Constructie met CAD
• Kies de dikte van het materiaal zo dat de wanddikte na afronding om redenen
van stabiliteit minimaal 1 mm is en om redenen van volledige uitharding
maximaal 7 mm.
Verwerking met CAM
• Kies de juiste combinatie van printer en materiaal. De vrijgegeven parameter-
sets kunnen worden gedownload via www.merz-dental.de
• Het materiaal is gemaakt voor laagdikten / slices van 50 μm en 100 μm.
• Om fouten met de afmetingen op de Z-as te voorkomen, wordt aangeraden
om de constructie door middel van ondersteuningsstructuren op een basisplaat
met gatenpatroon te plaatsen, bijv. op een hexagonaal rooster.
• Een parallel aan het opbouwplatform uitgelijnde constructie zorgt door het
kleinere aantal lagen weliswaar voor een kortere printduur dan een verticaal
uitgelijnde constructie, maar hiervoor zijn ook aanzienlijk meer supportstructu-
ren nodig, die bij de nabewerking (post-processing) weer handmatig moeten
worden verwijderd en waarvan de aanhechtingen weer moeten worden
afgewerkt. Een opbouw van de constructie in een hoek van 30° à 90° wordt
aanbevolen.
• Maak gebruik van breukplaatsen / toelopende supports aan de kant van de
constructie, aangezien daarmee het risico van wegbreken van materiaal aan
het oppervlak bij verwijdering van de steunen wordt verkleind.
• Let er bij de positionering van de supports op dat overhangende gedeelten
goed worden ondersteund en dat op vlakken die van belang zijn voor de
pasvorm liefst geen steunen worden aangebracht, om de nabewerking van
de constructie tot een minimum beperkt te houden.
Additieve vervaardiging met behulp van een 3D-printer
• Gebruik een parameterset die past bij het materiaal.
• Gebruik bij het printen dezelfde laagdikte als bij de CAM-planning, aangezien
anders de pasvorm in gevaar komt en / of misdrukken ontstaan.
• Werk zo schoon mogelijk. Verontreinigungen, vooral van het optische venster
naar de projector en van het materiaalreservoir (Engels: vat) kunnen fouten op
het geprinte object veroorzaken of misdrukken opleveren.
• Let er bij het vullen van het materiaalreservoir op dat het materiaal zo kort
mogelijk blootstaat aan omgevingslicht en dat het gemarkeerde vulpeil wordt
aangehouden.
• De verdere procedure en de bediening van de printer staan beschreven in het
bijbehorende handboek.
• Laat de constructie nog 10 minuten achter in de printer, zodat overtollig geprint
materiaal van het oppervlak kan druppelen. Dit zorgt voor materiaalbesparing
en verlenging van de houdbaarheid van de reinigingsvloeistof.
Nabewerking (post-processing)
De nabewerking (post-processing) moet direct na afronding van het printen wor-
den gedaan, om het risico van verontreinigingen of ongewenste polymerisatie van
materiaal dat zich nog aan het oppervlak bevindt tot een minimum te beperken.