Sola METRON 30 BT Handleiding

Type
Handleiding
HU
BG
Gebrauchsanweisung
Operating instructions
Manuel d'instructions
Instruzioni d'uso
Instrucciones de uso
Gebruiksaanwijzing
Руководство по применению
Instrukcja obsługi
Eksploatacijos instrukcija
Lietošanas instrukcija
Uputstvo za upotrebu
Návod k použití
Manual de utilizare
Ръководство за употреба
Használati útmutató
METRON 30 BT
2
NL
Inbegrepen bij de levering van de METRON 30 BT
1. Laserafstandsmeter
2. Riemtasje
3. Polsbandje
4. 2 x 1,5 V (AAA) batterijen
1.
4.
2.
3.
3
NL
2.1 Functieknoppen
2.2 Display
1.
6.
7.
3.
4.
1.
2.
9.
8.
2.
3.
5.
4
NL
Gebruiksaanwijzing
METRON 30 BT-laserafstandsmeter (originele versie)
Over deze gebruiksaanwijzing
Hartelijk dank voor het aanschaen van uw nieuwe METRON 30 BT! U hebt een SOLA-meetapparaat
gekocht dat uw werk eenvoudiger, preciezer en sneller maakt.
Neem a.u.b. de volgende aanwijzingen in acht om de volledige functieomvang van dit meetapparaat te
benutten en om een veilige bediening te waarborgen:
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd bij het apparaat.
Geef dit apparaat uitsluitend met gebruiksaanwijzing door aan andere personen.
Maak de aangebrachte waarschuwingsplaatjes nooit onleesbaar.
Inhoud
1. Algemene aanwijzingen
2. Beschrijving
3. Technische gegevens
4. Veiligheidsvoorschriften
5. Laserveiligheid/ -classificatie
6. Inbedrijfstelling
7. Bediening
8. Onderhoud, opslag en transport
9. Omvang van de levering en accessoires
10. Fouten opsporen
11. Verwijderen als afval
12. Fabrieksgarantie
13. EG-conformiteitsverklaring
5
NL
1.1 Waarschuwingen en hun betekenis
GEVAAR
Voor een onmiddellijk dreigend gevaar, dat tot
zwaar lichamelijk letsel of de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een mogelijkerwijs gevaarlijke situatie, die tot
zwaar lichamelijk letsel of de dood leidt.
VOORZICHTIG
Voor een mogelijkerwijs gevaarlijke situatie, die
tot licht lichamelijk letsel of materiële schade zou
kunnen leiden.
AANWIJZING
Voor gebruiksinstructies of andere nuttige
informatie.
1.2 Pictogrammen en overige aanwijzingen
1.2.1 Waarschuwingsteken
Waarschuwing tegen algemeen
gevaar
1. Algemene aanwijzingen
1.2.2 Symbolen
Voor het gebruik de
gebruiksaanwijzing lezen
Batterijen en apparaten mogen
niet met het huisvuil worden
meegegeven
Batterij niet in het vuur gooien
Batterij niet boven 60 °C
verwarmen
Apparaat van laserklasse 2
Niet in de laserstraal kijken!
6
NL
2. Beschrijving
2.3 Beoogd gebruik
Het apparaat is ontworpen voor het meten van afstanden. Op het scherm worden de meetwaarde, de
instelling en de apparaatstatus weergegeven.
Een uitgezonden laserstraal wordt op een reflecterend oppervlak terug naar de laserafstandsmeter
gezonden. Daardoor kan de afstand worden bepaald. Het bereik is afhankelijk van het model lasermeter
en van het reflectievermogen en de oppervlakgesteldheid van het reflecterende oppervlak.
2.1 Functieknoppen
1. AAN/meetknop
2. Functieknop/referentiepunt
3. UIT/wisknop
2.2 Display
1. Meetwaarde
2. Meetweergave
3. Batterijstatus
4. Referentiepunt
5. Laserpuntweergave
6. Functieweergave
7. Min/max-weergave
8. Eenheid
9. Oppervlakte -/ruimteweergave
7
NL
3. Technische gegevens
3.1 Algemeen
Meetbereik 0,05 - 30 m*
Nauwkeurigheid ± 2,0 mm**
Beschermklasse IP54
Laserklasse 2
Type laser 630-670 nm, < 1 mW
Automatische uitschakeling laser 45 sec.
Automatische uitschakeling apparaat 180 sec.
Gebruiksduur tot 5.000 metingen***
Type batterij 2 x 1,5 V (AAA) batterijen
Bedrijfstemperatuur 0 – 40 °C
Opslagtemperatuur -20 – 60 °C
Statiefaansluiting -
Afmetingen (h x b x d) 105 x 47 x 27
Gewicht incl. batterijen 100 kg
*Bij meting met 100% reflectievermogen van het doel (bijvoorbeeld een wit geschilderde muur), zwakke achtergrondverlichting en een
gebruikstemperatuur van 25 °C.
Bij ongunstige omstandigheden bijv. direct zonlicht, slecht reflecterende oppervlakken of bij metingen op glas, respectievelijk glanzende
oppervlakken, kan de nauwkeurigheid negatief beïnvloed worden – er kunnen zelfs meetfouten ontstaan.
Het bereik van de zichtbare laserpunt is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
**Deze nauwkeurigheid geldt van 0,05 – 10 m. Bij een afstand tussen 10 en 30 m kan de maximale tolerantie met ongeveer
0,1 mm/m verslechteren.
***Gebruik bij kamertemperatuur.
3.2 Functies
Lengtemeting
Min/max-meting
Continumeting
Oppervlaktemeting
Volumemeting
Indirecte meting 2-punts
8
NL
8
4. Veiligheidsvoorschriften
4.1 Verantwoordelijkheid
4.1.1 Fabrikant
SOLA is verantwoordelijk voor de veiligheidstechnisch perfecte levering van het product inclusief
gebruiksaanwijzing en originele accessoires.
4.1.2 Eigenaar
De eigenaar is verantwoordelijk voor het beoogde gebruik van het product, het gebruik
door zijn medewerkers, de instructie en de operationele veiligheid van het product.
Hij begrijpt de veiligheidsinformatie op het product en de instructies in de
gebruiksaanwijzing.
Hij kent de plaatselijk gebruikelijke voorschriften inzake bedrijfsveiligheid en ongevalbescherming
van werknemers en de Arbowetten en leeft deze na.
Hij informeert SOLA direct wanneer er bij het product en het gebruik ervan veiligheidsgebreken optreden.
Hij zorgt ervoor dat het product bij gebreken niet meer wordt gebruikt en op vakkundige wijze
wordt gerepareerd.
4.2 Oneigenlijk gebruik
Gebruik van het apparaat en de accessoires zonder instructie.
Gebruik van accessoires of toebehoren van derden.
Gebruik buiten de aangegeven gebruikslimieten
(zie hoofdstuk 3, Technische gegevens)
.
Gebruik bij extreme temperatuurschommelingen zonder voldoende acclimatisering.
Uitschakelen van veiligheidssystemen en verwijderen van aanwijzings- en waarschuwingsplaatjes.
Niet-geautoriseerd openen van het apparaat.
Het aanbrengen van wijzigingen in, of het ombouwen van het product of de accessoires.
Opzettelijke verblinding van derden.
Onvoldoende veiligheidsmaatregelen op de plaats van gebruik.
4.3 Gebruiksbeperkingen
De METRON 30 BT is geschikt voor gebruik in een voor de mens permanent bewoonbare atmosfeer.
Het product niet gebruiken in een explosieve of licht ontvlambare omgeving.
Neem contact op met lokale veiligheidsdiensten en veiligheidsbeambten voordat er in een gevaarlijke
omgeving, in de buurt van elektrische installaties of vergelijkbare situaties wordt gewerkt.
9
NL
4.4 Gevaren tijdens gebruik
4.4.1 Algemeen
WAARSCHUWING
Ontbrekende of onvolledige instructies kunnen leiden tot verkeerd of oneigenlijk gebruik. Dit kan
leiden tot ongevallen met ernstig persoonlijk letsel, materiële-, vermogens- en milieuschade.
Volg de veiligheidsinstructies van de fabrikant en de eigenaar.
Apparaat en accessoires beschermen tegen gebruik door kinderen.
WAARSCHUWING
De verblinding door laserstralen kan indirect leiden tot ernstige ongelukken, vooral bij mensen
die een auto besturen of een machine bedienen. Niet in de laserstraal kijken.
De laserstraal of het laserniveau niet op ooghoogte instellen of op mensen richten.
VOORZICHTIG
Een val, langdurige opslag, transport of andere mechanische invloeden kunnen tot onjuiste
meetresultaten leiden. Apparaat vóór gebruik controleren op beschadigingen. Beschadigde
apparaten niet gebruiken.
Reparatie uitsluitend door SOLA laten verrichten.
4.4.2 Batterijen
GEVAAR
Sterke mechanische inwerkingen kunnen leiden tot lekken, brand of explosie van batterijen en
accu‘s en er kunnen giftige stoen vrijkomen.
Batterijen en accu‘s niet openen en niet blootstellen aan mechanische belastingen.
Reparatie uitsluitend door SOLA laten verrichten.
WAARSCHUWING
Hoge omgevingstemperaturen en onderdompelen in vloeistoen kunnen leiden tot lekken,
brand of explosie van batterijen en accu‘s of er kunnen giftige stoen vrijkomen.
Batterijen en accu‘s tijdens transport beschermen tegen mechanische inwerkingen.
Batterijen en accu‘s niet oververhitten en niet aan vuur blootstellen.
Indringen van vocht in batterijen en accu‘s voorkomen.
10
NL
Geen beschadigde batterijen en accu‘s gebruiken. Op de juiste wijze als afval afvoeren
(zie hoofdstuk 11, Verwijderen als afval)
.
WAARSCHUWING
Door kortsluiting of oneigenlijk gebruik kunnen batterijen oververhit raken en bestaat er gevaar
voor letsel of brand.
Batterijen niet in zakken van kledingstukken vervoeren en bewaren.
Batterijcontacten niet met sieraden, sleutels, of andere elektrisch geleidende voorwerpen
in aanraking laten komen.
Batterijen niet opladen.
Batterijen niet door kortsluiten ontladen.
Batterijen niet in het apparaat vastsolderen.
Oude en nieuwe batterijen niet gelijktijdig gebruiken en geen batterijen van verschillende fabrikanten
of met een andere typeaanduiding gebruiken.
WAARSCHUWING
U kunt bij ondeskundig afvoeren uzelf en anderen zwaar verwonden, evenals het milieu
vervuilen. Bij het verbranden van kunststof onderdelen ontstaan giftige gassen, waar mensen
ziek van kunnen worden. Batterijen/accu‘s kunnen exploderen als ze beschadigd of sterk verhit
worden en daarbij vergiftigingen, verwondingen door verbranding, chemische brandwonden of
verontreiniging van het milieu veroorzaken. Door onoordeelkundig afvoeren worden onbevoeg-
de personen in staat gesteld om het product oneigenlijk te gebruiken.
Het product mag niet worden weggegooid met het gewone huishoudelijke afval. Apparaat en acces-
soires vakkundig afvoeren
(zie hoofdstuk 11, Verwijderen als afval).
Product altijd beschermen tegen gebruik door onbevoegde personen, vooral kinderen.
4.5 Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
Als elektromagnetische compatibiliteit duidt men het vermogen aan van producten om in een omgeving
met elektronische straling en elektrostatische ontlading perfect te functioneren, zonder elektromagneti-
sche storingen in andere apparaten te veroorzaken.
11
NL
4.5.1 Storingen van andere apparaten door de METRON 30 BT
Hoewel de producten aan de strikte eisen van de desbetreende richtlijnen en normen voldoen, kan
SOLA de mogelijkheid van een storing van andere apparaten niet volkomen uitsluiten (bijv. als u het
product in combinatie met apparaten van derden gebruikt, zoals bijv. veldcomputers, pc's, draadloze
apparaten, mobiele telefoons, diverse kabels of externe batterijen).
Let bij het gebruik van computers en draadloze apparaten op de specifieke informatie van de fabrikant
met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Uitsluitend originele SOLA uitrusting, resp. accessoires gebruiken.
4.5.2 Storing van de METRON 30 BT door andere apparaten
Hoewel het product aan de strikte eisen van de desbetreende richtlijnen en normen voldoet, kan SOLA
de mogelijkheid niet volkomen uitsluiten dat intensieve elektromagnetische straling in de directe nabijheid
van radiozenders, mobilofoons, dieselgenerators enz. de meetresultaten kan vervalsen.
Bij metingen onder deze omstandigheden moeten de meetresultaten op redelijkheid worden
gecontroleerd.
12
NL
5. Laserveiligheid/ -classificatie
De METRON 30 BT zendt een zichtbare laserpunt uit.
Het product komt overeen met laserklasse 2 conform DIN EN 60825-1:2007-03
Laserklasse 2:
Bij laserapparaten van klasse 2 is het oog, als toevallig en kortstondig in de laser wordt gekeken,
beschermd door de sluitreflex van het ooglid en/of door afwendreacties.
WAARSCHUWING
Direct in de laserstraal kijken met optische hulpmiddelen (zoals bijv. verrekijker, telescoop)
kan gevaarlijk zijn.
VOORZICHTIG
In de laserstraal kijken kan gevaarlijk zijn voor het oog.
Niet in de laserstraal kijken.
Laserstraal niet op andere personen richten.
Markering op het apparaat:
Typeplaatje niet verwijderen!
13
NL
6. Inbedrijfstelling
6.1 Batterijen
1. Deksel van het batterijvak aan de achterkant van het apparaat openen.
2. Plaats de batterijen in het apparaat met de polen in de goede richting.
3. Sluit het deksel van het batterijvak (de sluiting klikt hoorbaar dicht).
Uitsluitend alkaline-batterijen van het type 1,5 V mignon (AAA) gebruiken! Als het apparaat lange tijd niet
wordt gebruikt, de batterijen verwijderen.
6.2 Riemtasje
Voor het transport van het laserapparaat kan deze worden opgeborgen in een riemtasje. Voor de meting
moet het laserapparaat uit de tas worden verwijderd.
14
NL
7. Bediening
7.1 Ingebruikname
7.1.1 In- en uitschakelen
Op de AAN/meetknop drukken om het laserapparaat in te schakelen.
Gedurende 2 seconden op de UIT-/wisknop drukken om de laser uit te schakelen.
7.1.2 Terug
AAN/wisknop één keer indrukken om de vorige handeling ongedaan te maken. Tweemaal op de UIT-/
wisknop drukken om de huidige functie te verlaten en terug te keren naar de enkele meetmodus.
7.1.3 Instellen van de meetreferentie
Druk 2 seconden op de functieknop/het referentiepunt om te schakelen tussen voor- en achterzijde. Op
het display wordt dit met een pijl aangegeven. Standaard is de achterzijde als referentiepunt ingesteld.
Wanneer het apparaat opnieuw wordt ingeschakeld, is altijd de achterzijde van het apparaat als referen-
tiepunt ingesteld.
7.2 Toepassingen
7.2.1 Enkele meting
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Richt de laserpunt op het doel.
3. Druk op de AAN/meetknop.
Zodra er een geluidssignaal klinkt, is de meting uitgevoerd. De afstand kan
worden afgelezen. Om meer afstanden te bepalen, de meetknop opnieuw
indrukken.
7.2.2 Min/max-meting
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Richt de laserpunt op het doel.
3. Druk gedurende 2 seconden de AAN/meetknop in.
De minimum- en maximumwaarde worden op het display aangegeven.
Om de meting te stoppen eenvoudigweg op de AAN/meetknop drukken.
15
NL
7.2.3 Continumeting
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Richt de laserpunt op het doel.
3. Druk gedurende 2 seconden de AAN/meetknop in.
Het laserapparaat meet de afstand en geeft deze op de onderste regel
van het display weer.
7.2.4 Oppervlaktemeting
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Druk op de functieknop/het referentiepunt totdat op het display de
weergave voor oppervlaktemeting verschijnt.
3. Meet lengte en breedte na elkaar zoals bij een enkele meting.
Tussen de twee metingen in blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na het voltooien van de tweede meting wordt de oppervlakte automatisch
berekend en weergegeven op de onderste regel van het display. De afzonderlijke
meetwaarden staan op de meetwaarderegels 1 en 2.
7.2.5 Volumemeting
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Druk op de functieknop/het referentiepunt totdat op het display de
weergave voor volumemeting verschijnt.
3. Meet lengte, breedte en hoogte na elkaar zoals bij een enkele meting.
Tussen de drie metingen in blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na voltooiing van de derde meting wordt het volume automatisch berekend en
weergegeven op de onderste regel van het display. De afzonderlijke meetwaarden
staan op de meetwaarderegels 1 en 2.
7.2.6 Indirecte meting 2-punts
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Druk op de functieknop totdat op het display de weergave voor indirecte
2-puntsmeting verschijnt.
3. Meet de 2 meetpunten na elkaar zoals bij een enkele meting.
Tussen de twee metingen in blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na het voltooien van de tweede meting wordt de lengte automatisch bere-
kend en weergegeven op de onderste regel van het display. De afzonderlijke
meetwaarden staan op de meetwaarderegels 1 en 2.
16
NL
7.3 Werkinstructies
Tijdens de meting mag het laserapparaat niet worden bewogen. Aan te bevelen is een vaste steun met
aanslag. Het laserzend- en ontvangstgedeelte mag bij een meting niet worden afgedekt.
Afhankelijk van het meetoppervlak kan niet worden uitgesloten dat het tot onjuiste metingen leidt.
Vermijd oppervlakken die oneen, spiegelend, transparant of poreus zijn.
VOORZICHTIG
De meting van de twee punten moeten in één lijn lopen en het tweede meetpunt moet zich
loodrecht op het meetvlak bevinden, anders kan het leiden tot foutieve metingen.
17
NL
8. Onderhoud, opslag en transport
8.1 Reiniging
Vuil met een zachte, vochtige doek afnemen.
Uitgangsopeningen van de laserafstandsmeter regelmatig controleren en zo nodig grondig schoonma-
ken. Glas niet met de vingers aanraken.
Geen agressieve schoonmaak- of oplosmiddelen gebruiken.
Het apparaat niet in water onderdompelen!
Vervuilde en natte apparaten, accessoires en transportverpakkingen vóór het opbergen schoonmaken
en drogen. Apparatuur pas weer inpakken als zij volledig droog is.
Contacten schoonhouden en beschermen tegen vocht.
8.2 Opslaan
Opslag van de apparatuur uitsluitend binnen de toegestane temperatuurgrenswaarden
(zie hoofdstuk 3, Technische gegevens)
.
Na opslag voor langere tijd vóór het gebruik de nauwkeurigheid van het meetapparaat controleren.
8.3 Transport
Door heftig schudden of een val kan het apparaat worden beschadigd.
Product nooit los transporteren. Altijd de originele verpakking of een gelijkwaardige transportverpak-
king gebruiken.
Vóór het transport meetapparaat uitschakelen.
Het apparaat vóór gebruik controleren op eventuele beschadigingen.
18
NL
9.1 Inbegrepen bij de levering van de METRON 30 BT
1 laserafstandsmeter
1 riemtasje
1 polsbandje
2 1,5 V (AAA) batterijen
9.2 Accessoires (optioneel)
Laserbril LB RED
Doelschijf ZS RED
Zie voor meer informatie over accessoires www.sola.at
9. Omvang van de levering en accessoires
19
NL
10. Fouten opsporen
Fout Mogelijke oorzaak Oplossing
301 Afstand buiten het
meetbereik
Blijf binnen het meet-
bereik.
302 Het reflecterende signaal is
te zwak.
Meet op een beter
reflecterend oppervlak.
303 Reikwijdte buiten
de weergave.
Met de UIT-/wisknop
op nul terugzetten.
304 Berekeningsfout in de
Pythagoras.
Meting opnieuw uitvoeren.
305 Laag batterijniveau. Plaats nieuwe batterijen.
306 Temperatuur te laag. Warm het apparaat op.
307 Temperatuur te hoog. Koel het apparaat af.
308 Omgevingslicht te sterk. Meet in een donkere omgeving.
20
NL
11. Verwijderen als afval
U kunt bij ondeskundig afvoeren uzelf en anderen zwaar verwonden, evenals het milieu vervuilen.
Bij het verbranden van kunststof onderdelen ontstaan giftige gassen, waar mensen ziek van
kunnen worden.
Batterijen kunnen exploderen als ze beschadigd of sterk verhit worden en daarbij vergiftigingen, verwon-
dingen door verbranding, chemische brandwonden of verontreiniging van het milieu veroorzaken.
Door onoordeelkundig afvoeren worden onbevoegde personen in staat gesteld om het product oneigenlijk
te gebruiken.
Meetinstrumenten, accessoires en verpakkingen moeten milieuvriendelijk worden gerecycled.
Het product en de accessoires - met name batterijen en accu‘s - mogen niet met het
huisvuil worden meegegeven.
Product en accessoires volgens de voorschriften afvoeren.
Landspecifieke afvoervoorschriften volgen.
Uw SOLA leverancier neemt batterijen en afgedankte apparaten in en zorgt voor een deskundige verwij-
dering als afval.
Uitsluitend voor de EU-landen
Elektrische gereedschappen mogen niet met het huisvuil worden meegegeven!
Conform de Europese Richtlijn 2002 / 96 / EG betreende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur en de uitvoering daarvan onder de nationale wetgeving, dient
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur gescheiden te worden ingezameld
en milieuvriendelijk te worden gerecycled.
21
NL
12. Fabrieksgarantie
„De fabrikant garandeert aan de op de garantiekaart vermelde oorspronkelijke koper (eerste koper) voor
een periode van twee jaar vanaf de levering, met uitzondering van batterijen, dat het product vrij is van
fouten. De garantie is beperkt tot reparaties en / of vervanging naar keuze van de fabrikant. Defecten als
gevolg van onvakkundige behandeling door de koper of door derden, natuurlijke slijtageverschijnselen en
optische gebreken die geen invloed op het gebruik van het toestel hebben, worden door deze garantie
niet gedekt. Aanspraken op deze garantie zijn alleen geldig indien het apparaat vergezeld gaat van de
garantiekaart die zowel door de verkoper is ingevuld mede van de datum en het stempel van het bedrijf
is voorzien.
In het geval er een aanspraak op de garantie wordt gemaakt, betaalt de fabrikant de vervoerskosten. De
garantieperiode wordt niet verlengd door reparatie- of vervangingswerkzaamheden die in het kader van
de garantie plaatshebben.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten, voor zover geen dwingende nationale voorschriften in de weg
staan. De fabrikant is met name niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade door defecten of het
gevolg van defecten, verliezen of kosten in samenhang met het gebruik van het apparaat voor enig doel
of de onmogelijkheid om het apparaat te gebruiken. Stilzwijgende toezeggingen voor gebruik of geschikt-
heid voor een bepaald doel worden expliciet uitgesloten.
22
NL
13. EG-conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
Declaration of Conformity
Déclaration de Conformité
Wij / We / Nous, SOLA-Messwerkzeuge GmbH, 6840 Götzis, Austria
verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product/de producten
declare under our sole responsibility that the Product(s)
déclarons sous notre seule responsabilité que le(s) Produit(s)
SOLA-Messwerkzeuge GmbH
Mag. Wolfgang Scheyer CEO
SOLA-Messwerkzeuge GmbH, Unteres Tobel 25, 6840 Götzis, Austria
Phone +43(0)5523 53380, [email protected], www.sola.at
METRON 30 BT
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet/voldoen aan de volgende normen.
to which this declarations relates is in conformity with the following standards.
auquel(s) se réfère cette déclaration est conforme aux normes.
Overeenkomstig de bepalingen van de richtlijn(en)
Following the provisions of Directive(s)
Conformément aux dispositions de(s) Directive(s)
Electromagnetic compatibility 2014 / 30 / EC
EN 60825-1: 2007-03
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Sola METRON 30 BT Handleiding

Type
Handleiding