44
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de toets
, op het display verschijnt de tekst AANZETTEN. Het groene
controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Druk op een van de
toetsen van de PROGRAMMAKEUZE om het gewenste
programma te selecteren. De naam van het programma
verschijnt op het display; hieraan worden automatisch
een temperatuur en een centrifugesnelheid gekoppeld
die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. De wasautomaat selecteert automatisch de
maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde
programma gelden. Deze maximum waarden kunnen niet
worden overschreden. Door op de toets
te drukken
kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de
koude wascyclus “OFF”. Door op de toets
te drukken
kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan
verlagen, tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u
nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal
toegestane waarden terugkeren.
! Uitzondering: als u het programma
(60°C) (2
e
druk op de
toets)
selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen.
Een uitgestelde start instellen.
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u
de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is
geactiveerd verschijnt op het display het symbool
. Om
de uitgestelde start te annuleren drukt u net zolang op de
toets tot op het display de tekst OFF verschijnt.
De gewenste wasintensiteit te kiezen.
Met de optie
kunt u het wasprogramma optimaliseren
op basis van de vuilgraad van het wasgoed en de
gewenste wasintensiteit.
Selecteer het wasprogramma, de cyclus wordt
automatisch ingesteld op het niveau “Normaal”, dat
geoptimaliseerd is voor middelmatig vuile was (deze
instelling geldt niet voor de cyclus “Wol” die automatisch
wordt ingesteld op het niveau “Delicaat”).
Voor zeer vuile was drukt u op de toets
totdat u het
niveau “Super Wash” bereikt. Dit niveau garandeert een
kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het gebruik van een
grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus, en
een grotere mechanische beweging van de trommel. Hierdoor
worden zelfs de hardnekkigste vlekken verwijderd. Kan met of
zonder bleekmiddel gebruikt worden.
Als u bleekmideel wil toevoegen plaatst u het bijgeleverde
bakje 4 in vakje 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor
nooit het “max” niveau, aangegeven op de centrale spil, te
overschrijden (zie fig. op pag. 46).
Voor niet zo vuile was of voor een voorzichtigere
behandeling van het wasgoed drukt u op de toets
totdat u het niveau “Delicaat” bereikt. Deze cyclus zorgt
voor een beperktere mechanische beweging waardoor fijne
was perfect kan worden gewassen.
Het soort spoeling instellen.
Met de optie
kunt u het type spoeling selecteren voor
een maximale zorg van de gevoelige huid. De eerste keer dat
u op de toets drukt selecteert u het niveau “Extra spoelen”
waarmee een extra spoelcyclus wordt ingesteld om alle
sporen van wasmiddel te verwijderen. De tweede keer dat u
op de toets drukt selecteert u het niveau “Gevoelige Huid”
waarmee u twee extra spoelcycli instelt. Dit wordt aangeraden
voor de gevoeligere huid. De derde keer dat u op de toets
drukt wordt het niveau “Anti-allergie” ingesteld waarmee
u drie extra spoelcycli selecteert, teneinde de voornaamste
allergenen zoals stuifmeel, mijten, katten- en hondenhaar te
verwijderen. Druk nogmaals op deze toets om terug te keren
naar het type “Normaal spoelen” spoeling. Indien het niet
mogelijk is de bestaande afregeling in te stellen of te wijzigen,
verschijnt op het display de tekst “Niet Actief”.
De eigenschappen van de cyclus wijzigen.
• Druk op de toets om de functie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
• Druk nogmaals op de toets om de functie te
deactiveren. Het controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje
van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en
zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het
controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.
! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/
PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met
een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symool
DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Tijdens het wassen zal
op het display de naam van de lopende wasfase verschijnen.
Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is
moet u de wasautomaat pauzeren door middel van de toets
START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna
de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/
PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen. Druk
nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te
hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “EINDE
CYCLUS” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen. Open
het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u
langere tijd op de toets
. De cyclus wordt onderbroken en
het apparaat gaat uit.