Aeg-Electrolux S60240DT4 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aan-
wijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de
aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
NL
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . .3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . .3
Veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan . . . . . . . . .3
Aanwijzingen voor de gebruiker . . . . . . . . . . . . . . .4
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste
onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Bedienen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
In gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Gebruik van de koelruimte . . . . . . . . . . . . . . . .5
Bewaren in de koelruimte . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Gebruik van de vriezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Bewaren in de vriesruimte . . . . . . . . . . . . . . . .6
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Praktische informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Tips 6
Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Het apparaat en het milieu . . . . . . . . . . . . . . .7
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Als de koelkast niet in gebruik is . . . . . . . . . . .8
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Aanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . .10
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Installeren van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Vervoer, uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Deurdraairichting omzetten . . . . . . . . . . . . . .11
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Bewaartijdentabel (1) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Bewaartijdentabel (2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
3
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de vei-
ligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan
een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient
volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het
aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE
uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele DISTRIPARTS-
onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kun-
nen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het
stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reini-
gen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker
nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stop-
contact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel
dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand
veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat
zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis
wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een
elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden ver-
vangen door onze service-afdeling of door een erkend
installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de bin-
nenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitne-
men van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen
scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat
beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurrege-
laar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in
de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en
verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw
ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk gecon-
sumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen
van de fabrikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elek-
trische verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aan-
raking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het
apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse-
nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi-
eningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U ver-
hindert daardoor, dat spelende kinderen een elek-
trische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het appa-
raat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zin-
tuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan
kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door
de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
of tenzij zij van deze persoon instructies hebben
gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u
zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (com-
pressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u
het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn.
Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden.
Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Zie hoofdstuk "Plaatsing".
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere mid-
delen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet
door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead-
viseerd.
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de
diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en
schoonmaken - een sticker binnenin het apparaat herin-
nert u daaraan. Bij verstopping van het afvoergootje kan
het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
A - vriesruimte
B - koelruimte
1. bovenblad
2. ijsblokjesbakje
3. rooster in de vriesruimte
4. verlichting
5. glasplaat
6. dooiwaterlekbak
7. glasplaat
8. groentela
9. typeplaatje
10. stelvoeten
11. botervakje
12. eierrekje
13. deurvak
14. deurrubber
15. flessenvak
16. condensor
17. dooiwaterafvoergootje
18. afstandshouder
19. condensbakje
20. compressor
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met één
compressor. De vriesruimte bovenin heeft een eigen deur en
is geheel afgesloten van de koelruimte.
Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het
bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levens-
middelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli-
maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
NL
5
manier voorkomt u onnodige rijpvorm-
ing.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar overnemen.
Bewaar levensmiddelen daarom in gesloten schaaltjes,
aluminiumfolie, vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker in het
stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan de
rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom (zie
afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de
instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de ingestelde
temperatuur wordt aangehouden en schakelt regelmatig
het apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op „3” draait.
In dit geval wordt de temperatuur in de koelruimte automa-
tisch +5 °C of kouder. Stand „3” is geschikt voor normaal
gebruik.
De temperatuur in het apparaat is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook van
de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur, de
hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „6”, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het appa-
raat nodig. Bedek daarom de roosters niet geheel met
papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de koelruimte. Laat
ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Op deze
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeeld-
ing:
1. boter, kaas
2. eieren
3. tubes, blikjes, zure room, kleine flessen
4. grote flessen, frisdrank
5. fruit, groenten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. melk, zuivelproducten
8. kant-en-klare producten, gebak, levensmiddelen in
afgedekte schaaltjes, open blikjes enz.
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u
over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat
hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de
levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts
richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt con-
sumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ont-
dooien) in de koelkast bewaard worden.
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd goed
voorbereid te worden.
Zet voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar op
stand „3”. Zet de levensmiddelen direct op de verdamper-
plaat. Het invriezen duurt ongeveer 24 uur. Zet daarna de
temperatuurregelaar op de gewenste stand of laat hem op
stand „3” staan, deze stand is geschikt voor normaal
gebruik. Ingevroren producten kunt u het beste op het
draadrooster in de vriesruimte bewaren.
Open tijdens het invriezen de deur van de vries-
ruimte liever niet.
Zet de temperatuurregelaar niet op een hogere
stand (bijv. „6”). De invriestijd zou hierdoor wel kor-
ter worden, maar de temperatuur in de koelruimte zou
constant onder 0 °C komen, waardoor opgeslagen dranken
en levensmiddelen zouden bevriezen.
NL
6
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar het draadrooster in de vriesruimte verplaatsen, zodat
u weer ruimte hebt in de invriesruimte. Tussentijds
invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren
producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven op
diepvriesproducten die u koopt. Bewaartijden voor
zelf ingevroren producten vindt u op de binnenkant van de
deur van de vriesruimte. De symbolen staan voor verschil-
lende levensmiddelen, de cijfers staan voor de maximale
bewaartijd in maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard
worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de
vriesruimte worden geplaatst. Als de diepvriesproducten al
ontdooid zijn, kunt u ze niet opnieuw invriezen, maar
dienen ze zo snel mogelijk geconsumeerd te worden.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries-
ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt
en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet, gaat
het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar
na het invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblok-
jesbakje onder stromend water te houden en het dan iets
te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vastgevroren zijn,
gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te maken.
Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan
uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaatsen
als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-openin-
gen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd eerst
tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer
kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemper-
atuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tem-
peraturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in dan in
„Technische gegevens” staat aangegeven. De lev-
ensmiddelen bevriezen anders niet tot in de kern en kun-
nen dan na het ontdooien bijv. smaak en geur verliezen.
Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes, dat
vermindert de invriescapaciteit.
NL
7
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoer-
gootje niet verstopt is. Een sticker in het apparaat
herinnert u daaraan. Als het afvoergootje verstopt is, kan
het dooiwater schade veroorzaken aan de isolatie van het
apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde krabbert-
je (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het gootje opber-
gen.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier ver-
pakte levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met de
achterzijde van de koelruimte en vriest daaraan vast. Als u
de levensmiddelen uit de koelruimte haalt, scheurt het
papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje lei-
den.
Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het
gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het
koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er is
meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koel-
ruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te
doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking
van de compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de
temperatuur van de verdamperplaat stijgt boven 0 °C en
het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een temper-
atuur van +3 tot +4 °C heeft bereikt, start de thermostaat
het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het
condensbakje bovenop de compressor en verdampt door de
warmte.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv.
tijdens een hittegolf, werkt de koelkast soms con-
tinu. Er wordt dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine restjes
ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid
omdat de diepvriesproducten geen hogere temperaturen
kunnen verdragen.
De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met een
plastic schraper, mits de laag niet te dik is.
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof schrap-
er verwijderd kan worden, moet de vriesruimte ontdooid
worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per jaar).
Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze in
enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een zo
koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van
vries- en koelruimte open.
Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk
„Reiniging en onderhoud”. Reinig de vriesruimte als volgt:
Veeg het dooiwater met een zachte doek of spons van de
verdamperplaat weg. Het weggeveegde dooiwater verza-
melt zich onderin het apparaat. In de afbeelding ziet u, hoe
u het water kunt verwijderen.
Trek de kunststof stop uit de dooiwateropening in de vries-
ruimte. Zet een hoog genoeg bakje onder het gootje in de
koelruimte, waarin het dooiwater kan lopen.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Na het ontdooien de binnenzijde van het apparaat droog
wrijven en de kunststof stop weer op z'n plek zetten.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levens-
middelen weer in het apparaat.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de hoog-
ste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk weer de
geschikte bewaartemperatuur kan bereiken.
NL
8
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3 tot
4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijkertijd
de vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het
apparaat met handwarm water schoonmaken en droog
wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na
het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en
de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal per
jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje
bovenop de compressor schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in de richting van de
pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type gloeilamp: Mignon
322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef vast
en steek de stekker in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed op
de werking van de koelruimte.
NL
9
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef-
fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een stor-
ing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compressor
stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt.
Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Probleem
Het is te warm in de koel-
ruimte.
Het is te warm in de vries-
ruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de koel-
ruimte.
Er loopt water in de koel-
ruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt con-
tinu.
Het apparaat werkt hele-
maal niet. Het koelt niet en
de binnenverlichting
brandt niet. Ook de lampjes
branden niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan
op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges-
loten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges-
loten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op
elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische ont-
dooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren zodat
er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens
controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of
de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of
de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens
controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzin-
gen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installateur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
NL
10
Aanwijzingen voor de installateur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Modell
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
neutrale stroomsterkte (A)
gwwicht (kg)
aantal compressoren
S 60240 DT4
vriesruimte: 44
koelruimte: 190
vriesruimte: 44
koelruimte: 186
545
1404
604
0,46
168
A++
3
19
0,8
51
1
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig-
inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen
op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade.
Neem in geval van transportschade contact op met de
leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte
doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomver-
bruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan
waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande
tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatu-
ur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compres-
sor langer werken, de automatische ontdooiing werkt niet
meer, de temperatuur in de koelruimte stijgt en er wordt
meer energie verbruikt.
NL
11
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen
(2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat
waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen
worden verwijderd.
In het onderdelenzakje bevinden zich twee afstandhoud-
ers die in de bovenste hoeken aan de achterzijde
geplaatst dienen te worden. Steek de afstandhouders in
de gaten en let erop dat de pijl (A) staat zoals in de figu-
ur; draai de afstandhouders dan 45° pijl staat verticaal)
zodat ze vast komen te zitten in Fig..
PR60
A
45°
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een ver-
warming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan
moeten de volgende minimale afstanden worden aange-
houden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afs-
tand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende plaat
van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deur-
draairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt
dit het beste met twee personen doen.
Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een mes) de
afdekkapjes van de schroeven die het onderste
afdekrooster vasthouden. Dan kan het afdekrooster
worden verwijderd door de plaatschroeven (2 stuks) los
te draaien.
Maak het onderste deurscharnier van de koelruimte los
door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks)
te verwijderen.
Neem de deur van de koelruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Maak het dubbele deurscharnier los door de schroeven
(2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen.
Neem de deur van de vriesruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Schroef de stift van het bovenste deurscharnier van de
vriesruimte los en schroef hem dan op de andere kant.
Verwijder de afdekkapjes van het dubbele deurscharnier
aan de linker kant en plaats ze dan op de andere kant.
NL
12
Zet de deur van de vriesruimte op de stift van het
bovenste deurscharnier.
Zet het dubbele deurscharnier aan de linker kant m.b.v.
de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let
erop dat de rand van de deur van de vriesruimte paral-
lel loopt met de rand van de kast.
Zet de deur van de koelruimte op de stift van het
dubbele deurscharnier.
Zet het onderste deurscharnier aan de linker kant m.b.v.
de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let
erop dat de rand van de deur van de koelruimte paral-
lel loopt met de rand van de kast.
Trek het gedeelte van het afdekrooster in de richting
van de pijl (1) en plaats het op de andere kant (2).
Zet het afdekrooster terug en bevestig het met de
plaatschroeven (2 stuks). Bevestig dan de afdekkapjes
weer.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek
de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met ELECTROLUX SERVICE.
Een servicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier
overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens
de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde.
Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door
een erkend installateur in de buurt van de koelkast aan-
brengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlij-
nen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen -
EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en
latere aanvullingen
NL
13
Bewaartijdentabel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
12345 67
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXX XXoriginele verpakking
boter geopend XXx x x x x originele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Bewaartijdentabel (2)
Diepvriesproducten bewaren
NL

Documenttranscriptie

NL Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu Tips Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Inhoudsopgave Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . .3 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . .3 Veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan . . . . . . . . .3 Aanwijzingen voor de gebruiker . . . . . . . . . . . . . . .4 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Bedienen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 In gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Gebruik van de koelruimte . . . . . . . . . . . . . . . .5 Bewaren in de koelruimte . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Gebruik van de vriezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Bewaren in de vriesruimte . . . . . . . . . . . . . . . .6 IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Praktische informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Tips 6 Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 2 Het apparaat en het milieu . . . . . . . . . . . . . . .7 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Als de koelkast niet in gebruik is . . . . . . . . . . .8 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Aanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . .10 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Installeren van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Vervoer, uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Deurdraairichting omzetten . . . . . . . . . . . . . .11 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Bewaartijdentabel (1) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Bewaartijdentabel (2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 NL Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele DISTRIPARTSonderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. - Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. - Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. - Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. - Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. - Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken - een sticker binnenin het apparaat herinnert u daaraan. Bij verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Vóór het in gebruik nemen Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie. Zie hoofdstuk "Plaatsing". Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 3 NL Aanwijzingen voor de gebruiker Algemene informatie Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met één compressor. De vriesruimte bovenin heeft een eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte. Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen). De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen A - vriesruimte B - koelruimte 4 10. stelvoeten 11. botervakje 1. bovenblad 12. eierrekje 2. ijsblokjesbakje 13. deurvak 3. rooster in de vriesruimte 14. deurrubber 4. verlichting 15. flessenvak 5. glasplaat 16. condensor 6. dooiwaterlekbak 17. dooiwaterafvoergootje 7. glasplaat 18. afstandshouder 8. groentela 19. condensbakje 9. typeplaatje 20. compressor NL Bedienen van het apparaat In gebruik nemen manier voorkomt u onnodige rijpvorming. Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar overnemen. Bewaar levensmiddelen daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie, vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan de rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom (zie afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking. Bewaren in de koelruimte In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de instelling. Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding: Temperatuur instellen De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit. 1. boter, kaas 2. eieren 3. tubes, blikjes, zure room, kleine flessen 4. grote flessen, frisdrank 5. fruit, groenten 6. vers vlees, vleeswaren, worst enz. 7. melk, zuivelproducten 8. kant-en-klare producten, gebak, levensmiddelen in afgedekte schaaltjes, open blikjes enz. Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar draait, hoe intensiever er gekoeld wordt. Bewaartijden en temperaturen In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op „3” draait. In dit geval wordt de temperatuur in de koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand „3” is geschikt voor normaal gebruik. De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden. De temperatuur in het apparaat is niet alleen afhankelijk van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz. Op stand „6”, de hoogste stand, (bijv. tijdens een hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft geen negatieve invloed op het functioneren van het apparaat. De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen. Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in de koelkast bewaard worden. Gebruik van de vriezer Invriezen Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd goed voorbereid te worden. Zet voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar op stand „3”. Zet de levensmiddelen direct op de verdamperplaat. Het invriezen duurt ongeveer 24 uur. Zet daarna de temperatuurregelaar op de gewenste stand of laat hem op stand „3” staan, deze stand is geschikt voor normaal gebruik. Ingevroren producten kunt u het beste op het draadrooster in de vriesruimte bewaren. Gebruik van de koelruimte Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet geheel met papier, grote schalen enz. Zet geen hete levensmiddelen in de koelruimte. Laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Op deze Open tijdens het invriezen de deur van de vriesruimte liever niet. Zet de temperatuurregelaar niet op een hogere stand (bijv. „6”). De invriestijd zou hierdoor wel korter worden, maar de temperatuur in de koelruimte zou constant onder 0 °C komen, waardoor opgeslagen dranken en levensmiddelen zouden bevriezen. 5 NL Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in dan in „Technische gegevens” staat aangegeven. De levensmiddelen bevriezen anders niet tot in de kern en kunnen dan na het ontdooien bijv. smaak en geur verliezen. Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes, dat vermindert de invriescapaciteit. Praktische informatie Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaatsen als de deur 90° open staat. Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen. Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten. Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig. Tips In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu. Energie besparen Bewaren in de vriesruimte Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar het draadrooster in de vriesruimte verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in de invriesruimte. Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten. Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven op diepvriesproducten die u koopt. Bewaartijden voor zelf ingevroren producten vindt u op de binnenkant van de deur van de vriesruimte. De symbolen staan voor verschillende levensmiddelen, de cijfers staan voor de maximale bewaartijd in maanden. Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk geconsumeerd te worden. IJsblokjes maken Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het invriezen weer op de normale stand te draaien. U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vastgevroren zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken. 6 Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat. Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-openingen niet. Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen. Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is. Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje. Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet. Houd de condensor schoon. Het apparaat en het milieu Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt. De materialen met het symbool „ recycling. ” zijn geschikt voor NL Onderhoud Ontdooien Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden. Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er is meer energie nodig. Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van de compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de temperatuur van de verdamperplaat stijgt boven 0 °C en het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een temperatuur van +3 tot +4 °C heeft bereikt, start de thermostaat het koelen weer. Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het condensbakje bovenop de compressor en verdampt door de warmte. Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een hittegolf, werkt de koelkast soms continu. Er wordt dan niet automatisch ontdooid. Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte achterblijven. De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid omdat de diepvriesproducten geen hogere temperaturen kunnen verdragen. De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met een plastic schraper, mits de laag niet te dik is. Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per jaar). Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze in enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats. Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van vries- en koelruimte open. Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk „Reiniging en onderhoud”. Reinig de vriesruimte als volgt: Veeg het dooiwater met een zachte doek of spons van de verdamperplaat weg. Het weggeveegde dooiwater verzamelt zich onderin het apparaat. In de afbeelding ziet u, hoe u het water kunt verwijderen. Trek de kunststof stop uit de dooiwateropening in de vriesruimte. Zet een hoog genoeg bakje onder het gootje in de koelruimte, waarin het dooiwater kan lopen. Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat meegeleverd! Na het ontdooien de binnenzijde van het apparaat droog wrijven en de kunststof stop weer op z'n plek zetten. Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Een sticker in het apparaat herinnert u daaraan. Als het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater schade veroorzaken aan de isolatie van het apparaat. Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in het apparaat. Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken. Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het gootje opbergen. Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier verpakte levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met de achterzijde van de koelruimte en vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen. 7 NL Reiniging en onderhoud Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijkertijd de vriesruimte ontdooien). Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep. Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact. Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje bovenop de compressor schoon. Als de koelkast niet in gebruik is Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Maak de koelkast leeg. Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven. De deur open laten om geurvorming te voorkomen. Problemen oplossen Lamp vervangen Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen: Trek de stekker uit het stopcontact. Schroef de afdekking los en trek hem in de richting van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14) Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef vast en steek de stekker in het stopcontact. Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed op de werking van de koelruimte. 8 NL Als iets niet werkt Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Probleem Het is te warm in de koelruimte. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. Oplossing Mogelijke oorzaak De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. Op een hogere stand instellen. De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan De levensmiddelen op de juiste plek zetten. op een verkeerde plek. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges- Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. loten. Het is te warm in de vriesruimte. De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. Op een hogere stand instellen. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges- Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. loten. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren. De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de koude lucht goed kan circuleren. elkaar. Er loopt water langs de achterwand van de koelruimte. Dat is normaal. Tijdens het automatische ontdooien smelt het ijs op de achterwand. Er loopt water in de koelruimte. Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren zodat Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de achterwand niet direct raken. er geen water in kan stromen. Er loopt water op de vloer. Er zijn te veel rijp en ijs. De compressor werkt continu. De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn. Het afvoergootje loopt niet in de condensbak Plaats het de afvoergootje in de condensbak. boven de compressor. De levensmiddelen beter inpakken. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. gesloten. De temperatuurregelaar op een lagere stand De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. instellen. De temperatuurregelaar op een lagere stand De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. instellen. De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt. Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. gesloten. Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. controleren. U hebt warme levensmiddelen in het apparaat Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur gezet. afkoelen. Het apparaat staat op een te warme plek. Het apparaat werkt helemaal niet. Het koelt niet en De stekker zit niet in het stopcontact. de binnenverlichting De zekering in de huisinstallatie is uitgeschakeld. brandt niet. Ook de lampjes De temperatuurregelaar is niet ingesteld. branden niet. Er staat geen spanning op het stopcontact. (Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.) Het apparaat maakt veel geluid. Maak de afvoer schoon. Het apparaat staat niet goed. Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen. De aansluiting controleren. Zekering vervangen. Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”. Contact opnemen met een elektro-installateur. Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan). Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service. 9 NL Aanwijzingen voor de installateur Technische gegevens Modell bruto-inhoud (l) nuttige inhoud (l) breedte (mm) hoogte (mm) diepte (mm) energieverbruik (kWh/24 uur) (kWh/jaar) energie-efficiëntieklasse invriesvermogen (kg/24 h) max. bewaartijd bij stroomuitval (uur) neutrale stroomsterkte (A) gwwicht (kg) aantal compressoren S 60240 DT4 vriesruimte: 44 koelruimte: 190 vriesruimte: 44 koelruimte: 186 545 1404 604 0,46 168 A++ 3 19 0,8 51 1 Installeren van het apparaat Vervoer, uitpakken U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking. Klimaatklasse SN N ST Omgevingstemperatuur +10 ..,+32 °C +16 ..,+32 °C +18 ..,+38 °C Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan. Reiniging Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn. Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek. Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog. Opstelling De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. 10 Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte te hoog worden. Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken, de automatische ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de koelruimte stijgt en er wordt meer energie verbruikt. NL Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen worden verwijderd. In het onderdelenzakje bevinden zich twee afstandhouders die in de bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden. Steek de afstandhouders in de gaten en let erop dat de pijl (A) staat zoals in de figuur; draai de afstandhouders dan 45° pijl staat verticaal) zodat ze vast komen te zitten in Fig.. Deurdraairichting omzetten Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar links omzetten. Ga als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit het beste met twee personen doen. Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een mes) de afdekkapjes van de schroeven die het onderste afdekrooster vasthouden. Dan kan het afdekrooster worden verwijderd door de plaatschroeven (2 stuks) los te draaien. A 45° PR60 Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis. Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden: Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten. Naast een olie- of kolenkachel 30 cm. De koelkast moet geheel tegen de muur staan. Houd de minimale afstanden aan (zie afb.). A: opstelling onder een keukenkastje B: vrije opstelling Maak het onderste deurscharnier van de koelruimte los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen. Neem de deur van de koelruimte los door hem voorzichtig naar beneden te trekken. Maak het dubbele deurscharnier los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen. Neem de deur van de vriesruimte los door hem voorzichtig naar beneden te trekken. Schroef de stift van het bovenste deurscharnier van de vriesruimte los en schroef hem dan op de andere kant. Verwijder de afdekkapjes van het dubbele deurscharnier aan de linker kant en plaats ze dan op de andere kant. 11 NL Zet de deur van de vriesruimte op de stift van het bovenste deurscharnier. Zet het dubbele deurscharnier aan de linker kant m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let erop dat de rand van de deur van de vriesruimte parallel loopt met de rand van de kast. Zet de deur van de koelruimte op de stift van het dubbele deurscharnier. Zet het onderste deurscharnier aan de linker kant m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let erop dat de rand van de deur van de koelruimte parallel loopt met de rand van de kast. Trek het gedeelte van het afdekrooster in de richting van de pijl (1) en plaats het op de andere kant (2). Zet het afdekrooster terug en bevestig het met de plaatschroeven (2 stuks). Bevestig dan de afdekkapjes weer. Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek de stekker in het stopcontact. U kunt ook contact opnemen met ELECTROLUX SERVICE. Een servicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier overzetten. Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen EMC-richtlijn – 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen 12 NL Bewaartijdentabel (1) Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren Soort 1 rauw vlees X gekookt vlees X gebraden vlees X rauw gehakt X gebraden gehakt X vleeswaren X verse vis X gekookte vis X gebakken vis X vis uit blik X verse kip X gebraden kip X verse eend, gans X gebraden eend, gans X boter ongeopend X boter geopend X melk X room X zure room X kaas (hard) X kaas (zacht) X kwark X eieren X spinazie. X erwten, bonen X paddestoelen X wortelen, bieten X tomaten X kool X snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) ander fruit X fruit uit blik X 2 X X X Bewaartijd in dagen 3 4 5 x x x X x x X x x X X x X X x X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X x x x x x x X X X X X x X x X X X X X x X x X X X X X X Verpakking 6 7 x x x x x x x x X X x x x X X X X X x X x X X X X X x x x x x x X x x x x x x X x x X x x X x x X x X x x X x X x x X x x X X X x x x x x X X x x x X X x x vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje vershoudfolie, vetvrij papier vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje afgesloten schaaltje vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje vershoudfolie, luchtdicht afgesloten schaaltje originele verpakking originele verpakking originele verpakking kunststof schaaltje kunststof schaaltje aluminium folie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie vershoudfolie afgesloten schaaltje X: normale bewaartijd x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten) Bewaartijdentabel (2) Diepvriesproducten bewaren Soort groente kant-en-klare producten aardappelgerechten, pastagerechten soep fruit vlees consumptie-ijs in de koelruimte +2 – +7 °C 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag 1 dag in de ****-vriesruimte -18°C 12 maanden 6 maanden 12 maanden 6 maanden 12 maanden 5 maanden 3 weken 13
1 / 1