieren om de oven te
programmeren. Hieronder wordt de programmering van het
verhittingstype en de temperatuur of het grillniveau beschreven.
Met de oven kan de kooktijd (duur) en de eindtijd van elk
gerecht geprogrammeerd worden. Raadpleeg voor nadere
informatie het hoofdstuk De tijdfuncties programmeren.
Aanwijzing: Het wordt aanbevolen de oven altijd voor te
verwarmen alvorens het voedsel in de oven te doen, om
overmatige condensatie op het glas te vermijden.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Voorbeeld in de afbeelding: boven en onderwarmte bij
190°C
%.
1. Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
2. Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur of grillstand
in.
De oven wordt opgewarmd.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Gebruik pannen met een
geschikte maat voor elke
brander.
Gebruik geen kleine pannen
op grote branders. De vlam
mag de zijkanten van de pan
niet raken.
Gebruik geen vervormde
pannen die onstabiel staan op
de kookplaat. De pannen
zouden kunnen kantelen.
Gebruik altijd pannen met een
vlakke en dikke bodem.
Kook niet zonder deksel of met
verschoven deksel. Een deel
van de energie gaat verloren.
Plaats potten en pannen altijd
midden boven de brander
anders kunnen deze kantelen.
Plaats de pannen op de
roosters, nooit rechtstreeks op
de brander.
Controleer voor gebruik of de
roosters en de branderdeksels
op de juiste wijze zijn
geplaatst.
Hanteer de pannen voorzichtig
op de kookplaat.
Stoot niet tegen de kookplaat
aan, noch plaats hierop te
hoge gewichten.
Gebruik geen twee branders of
warmtebronnen voor één pan.
Vermijd het gebruik van
grillplaten, kookpotten van
aardewerk, enz. gedurende
lange tijd op het
maximumvermogen.
&
46
Snel verwarmen
Met de functie snel verwarmen bereikt de oven zeer snel de
geprogrammeerde temperatuur.
Het snel verwarmen moet gebruikt worden voor temperaturen
hoger dan 100 ºC. Onderstaande verhittingstypes zijn geschikt:
Hete lucht 3D :
Boven- en onderwarmte %
Voor een gelijkmatig resultaat mag het voedsel pas in de oven
worden gedaan als het snel verwarmen is afgelopen.
1. Selecteer het verhittingstype en de temperatuur.
2. Druk kort op de toets h.
Het symbool
c gaat branden op het indicatiepaneel. De oven
begint te verwarmen.
Einde van het snel verwarmen
Er klinkt een signaal. Het symbool
c verdwijnt van het
indicatiepaneel. Plaats het voedsel in de oven.
Snel verwarmen annuleren
Druk kort op de toets
h. Het symbool c verdwijnt van het
indicatiepaneel.
Tijdfuncties instellen
Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt
u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie.
Zolang u kunt instellen zijn alle symbolen verlicht. De pijl
N
geeft aan bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al ingestelde
tijdfunctie kunt u direct met de toets
@ of A wijzigen wanneer
voor het tijdsymbool de pijl
N staat.
Kookwekker
U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt
onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
1. De toets 0 eenmaal indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de pijl
N staat
voor
V.
2. Met de toets @ of A de wekkertijd instellen.
Voorgestelde waarde toets
@ = 10 minuten.
Voorgestelde waarde toets
A = 5 minuten.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De
wekker start. Op het display is het symbool
NV verlicht en de
wekkertijd loopt zichtbaar af. De andere tijdsymbolen
verdwijnen.
De wekkertijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat 0:00. Met de toets
0
de wekker uitschakelen.
Wekkertijd veranderen
Met de toets
@ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen.
Wekkertijd wissen
Met de toets
A de wekkertijd weer op 0:00 zetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is
uitgeschakeld.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het
symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl
N.
Om Kookwekker
V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te
vragen, de toets
0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het
betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Tijdsduur
U kunt de bereidingstijd van uw gerecht instellen. Wanneer de
tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te
onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd
wordt niet ongewild overschreden.
Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display staat 0:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de
pijl
N staat voor x.
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
Voorgestelde waarde toets
@ = 30 minuten
Voorgestelde waarde toets
A = 10 minuten
Na enkele seconden start de oven. Op het display kunt u het
verloop van de tijdsduur aflezen en is het symbool
Nx verlicht.
De andere tijdsymbolen verdwijnen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 0:00. De toets
0 indrukken. Met de toets @ of A
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets
0 twee keer
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Tijdsduur veranderen
Met de toets
@ of A de tijdsduur veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets
0.
Tijdsduur wissen
Met de toets
A de tijdsduur weer op 0:00 zetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is
gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de
toets
0.
47
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het
symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl
N.
Om Kookwekker
V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te
vragen, de toets
0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het
betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Eindtijd
U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen.
De oven start automatisch en is klaar op het gewenste tijdstip.
U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte zetten
en zo instellen dat het 's middags klaar is.
Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte
staan en bederven.
Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 10:30 uur, de tijdsduur is
45 minuten en de oven moet om 12:30 uur klaar zijn.
1. Functiekeuzeknop instellen.
2. Temperatuurkeuzeknop instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
5. De toets 0 indrukken.
De pijl
N staat voor y. Het tijdstip waarop het gerecht klaar
is verschijnt.
6. Met de toets @ of A de eindtijd op een later tijdstip zetten.
Na enkele seconden neemt de oven de instellingen over en
schakelt in de wachtstand. Op het display verschijnt het tijdstip
waarop het gerecht klaar is, en voor het symbool
y staat de
pijl
N. De symbolen V en 0 verdwijnen. Wanneer de oven
start, loopt de tijdsduur zichtbaar af en staat de pijl
N voor het
symbool
x. Het symbool y verdwijnt.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 0:00. De toets
0 indrukken. Met de toets @ of A
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets
0 twee keer
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Eindtijd veranderen
Met de toets
@ of A de eindtijd veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets
0.
Verander de eindtijd niet wanneer de tijdsduur al afloopt. Het
bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen.
Eindtijd wissen
Met de toets
A de eindtijd naar de actuele tijd terugzetten. Na
enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De oven
start. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer
op de toets
0.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het
symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl
N.
Om Kookwekker
V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te
vragen, de toets
0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het
betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Tijd
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking knipperen op
het display het symbool
0 en drie nullen. Stel de tijd in.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de pijl
N staat voor 0.
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijd wijzigen
Er mag geen andere tijdfunctie zijn ingesteld.
1. De toets 0 vier keer indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de pijl
N staat
voor
0.
2. Met de toets @ of A de tijd veranderen.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijdsweergave uit
U kunt ervoor kiezen de tijd niet meer weer te geven. Lees
hierover het hoofdstuk Basisinstellingen veranderen na.
48
Kinderslot
De oven beschikt over een kinderslot om te vermijden dat
kinderen deze per ongeluk kunnen inschakelen.
De oven reageert op geen enkele instelling. De kookwekker en
de tijd kunnen worden geprogrammeerd met geactiveerd
kinderslot.
Wanneer het verhittingstype en de temperatuur of het
grillniveau geprogrammeerd zijn, onderbreekt het kinderslot de
verhitting.
Activeren van het kinderslot
Er mag geen enkele duur van de bereidingstijd noch eindtijd
geprogrammeerd zijn.
Druk de toets
h gedurende ca. vier seconden in.
Op het indicatiepaneel verschijnt het symbool
@. Het
kinderslot is geactiveerd.
Deactiveren van het kinderslot
Druk de toets
h gedurende ca. vier seconden in.
Het symbool
@ van het indicatiepaneel wordt uitgeschakeld.
Het kinderslot is gedeactiveerd.
De basisinstellingen wijzigen
Deze oven is voorzien van verschillende basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de gebruiker.
Er mag geen andere tijdfunctie geprogrammeerd zijn.
1. Druk de toets 0 gedurende ca. 4 seconden in.
Op het indicatiepaneel wordt de huidige basisinstelling voor
de tijd getoond, bv.
™‚ voor de selectie .
2. Wijzig de basisinstelling met de toetsen @ of A.
3. Bevestig met de toets 0.
Op het indicatiepaneel verschijnt onderstaande
basisinstelling. Met de toets
0 kunnen alle niveaus bereikt
worden en met de toetsen
@ of A kan de instelling gewijzigd
worden.
4. Druk, om te beëindigen, toets 0 gedurende ca. 4 seconden
in.
Alle basisinstellingen zijn toegepast.
De basisinstellingen kunnen op elk moment opnieuw gewijzigd
worden.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
geen schuursponsjes,
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
geen schuursponsjes,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
Basisinstellingen
Selectie
Selectie ƒ Selectie
™‚
Tijdsindicator altijd* enkel met
de toets
0
-
™ƒ
Duur van het sig-
naal na het beëindi-
gen van de kooktijd
of de tijd van de
kookwekker
ca. 10 s. ca. 2 min. ca 5 min.
™„
Wachttijd tot een
instelling toegepast
wordt
ca. 2 s. ca. 5 s.* ca. 10 s.
* Fabrieksinstelling
49
Zone Schoonmaakmiddelen
Roestvrijstalen
oppervlakken*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Veeg bij
roestvrijstalen oppervlakken altijd in de
slijprichting. Anders kunnen er krassen
ontstaan. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlek-
ken onmiddellijk verwijderen. Onder
zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen ver-
krijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken van roestvrij staal. Eeen
beetje schoonmaakmiddel dun opbren-
gen met een zachte doek.
Geëmailleerde,
gelakte, kunststof-
en zeefdruk-opper-
vlakken*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Bovenste glazen
afscherming*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Glasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken.
U kunt de bovenste glazen afscherming
afnemen om hem schoon te maken.
Houd u aan de aanwijzingen in het
hoofdstuk Bovenste glazen afscherming!
Draaiknoppen
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen.
Omlijsting van de
kookplaat
Warm zeepsop:
Niet schoonmaken met een schraper,
citroen of azijn.
Gaskookplaat en
pannenhouders*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop.
Weinig water gebruiken, het mag niet
door de branderonderdelen in het toestel
komen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
U kunt de pannenhouders afnemen.
Pannenhouders van gietijzer*:
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Gasbranders*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Branderkop en deksel verwijderen,
schoonmaken met warm zeepsop.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
De gasuitlaatopeningen moeten altijd vrij
zijn.
Ontstekingskaarsen: kleine zachte bor-
stel.
De gasbranders functioneren alleen wan-
neer de ontstekingskaarsen droog zijn.
Alle onderdelen goed drogen. Let er bij
het terugplaatsen op dat ze precies goed
zitten.
De branderdeksels zijn zwart geëmail-
leerd. In de loop van de tijd verandert de
kleur. Dit heeft geen invloed op de wer-
king.
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Elektrische kook-
zone*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Schuurmiddelen of reinigingsponzen.
De kookplaat hierna kort opwarmen,
zodat hij droogt. Vochtige platen roesten
in de loop van de tijd. Ten slotte een
schoonmaakmiddel aanbrengen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
Ring op de kook-
plaat*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Geel- tot blauwkleurige plekken op de
ring van de kookplaat met een schoon-
maakmiddel voor staal verwijderen.
Gebruik hiervoor geen krassende of
schurende middelen.
Kookplaat van glas-
keramiek*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onder-
houdsmiddelen voor glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schra-
permesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Bescha-
digde messen direct vervangen.
Glazen kookplaat*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onder-
houdsmiddelen voor het glas
Reinging: schoonmaakmiddelen voor het
glas.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schra-
permesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Bescha-
digde messen direct vervangen.
Deurruit Glasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken.
Gebruik geen schrapermesjes.
De deur kan worden afgenomen om hem
gemakkelijk schoon te maken. Houd u
hierbij aan de aanwijzingen in het hoofd-
stuk Ovendeur verwijderen en inbrengen!
Kinderslot*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Indien een kinderslot op de ovendeur is
aangebracht, moet dit voor het reinigen
worden verwijderd.
Bij sterke verontreiniging functioneert het
kinderslot niet goed meer.
Afdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Kookzone Warm zeepsop of water met azijn:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Bij sterke verontreiniging een schuur-
sponsje van roestvrij staal of ovenreini-
ger gebruiken.
Alleen gebruiken in de onverwarmde bin-
nenruimte.
:Bij zelfreinigende oppervlakken de
zelfreinigingsfunctie gebruiken. Neem
hierbij de aanwijzingen van het hoofdstuk
Zelfreiniging in acht!
Attentie! Gebruik nooit schoonmaakmid-
delen voor zelfreinigende oppervlakken.
Zone Schoonmaakmiddelen
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
50
Bovenste glasafdekking
Voordat u de bovenste afdekking opent, moet u eerst eventueel
gemorst vuil met een doek verwijderen.
Voor de reiniging kan het beste een glasreiniger worden
gebruikt
Verwijder de bovenste afdekking voor de reiniging. Houd de
afdekking aan weerszijden vast en trek deze naar boven.
Indien de scharnieren van de afdekking losraken, moet u op de
letters op de scharnieren letten. Het scharnier met de letter R
moet rechts, het scharnier met de letter L moet links worden
gemonteerd.
Monteer na het reinigen de bovenste afdekking weer in
omgekeerde volgorde.
Sluit de bovenste afdekking pas als de kookplaat is afgekoeld.
Attentie!
Bij apparaten met een glazen afdekplaat met LED-verlichting
mag u voor het schoonmaken van de afdekplaat
geen onverdunde reinigingsmiddelen,
geen bijtende en sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten,
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen en
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes gebruiken.
De LED-verlichting en de scharnieren van de glazen afdekplaat
voor de kookplaat mogen niet in contact komen met vocht.
Anders worden het opschrift, de lichten en scharnieren van de
glazen afdekplaat beschadigd en kan de LED-verlichting niet
meer worden ingeschakeld.
Voor de reiniging
Neem de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
schoonmaken
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of
water met azijn.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of
ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde
oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met
een schuursponsje of ovenreiniger.
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer
poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden
hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is.
Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt
gebruikt, des te beter het resultaat.
Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat
u als volgt te werk:
1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zorgvuldig schoonmaken.
2. 3D-hetelucht : instellen.
3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op
maximale temperatuur houden.
De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of
witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is,
met water of een zachte doek verwijderen.
Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op
de zelfreiniging.
Glazen kapje op de
ovenlamp
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Telescooprail Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
U kunt de rekjes afnemen om ze schoon
te maken. Neem hierbij de aanwijzingen
in het hoofdstuk Rekjes verwijderen en
inbrengen in acht!
Telescooprails*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uit-
schuifrails. U kunt ze het beste reinigen
wanneer ze ingeschoven zijn. Niet laten
weken, in de vaatwasmachine schoon-
maken of bij de zelfreiniging meereini-
gen. Dit kan invloed hebben op de
werking van de rekjes en ze kunnen hier-
door beschadigd raken.
Toebehoren Warm zeepsop:
Laten weken en met schoonmaakdoekje
of een borstel schoonmaken.
Aluminium bakplaat*:
(afhankelijk van het type apparaat)
Met een zachte doek nadrogen.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
Gebruik in geen geval ovenreiniger.
Om krassen te vermijden mogen de
metalen oppervlakken nooit met een
mes of soortgelijk scherp voorwerp in
aanraking komen.
Ongeschikt zijn agressieve schoonmaak-
middelen, schuursponsjes en grove reini-
gingsdoeken. Anders kunnen er krassen
ontstaan.
Draaispit*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaat-
wasmachine.
Braadthermometer*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaat-
wasmachine.
Ovenlade*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Zone Schoonmaakmiddelen
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
51
Attentie!
Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen
hem.
Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan
direct met een spons en voldoende water.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1. Rail voor optillen
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in
afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5
boven.
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).

%



$
%
$
%$
%$
%
$
52
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
: Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
ovendeur uitnemen.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor
links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C).
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden. (Afbeelding B).
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Is een gerecht u niet goed gelukt, lees er dan het hoofdstuk
.Voor u in onze kookstudio getestop na. Hier vindt u bruikbare
tips en informatie over koken, bakken en braden.
: Risico van een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Reparaties mogen
alleen worden gerepareerd door deskundig personeel van de
servicedienst dat door ons is opgeleid.
&
%$
&
%
$
Fout Mogelijke oor-
zaak
Oplossing/Informatie
De oven functio-
neert niet.
Zekering defect. Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
Stroomonder-
breking.
Controleer of het keuken-
licht of andere keukenappa-
raten functioneren.
De tijdsindica-
tie knippert.
Stroomonder-
breking.
Stel de tijd opnieuw in.
De oven warmt
niet op.
Stof op de con-
tacten.
Draai de kookzoneknop-
pen enkele keren naar
rechts en naar links.
De gasbrander
ontsteekt niet.
Stroomonder-
breking of voch-
tige
ontstekings-
kaarsen.
Steek de gasbranders aan
met een gasaansteker of
een lucifer.
53
Foutberichten
Wanneer op het indicatiepaneel een foutbericht met
verschijnt, druk dan op de toets
0. Het bericht verdwijnt. De
ingestelde tijdfunctie wordt gewist. Indien het foutbericht niet
verdwijnt, waarschuw dan de technische dienst.
Onderstaande foutberichten kunnen verholpen worden door de
gebruiker.
: Gevaar voor elektrische schokken!
Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties
mogen alleen worden uitgevoerd door behoorlijk opgeleid
personeel van de Technische Dienst.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te
hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u
hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
De LED-verlich-
ting van de gla-
zen afdekplaat
functioneert
niet.
LED-verlich-
tingstoets niet
ingedrukt.
Druk op de LED-verlich-
tingstoets.
De glazen
afdekplaat van
het apparaat is
niet volledig
geopend of is
gesloten.
Open de afdekplaat van het
apparaat volledig.
De glazen
afdekplaat is
niet correct
gemonteerd.
Controleer of de scharnie-
ren van de afdekplaat cor-
rect gemonteerd zijn, zie
het hoofdstuk "Glazen
afdekplaat".
Foutbericht Mogelijke oor-
zaak
Oplossing/aanbevelingen
“‹‚‚
Een toets is te
lang ingedrukt
of is vastgelo-
pen.
Druk alle toetsen één voor
één in. Controleer of een
toets vastgelopen, bedekt
of vuil is.
Fout Mogelijke oor-
zaak
Oplossing/Informatie
Enr.
FDnr.
Servicedienst
O
NL 088 424 4020
B 070 222 142
54
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de oven
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Energie besparen met de gas-kookplaat
Kies altijd een pan die de juiste grootte heeft voor uw
gerechten. Een grote, slechts weinig gevulde pan heeft veel
energie nodig.
Sluit de pan altijd af met een passend deksel.
De gasvlam moet altijd contact met de bodem van de pan
hebben.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte
% lukt het gebak het beste.
Wanneer u met 3D-hetelucht
: bakt, dient u de volgende
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
Gebak in vormen: hoogte
Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht
:.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
55
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Gebak in vormen Vorm Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Cake, eenvoudig Krans/rechthoekige vorm 2
:
160-180 40-50
3 cakevormen 3+1
:
140-160 60-80
Cake, fijn Krans/rechthoekige vorm 2
%
150-170 60-70
Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2
%
150-170 20-30
Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2
%
160-180 50-60
Biscuittaart Springvorm 2
%
160-180 30-40
Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1
%
170-190 25-35
Vruchten- of kwarktaart, bodem van
zandtaartdeeg*
Springvorm 1
%
170-190 70-90
Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 1
%
220-240 35-45
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)* Springvorm 1
%
180-200 50-60
Pizza, dunne bodem met weinig bedek-
king (voorverwarmen)
Pizzaplaat 1
%
250-270 10-15
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 2
%
170-190 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 35-45
Roer- of gistdeeg met vochtige bedek-
king, vruchten
Braadslede 3
%
160-180 40-50
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 50-60
Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2
%
210-230 40-50
Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2
%
190-210 15-20
Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2
%
160-180 30-40
Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3
%
160-180 60-70
Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3
%
150-170 90-100
Strudel, zoet Braadslede 2
%
180-200 55-65
Börek Braadslede 2
%
180-200 40-50
Pizza Bakplaat 2
%
220-240 15-25
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 35-45
Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Koekjes Bakplaat 3
:
140-160 15-25
Braadslede + bakplaat 3+1
:
130-150 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-150 30-40
Sprits (voorverwarmen) Bakplaat 3
%
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 30-40
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-140 35-50
Bitterkoekjes Bakplaat 2
%
110-130 30-40
Braadslede + bakplaat 3+1
:
100-120 35-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
100-120 40-50
56
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets
anders is aangegeven.
Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de
bakplaat inschuiven.
Tips voor het bakken
Schuimgebak Bakplaat 3
:
80-100 130-150
Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2
%
200-220 30-40
Bladerdeeggebak Bakplaat 3
:
180-200 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
160-180 35-45
Gistdeeggebak Bakplaat 3
%
180-200 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
170-190 25-35
Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2
%
270
200
8
35-45
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Braadslede 2
%
270
200
8
40-50
Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3
%
210-230 20-30
Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3
%
170-190 15-20
Braadslede + bakplaat 3+1
:
160-180 20-30
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-
peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-
ten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken.
Op de bovenste plaat is het gebak don-
kerder dan op de onderste.
Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht
:. Bakplaten die
gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bij het bakken van vochtig gebak ont-
staat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
57
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Z van de bereidingstijd.
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Rundvlees
Gestoofd rundvlees 1,0 kg gesloten 2
%
200-220 120
1,5 kg 2
%
190-210 140
2,0 kg 2
%
180-200 160
Runderfilet, medium 1,0 kg open 2
%
210-230 70
1,5 kg 2
%
200-220 80
Rosbief, medium 1,0 kg open 1
4
210-230 50
Steaks, medium, 3 cm dik Rooster 5
(
315
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees 1,0 kg open 2
%
190-210 100
2,0 kg 2
%
170-190 120
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
1,0 kg open 1
4
200-220 100
1,5 kg 1
4
190-210 140
2,0 kg 1
4
180-200 160
Braadstuk, zonder zwoerd
(bijv. schouder)
1,0 kg open 1
4
200-220 120
1,5 kg 1
4
190-210 150
2,0 kg 1
4
180-200 180
Casselerrib met been 1,0 kg gesloten 2
%
210-230 70
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg open 1
4
150-170 120
58
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na
Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Vis
Keer visstukken na
Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Tips voor het braden en grillen
Gehakt
Gehakt van 500 g
vlees
open 1
4
170-190 70
Worstjes
Worstjes Rooster 4
(
315
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Gevogelte Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel 1,2 kg Rooster 2
4
200-220 60-70
Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2
4
190-210 80-90
Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2
4
200-220 40-50
Stukken kip elk 300 g Rooster 3
4
200-220 30-40
Eend, heel 2,0 kg Rooster 2
4
170-190 90-100
Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2
4
160-170 110-130
Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2
4
170-190 80-100
Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2
4
180-200 90-100
Vis Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2
(
3 20-25
1,0 kg Rooster 2
4
180-200 45-50
1,5 kg Rooster 2
4
170-190 50-60
Viskotelet, 3 cm dik Rooster 3
(
2 20-25
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neer-
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
59
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Ovenschotels
Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2
%
180-200 40-50
Pastaschotel Ovenschaal 2
%
210-230 30-40
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingre-
diënten,
max. 4 cm hoog
1 ovenschaal 2
4
160-180 60-80
2 ovenschalen 1+3
:
150-170 65-85
Toast
Toast grillen, 4 stuks Rooster 4
4
160-170 10-15
Toast grillen, 12 stuks Rooster 4
4
160-170 15-20
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem Braadslede 2
;
190-210 15-20
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
180-200 20-30
Pizza met dikke bodem Braadslede 2
;
170-190 20-30
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
170-190 25-35
Pizza baguette Braadslede 3
;
170-190 20-30
Minipizza Braadslede 3
;
180-200 10-20
Pizza, gekoeld, voorverwarmen Braadslede 1
;
180-200 10-15
Aardappelproducten, diepvries
Frites Braadslede 3
;
190-210 20-30
Braadslede + bak-
plaat
3+1
:
180-200 30-40
Kroketten Braadslede 3
;
190-210 20-25
Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3
;
190-210 15-25
Brood en banket, diepvries
Broodjes, baguette Braadslede 3
;
190-210 10-20
Zoute krakelingen Braadslede 3
;
200-220 10-20
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes of -stokbrood Braadslede 3
%
190-210 10-20
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
160-180 20-25
Groenteballetjes, diepvries
Vissticks Braadslede 2
;
200-220 10-15
Kipsticks,nuggets Braadslede 3
;
190-210 10-20
60
Bijzondere gerechten
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht
: even goed als luchtig gistdeeg.
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
Ontdooien
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een
geschikte vorm op het rooster plaatsen.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid
levensmiddelen.
Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een
schaal.
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
Strudel, diepvries
Strudel Braadslede 3
;
190-210 30-40
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gerecht Vormen Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur Tijdsduur
Yoghurt Koppen of Twist-Off
potten
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
50 °C
5 m
8 uur
Gistdeeg laten rijzen Hittebestendige
vorm
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
510 min..
2030 min..
Diepvriesproducten Toebehoren Hoogte Verwar-
mings-
method
e
Temperatuur in°C
bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade of sui-
kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake
en ander gebak
Rooster 2
A
De temperatuurkeuzeknop
blijft uitgeschakeld
Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur Tijdsduur
600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 5 uur
800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8 uur
1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8-10 uur
200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 1½ uur
61
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Glazen potten verwijderen
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Attentie!
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken - Ca. 35 minuten
Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten
Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten
Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Bakken Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
62
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen.
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen.
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
Gebak in springvormen van blik:
Met boven- en onderwarmte
% op 1 niveau bakken. Gebruik
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste
opgegeven temperatuur.
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Sprits, voorverwarmen* Bakplaat 3
%
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 30-40
Bakplaat + braadslede 1+3
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-140 40-55
Small cakes, voorverwarmen* Bakplaat 3
%
150-170 20-35
Bakplaat 3
:
150-170 20-35
Bakplaat + braadslede 1+3
:
140-160 30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-150 35-55
Waterbiscuit, voorverwarmen* Springvorm op het rooster 2
%
160-170 30-40
Springvorm op het rooster 2
:
160-170 25-40
Donkere appeltaart Rooster + 2 springvor-
men Ø 20 cm
1
%
170-190 80-100
2 roosters + 2 springvor-
men Ø 20 cm
1+3
:
170-190 70-100
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Grillstand Tijdsduur
in minuten
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster 5
(
3 ½-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + braadslede 4+1
(
3 25-30
* Na
Z van de tijd keren

Documenttranscriptie

Free standing cooker Fornuis HX74W536N siemens-home.com/welcome en nl Instruction manual . . . . . . . . . . . . . 3 Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . 33 Register your product online Inhoudsopgave nGlebkursianzwgj Belangrijke veiligheidsvoorschriften......................................34 Oorzaken van schade...............................................................37 Schade aan de oven ....................................................................... 37 Schade aan de schuiflade ............................................................. 37 Opstelling, gas- en elektrische aansluiting............................38 Gasaansluiting.................................................................................. 38 Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht................................... 38 Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep verschuiven ............................................................................................................. 38 Elektrische aansluiting .................................................................... 38 Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 38 Bevestiging aan de wand............................................................... 38 Plaatsen van het apparaat ............................................................. 39 Maatregelen tijdens het transport................................................. 39 Uw nieuwe apparaat.................................................................39 Algemeen .......................................................................................... 39 Kookplaat .......................................................................................... 40 Bedieningspaneel ............................................................................ 40 Binnenruimte..................................................................................... 41 De toebehoren ..........................................................................41 Toebehoren plaatsen ...................................................................... 41 Extra toebehoren.............................................................................. 42 Klantenservice­artikelen.................................................................. 43 Voor het eerste gebruik ...........................................................43 Tijd instellen ...................................................................................... 43 De oven opwarmen ......................................................................... 43 Toebehoren reinigen ....................................................................... 43 Kookplaat instellen...................................................................43 Reinigen van de branderkelk en het branderdeksel ................ 43 Gasbrander ontsteken .................................................................... 43 Tabel - koken .................................................................................... 44 Geschikte pannen ...................................................................44 Waarschuwingen voor het gebruik............................................... 45 De oven programmeren ...........................................................45 Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 45 Snel verwarmen................................................................................ 46 Tijdfuncties instellen................................................................46 Kookwekker ...................................................................................... 46 Tijdsduur ............................................................................................ 46 Eindtijd ............................................................................................... 47 Tijd ...................................................................................................... 47 Kinderslot..................................................................................48 De basisinstellingen wijzigen..................................................48 Onderhoud en reiniging...........................................................48 Schoonmaakmiddelen .................................................................... 48 Bovenste glasafdekking ................................................................. 50 Voor de reiniging ............................................................................. 50 Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 51 Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 51 Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 52 Wat te doen bij storingen? ......................................................52 Storingstabel ..................................................................................... 52 Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 53 Glazen afscherming......................................................................... 53 Servicedienst ............................................................................53 E­nummer en FD­nummer .............................................................. 53 Energie­ en milieutips ..............................................................54 Energie besparen met de oven .................................................... 54 Energie besparen met de gas-kookplaat.................................... 54 Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 54 Voor u in onze kookstudio uitgetest.......................................54 Gebak................................................................................................. 54 Tips voor het bakken ...................................................................... 56 Vlees, gevogelte, vis........................................................................ 57 Tips voor het braden en grillen ..................................................... 58 Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 59 Kant-en-klaar producten ................................................................. 59 Bijzondere gerechten ...................................................................... 60 Ontdooien.......................................................................................... 60 Drogen ............................................................................................... 60 Inmaak ............................................................................................... 61 Acrylamide in levensmiddelen ................................................61 Testgerechten ........................................................................... 62 Bakken ............................................................................................... 62 Grillen ................................................................................................. 62 Produktinfo Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in de online-shop: www.siemens-eshop.com 33 : Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en veilig bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om door te geven aan een volgende eigenaar. Dit voorschrift geldt alleen wanneer het symbool van het betreffende land op het apparaat staat aangegeven. Is dit niet het geval, raadpleeg dan de installatiehandleiding. Hierin staan de vereiste instructies om het apparaat zo om te bouwen dat het voldoet aan de annsluitingseisen van het betreffende land. Apparaatcategorie: Categorie 1 Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet aansluiten in geval van transportschade. Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat aansluiten en het omschakelen naar een ander type gas. De installatie van het toestel (elektrische en gasaansluiting) dient volgens de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding te worden uitgevoerd. Een verkeerde aansluiting en onjuiste instellingen kunnen leiden tot ernstige ongelukken en schade aan het toestel. De fabrikant van het apparaat is niet aansprakelijk voor dergelijke schade. De garantie van het apparaat komt te vervallen. Opgelet:Dit apparaat is alleen bestemd voor kookdoeleinden. Het mag niet anderszins, bijvoorbeeld voor de verwarming van de ruimte, worden gebruikt. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau. Opgelet:Het gebruik van een gasfornuis zorgt voor warmte en vochtvorming in de opstellingsruimte. Let vooral als het apparaat in werking is, op een goede ventilatie van de ruimte waarin het staat: de natuurlijke ventilatie-openingen open houden of een mechanische ventilatieinrichting (bijv. een afzuigkap) installeren. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan extra ventilatie nodig worden, bijv. door het openen van een raam of extra ventilatie bijv. door de afzuigkap op een hoger vermogen te zetten. 34 Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik met een externe wekker of afstandsbediening. Maak voor de bescherming van kinderen geen gebruik van ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of tralies. Dit kan leiden tot ongevallen. Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel. Toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving toebehoren in de gebruiksaanwijzing. Risico van brand! ■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt, ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de verwarmingselementen raken en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er nooit bakpapier los op de toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met een vorm. Bakpapier alleen op het benodigde oppervlak leggen. Het bakpapier mag niet uitsteken over de toebehoren. ■ Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden bewaard kunnen vlam vatten. Geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte bewaren. Nooit de deur openen wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het toestel. Schakel het toestel uit en haal de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Gastoevoer afsluiten. ■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met Risico van brand! Risico van brand! water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken. ■ De kookzones worden erg heet. Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen. ■ Het apparaat wordt erg heet, brandbare materialen kunnen snel vlam vatten. Bewaar of gebruik geen brandbare voorwerpen ( bijv. spuitbussen, reinigingsmiddelen) onder of in de nabijheid van de oven. Bewaar geen brandbare voorwerpen in of op de oven. ■ Wanneer er gas-kookzones ingeschakeld zijn waar geen kookgerei op staat, wordt er tijdens het gebruik zeer veel warmte ontwikkeld. Het toestel en een daarboven aangebrachte afzuigkap kunnen beschadigd raken of vlam vatten. Vetresten in de filter van de stofafzuigkap kunnen vlam vatten. Gebruik de gaskookzones alleen wanneer er kookgerei op staat. ■ De achterkant van het toestel wordt zeer heet. Dit kan leiden tot beschadiging van de aansluitleidingen. Elektriciteits- en gasleidingen mogen niet met de achterkant van het toestel in aanraking komen. ■ Nooit brandbare voorwerpen op de kookzones leggen of in de binnenruimte bewaren. Nooit de deur openen wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het apparaat. Zet het apparaat uit. Haal de netstekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Sluit de gastoevoer af. ■ Het oppervlak van de schuiflade kan erg heet worden. Bewaar alleen oventoebehoren in de schuiflade. Ontvlambare en brandbare voorwerpen mogen niet in de ovenlade worden opgeborgen. Risico van verbranding! ■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Toebehoren of vormen worden zeer heet. Neem hete toebehoren en vormen altijd Risico van brand! Brandgevaar! Risico van brand! Risico van brand! Risico van brand! Risico van brand! Risico van verbranding! met behulp van een pannenlap uit de binnenruimte. ■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage gebruiken. De deur van het toestel voorzichtig openen. ■ De kookzones en met name een eventueel aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Tijdens het gebruikt worden de oppervlakken van het apparaat heet. De hete oppervlakken niet aanraken. Houd kinderen uit de buurt van het toestel. ■ Wanneer er leeg kookgerei op ingeschakelde gas-kookzones staat, wordt dit zeer heet. Nooit leeg kookgerei verwarmen. ■ Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het voor de reiniging afkoelen. ■ Opgelet: Aanraakbare delen kunnen tijdens het grillen heet worden. Houd kleine kinderen op een afstand. ■ Wanneer de fles voor vloeibaar gas niet loodrecht staat, kan het vloeibare propaan/butaan/ in het apparaat terechtkomen. Er kunnen dan heftige steekvlammen bij de branders optreden. Onderdelen kunnen beschadigd raken en in de loop van de tijd ondicht worden, waardoor er op een ongecontroleerde manier gas ontsnapt. Deze beide oorzaken kunnen leiden tot verbrandingen. Flessen voor vloeibaar gas altijd in een loodrechte stand houden. Kans op verbranding! ■ Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom vrijkomen. De deur van het toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Door water in de hete binnnruimte kan hete waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Risico van verbranding! Risico van verbranding! Verbrandingsgevaar! Risico van verbranding! Verbrandingsgevaar! Risico van verbranding! Risico van verbranding! Risico van verbranding! Kans op verbrandingen! 35 Risico van letsel! ■ Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. ■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en vervangingen van beschadigde elektriciteits- en gasleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het toestel defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit, de gastoevoer sluiten. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Storingen of beschadigingen aan het apparaat zijn gevaarlijk. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Gastoevoer afsluiten. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Wanneer de pannen onjuiste afmetingen hebben, beschadigd of verkeerd geplaatst zijn, kunnen ze ernstig letsel veroorzaken. Neem de aanwijzingen voor het kookgerei in acht ■ Opgelet: De glasafdekking kan door de hitte barsten. Voor het sluiten van de afdekking moeten alle branders uitgeschakeld zijn. Wacht tot de oven afgekoeld is voordat u de afdekking sluit. Kantelgevaar! Risico van letsel! Risico van letsel! Risico van letsel! Risico van letsel! Waarschuwing: Om te voorkomen dat het apparaat kantelt, moet een kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees de montage-instructies door. Kans op een elektrische schok! ■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice.Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice. ■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit aansluitkabels van elektrische toestellen in contact komen met hete onderdelen van het apparaat. ■ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken. ■ Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de contacten van de lampfitting onder stroom. Trek voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit. ■ Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Wordt het toestel onbevestigd op een sokkel geplaatst, dan kan het hiervan afglijden. Het toestel moet goed aan de sokkel worden bevestigd. Risico van letsel! ■ 36 Risico van brand! ■ Losse voedselresten, vet en braadjus kunnen tijdens de zelfreiniging vlam vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd de grove verontreiniging uit de binnenruimte en van de toebehoren. ■ De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoeken, aan de deurgreep hangen. Zorg ervoor dat de voorkant van het toestel vrij blijft. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. Risico van brand! Risico van verbranding! ■ De binnenruimte wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit de apparaatdeur openen of de vergrendelingshaak met de hand verschuiven. Het toestel laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ ; De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. De apparaatdeur nooit aanraken. Het apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. Risico van verbranding! Oorzaken van schade hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur plaatsen. Kookplaat Attentie! ■ ■ ■ ■ ■ Gebruik de kookzones alleen als er een pan op staat. Verhit geen lege pannen. De panbodem raakt hierdoor beschadigd. Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem. Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd, en er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd. Let erop dat de gasbranders schoon en droog zijn. Het branderdeksel moet altijd exact op de branderkelk liggen. Let erop dat de bovenste afdekking niet gesloten is als het fornuis in bedrijf genomen wordt. ■ ■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven. Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken. Schade aan de schuiflade Attentie! Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan beschadigd raken. Schade aan de oven Attentie! ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email wordt beschadigd. Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het email ontstaan. Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email raakt dan beschadigd. Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede. Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd. Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild, dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is. Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan 37 Opstelling, gas- en elektrische aansluiting Gasaansluiting Elektrische aansluiting De installatie mag uitsluitend door een erkende installateur of een door de importeur erkende servicemonteur worden uitgevoerd volgens de "Instructie voor het aansluiten van het gas en het wijzigen van de gassoort". Attentie! Voor de door de importeur erkende installateur of servicedienst ■ Attentie! ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ De instellingsvoorwaarden voor dit apparaat staan op het typeplaatje op de achterzijde van het apparaat aangegeven. De door de fabriek ingestelde gassoort is met een ster (*) gemarkeerd. Controleer voor de opstelling van het apparaat de distributievoorwaarden (gassoort en gasdruk) en verzeker u ervan dat de gasinstelling van het apparaat hierop is ingesteld. Indien de instellingen van het apparaat gewijzigd moeten worden, raadpleeg dan de instructies in het hoofdstuk "Instructie voor het aansluiten van het gas en het wijzigen van de gassoort". Dit apparaat is niet op een verbrandingsgasafvoer aangesloten. Het apparaat moet in overeenstemming met de installatievoorschriften aangesloten en in gebruik genomen worden. Sluit het apparaat niet op een verbrandingsgasafvoer aan. Alle ventilatievoorschriften moeten in acht genomen worden. De gasaansluiting moet via een vaste, niet-flexibele aansluiting (gasleiding) of via een veiligheidsslang worden gerealiseerd. Indien een veiligheidsslang wordt gebruikt, moet er beslist op gelet worden dat de slang niet vastgeklemd of geknikt wordt. De slang mag niet met hete oppervlakken in aanraking komen. De gasleiding (gasleiding of veiligheidsslang) kan zowel aan de linker- als aan de rechterzijde van het apparaat worden aangesloten. De aansluiting moet over een gemakkelijk toegankelijke afsluitingsvoorziening beschikken. Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan de gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen. ■ direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles sluiten ■ direct open vuur en sigaretten doven ■ elektrische apparaten uitschakelen ­ ook lampen ■ ramen openen en de ruimte goed luchten ■ ■ ■ Laat het apparaat door een servicedienst plaatsen. Voor de aansluiting is een zekering van 16 A nodig. Het apparaat is geschikt voor een netspanning van 220-240 V. Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan 180 V, functioneert het elektrische ontstekingssysteem niet meer. Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, vervalt bij schade de garantieclaim. Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur worden vervangen. Voor de servicedienst Attentie! ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties op het typeplaatje worden aangesloten. Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting aan die voldoet aan de geldende bepalingen. De contactdoos moet goed toegankelijk zijn om het apparaat indien nodig van het lichtnet te kunnen scheiden. Er moet een meerpolige scheidingsinrichting aangebracht zijn. Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige stekker. Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op een geaarde aansluiting worden aangesloten, Wanneer de randaarde-aansluiting niet aan de voorwaarden voldoet, is de bescherming tegen elektrische gevaren niet gegarandeerd. Voor de aansluiting van het apparaat moet een kabel van het type H 05 W-F of gelijkwaardig worden gebruikt. Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen Zet het fornuis direct op de vloer. 1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen. Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter stelvoeten. 2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A). 3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B). $ % telefonisch contact opnemen met de klantenservice of de elektriciteitsmaatschappij. Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep verschuiven Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te trekken; de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar voor een gaslek! Verschuif het apparaat niet door aan de deurgreep te trekken. Deurscharnieren en deurgreep kunnen beschadigd raken. 38 Bevestiging aan de wand Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht. Plaatsen van het apparaat ■ Maatregelen tijdens het transport 0LQ  ■ ■ Bevestig alle beweegbare onderdelen in en op het apparaat met plakband, dat zonder sporen verwijderd kan worden. Schuif alle toebehoren (bijv. de bakplaat) met een dunne strook karton aan beide zijden in de vakken om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Leg karton of iets dergelijks tussen de voorzijde van de bakplaat en de achterzijde van de deur om te voorkomen dat de bakplaat tegen de binnenzijde van de glazen deur stoot. Bevestig de deur en, indien aanwezig, de bovenste afdekking met plakband aan de zijden van het apparaat. Bewaar de originele verpakking van het apparaat. Transporteer het apparaat alleen in de originele verpakking. Let op de transportpijlen op de verpakking.   Let erop dat het apparaat na de plaatsing niet meer wordt verschoven. De afstand tussen de extra krachtige brander of wokbrander met aangrenzende keukenmeubels resp. de muur moet minstens 50 mm bedragen. Het apparaat moet volgens de opgegeven maten worden geplaatst en direct op het vloeroppervlak van uw keuken. Het apparaat mag niet boven op wat voor object dan ook worden geplaatst. Als de originele verpakking niet meer beschikbaar is Voor de afstand tussen de bovenkant van het fornuis en de onderzijde van de afzuigkap moet u zich houden aan de instructies van de fabrikant van de afzuigkap. Transporteer het apparaat rechtop. Houd het apparaat niet aan de deurgreep of aan aansluitingen op de achterzijde vast, omdat deze dan beschadigd kunnen raken. Leg geen zware voorwerpen op het apparaat. Verpak het apparaat in een beschermende verpakking om voldoende bescherming tegen eventuele transportschade te garanderen. Uw nieuwe apparaat In dit hoofdstuk vindt u informatie over het apparaat, de functies en de toebehoren. Algemeen De uitvoering hangt van het type apparaat af. Toelichting 1* Afdekplaat** 2* Vrijkomende stoom Attentie! Als de oven in gebruik is, komt op deze plaats hete stoom vrij  3   Kookplaat** 4 Bedieningspaneel** 5* Koelventilator 6 Ovendeur**  7* Ovenlade**  * Optioneel (Beschikbaar bij enkele apparaten) ** Afhankelijk van het apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.   39 Kookplaat Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De uitvoering hangt van het type apparaat af.     Toelichting 1 Normale brander 2 Spaarbrander 3 Wokbrander 4 Normale brander Bedieningspaneel Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk. Stand Gebruik Functiekeuzeknop ^ Ovenlamp Ovenlamp inschakelen. Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in. * Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304. Stand Û Nulstand : 3D-hetelucht* % Boven- en onderwarmte ; Pizzastand Gebruik De oven is uitgeschakeld. Voor taart en gebak op één tot drie niveaus. De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de oven. Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de functiekeuzeknop. De ovenlamp in de binnenruimte gaat aan. Temperatuurkeuzeknop Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de grillstand in. Voor taart en gebak, ovenschotels en magere braadstukken, bijv. rund of wild, op één niveau. De hitte komt gelijkmatig van boven en van beneden. Stand Snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voorverwarmen, bijv. pizza's, frites of strudel. Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand zijn ingeschakeld. û, ûû, ûûû Grillstanden Betekenis Ú Nulstand De oven warmt niet op. 50-270 Temperatuurbereik De temperatuur in de binnenruimte in °C. De grillstanden voor grill, klein * en groot (. û = stand 1, zwak ûû = stand 2, gemiddeld ûûû = stand 3, sterk 4 Circulatiegrillen Braden van vlees, gevogelte en hele vis. Het grillelement en de ventilator worden afwisselend inen uitgeschakeld. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht. Wanneer de oven in gebruik is, brandt het indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop. In de verwarmingspauzes gaat het uit. Bij de verwarmingsmethode Ontdooien A brandt de lamp niet. ( Grill, groot Grillen van steaks, worstjes, toast en stukjes vis. Het gehele vlak onder het grillelement wordt heet. Met de vier kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in. * Grill, klein Grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes, toast en stukjes vis. Het middelste deel van het grillelement wordt heet. $ Onderwarmte Inkoken en nabakken of naroosteren. De hitte komt van onderen. A Ontdooien Ontdooien van bijv. vlees, gevogelte, brood en gebak. De ventilator wervelt de warme lucht rond het gerecht. * Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304. 40 Kookzoneknoppen Stand Functie/Gaskookzones Ú Nulstand De kookzone is uitgeschakeld. : Ontstekingsstand Ontstekingsstand • – Instelbereik Grote vlam = hoogste stand Spaarvlam = laagste stand Aan het einde van het instelbereik bevindt zich een aanslag. Niet verder draaien. Toetsen en indicatie Zo bedient u de LED-verlichting van de glazen afdekplaat: Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het display kunt u de ingestelde waarden aflezen. De glazen afdekplaat van uw apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED-verlichting. Toets Gebruik Druk op de verlichtingstoets om de LED-verlichting van de afdekplaat in te schakelen. 0 Tijdfuncties Kookwekker V, Tijdsduur x, Eindtijd y en Tijd 0 kiezen. A @ Min Instelwaarden verlagen. Plus Instelwaarden verhogen. h Snel voorverwarmen De oven bijzonder snel voorverwarmen. Kinderslot Ovenfuncties blokkeren en deblokkeren. Aan de pijl N voor het betreffende symbool zit u welke tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering: bij de tijd is het symbool 0 alleen verlicht wanneer u wijzigingen invoert. LED- verlichtingstoets Met deze toets schakelt u de LED-verlichting van de glazen afdekplaat in. Om de verlichting uit te schakelen de toets opnieuw indrukken. Reparaties aan de verlichting van het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door de servicedienst of door deskundig personeel. Aanwijzing: Wanneer u de glazen afdekplaat sluit en tegelijkertijd de verlichtingstoets indrukt, gaat de LEDverlichting uit. Tijdens het openen van de glazen afdekplaat gaat de LED-verlichting weer aan. Binnenruimte In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting. Ovenlamp Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte. Met de stand \ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp inschakelen zonder verwarming. Koelventilator De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit. De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de binnenruimte na gebruik sneller afkoelt. De toebehoren De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatst. Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog comfortabler kunt gebruiken. Rooster Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.      Het rooster met de open kant naar de ovendeur en de welving naar beneden ¾ inschuiven. De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk uit de oven worden genomen. Emaillen bakplaat Voor gebak en koekjes. Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in. Plaats de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur. Toebehoren plaatsen U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat de toebehoren de deurruit niet raken. 41 Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan. Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak kan beschadigd raken. Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het HZ­nummer op. Extra toebehoren Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie hierover vindt u in de verkoopbrochures. Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op. Extra toebehoren HZ-nummer Functie Pizzaplaat HZ317000 Is zeer geschikt voor pizza, diepvriesgerechten en ronde taarten. U kunt de pizzaplaat in plaats van de braadslede gebruiken. Schuif de plaat boven het rooster erin en houd u aan de gegevens in de tabellen. Inzetrooster HZ324000 Om te braden. Plaats het grillrooster altijd op de braadslede. Afdruipend vet en vleesvocht worden opgevangen. Grillplaat HZ325000 Deze wordt bij het grillen in plaats van het grillrooster of als spatbeveiliging gebruikt om de oven tegen sterke vervuiling te beschermen. Gebruik de grillplaat alleen in combinatie met de braadslede. Grillstukken op de grillplaat: Alleen de inschuifhoogtes 1, 2 en 3 worden gebruikt. Grillplaat als spatbeveiliging: De braadslede wordt tezamen met de grillplaat onder het rooster ingeschoven. Baksteen HZ327000 De baksteen is uitstekend geschikt voor het bereiden van zelfgemaakt brood, broodjes en pizza die een knapperige bodem moeten krijgen. De baksteen moet altijd op de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd. Geëmailleerde bakplaat HZ331003 Voor gebak en koekjes. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Geëmailleerde bakplaat met anti-aanplaklaag HZ331011 Gebak en koekjes kunnen goed op de bakplaat worden verdeeld. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Braadslede HZ332003 Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Kan ook voor het opvangen van vet of vleesvocht onder het rooster worden gebruikt. Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Braadslede met anti-aanplaklaag HZ332011 Vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braadstukken kunnen goed op de braadslede worden verdeeld. Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Deksel voor profipan HZ333001 Met een deksel wordt de profipan een profibraadpan. Profipan met inzetrooster HZ333003 Is zeer geschikt voor het bereiden van grote hoeveelheden. HZ338352 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebehoren verder uittrekken zonder dat het kantelt. Telescopische uitschuifhulp 3-voudige telescopische uitschuifhulp De 3-voudige uitschuifhulp is niet geschikt voor draaispitvoorzieningen. 3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie HZ338357 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kan het toebehoren geheel worden uitgetrokken zonder dat het kantelt. De rails van de uitschuifhulp klikken vast en zorgen ervoor dat het toebehoren gemakkelijk kan worden geplaatst. De 3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie is niet geschikt voor draaispitvoorzieningen. Rooster HZ334000 Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stukken en diepvriesgerechten. Glazen pan HZ915001 De glazen pan is geschikt voor smoorgerechten en ovenschotels. Is zeer geschikt voor programma's en braadautomaat. 42 Klantenservice­artikelen Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice, in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in de e-shop de juiste onderhouds­ en reinigingsmiddelen of andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende artikelnummer op. Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen oppervlakken Artikel­nr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt. Oven­grillreiniger­gel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos. Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikel­nr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil. Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad bij de deurbeveiliging in acht. Voor het eerste gebruik Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften. Tijd instellen Na de aansluiting knipperen op het display het symbool 0 en drie nullen. Stel de tijd in. 1. De toets 0 indrukken. Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de pijl N staat voor 0. 2. Met de toets @ of A de tijd instellen. Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De oven opwarmen Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege, gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en onderwarmte % op 240 °C. Let erop dat zich geen verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden. Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt. 1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte % instellen. 2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen. Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. Toebehoren reinigen Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje. Kookplaat instellen Uw kookplaat is voorzien van vier gasbranders. Hier kunt u nalezen hoe u de gasbranders aansteekt en de kookplaat instelt. Reinigen van de branderkelk en het branderdeksel Gasbrander ontsteken Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk. De openingen op de branderkelk moeten altijd vrij zijn.Alle branderdelen moeten droog zijn. 1. Open de bovenste afdekking. Deze moet tijdens het gebruik van het fornuis altijd geopend zijn. Reinig het branderdeksel (1) en het branderdeksel (2) met water en afwasmiddel. Droog deze onderdelen goed af. 2. Draai de schakelaar van de gewenste brander naar links in Plaats de branderkelk en het deksel weer op de branderkom (5). Let erop dat de ontsteking (3) en de vlambeveiligingspin (4) niet worden beschadigd. 3. Druk de schakelaar helemaal in en houd deze 1-3 seconden de ontstekingsstand :. Het ontsteken begint. ingedrukt. De gasbrander wordt ontstoken. De sproeier (6) moet droog en schoon zijn. Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk.       De ontstekingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de gasvlam uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch door de ontstekingsbeveiliging onderbroken. 43 4. Stel de gewenste vlamhoogte in. Tussen de instelling û Uit en de instelling • is de vlam niet stabiel. U moet daarom altijd een instelling tussen de hoogste • en de laagste vlam – kiezen. De gasbrander ontsteekt niet. Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander met een gasaansteker of lucifer ontsteken. 5. Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap Tabel - koken 6. Voor het uitschakelen van de gasbrander: Draai de Kies voor elke kookzone de juiste pangrootte. De diameter van de pannenbodem moet met de grootte van de kookzone overeenstemmen. De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan de ontstekingsprocedure. De kooktijden zijn afhankelijk van de soort, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk.De optimale bereidingstijd kunt u op basis van uw eigen ervaring bepalen. : Let op! Bereid de gerechten met zo weinig mogelijk water, zodat de vitamines en mineralen behouden blijven. Kies korte kooktijden, zodat de groenten stevig blijven en meer voedingswaarde hebben. 2. gasbranderschakelaar û naar rechts in de stand Uit. Wanneer u kort na het uitschakelen van een nog warme gasbrander de schakelaar bedient, stroomt er gas uit. Wanneer u de schakelaar niet in de ontstekingsstand : zet, wordt de gastoevoer na 60 seconden onderbroken. Voorbeeld Gerecht Kookzone Kookstand Smelten Chocolade, boter, margarine Spaarbrander kleine vlam Verwarmen Bouillon, groenteconserven Normale brander kleine vlam Elektrische kookplaat** 1-2 Verwarmen en warm houden Soepen Spaarbrander kleine vlam Elektrische kookplaat** 1-2 Stomen* Vis Normale brander tussen grote en kleine vlam Elektrische kookplaat** 3-4 Aardappels en overige groenten, vlees Normale brander tussen grote en kleine vlam Elektrische kookplaat** 3-4 Koken* Rijst, groente, vleesgerechten (met saus) Normale brander grote vlam Elektrische kookplaat** 5-6 Braden Pannenkoeken, aardappels, schnitzels, vissticks Sterke brander** tussen grote en kleine vlam Stomen* Wokbrander** * Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam zodra het eten begint te koken. ** Optioneel. Beschikbaar bij enkele apparaten, afhankelijk van het apparaattype. (We raden u aan een wokpan te gebruiken als u op de wokbrander gaat bakken.) Geschikte pannen Brander/elektrische kookplaat Minimale pandiameter Maximale pandiameter Elektrische kookplaat* 14,5 cm 14,5 cm Wokbrander** 3,6 kW 24 cm 28 cm Extra krachtige brander 3 kW 24 cm 28 cm Normale brander 1,7 kW 18 cm 24 cm Spaarbrander 1 kW 12 cm 18 cm * Optie (voor modellen met elektrische kookplaat) ** Optie (voor modellen met wokbrander) 44 Waarschuwingen voor het gebruik Plaats potten en pannen altijd midden boven de brander anders kunnen deze kantelen. Onderstaande raadgevingen helpen u energie te besparen en schade vermijden aan de pannen: Gebruik pannen met een geschikte maat voor elke brander. Plaats de pannen op de roosters, nooit rechtstreeks op de brander. Gebruik geen kleine pannen op grote branders. De vlam mag de zijkanten van de pan niet raken. Gebruik geen vervormde pannen die onstabiel staan op de kookplaat. De pannen zouden kunnen kantelen. Controleer voor gebruik of de roosters en de branderdeksels op de juiste wijze zijn geplaatst. Hanteer de pannen voorzichtig op de kookplaat. Gebruik altijd pannen met een vlakke en dikke bodem. Kook niet zonder deksel of met verschoven deksel. Een deel van de energie gaat verloren. Stoot niet tegen de kookplaat aan, noch plaats hierop te hoge gewichten. Gebruik geen twee branders of warmtebronnen voor één pan. Vermijd het gebruik van grillplaten, kookpotten van aardewerk, enz. gedurende lange tijd op het maximumvermogen. De oven programmeren Er bestaan verschillende manieren om de oven te programmeren. Hieronder wordt de programmering van het verhittingstype en de temperatuur of het grillniveau beschreven. Met de oven kan de kooktijd (duur) en de eindtijd van elk gerecht geprogrammeerd worden. Raadpleeg voor nadere informatie het hoofdstuk De tijdfuncties programmeren. 2. Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur of grillstand in. ƒ& Aanwijzing: Het wordt aanbevolen de oven altijd voor te verwarmen alvorens het voedsel in de oven te doen, om overmatige condensatie op het glas te vermijden. Verwarmingsmethode en temperatuur Voorbeeld in de afbeelding: boven en onderwarmte bij 190°C %. 1. Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in. De oven wordt opgewarmd. Oven uitschakelen. Functiekeuzeknop op de nulstand draaien. Instellingen veranderen U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen. 45 Snel verwarmen 2. Druk kort op de toets h. Met de functie snel verwarmen bereikt de oven zeer snel de geprogrammeerde temperatuur. Het symbool c gaat branden op het indicatiepaneel. De oven begint te verwarmen. Het snel verwarmen moet gebruikt worden voor temperaturen hoger dan 100 ºC. Onderstaande verhittingstypes zijn geschikt: Einde van het snel verwarmen ■ Hete lucht 3D : ■ Boven- en onderwarmte % Voor een gelijkmatig resultaat mag het voedsel pas in de oven worden gedaan als het snel verwarmen is afgelopen. Er klinkt een signaal. Het symbool c verdwijnt van het indicatiepaneel. Plaats het voedsel in de oven. Snel verwarmen annuleren Druk kort op de toets h. Het symbool c verdwijnt van het indicatiepaneel. 1. Selecteer het verhittingstype en de temperatuur. Tijdfuncties instellen Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie. Zolang u kunt instellen zijn alle symbolen verlicht. De pijl N geeft aan bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al ingestelde tijdfunctie kunt u direct met de toets @ of A wijzigen wanneer voor het tijdsymbool de pijl N staat. Kookwekker 1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen. 2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de grillstand instellen. 3. De toets 0 twee keer indrukken. Op het display staat 0:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de pijl N staat voor x. U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is. 1. De toets 0 eenmaal indrukken. Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de pijl N staat voor V. 2. Met de toets @ of A de wekkertijd instellen. Voorgestelde waarde toets @ = 10 minuten. Voorgestelde waarde toets A = 5 minuten. Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De wekker start. Op het display is het symbool NV verlicht en de wekkertijd loopt zichtbaar af. De andere tijdsymbolen verdwijnen. 4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen. Voorgestelde waarde toets @ = 30 minuten Voorgestelde waarde toets A = 10 minuten De wekkertijd is afgelopen Er klinkt een signaal. Op het display staat 0:00. Met de toets 0 de wekker uitschakelen. Wekkertijd veranderen Met de toets @ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. Wekkertijd wissen Met de toets A de wekkertijd weer op 0:00 zetten. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is uitgeschakeld. Tijdinstellingen opvragen Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl N. Om Kookwekker V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display. Tijdsduur U kunt de bereidingstijd van uw gerecht instellen. Wanneer de tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd wordt niet ongewild overschreden. Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten. 46 Na enkele seconden start de oven. Op het display kunt u het verloop van de tijdsduur aflezen en is het symbool Nx verlicht. De andere tijdsymbolen verdwijnen. De tijdsduur is afgelopen Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het display staat 0:00. De toets 0 indrukken. Met de toets @ of A kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets 0 twee keer indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is uitgeschakeld. Tijdsduur veranderen Met de toets @ of A de tijdsduur veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets 0. Tijdsduur wissen Met de toets A de tijdsduur weer op 0:00 zetten. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets 0. Tijdinstellingen opvragen Eindtijd veranderen Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl N. Met de toets @ of A de eindtijd veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets 0. Verander de eindtijd niet wanneer de tijdsduur al afloopt. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen. Om Kookwekker V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display. Eindtijd U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen. De oven start automatisch en is klaar op het gewenste tijdstip. U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte zetten en zo instellen dat het 's middags klaar is. Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte staan en bederven. Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 10:30 uur, de tijdsduur is 45 minuten en de oven moet om 12:30 uur klaar zijn. 1. Functiekeuzeknop instellen. 2. Temperatuurkeuzeknop instellen. Eindtijd wissen Met de toets A de eindtijd naar de actuele tijd terugzetten. Na enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De oven start. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets 0. Tijdinstellingen opvragen Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl N. Om Kookwekker V, Tijdsduur x, Eindtijd y of Tijd 0 op te vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de pijl N voor het betreffende symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display. 3. De toets 0 twee keer indrukken. Tijd 4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen. Na de aansluiting of na een stroomonderbreking knipperen op het display het symbool 0 en drie nullen. Stel de tijd in. 5. De toets 0 indrukken. De pijl N staat voor y. Het tijdstip waarop het gerecht klaar is verschijnt. 1. De toets 0 indrukken. Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de pijl N staat voor 0. 2. Met de toets @ of A de tijd instellen. Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. Tijd wijzigen Er mag geen andere tijdfunctie zijn ingesteld. 1. De toets 0 vier keer indrukken. Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de pijl N staat voor 0. 6. Met de toets @ of A de eindtijd op een later tijdstip zetten. 2. Met de toets @ of A de tijd veranderen. Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. Tijdsweergave uit U kunt ervoor kiezen de tijd niet meer weer te geven. Lees hierover het hoofdstuk Basisinstellingen veranderen na. Na enkele seconden neemt de oven de instellingen over en schakelt in de wachtstand. Op het display verschijnt het tijdstip waarop het gerecht klaar is, en voor het symbool y staat de pijl N. De symbolen V en 0 verdwijnen. Wanneer de oven start, loopt de tijdsduur zichtbaar af en staat de pijl N voor het symbool x. Het symbool y verdwijnt. De tijdsduur is afgelopen Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het display staat 0:00. De toets 0 indrukken. Met de toets @ of A kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets 0 twee keer indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is uitgeschakeld. 47 Kinderslot De oven beschikt over een kinderslot om te vermijden dat kinderen deze per ongeluk kunnen inschakelen. De oven reageert op geen enkele instelling. De kookwekker en de tijd kunnen worden geprogrammeerd met geactiveerd kinderslot. Wanneer het verhittingstype en de temperatuur of het grillniveau geprogrammeerd zijn, onderbreekt het kinderslot de verhitting. Activeren van het kinderslot Er mag geen enkele duur van de bereidingstijd noch eindtijd geprogrammeerd zijn. Druk de toets h gedurende ca. vier seconden in. Op het indicatiepaneel verschijnt het symbool @. Het kinderslot is geactiveerd. Deactiveren van het kinderslot Druk de toets h gedurende ca. vier seconden in. Het symbool @ van het indicatiepaneel wordt uitgeschakeld. Het kinderslot is gedeactiveerd. De basisinstellingen wijzigen Deze oven is voorzien van verschillende basisinstellingen. Deze instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruiker. Basisinstellingen Selectie ‚ Selectie ƒ Selectie „ ™‚ Tijdsindicator altijd* enkel met de toets 0 ™ƒ Duur van het sig- ca. 10 s. ca. 2 min. naal na het beëindigen van de kooktijd of de tijd van de kookwekker ™„ Wachttijd tot een instelling toegepast wordt Er mag geen andere tijdfunctie geprogrammeerd zijn. 1. Druk de toets 0 gedurende ca. 4 seconden in. Op het indicatiepaneel wordt de huidige basisinstelling voor de tijd getoond, bv. ™‚ voor de selectie ‚. 2. Wijzig de basisinstelling met de toetsen @ of A. 3. Bevestig met de toets 0. Op het indicatiepaneel verschijnt onderstaande basisinstelling. Met de toets 0 kunnen alle niveaus bereikt worden en met de toetsen @ of A kan de instelling gewijzigd worden. ca 5 min. 4. Druk, om te beëindigen, toets 0 gedurende ca. 4 seconden ca. 2 s. ca. 5 s.* ca. 10 s. * Fabrieksinstelling in. Alle basisinstellingen zijn toegepast. De basisinstellingen kunnen op elk moment opnieuw gewijzigd worden. Onderhoud en reiniging Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt. Aanwijzingen ■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals glas, kunststof en metaal. ■ ■ Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen, zijn lichtreflexen van de ovenlamp. Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen. Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij intact. Schoonmaakmiddelen Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich aan het volgende houden. Gebruik bij de reiniging van de kookplaat ■ ■ ■ geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine, geen schuursponsjes, geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of middelen om vlekken te verwijderen, ■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler. ■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine. Gebruik bij de reiniging van de oven ■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen, ■ geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage, ■ geen schuursponsjes, ■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler. ■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine. Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit. 48 Zone Schoonmaakmiddelen Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en (afhankelijk van het met een zachte doek nadrogen. Veeg bij roestvrijstalen oppervlakken altijd in de type apparaat) slijprichting. Anders kunnen er krassen ontstaan. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie ontstaan. Roestvrijstalen oppervlakken* Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme oppervlakken van roestvrij staal. Eeen beetje schoonmaakmiddel dun opbrengen met een zachte doek. Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper (afhankelijk van het gebruiken voor het schoonmaken. type apparaat) Geëmailleerde, gelakte, kunststofen zeefdruk-oppervlakken* Bedieningspaneel Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper gebruiken voor het schoonmaken. Bovenste glazen afscherming* Glasreiniger: Met een zachte doek schoonmaken. (afhankelijk van het U kunt de bovenste glazen afscherming afnemen om hem schoon te maken. type apparaat) Houd u aan de aanwijzingen in het hoofdstuk Bovenste glazen afscherming! Draaiknoppen Niet afnemen! Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Omlijsting van de kookplaat Warm zeepsop: Niet schoonmaken met een schraper, citroen of azijn. Warm zeepsop. Weinig water gebruiken, het mag niet (afhankelijk van het door de branderonderdelen in het toestel komen. type apparaat) Overgelopen voedsel en etensresten direct verwijderen. U kunt de pannenhouders afnemen. Zone Schuurmiddelen of reinigingsponzen. De kookplaat hierna kort opwarmen, (afhankelijk van het zodat hij droogt. Vochtige platen roesten in de loop van de tijd. Ten slotte een type apparaat) schoonmaakmiddel aanbrengen. Overgelopen voedsel en etensresten direct verwijderen. Ring op de kookplaat* Geel- tot blauwkleurige plekken op de ring van de kookplaat met een schoon(afhankelijk van het maakmiddel voor staal verwijderen. Gebruik hiervoor geen krassende of type apparaat) schurende middelen. Kookplaat van glas- Verzorging: beschermings- en onderkeramiek* houdsmiddelen voor glaskeramiek. (afhankelijk van het Reiniging: schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek. type apparaat) De aanwijzingen voor het schoonmaken op de verpakking in acht nemen. :Schraper tegen sterke vervuiling: Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is heel scherp. Risico van letsel. Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen. Glazen kookplaat* Verzorging: beschermings- en onder(afhankelijk van het houdsmiddelen voor het glas Reinging: schoonmaakmiddelen voor het type apparaat) glas. De aanwijzingen voor het schoonmaken op de verpakking in acht nemen. :Schraper tegen sterke vervuiling: Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is heel scherp. Risico van letsel. Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen. Deurruit Gaskookplaat en pannenhouders* Pannenhouders van gietijzer*: Niet afwassen in de vaatwasmachine. Gasbranders* Branderkop en deksel verwijderen, (afhankelijk van het schoonmaken met warm zeepsop. Niet in de vaatwasmachine reinigen. type apparaat) De gasuitlaatopeningen moeten altijd vrij zijn. Ontstekingskaarsen: kleine zachte borstel. De gasbranders functioneren alleen wanneer de ontstekingskaarsen droog zijn. Alle onderdelen goed drogen. Let er bij het terugplaatsen op dat ze precies goed zitten. De branderdeksels zijn zwart geëmailleerd. In de loop van de tijd verandert de kleur. Dit heeft geen invloed op de werking. * Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk van het apparaattype.) Schoonmaakmiddelen Elektrische kookzone* Glasreiniger: Met een zachte doek schoonmaken. Gebruik geen schrapermesjes. De deur kan worden afgenomen om hem gemakkelijk schoon te maken. Houd u hierbij aan de aanwijzingen in het hoofdstuk Ovendeur verwijderen en inbrengen! Kinderslot* Warm zeepsop: (afhankelijk van het Met een schoonmaakdoekje reinigen. type apparaat) Indien een kinderslot op de ovendeur is aangebracht, moet dit voor het reinigen worden verwijderd. Bij sterke verontreiniging functioneert het kinderslot niet goed meer. Afdichting Niet afnemen! Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen. Niet schuren. Kookzone Warm zeepsop of water met azijn: Met een schoonmaakdoekje reinigen. Bij sterke verontreiniging een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde binnenruimte. :Bij zelfreinigende oppervlakken de zelfreinigingsfunctie gebruiken. Neem hierbij de aanwijzingen van het hoofdstuk Zelfreiniging in acht! Attentie! Gebruik nooit schoonmaakmiddelen voor zelfreinigende oppervlakken. * Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk van het apparaattype.) 49 Zone Schoonmaakmiddelen Glazen kapje op de Warm zeepsop: ovenlamp Met een schoonmaakdoekje reinigen. Telescooprail Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. U kunt de rekjes afnemen om ze schoon te maken. Neem hierbij de aanwijzingen in het hoofdstuk Rekjes verwijderen en inbrengen in acht! Telescooprails* (afhankelijk van het type apparaat) Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails. U kunt ze het beste reinigen wanneer ze ingeschoven zijn. Niet laten weken, in de vaatwasmachine schoonmaken of bij de zelfreiniging meereinigen. Dit kan invloed hebben op de werking van de rekjes en ze kunnen hierdoor beschadigd raken. Toebehoren Monteer na het reinigen de bovenste afdekking weer in omgekeerde volgorde. Sluit de bovenste afdekking pas als de kookplaat is afgekoeld. Attentie! Bij apparaten met een glazen afdekplaat met LED-verlichting mag u voor het schoonmaken van de afdekplaat ■ Warm zeepsop: Laten weken en met schoonmaakdoekje of een borstel schoonmaken. ■ Aluminium bakplaat*: ■ (afhankelijk van het type apparaat) ■ Met een zachte doek nadrogen. Niet in de vaatwasmachine reinigen. Gebruik in geen geval ovenreiniger. Om krassen te vermijden mogen de metalen oppervlakken nooit met een mes of soortgelijk scherp voorwerp in aanraking komen. Ongeschikt zijn agressieve schoonmaakmiddelen, schuursponsjes en grove reinigingsdoeken. Anders kunnen er krassen ontstaan. Draaispit* (afhankelijk van het type apparaat) Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine. Braadthermometer* (afhankelijk van het type apparaat) Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine. Ovenlade* Warm zeepsop: (afhankelijk van het Met een schoonmaakdoekje reinigen. type apparaat) * Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk van het apparaattype.) Bovenste glasafdekking Voordat u de bovenste afdekking opent, moet u eerst eventueel gemorst vuil met een doek verwijderen. Voor de reiniging kan het beste een glasreiniger worden gebruikt Verwijder de bovenste afdekking voor de reiniging. Houd de afdekking aan weerszijden vast en trek deze naar boven. 50 Indien de scharnieren van de afdekking losraken, moet u op de letters op de scharnieren letten. Het scharnier met de letter R moet rechts, het scharnier met de letter L moet links worden gemonteerd. ■ ■ geen onverdunde reinigingsmiddelen, geen bijtende en sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen, geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of middelen om vlekken te verwijderen, geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten, geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen en geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes gebruiken. De LED-verlichting en de scharnieren van de glazen afdekplaat voor de kookplaat mogen niet in contact komen met vocht. Anders worden het opschrift, de lichten en scharnieren van de glazen afdekplaat beschadigd en kan de LED-verlichting niet meer worden ingeschakeld. Voor de reiniging Neem de toebehoren en vormen uit de binnenruimte. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte schoonmaken Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of water met azijn. Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met een schuursponsje of ovenreiniger. Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte schoonmaken De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is. Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt gebruikt, des te beter het resultaat. Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat u als volgt te werk: 1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte zorgvuldig schoonmaken. 2. 3D-hetelucht : instellen. 3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op maximale temperatuur houden. De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is, met water of een zachte doek verwijderen. Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op de zelfreiniging. Attentie! ■ ■ Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen hem. Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger. Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan direct met een spons en voldoende water. Inschuifrails verwijderen en bevestigen U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient afgekoeld te zijn. Ovendeur verwijderen en inbrengen Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u de ovendeur verwijderen. De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt (Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen. $ % Inschuifrails verwijderen 1. Rail voor optillen 2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A). 3. Hierna de hele rail naar voren trekken 4. en verwijderen (Afbeelding B). % $ : Risico van letsel!     Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de ovendeur helemaal opengeklapt. Deur verwijderen 1. Ovendeur helemaal openen. Maak de rails schoon met zeepsop en een schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel. Inhangroosters bevestigen 1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar achteren drukken (Afbeelding A) 2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B). $ 2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen (Afbeelding A). 3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen (Afbeelding B). $ % % Deur inbrengen De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen. De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5 boven. 1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide scharnieren recht in de opening worden geleid (Afbeelding A). 2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken (Afbeelding B). $ % 51 3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C). Ovendeur sluiten. 4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C). & & Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek. : Risico van letsel! Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem contact op met de klantenservice. Deurruiten verwijderen en inbrengen Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de ovendeur uitnemen. : Risico van letsel! Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Inbrengen Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder ondersteboven staat. Verwijderen 1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A). 1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden 2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders op een doek leggen. 2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor links en rechts het lipje met de vingers indrukken (Afbeelding A). schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant bevinden. (Afbeelding B). $ % 3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B). $ % 3. De afscherming plaatsen en aandrukken. 4. Ovendeur inbrengen. Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren zijn ingezet. Wat te doen bij storingen? Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen. Storingstabel Fout Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Reparaties mogen alleen worden gerepareerd door deskundig personeel van de servicedienst dat door ons is opgeleid. De tijdsindicatie knippert. Stroomonderbreking. Controleer of het keukenlicht of andere keukenapparaten functioneren. Stroomonderbreking. Stel de tijd opnieuw in. De oven warmt Stof op de con- Draai de kookzoneknopniet op. tacten. pen enkele keren naar rechts en naar links. De gasbrander ontsteekt niet. 52 Oplossing/Informatie De oven functio- Zekering defect. Kijk in de meterkast na of neert niet. de zekering in orde is. Is een gerecht u niet goed gelukt, lees er dan het hoofdstuk .Voor u in onze kookstudio getestop na. Hier vindt u bruikbare tips en informatie over koken, bakken en braden. : Risico van een elektrische schok! Mogelijke oorzaak StroomonderSteek de gasbranders aan breking of voch- met een gasaansteker of tige een lucifer. ontstekingskaarsen. Fout Mogelijke oorzaak Oplossing/Informatie Ovenlamp aan het plafond vervangen De LED-verlichting van de glazen afdekplaat functioneert niet. LED-verlichtingstoets niet ingedrukt. Druk op de LED-verlichtingstoets. Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend originele lampen. De glazen afdekplaat van het apparaat is niet volledig geopend of is gesloten. Open de afdekplaat van het apparaat volledig. De glazen afdekplaat is niet correct gemonteerd. Controleer of de scharnieren van de afdekplaat correct gemonteerd zijn, zie het hoofdstuk "Glazen afdekplaat". : Kans op een elektrische schok! Zekering in de meterkast uitschakelen. 1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te voorkomen. 2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links te draaien. Foutberichten Wanneer op het indicatiepaneel een foutbericht met “ verschijnt, druk dan op de toets 0. Het bericht verdwijnt. De ingestelde tijdfunctie wordt gewist. Indien het foutbericht niet verdwijnt, waarschuw dan de technische dienst. Onderstaande foutberichten kunnen verholpen worden door de gebruiker. Foutbericht Mogelijke oorzaak Oplossing/aanbevelingen “‹‚‚ Een toets is te lang ingedrukt of is vastgelopen. Druk alle toetsen één voor één in. Controleer of een toets vastgelopen, bedekt of vuil is. 3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type. 4. Glazen afscherming er weer inschroeven. 5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen. : Gevaar voor elektrische schokken! Glazen afscherming Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (E­nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat. Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door behoorlijk opgeleid personeel van de Technische Dienst. Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te voorkomen. E­nummer en FD­nummer Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van de servicedienst invullen. E­nr. Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4020 B 070 222 142 Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat. FD­nr. Servicedienst O Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt. De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. 53 Energie­ en milieutips Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert. Energie besparen met de gas-kookplaat ■ Energie besparen met de oven ■ ■ ■ ■ ■ De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo weinig mogelijk. ■ ■ Kies altijd een pan die de juiste grootte heeft voor uw gerechten. Een grote, slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig. Sluit de pan altijd af met een passend deksel. De gasvlam moet altijd contact met de bodem van de pan hebben. Milieuvriendelijk afvoeren Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen naast elkaar in de oven plaatsen. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het afbakken. De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Voor u in onze kookstudio uitgetest. Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding. Aanwijzingen ■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde en lege binnenruimte worden geplaatst. Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op de toebehoren. ■ ■ ■ ■ Bakplaat: hoogte 5 ■ Braadslede: hoogte ■ Bakplaat: hoogte Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten. Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster. De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra toebehoren kopen. Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u niet nodig heeft uit de binnenruimte. Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of vormen uit de oven neemt. Gebak Bakken op één niveau Met boven­ en onderwarmte % lukt het gebak het beste. Wanneer u met 3D-hetelucht : bakt, dient u de volgende inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken: ■ Gebak in vormen: hoogte ■ Gebak op de plaat: hoogte Bakken op meerdere niveaus Gebruik 3D­hetelucht :. Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus ■ Braadslede: hoogte ■ Bakplaat: hoogte Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus 54 Bakvormen Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin. Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen en receptgegevens kunnen afwijken. Tabellen In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de volgende keer hoger in. De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u voorverwarmt. Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na de tabellen. Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Krans­/rechthoekige vorm 2 : 160-180 40-50 3 cakevormen : 140-160 60-80 Gebak in vormen Vorm Cake, eenvoudig Hoogte 3+1 Cake, fijn Krans­/rechthoekige vorm 2 % 150-170 60-70 Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2 % 150-170 20-30 Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2 % 160-180 50-60 Biscuittaart Springvorm 2 % 160-180 30-40 Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1 % 170-190 25-35 Vruchten- of kwarktaart, bodem van zandtaartdeeg* Springvorm 1 % 170-190 70-90 Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 1 % 220-240 35-45 Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)* Springvorm 1 % 180-200 50-60 % 250-270 10-15 Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 2 % 170-190 20-30 Braadslede + bakplaat 3+1 : 150-170 35-45 Braadslede 3 % 160-180 40-50 Braadslede + bakplaat 3+1 : 150-170 50-60 Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2 % 210-230 40-50 Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2 % 190-210 15-20 Pizza, dunne bodem met weinig bedek- Pizzaplaat king (voorverwarmen) 1 * Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen. Gebak op de plaat Toebehoren Roer­ of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2 % 160-180 30-40 Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3 % 160-180 60-70 Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3 % 150-170 90-100 Strudel, zoet Braadslede 2 % 180-200 55-65 Börek Braadslede 2 % 180-200 40-50 Pizza Bakplaat 2 % 220-240 15-25 Braadslede + bakplaat 3+1 : 180-200 35-45 Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Klein gebak Koekjes Sprits (voorverwarmen) Bitterkoekjes Bakplaat 3 : 140-160 15-25 Braadslede + bakplaat 3+1 : 130-150 25-35 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 : 130-150 30-40 Bakplaat 3 % 140-150 30-40 Bakplaat 3 : 140-150 30-40 Braadslede + bakplaat 3+1 : 140-150 30-45 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 : 130-140 35-50 Bakplaat 2 % 110-130 30-40 Braadslede + bakplaat 3+1 : 100-120 35-45 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 : 100-120 40-50 55 Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Schuimgebak Bakplaat 3 : 80-100 130-150 Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2 % 200-220 30-40 Bladerdeeggebak Bakplaat 3 : 180-200 20-30 Braadslede + bakplaat 3+1 : 180-200 25-35 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 : 160-180 35-45 Bakplaat 3 % 180-200 20-30 Braadslede + bakplaat 3+1 : 170-190 25-35 Gistdeeggebak Brood en broodjes Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets anders is aangegeven. Giet nooit water in de hete oven. Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de bakplaat inschuiven. Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2 % 270 8 200 35-45 270 8 Zuurdeegbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2 % 200 40-50 Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3 % 210-230 20-30 Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3 % 170-190 15-20 Braadslede + bakplaat 3+1 : 160-180 20-30 Tips voor het bakken U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak. Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is. Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak klaar. Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager in.Houd rekening met de omroertijden in het recept. Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen. De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes. Het gebak wordt te donker aan de bovenkant. Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer. Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd een kortere baktijd aan. Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temziet er goed uit, maar is van binnen klef peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi (zacht, doortrokken met waterstrepen). het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden. Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor- Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij den. kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op de plaat past. Het vruchtengebak is te licht aan de onderkant. Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede. Klein gebak van gistdeeg plakt bij het bakken aan elkaar. Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden. U hebt op meerdere niveaus gebakken. Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3D­hetelucht :. Bakplaten die Op de bovenste plaat is het gebak don- gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. kerder dan op de onderste. Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater. 56 Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen. Dit is normaal. Vlees, gevogelte, vis Grillen Vormen Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht in de binnenruimte te plaatsen. U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote stukken vlees is ook de braadslede geschikt. Gril altijd in een gesloten oven. Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het deksel voor de pan past en goed sluit Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer vloeistof toe. Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals. Keer de grillstukken na Z van de bereidingstijd. Zout de steaks pas na het grillen. Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere bereidingstijden aan. Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het midden op het rooster legt. Opgaven in de tabellen: Vorm zonder deksel = open Vorm met deksel = gesloten Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Zet de vorm altijd midden op het rooster. Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen. Braden Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn. Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn. De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in glazen vormen. Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan. Vlees Gewicht Toebehoren en vormen 1,0 kg gesloten De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5 plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering kunnen ze de binnenruimte beschadigen. Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde grillstand. Vlees Draai stukken vlees na de helft van de tijd om. Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan beter verdelen. Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het 10 minuten in de oven nagaren. Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm. Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C, grillstand Tijdsduur in minuten 2 Rundvlees Gestoofd rundvlees Runderfilet, medium % 200-220 120 1,5 kg 2 % 190-210 140 2,0 kg 2 % 180-200 160 2 % 210-230 70 2 % 200-220 80 open 1 4 210-230 50 Rooster 5 ( 3 15 open 2 % 190-210 100 2 % 170-190 120 1 4 200-220 100 1,5 kg 1 4 190-210 140 2,0 kg 1 4 180-200 160 1 4 200-220 120 1,5 kg 1 4 190-210 150 2,0 kg 1 4 180-200 180 gesloten 2 % 210-230 70 open 1 4 150-170 120 1,0 kg open 1,5 kg Rosbief, medium 1,0 kg Steaks, medium, 3 cm dik Kalfsvlees Gebraden kalfsvlees 1,0 kg 2,0 kg Varkensvlees Braadstuk zonder zwoerd (bijv. halsstuk) Braadstuk, zonder zwoerd (bijv. schouder) Casselerrib met been 1,0 kg 1,0 kg 1,0 kg open open Lamsvlees Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg 57 Vlees Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C, grillstand Tijdsduur in minuten van 500 g vlees open 1 4 170-190 70 Rooster 4 ( 3 15 Gehakt Gehakt Worstjes Worstjes Gevogelte De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op ongevuld, panklaar gevogelte. Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op het rooster. Na Z van de opgegeven tijd keren. Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd keren. Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet weglopen. Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of sinaasappelsap. Gevogelte Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Kip, heel 1,2 kg Rooster 2 4 200-220 60-70 Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2 4 190-210 80-90 Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2 4 200-220 40-50 Stukken kip elk 300 g Rooster 3 4 200-220 30-40 Eend, heel 2,0 kg Rooster 2 4 170-190 90-100 Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2 4 160-170 110-130 Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2 4 170-190 80-100 Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2 4 180-200 90-100 ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik van de vis maakt hem stabieler. Vis Keer visstukken na Z van de tijd. Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Vis Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C, grillstand Tijdsduur in minuten Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2 ( 3 20-25 1,0 kg Rooster 2 4 180-200 45-50 1,5 kg Rooster 2 4 170-190 50-60 Rooster 3 ( 2 20-25 Viskotelet, 3 cm dik Tips voor het braden en grillen Voor het gewicht van het vlees staan geen gegevens in de tabel. Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een langere tijd aan. Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest". is? Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig. Het vlees is te donker en de korst is op Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. enkele plaatsen verbrand. Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe. aangebrand. Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe. te licht en te waterig. Bij het overgieten van het vlees ontstaat Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerwaterdamp. slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen. 58 Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De oven blijft schoner. Gerecht Plaats de vormen altijd op het rooster. De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden. Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2 % 180-200 40-50 Pastaschotel Ovenschaal 2 % 210-230 30-40 2 4 160-180 60-80 1+3 : 150-170 65-85 Ovenschotels Gratin Gegratineerde aardappels, rauwe ingre- 1 ovenschaal diënten, 2 ovenschalen max. 4 cm hoog Toast Toast grillen, 4 stuks Rooster 4 4 160-170 10-15 Toast grillen, 12 stuks Rooster 4 4 160-170 15-20 Kant-en-klaar producten Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking. Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas de grootte van het papier aan het gerecht aan. Gerecht Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn. Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Braadslede 2 ; 190-210 15-20 Braadslede + roos- 3+1 ter : 180-200 20-30 Braadslede ; 170-190 20-30 Braadslede + roos- 3+1 ter : 170-190 25-35 Pizza baguette Braadslede 3 ; 170-190 20-30 Minipizza Braadslede 3 ; 180-200 10-20 Pizza, gekoeld, voorverwarmen Braadslede 1 ; 180-200 10-15 Braadslede 3 ; 190-210 20-30 Braadslede + bakplaat 3+1 : 180-200 30-40 Kroketten Braadslede 3 ; 190-210 20-25 Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3 ; 190-210 15-25 Broodjes, baguette Braadslede 3 ; 190-210 10-20 Zoute krakelingen Braadslede 3 ; 200-220 10-20 Braadslede 3 % 190-210 10-20 Braadslede + roos- 3+1 ter : 160-180 20-25 Vissticks Braadslede 2 ; 200-220 10-15 Kipsticks,­nuggets Braadslede 3 ; 190-210 10-20 Pizza, diepvries Pizza met dunne bodem Pizza met dikke bodem 2 Aardappelproducten, diepvries Frites Brood en banket, diepvries Brood en banket, voorgebakken Afbakbroodjes of -stokbrood Groenteballetjes, diepvries 59 Gerecht Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Braadslede 3 ; 190-210 30-40 Strudel, diepvries Strudel Bijzondere gerechten 4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met 3D-hetelucht : even goed als luchtig gistdeeg. 5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails uit de binnenruimte. Gistdeeg laten rijzen binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven. Yoghurt maken 1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige vorm van keramiek leggen en afdekken 1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C aafkoelen. 2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren. 2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen 3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen. 3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken met vershoudfolie. Gerecht Vormen Verwarmingsmethode Temperatuur Tijdsduur Yoghurt Koppen of Twist-Off op de bodem van potten de binnenruimte plaatsen : 50 °C 5m 50 °C 8 uur Hittebestendige vorm : Gistdeeg laten rijzen op de bodem van de binnenruimte plaatsen Ontdooien Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een geschikte vorm op het rooster plaatsen. Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. Diepvriesproducten 50 °C 5­10 min.. Apparaat uitschakelen en gistdeeg in de binneruimte plaatsen 20­30 min.. De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid levensmiddelen. Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een schaal. Toebehoren Hoogte Verwar- Temperatuur in°C mingsmethod e bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade­ of sui- Rooster kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake en ander gebak Drogen Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen. Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was deze grondig. Laat ze goed afdruipen en droog ze af. 2 A De temperatuurkeuzeknop blijft uitgeschakeld Bedek de braadslede en het rooster met bak- of perkamentpapier. Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren. Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het papier. Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur Tijdsduur 600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1 : 80 °C ca. 5 uur 800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1 : 80 °C ca. 8 uur 1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1 : 80 °C ca. 8-10 uur 200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1 : 80 °C ca. 1½ uur 60 Inmaak 3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel. Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde glazen potten van 1 liter. Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte. Attentie! 1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden kunnen springen. 2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten. Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het grondig. De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Voorbereiden 4. Sluit de potten af met klemmen. Instellen zó dat ze elkaar niet raken. 3. Ovendeur sluiten. 4. Onderwarmte $ instellen. 5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen Inmaak Fruit Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen belletjes op. Schakel de oven uit. Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen, kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit sneller zuur wordt. 1. De potten vullen, niet te 2. De glazen randen schoonmaken. Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten Groente Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar 120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de restwarmte. Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen Augurken - Ca. 35 minuten Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten Glazen potten verwijderen Attentie! Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte. Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze kunnen knappen. Acrylamide in levensmiddelen Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites, toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas). Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide Algemeen Bakken ■ Bereidingstijden zo kort mogelijk houden. ■ De gerechten goudgeel en niet te donker bakken. ■ Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide. Met boven- en onderwarmte max. 200 °C. Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C. Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C. Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C. Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen. Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken, zodat de frites niet uitdrogen 61 Testgerechten Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het controleren en testen van verschillende apparaten te vergemakkelijken. Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350. Bakken Bakken op twee niveaus: Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen. Bakken op 3 niveaus: Braadslede in het midden plaatsen. Sprits: Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. Bedekte appeltaart op 1 niveau: Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen. Bedekte appeltaart op 2 niveaus: Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie afbeelding. Gebak in springvormen van blik: Met boven- en onderwarmte % op 1 niveau bakken. Gebruik de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de springvorm in. Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste opgegeven temperatuur. Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Sprits, voorverwarmen* Bakplaat 3 % 140-150 30-40 Bakplaat 3 : 140-150 30-40 Bakplaat + braadslede 1+3 : 140-150 30-45 2 bakplaten + braadslede 1+3+5 : 130-140 40-55 Bakplaat 3 % 150-170 20-35 Bakplaat 3 : 150-170 20-35 Bakplaat + braadslede 1+3 : 140-160 30-45 2 bakplaten + braadslede 1+3+5 : 130-150 35-55 Springvorm op het rooster 2 % 160-170 30-40 Springvorm op het rooster 2 Small cakes, voorverwarmen* Waterbiscuit, voorverwarmen* Donkere appeltaart : 160-170 25-40 Rooster + 2 springvormen Ø 20 cm 1 % 170-190 80-100 2 roosters + 2 springvormen Ø 20 cm 1+3 : 170-190 70-100 * Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken. Grillen Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarmingsmethode Grillstand Tijdsduur in minuten Brood roosteren 10 minuten voorverwarmen Rooster 5 ( 3 ½-2 Beefburger, 12 stuks* niet voorverwarmen Rooster + braadslede 4+1 ( 3 25-30 * Na Z van de tijd keren 62
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Siemens HX74W536N/04 de handleiding

Categorie
Keuken-
Type
de handleiding

in andere talen