86
nl
85
nl
Inschakelen en temperatuurkeuze
Afb.
2
● Stekker in het stopcontact steken.
● Bij het indrukken van de toetsen klinkt
een bevestigingssignaal.
● Hoofdschakelaar 1 indrukken
Het alarmsignaal is te horen. De
indicaties temperatuur voor de koelruimte
(4ºC) 4 en "Alarm" 8 branden. De
indicatie "AL" (alarm) 7 knippert.
● -toets 11 indrukken
Toets "Alarm uit" 11 indrukken. Het
alarmsignaal gaat uit en de "warmste
temperatuur" wordt op het display 7
gedurende 5 seconden aangegeven. De
indicatie "AL" 7 houdt op met knipperen.
Hiermee is het apparaat in werking.
● Instellen van de temperatuur in de
diepvriesruimte
Hiertoe de insteltoets 9 een aantal keren
indrukken of ingedrukt houden tot de
gewenste temperatuur wordt
aangegeven. De laatst ingestelde waarde
wordt in het geheugen opgeslagen. (De
insteltemperatuur wordt in doorlopende
volgorde van -16ºC tot -26ºC
aangegeven Na -26ºC verschijnt weer -
16ºC).
Wij adviseren een instelling op -20
0
C.
Attentie!
De indicatie "AL" wordt op indicatie 7
aangegeven als het in diepvriesruimte door
stroomuitval of een storing te warm is. Door
de insteltoets 9 in te drukken kan de
temperatuur in de diepvriesruimte worden
ingesteld. De ingestelde temperatuur wordt
gedurende 5 seconden op indicatie 7
aangegeven. Hierna verschijnt weer de
indicatie "AL". De ingestelde temperatuur
wordt op indicatie 7 aangegeven zodra in de
diepvriesruimte de ingestelde temperatuur is
bereikt.
Kennismaking met het apparaat
6 Indicatie "super" (vriezen)
Brandt alleen als het supervriessysteem
is ingeschakeld.
7 Temperatuurindicatie voor de
diepvriesruimte
Deze geeft drie functies aan:
a) ingestelde temperatuur voor de
diepvriesruimte;
b) indicatie "AL" (alarm);
Deze geeft aan wanneer het in de
diepvriesruimte te warm is.
c) "warmste temperatuur" in de
diepvriesruimte.
Als de indicatie "AL" 7 knippert, dan
was het door stroomuitval of een
storing in de diepvriesruimte te warm.
Na het indrukken van de toets "Alarm
uit" wordt op indicatie 7 gedurende vijf
seconden de "warmste temperatuur"
aangegeven die in de diepvriesruimte
heeft geheerst. Hierna wordt deze
waarde gewist – indicatie 7 geeft dan
zonder te knipperen de indicatie
"Alarm" (alarm) aan.
8 Indicatie "alarm"
brandt terwijl tegelijkertijd een
alarmsignaal te horen is, als het in de
diepvriesruimte te warm is.
De indicatie gaat uit als in de
diepvriesruimte de bedrijfstemperatuur is
bereikt.
9 Insteltoets voor de temperatuur in de
diepvriesruimte
De insteltoets een aantal keren indrukken
of ingedrukt houden tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven. De laatst
ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen. (De insteltemperatuur wordt
in doorlopende volgorde van -16
0
C tot -
26
0
C aangegeven. Na -26
0
C verschijnt
weer -16
0
C).
Attentie!
De indicatie "AL" (afb. 2/7) verschijnt
wanneer het door stroomuitval of een
storing in de diepvriesruimte te warm is.
Door het indrukken van insteltoets 9 kan de
temperatuur worden ingesteld. De
ingestelde temperatuur verschijnt gedurende
5 seconden op het display. Hierna wordt de
indicatie "AL" weer aangegeven. De
ingestelde temperatuur verschijnt op de
indicatie zodra in de diepvriesruimte de
ingestelde temperatuur is bereikt.
10 "super"-toets
De indicatie "SU" 7 en de indicatie
"Super" 6 (oranje lampje) geven aan dat
het supervriessysteem is ingeschakeld.
De supervriesstand dient voor het
invriezen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen en kan maximaal 24 uur
voordat de verse levensmiddelen
worden toegevoegd, worden
ingeschakeld.
De vriesmachine werkt na inschakeling
continu, de vriesruimte bereikt een zeer
lage temperatuur.
11 “alarm” -toets
Dient voor het uitschakelen van het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal wordt
geactiveerd wanneer het te warm is in de
vriesruimte en de diepvriesproducten
gevaar lopen (tegelijkertijd knippert
indicatie 9).
Ook als de diepvriesproducten geen
gevaar lopen, kan het
waarschuwingssignaal klinken
- bij ingebruikneming van het apparaat
- bij het toevoegen van verse
levensmiddelen zonder inschakeling van
de supervriesstand
- en als de vriesruimtedeur te lang open
staat.
Na uitschakeling van het
waarschuwingssignaal wordt de
"akoestische waarschuwing" automatisch
weer operationeel zodra de vriesruimte
weer op bedrijfstemperatuur is.
● Instellen van de temperatuur in de
koelruimte
Insteltoets 3 een aantal keren indrukken
of ingedrukt houden tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven. De laatst
ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen. (De insteltemperatuur wordt
in doorlopende volgorde van +8
0
C tot
+2
0
C aangegeven. Na +2
0
C verschijnt
weer +8
0
C).
Wij adviseren een instelling op +4
0
C.
Attentie:
● De temperatuur in de koelruimte kan
schommelen
– doordat de deur van het apparaat vaak
geopend werd,
– door het inladen van grote hoeveelheden
verse levensmiddelen in de koelruimte
en de diepvriesruimte,
– door een verandering van de
omgevingstemperatuur,
– door een verandering van de instelling
van de temperatuurkiezer voor de
diepvriesruimte of door inschakelen van
het supervriessysteem.
● De voorzijde van het apparaat wordt
gedeeltelijk licht verwarmd waardoor
de vorming van condensatiewater in
de buurt van de deurafdichting wordt
voorkomen.