Shimano BL-RX812 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

(Dutch)
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
Comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
HYDRAULISCHE SCHIJFREM/
DUAL CONTROL LEVER
GRX
ST-RX810
ST-RX810-LA
ST-RX600
ST-RX400
BR-RX810
BR-RX400
BL-RX810
BL-RX812
BL-RX600
DM-GADBR01-02
2
INHOUD
INHOUD .....................................................................................2
BELANGRIJKE MEDEDELING .....................................................4
VEILIGHEID VOOROP .................................................................5
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN .......................13
MONTAGE / HET VERWIJDEREN ..............................................15
De dual control-versteller/remgreep monteren .................................15
De subremgreep monteren .................................................................17
De remschijf monteren ........................................................................18
De remklauw monteren .......................................................................19
• De remblokken monteren ..................................................................................................... 19
• Op het frame monteren ......................................................................................................... 20
De remleiding monteren .....................................................................33
• Overzicht van het eenvoudige leidingkoppelsysteem ......................................................... 33
• De lengte van de leiding controleren ................................................................................... 33
• De leiding doorsnijden ........................................................................................................... 34
• De leiding aansluiten ............................................................................................................. 40
• De remleiding op de subremgreep monteren ...................................................................... 43
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren ........................................50
• Gebruikte kabels .................................................................................................................... 50
• Montageplaats buitenkabelkapje met buisje ....................................................................... 51
• De buitenkabel inkorten ........................................................................................................ 52
• De schakelbinnenkabel/zadelpenkabel doortrekken .......................................................... 53
AFSTELLING .............................................................................57
Het bereik afstellen ..............................................................................57
De vrije slag afstellen ..........................................................................59
ONDERHOUD ...........................................................................61
De remblokken vervangen ..................................................................61
SHIMANO-mineraalolie vervangen .....................................................63
• De mineraalolie afvoeren ...................................................................................................... 63
3
• Mineraalolie toevoegen en ontluchten ................................................................................ 66
De remleiding vervangen ....................................................................83
• De lengte van de leiding controleren en de leiding doorsnijden ....................................... 84
• Voor de greepzijde ................................................................................................................. 85
• Voor de klauwzijde ................................................................................................................ 86
Afstelling wanneer de zuigers niet goed werken .............................89
De naamplaat vervangen ....................................................................90
Het remgreeprubber vervangen .........................................................90
De hoofdhendelsteun vervangen .......................................................92
De kabelafdekking vervangen ............................................................94
Een ontkoppeld binnenkabelkapje naar buiten trekken
(schakelkabel) .......................................................................................95
De SL-kabelgeleider vervangen ..........................................................97
4
BELANGRIJKE MEDEDELING
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in de montage van fietsen
beschikken, dienen de onderdelen niet zelf te monteren aan de hand van de
dealerhandleidingen.
Indien enige informatie in deze onderhoudsinstructie u niet duidelijk is, ga dan niet
verder met de montage. Neem in dat geval contact op met het verkooppunt of een
fietsenmaker voor ondersteuning.
Lees alle gebruikershandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de
informatie in deze dealerhandleiding.
Alle onderhoudsinstructies en technische documenten zijn online beschikbaar op
https://si.shimano.com.
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op
met een SHIMANO-verdeler of een van de SHIMANO-kantoren om een afgedrukte versie
van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als
verdeler werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door
en volg de aanwijzingen daarin op voor een correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en
schade aan apparatuur en omgeving te voorkomen.
De instructies zijn onderverdeeld overeenkomstig de grootte van het gevaar of de schade
die zich kan voordoen als dit product verkeerd wordt gebruikt.
GEVAAR
Als de instructies niet in acht worden genomen, zal dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
LET OP
Als de instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden
tot letsel of materiële schade aan apparatuur en omgeving.
5
VEILIGHEID VOOROP
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Volg de instructies in de gebruikershandleidingen tijdens de montage van het product.
Er wordt aangeraden om originele SHIMANO-onderdelen te gebruiken. Als bouten en
moeren loskomen of beschadigd zijn, kan de fiets plotseling vallen, waardoor u ernstige
letsels kunt oplopen.
Als afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kunnen er bovendien problemen
optreden en kan de fiets plotseling omvallen, met ernstige letsels tot gevolg.
Draag tijdens onderhoudstaken, zoals het vervangen van onderdelen, een
veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Bewaar de dealerhandleiding na het zorgvuldig doorlezen op een veilige plek, zodat u
deze later kunt raadplegen.
Zorg ervoor dat u de gebruikers eveneens op de hoogte brengt
van het volgende:
Afhankelijk van het model kan iedere fiets iets anders aanvoelen.
Zorg daarom dat u de juiste remtechniek (waaronder de druk op de remgreep en de
controlekenmerken van de fiets) en de bediening van uw fiets leert kennen. Als het
remsysteem op een onjuiste wijze wordt gebruikt, kan de controle worden verloren of de
fiets omvallen met ernstig letsel tot gevolg. Raadpleeg een professionele fietsendealer of
de gebruikershandleiding voor een juiste bediening. Het is ook belangrijk dat u het
fietsen, remmen enz. oefent.
Houd uw vingers absoluut uit de buurt van de draaiende remschijf. De remschijf is scherp
genoeg om ernstige letsels aan uw vingers toe te brengen als deze in de openingen van
de bewegende schijf terechtkomen.
De klauwen en remschijf worden heet wanneer er wordt geremd. Raak ze tijdens het
fietsen of direct na het afstappen dus niet aan. Anders kunt u brandwonden oplopen.
Laat geen olie of vet op de remschijf en remblokken komen. Anders zullen de remmen
mogelijk niet goed werken.
Als er toch olie of vet op de remblokken terechtkomt, moet u informatie opvragen bij
het verkooppunt of een distributeur. Anders zullen de remmen mogelijk niet goed
werken.
6
VEILIGHEID VOOROP
Als er tijdens de remwerking geluiden te horen zijn, is het mogelijk dat de remblokken
tot aan de slijtagelimiet zijn versleten. Ga na of het remsysteem voldoende is afgekoeld
en controleer de dikte van het remblok. Is het remblok 0,5 mm dik of dunner, dan moet
het door een nieuw blok worden vervangen. Raadpleeg uw verkooppunt of een
distributeur.
0,5 mm2 mm
Als de remschijf barsten vertoont of vervormd is, gebruik de remmen dan niet meer en
raadpleeg een verkooppunt of een distributeur.
Als de remschijf tot op een dikte van 1,5 mm of minder is versleten of als het aluminium
zichtbaar wordt, mag u de remmen niet meer gebruiken en moet u het verkooppunt of
een distributeur raadplegen. De remschijf kan breken en u kunt van de fiets vallen.
Er kan vapour-lock ontstaan als de remmen continu worden gebruikt. Laat de greep even
los om dit probleem op te lossen.
Vapour-lock treedt op wanneer de olie in het remsysteem warm wordt, waardoor water
of luchtbellen in het remsysteem uitzetten. Dit kan zorgen voor een plotselinge stijging
in de remgreepslag.
De schijfrem is er niet op gemaakt om te functioneren als de fiets ondersteboven staat.
Wordt de fiets op zijn kop gezet of op zijn zijkant gelegd, dan is het mogelijk dat de rem
niet correct werkt en kan er een ernstig ongeluk gebeuren. Voordat u gaat fietsen, moet
u de remgreep een paar keer bedienen om te controleren dat de remmen correct
werken. Als de remmen niet naar behoren werken, gebruik de remmen dan niet meer en
raadpleeg een verkooppunt of een distributeur.
Als u geen weerstand voelt bij het bedienen van de remgreep, gebruik de remmen dan
niet meer en raadpleeg een verkooppunt of een distributeur.
Als er vloeistoflekken optreden, gebruik de remmen dan niet meer en raadpleeg een
verkooppunt of een distributeur.
Als er te hard met de voorrem wordt geremd, kan het wiel blokkeren en de fiets over de
kop slaan met ernstig letsel tot gevolg.
Controleer altijd dat de voor- en achterremmen correct werken voordat u gaat fietsen.
De benodigde remweg is langer bij nat weer. Verlaag de snelheid en bedien de remmen
vroeg en gelijkmatig.
Als het wegdek nat is, zullen de banden sneller slippen. Als de banden slippen, kunt u
van de fiets vallen. Verlaag de snelheid en bedien de remmen vroeg en gelijkmatig.
7
VEILIGHEID VOOROP
De greep mag nooit worden veranderd. Anders kan de greep breken, waardoor er niet
meer kan worden geremd.
Voor montage op de fiets en onderhoud:
Houd uw vingers uit de buurt van de draaiende remschijf tijdens het monteren of
onderhouden van het wiel. De remschijf is scherp genoeg om ernstige letsels aan uw
vingers toe te brengen als deze in de openingen van de bewegende schijf terechtkomen.
Als de remschijf gebarsten of verbogen is, moet deze worden vervangen.
Als de remschijf is afgesleten tot een dikte van 1,5 mm of als het aluminium oppervlak
zichtbaar is aan één kant, vervang deze dan door een nieuwe remschijf.
Ga na of het remsysteem voldoende is afgekoeld alvorens onderhoud op het remsysteem
uit te voeren.
Gebruik alleen SHIMANO-mineraalolie. Als andere types olie worden gebruikt, kan dit
problemen veroorzaken met de remwerking en kan het systeem onbruikbaar worden of
kan er vapour-lock worden veroorzaakt.
Zorg dat u alleen olie gebruikt uit een container die net geopend is en gebruik olie die u
uit de ontluchtingsnippel hebt laten lopen niet opnieuw. Oude of reeds gebruikte olie
kan water bevatten. Dit kan vapour-lock in het remsysteem veroorzaken.
Pas op dat u geen water of luchtbellen in het remsysteem laat komen. Anders kan er
vapour-lock optreden. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de afdekking van de
reservoirtank.
Bij het doorsnijden van de remleiding om de lengte ervan aan te passen of bij het
verwisselen van de remleiding van links naar rechts of andersom, moet u zorgen dat u de
lucht uit de leiding laat lopen volgens de stappen in “Mineraalolie toevoegen en
ontluchten.”
8
VEILIGHEID VOOROP
Wanneer de fiets ondersteboven of op zijn zijkant wordt geplaatst, kan de reservoirtank
van het remsysteem enkele luchtbellen bevatten die nog aanwezig waren bij het
dichtdraaien van de ontluchtingsschroef of die zich in diverse onderdelen van het
remsysteem hebben opgehoopt bij langdurig gebruik. Dit schijfremsysteem is er niet op
gemaakt om te werken als de fiets ondersteboven staat. Als de fiets ondersteboven of op
zijn zijkant wordt geplaatst, kunnen de luchtbellen in de reservoirtank zich in de richting
van de klauwen bewegen. Als onder deze omstandigheden met de fiets wordt gereden,
bestaat het gevaar dat de remmen niet werken en kan er een ernstig ongeluk gebeuren.
Als de fiets ondersteboven of op zijn zijkant werd geplaatst, moet u voordat u gaat
fietsen de remgreep enkele keren bedienen om te controleren dat de remmen normaal
werken. Als de remmen niet normaal werken, moet u deze afstellen volgens de volgende
procedure.
Als de rem niet lijkt te werken (voelt sponzig aan) wanneer de greep wordt
aangetrokken
Plaats de remgreep zo dat deze parallel aan de grond staat, trek de remgreep vervolgens
meerdere keren voorzichtig aan en wacht totdat de luchtbellen terugkeren naar de
reservoirtank. Er wordt aanbevolen dat u vervolgens de afdekking van de reservoirtank
verwijdert en de reservoirtank vult met mineraalolie totdat er geen luchtbellen meer
zijn. Als de remmen nog steeds traag werken, moet u het remsysteem ontluchten.
(Raadpleeg Mineraalolie toevoegen en ontluchten)
Als de snelontkoppelingshendel op de naaf zich aan dezelfde kant bevindt als de
remschijf, dan kan deze de werking van de remschijf hinderen. Dit is gevaarlijk; let er dus
op dat de hendel de remschijf niet raakt.
Schijfremsystemen van SHIMANO zijn niet geschikt voor tandems. Omdat tandems
zwaarder zijn, wordt het remsysteem zwaarder belast tijdens het remmen. Als
hydraulische schijfremmen gebruikt worden voor een tandem, zal de olietemperatuur te
hoog oplopen en kunnen er vapour-locks of scheuren in de remleidingen ontstaan,
waardoor de remmen niet meer functioneren.
Als u de remklauw monteert met
boutbevestigingspennen, moet u ervoor zorgen
dat u bevestigingsbouten van de juiste lengte
gebruikt.
Anders zitten de boutbevestigingspennen
mogelijk niet stevig vast en kunnen de bouten
eruit vallen.
Boutbevestigingspen
Remleiding
Na de montage van de remleiding op de remeenheid, het toevoegen van SHIMANO-
mineraalolie en het ontluchten, moet u de remgreep meerdere keren bedienen om te
controleren dat de remmen normaal werken en dat er geen vloeistof uit de leiding of
het systeem lekt.
9
VEILIGHEID VOOROP
Er is een speciaal insteekverbindingsstuk voor elke remleiding. Gebruik het juiste
insteekverbindingsstuk door de onderstaande tabel te volgen. Als er een verkeerd
insteekverbindingsstuk wordt gebruikt, kan dit leiden tot vloeistoflekken.
Remleiding
Insteekverbindingsstuk
Lengte Kleur
SM-BH90-JK-SSR
11,2 mm Zilver
De snijring of het insteekverbindingsstuk mag niet opnieuw worden gebruikt bij
hermontage. Een beschadigde of hergebruikte snijring of insteekverbindingsstuk zorgt
mogelijk niet voor een zekere aansluiting van de remleiding. Hierdoor kan de remleiding
loskomen van de remklauwen of remgreep. Als de remleiding loskomt, bestaat het
gevaar dat de remmen plotseling niet meer werken.
Afgeknipt uiteinde
Verbindingsbout
Remleiding
Snijring
Verbindingsstuk
Snij de remleiding zo door dat het afgeknipt uiteinde loodrecht staat ten opzichte van
de lengte van de leiding. Als de remleiding schuin wordt afgesneden, kan er vloeistof
lekken.
90º
LET OP
Zorg ervoor dat u de gebruikers eveneens op de hoogte brengt
van het volgende:
Voorzorgsmaatregelen voor SHIMANO-mineraalolie
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Bij contact met de ogen moet u deze
spoelen met water en onmiddellijk de hulp van een arts inroepen.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. In geval van contact met de
huid, goed wassen met water en zeep.
10
VEILIGHEID VOOROP
Als nevel of damp van mineraalolie wordt ingeademd, kan dit tot misselijkheid leiden.
Zorg voor voldoende ventilatie en gebruik een ademmasker. Als u nevel of damp van
mineraalolie inademt, ga dan onmiddellijk naar een gebied met frisse lucht. Sla een
deken om u heen. Zorg dat u warm en stabiel blijft, en neem contact op met een arts.
Inremperiode
Schijfremmen hebben een inremperiode en de remkracht zal geleidelijk aan met het
verloop van de inremperiode toenemen. Houd voor uw veiligheid rekening met deze
toename in remkracht. Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of de remschijf
worden vervangen.
Voor montage op de fiets en onderhoud:
Bij gebruik van het originele SHIMANO-gereedschap (TL-FC36) voor het verwijderen en
monteren van de borgring van de remschijf, mogen de buitenste randen van de remschijf
niet met de handen worden aangeraakt. Draag handschoenen om te voorkomen dat u
snijwonden aan uw handen oploopt.
SHIMANO-mineraalolie hanteren
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Gebruik een veiligheidsbril en vermijd
contact met de ogen. Bij contact met de ogen moet u deze spoelen met water en
onmiddellijk de hulp van een arts inroepen.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. Draag handschoenen. In geval
van contact met de huid, goed wassen met water en zeep.
Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
Buiten bereik van kinderen houden.
Snijd de oliecontainer niet door, plaats deze niet in de buurt van warmtebronnen, voer er
geen laswerken op uit en zet de container niet onder druk. Dit kan ontploffing of brand
veroorzaken.
Gebruikte olie afvoeren: volg de landelijke en/of lokale regels om gebruikte olie af te
voeren. Ga voorzichtig te werk bij het afvoeren van de olie.
Aanwijzingen: houd de container afgesloten om het binnendringen van oneigenlijke
materialen en vocht te voorkomen, en bewaar de container op een koele, donkere plek
uit de buurt van direct zonlicht of warmte. Bij hitte of vuur vandaan houden,
Petroleumklasse III, Gevaarniveau III
Bij het reinigen met een compressor
Als u de remklauwbody uit elkaar haalt om de interne onderdelen te reinigen met een
compressor, houd er dan rekening mee dat vocht van de perslucht kan achterblijven op
de onderdelen van de remklauw. Laat de remklauwonderdelen voldoende drogen
voordat u de remklauwen weer in elkaar zet.
11
VEILIGHEID VOOROP
Remleiding
Wees voorzichtig met het hanteren van het mes wanneer u de remleiding doorsnijdt, om
verwondingen te vermijden.
Pas op dat u zich niet verwondt aan de snijring.
NOTITIE
Zorg ervoor dat u de gebruikers eveneens op de hoogte brengt
van het volgende:
Wij raden aan om remblokafstandsstukken te plaatsen als het fietswiel is verwijderd. Trek
de remgreep niet aan als het wiel is verwijderd. Als de remgreep wordt gebruikt zonder
dat er remblokafstandsstukken zijn gemonteerd, steken de zuigers verder naar buiten
dan normaal. Als dit gebeurt, moet u contact opnemen met een plaats van aankoop.
Reinig en onderhoud het remsysteem met een zeepoplossing of een droge doek. Gebruik
geen in de handel verkrijgbare remreinigingsmiddelen of geluidsdempende middelen.
Dergelijke middelen kunnen onderdelen, zoals afdichtingen, beschadigen.
Blijf de crank draaien tijdens het schakelen.
Ga voorzichtig om met de onderdelen en voorkom dat ze aan sterke stoten worden
blootgesteld.
Gebruik geen verdunningsmiddelen of vergelijkbare stoffen voor het reinigen van de
producten. Dergelijke materialen kunnen het oppervlak beschadigen.
Als het schakelen niet soepel aanvoelt, moet de schakeleenheid worden schoongemaakt
en moeten alle bewegende delen worden gesmeerd.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door
normaal gebruik en veroudering.
Voor montage op de fiets en onderhoud:
Gebruik een remleiding/buitenkabel die nog wat extra lengte over heeft, zelfs als het
stuur helemaal naar één kant is gedraaid. Controleer dan tevens dat de schakelversteller
het fietsframe niet raakt wanneer het stuur geheel naar links of rechts is gedraaid.
Gebruik een afgedichte OT-SP-kabel en kabelgeleider voor een soepele werking.
Smeer voor gebruik vet op de binnenkabel en de schuivende onderdelen van de
buitenkabel, zodat de onderdelen soepel kunnen schuiven. Zorg dat er zich geen stof op
de binnenkabel afzet. Als het vet van de binnenkabel is afgeveegd, wordt het
aanbrengen van SIS SP41-vet (Y04180000) aanbevolen.
12
VEILIGHEID VOOROP
Voor de schakelkabel wordt speciaal vet gebruikt. Gebruik geen premium vet of andere
soorten vet, omdat daardoor de schakelprestaties kunnen verslechteren.
Als de afstelling van het schakelen niet kan worden uitgevoerd, controleer dan of de
uiteinden van de achtervork op één lijn staan. Controleer dat de kabel schoon en
gesmeerd is en dat de buitenkabel niet te lang of te kort is.
Verwijder de hendeleenheid niet.
Als de montagemof van de remklauw en het vorkeinde niet van de standaardafmetingen
zijn, dan kunnen de remschijf en de remklauw elkaar raken.
Wij raden aan om remblokafstandsstukken te plaatsen als het fietswiel is verwijderd. De
remblokafstandsstukken voorkomen dat de zuiger naar buiten komt indien de remgreep
wordt aangetrokken wanneer het wiel is verwijderd.
Als de remgreep wordt gebruikt zonder dat er remblokafstandsstukken zijn gemonteerd,
steken de zuigers verder naar buiten dan normaal. Duw de remblokken terug met plat
gereedschap en let daarbij op dat het oppervlak van de remblokken niet beschadigd
raakt. (Zijn er geen remblokken gemonteerd, gebruik dan plat gereedschap om de
zuigers terug naar binnen te duwen. Let hierbij op dat u ze niet beschadigt.) Als het
moeilijk is om de remblokken of zuigers terug te duwen, verwijdert u de
ontluchtingsschroeven en probeert u het opnieuw. (Op dit moment kan er enige olie uit
de reservoirtank lopen.)
Gebruik isopropylalcohol, een zeepoplossing of een droge doek bij het reinigen en
onderhouden van het remsysteem. Gebruik geen in de handel verkrijgbare
remreinigingsmiddelen of geluidsdempende middelen. Dergelijke middelen kunnen
onderdelen, zoals afdichtingen, beschadigen.
Verwijder de zuigers niet bij het demonteren en reinigen van de remklauwen.
Als de remschijf versleten, gebarsten of verbogen is, moet deze worden vervangen.
De klemband, klembout en klemmoer zijn niet compatibel met andere producten. Niet
gebruiken met onderdelen die in andere producten worden gebruikt.
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze
onderhoudsinstructie hoofdzakelijk de procedures voor het gebruik van het
product worden uitgelegd.
13
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN
GEREEDSCHAPPEN
Het volgende gereedschap is noodzakelijk voor de montage / het verwijderen, afstelling en
onderhoud.
Gereedschap
2 mm inbussleutel
2,5 mm inbussleutel
3 mm inbussleutel
4 mm inbussleutel
5 mm inbussleutel
8 mm inbussleutel
8 mm moersleutel
7 mm dopsleutel
Engelse sleutel
Sleufkopschroevendraaier
Schroevendraaier [nr.1]
Sleufkopschroevendraaier (nominale diam. 0,8 × 4)
TL-BH62
TL-CT12
SM-DISC (olietrechter en oliestopper)
14
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
Gereedschap
Trechteradapter
TL-BT03/TL-BT03-S
TL-LR15
15
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De dual control-versteller/remgreep monteren
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De dual control-versteller/remgreep
monteren
1. Draai het remgreeprubber vanaf de achterkant om.
Draai de uiteinden van het remgreeprubber met beide handen voorzichtig om en duw ze
naar beneden.
NOTITIE
Als eraan wordt getrokken, kan het remgreeprubber vanwege de
materiaaleigenschappen beschadigd raken.
16
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De dual control-versteller/remgreep monteren
2. Draai de klembout los.
De klembout bevindt zich bovenop een steun waarvan het remgreeprubber is
omgedraaid.
Klembout
NOTITIE
Draai de klembout voldoende los. Het stuur kan worden beschadigd wanneer de
greep door het racestuur wordt gestoken.
3. Monteer de greep op het stuur.
Draai de klembout vast.
Klembout
6 - 8 Nm
NOTITIE
De klemband, klembout en klemmoer zijn niet compatibel met andere
producten. Gebruik ze niet in combinatie met onderdelen die met andere
producten worden gebruikt.
17
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De subremgreep monteren
De subremgreep monteren
NOTITIE
Het subremgreep-bandgebied heeft een diameter van Ø31,8 mm, en het
montagegebied is 38 mm wijd. Monteer de subremgreep dus op het gebied van het
stuur waar de diameter Ø31,8 mm groot is en de breedte 38 mm wijd is of meer, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Montagebereik voor
montagegebied van subremgreep:
Ø31,8 mm
38 mm
38 mm of meer vereist
Trek niet met overdreven veel kracht aan de klemband of buig of vervorm deze niet.
Hierdoor kan de bevestiging aan het stuur zwakker worden en kan de montage
bemoeilijkt worden.
Klemband
1. Draai de klembout op de subremgreep los.
Draai los totdat de klembout is verwijderd.
Klembout
18
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remschijf monteren
2. Installeer de kraag en bouthouder zoals wordt aangegeven in de
afbeelding.
Bouthouder
Kraag
3. Monteer de subremgreep op het stuur.
Monteer de subremgreep op dergelijke wijze dat er minstens 5 mm contact is met het
onderdeel dat een Ø31,8 mm heeft. Duw de klemband langs het stuur en monteer door
de klembout vast te draaien zodat deze het schroefgat recht binnengaat.
Klembout
Contactgebied
2 - 4 Nm
De remschijf monteren
Raadpleeg de dealerhandleiding voor de wielen om de remschijf te monteren en te
verwijderen.
19
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
De remklauw monteren
De remblokken monteren
1. Verwijder het ontluchtingsvulstuk (geel).
(1) Verwijder de houdclip.
(2) Verwijder de remblokas.
(3) Verwijder het ontluchtingsvulstuk (geel).
Ontluchtingsvulstuk (geel)
(3)
(2)
(1)
2. Plaats de blokaandrukveer in de remblokken.
Aangezien er vinnen staan op de voor- en achterkant van de gevinde blokken, plaatst u
de blokken zoals wordt getoond in de afbeelding.
Aandrukveer remblok
Blokken met ribben
3. Monteer de remblokken.
(1) Plaats de remblokken in de klauw.
(2) Plaats de remblokas.
20
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
(3) Monteer de houdclip.
Houdclip
(2)
(3)
Remblokken
(1)
0,2 - 0,4 Nm
Op het frame monteren
Monteer de klauw met de bevestigde remblokken op het frame. De montagemethode verschilt
afhankelijk van de gebruikte remschijf.
` Bij gebruik van een montagesteun (remschijf van 140
mm)
1. Monteer het wiel met een bevestigde remschijf op het frame.
2. Bevestig de montagesteun op de remklauw.
(1) Draai deze vast met de remklauwbevestigingsbout B.
21
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
(2) Monteer de boutbevestigingspen.
* Controleer dat de boutbevestigingspen volledig insteekt.
Montagesteun
Remklauwbevestigingsbout B
Boutbevestigingspen
6 - 8 Nm
NOTITIE
Let tijdens het bevestigen op de markering op de montagesteun.
22
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
3. Monteer de montagesteun tijdelijk op het frame zodat deze naar links
en rechts kan bewegen.
Remklauwbevestigingsbout A
(Tijdelijk)
4. Druk de remgreep in zodat dat de remschijf tussen de blokken wordt
gehouden en draai vervolgens de remklauwbevestigingsbout A vast.
Remklauwbevestigingsbout A
6 - 8 Nm
23
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
5. Monteer de borgring.
Borgring
NOTITIE
Posities voor het bevestigen van borgringen verschillen voor remschijven van 140
mm en 160 mm. (De afbeelding geeft de positie aan voor een remschijf van 140
mm.)
Borgring
` Bij gebruik van een montagesteun (160 mm remschijf)
1. Monteer het wiel met een bevestigde remschijf op het frame.
2. Bevestig de montagesteun op de remklauw.
(1) Draai deze vast met de remklauwbevestigingsbout B.
24
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
(2) Monteer de boutbevestigingspen.
* Controleer dat de boutbevestigingspen volledig insteekt.
Montagesteun
Remklauwbevestigingsbout B
Boutbevestigingspen
6 - 8 Nm
NOTITIE
Let tijdens het bevestigen op de markering op de montagesteun.
25
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
3. Monteer de montagesteun tijdelijk op het frame zodat deze naar links
en rechts kan bewegen.
Monteer de montagesteun zoals in de afbeelding wordt aangegeven tijdelijk op het
frame waarbij de remklauwbevestigingsbout A vooraf door de opening van de
montagesteun werd gehaald.
Remklauwbevestigingsbout A
(Tijdelijk)
NOTITIE
Monteer de remklauwbevestigingsbout A niet nadat de montagesteun in contact
is gekomen met het frame. Hierdoor kan de remklauw worden beschadigd door
botsing met de remklauw.
26
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
4. Druk de remgreep in zodat dat de remschijf tussen de blokken wordt
gehouden en draai vervolgens de remklauwbevestigingsbout A vast.
Remklauwbevestigingsbout A
6 - 8 Nm
5. Monteer de borgring.
Borgring
NOTITIE
Posities voor het bevestigen van borgringen verschillen voor remschijven van 140
mm en 160 mm. (De afbeelding geeft de positie aan voor een remschijf van 160
mm.)
Borgring
27
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
` Bij gebruik van de remklauwbevestigingsbout C (140
mm remschijf)
1. Plaats de remklauwbevestigingsbout C in het montagegebied op het
frame.
Zorg ervoor dat de lengte van het uitstekende gedeelte van de
remklauwbevestigingsbout C gelijk is aan 13 mm.
Remklauwbevestigingsbout C
13 mm
28
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
NOTITIE
Als u een boutlengte-selector gebruikt, controleer dan dat het uiteinde van de
remklauwbevestigingsbout C binnen bereik A valt.
Remklauwbevestigingsbout C
A
Boutlengte-selector
Gebruik geen tussenring bij het controleren van de lengte van
remklauwbevestigingsbout C.
De lengte van de te gebruiken remklauwbevestigingsbout C varieert afhankelijk
van de dikte van het frame. Gebruik de remklauwbevestigingsbout C die
geschikt is voor de framedikte.
Lengte
remklauwbevestigingsbout C
Framedikte
Framedikte
Lengte
remklauwbevestigingsbout
C
Y-onderdeel
20 mm 33 mm Y8PU08010
25 mm 38 mm Y8PU08020
30 mm 43 mm Y8PU08030
29
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
2. Monteer de remklauw tijdelijk op het frame zodat de remklauw nog
steeds horizontaal kan bewegen.
Remklauwbevestigingsbout C
(Tijdelijk)
3. Druk de remgreep in zodat de remschijf tussen de blokken wordt
gehouden en draai vervolgens de remklauwbevestigingsbout C vast.
6 - 8 Nm
Remklauwbevestigingsbout C
30
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
4. Monteer de boutbevestigingspen.
Controleer dat de boutbevestigingspen volledig insteekt.
Boutbevestigingspen
` Bij gebruik van de remklauwbevestigingsbout C (160
mm remschijf)
1. Controleer de lengte van de remklauwbevestigingsbout C.
Raadpleeg stap 1 in “Voor een achterremschijf van 140 mm”.
2. Bevestig de montagesteun op de remklauw.
(1) Draai deze vast met de remklauwbevestigingsbout B.
(2) Monteer de boutbevestigingspen.
* Controleer of de boutbevestigingspen helemaal tot achteraan naar binnen is gestoken.
Montagesteun
Remklauwbevestigingsbout B
Boutbevestigingspen
6 - 8 Nm
31
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
NOTITIE
Let tijdens het bevestigen op de markering op de montagesteun.
3. Monteer de montagesteun tijdelijk op het frame zodat deze naar links
en rechts kan bewegen.
Monteer tijdelijk met de remklauwbevestigingsbout C met tussenring.
(Tijdelijk)
Montagesteun
Tussenringen
Tussenringen
Remklauwbevestigingsbout C
32
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remklauw monteren
4. Druk de remgreep in zodat de remschijf tussen de blokken wordt
gehouden en draai vervolgens de remklauwbevestigingsbout C met
bevestigde tussenring vast.
Remklauwbevestigingsbout C
6 - 8 Nm
5. Monteer de houdclip.
Houdclip
33
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
De remleiding monteren
Overzicht van het eenvoudige leidingkoppelsysteem
RemklauwLeidingdop
Hendelaanslag
Verbindingsbout
Dual Control-Versteller/Remgreep
De lengte van de leiding controleren
1. Leid de remleiding naar de uiteindelijke montageplaats.
NOTITIE
Deze afbeelding dient alleen ter toelichting. Voor meer details over hoe de
remleidingen moeten worden geleid, neemt u contact op met de fabrikant van
de fiets of raadpleegt u de onderhoudsinstructie van de fiets.
Verwijder de leidingdoppen niet van de uiteinden van de remleidingen.
34
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
2. Controleer de juiste lengte van de remleiding.
Zet de greep vast in de positie die tijdens het fietsen wordt gebruikt.
Controleer de vooraf aangebrachte markering op de remleiding met de rand van de
verbindingsbout van de greep.
* Als de leiding de juiste lengte heeft, is het niet nodig om de leiding door te snijden. Ga
naar “De leiding aansluiten” in “De remleiding monteren”.
* Als de leiding moet worden verkort, ga dan verder naar “De leiding doorsnijden” in “De
remleiding monteren”.
* Als de leiding niet lang genoeg is, vervangt u deze met een leiding die een geschikte
lengte heeft.
Verbindingsbout
Markering
Geschikte lengte
Afdichtplug
De leiding doorsnijden
Wees voorzichtig bij het doorsnijden van de leiding, want er kan olie lekken wanneer de leiding
wordt doorgesneden.
1. Bepaal de geschikte lengte en plaats een markering op de remleiding.
Breng de markering zo aan dat ze op één lijn ligt met de rand van de verbindingsbout.
Verbindingsbout
35
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
2. Breng een snijmarkering aan.
Markeer de leiding op 21 mm vanaf het vinkje richting het uiteinde van de leiding.
Bij het monteren op de verbindingsbout op de subremgreep, plaatst u een markering op
18 mm van het vinkje.
21 mm of 18 mm
Snijmarkering
Vinkje
3. Bereid het originele SHIMANO-gereedschap TL-BH62 voor om de
remleiding door te snijden.
Demonteer het gereedschap zoals wordt getoond in de afbeelding.
Leidingkniptang
Hoofddeel
Persblok
[3] [4]
36
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
NOTITIE
Raadpleeg ook de onderhoudsinstructie voor het originele SHIMANO-
gereedschap TL-BH62.
Verplaats de greep die wordt aangeduid in de afbeelding niet voordat u het
originele SHIMANO-gereedschap TL-BH62 hebt gedemonteerd.
4. Plaats de remleiding in het originele SHIMANO-gereedschap TL-BH62.
37
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
NOTITIE
Wanneer u de remleiding plaatst, zorgt u ervoor dat de snijmarkering
evenwijdig ligt met de groef in het gereedschap.
Groef
Snijmarkering
5. Controleer de snijlocatie en zet de remleiding stevig vast.
38
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
6. Controleer dat de leiding goed vastzit en monteer dan de
leidingsnijder.
Leidingkniptang
7. Druk zoals in de afbeelding wordt aangegeven op de leidingkniptang
om de remleiding door te snijden.
8. Verwijder de leidingkniptang en controleer dat het afgeknipte uiteinde
egaal is.
90°90°
39
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
9. Monteer het insteekverbindingsstuk in het persblok en plaats het
persblok vervolgens in het originele SHIMANO-gereedschap TL-BH62.
Zorg dat het einde van het insteekverbindingsstuk correct is gepositioneerd in de opening
van de remleiding.
Persblok
Insteekverbindingsstuk
[1] [2]
NOTITIE
Wanneer u aansluit met een eenvoudig leidingkoppelsysteem, moet er een
gespecialiseerd insteekverbindingsstuk (SHIMANO-CODE Nr.: Y8JA98020/kleur:
zilver) worden gebruikt. Als het aangegeven insteekverbindingsstuk niet wordt
gebruikt, kunnen er fouten zoals olielekkage ontstaan.
40
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
10.
Druk de greep op het originele SHIMANO-gereedschap TL-BH62 in om
het insteekverbindingsstuk in de remleiding te monteren.
Controleer dat het insteekverbindingsstuk correct is gemonteerd.
11.
Verwijder de remleiding uit het originele SHIMANO-gereedschap TL-
BH62.
De leiding aansluiten
1. Verwijder de leidingdop.
Als de remleiding is doorgesneden, is het niet nodig om de leidingdop te verwijderen.
41
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
2. Bevestig de greep met de naar boven gerichte leidingconnector door
de hoek van de hendel te veranderen enz.
NOTITIE
Om het stuur te monteren, past u de hoek van de steun aan door de steun van
het stuur te kantelen zodat u de moersleutel kunt draaien. Zorg er hierbij voor
dat u het stuur en andere onderdelen niet beschadigt.
Stuur
3. Verwijder de afdichtplug.
Bedek de afdichtplug tijdens deze procedure met een wegwerpdoekje aangezien de olie
die aan de afdichtplug is blijven plakken, kan lekken.
Afdichtplug
42
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
4. Plaats de remleiding in de aansluitpoort van de remleiding.
De greep wordt geleverd met een vooraf gemonteerde snijring. Wanneer u de leiding
plaatst, zorg er dan voor dat deze niet aan de snijring blijft hangen.
Plaats de leiding totdat de vinkjes op het oppervlak van de leiding bedekt zijn.
Bedek met een wegwerpdoekje terwijl u deze procedure uitvoert, want er kan interne
olie lekken.
5. Draai de verbindingsbout met flens vast.
Draai de bout vast terwijl u de remleiding naar binnen duwt.
Verbindingsbout met flens
5 - 6 Nm
NOTITIE
Zorg ervoor dat u de remleiding naar binnen duwt en u de verbindingsbout
vastdraait. Anders kan er olie lekken of kan de remkracht onvoldoende zijn.
6. Veeg overtollige olie weg.
43
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
7. Verwijder de hendelaanslag.
Trek de hendelaanslag uit met korte heen-en-weerbewegingen. Zorg ervoor dat u de
greep niet induwt.
Hendelaanslag
NOTITIE
Nadat u de hendelaanslag hebt verwijderd, controleert u dat het
remblokafstandsstuk is gemonteerd op de remklauwzijde en dat de remklauw is
gemonteerd op de fiets, met de remschijf tussen de twee zijden van de
remklauw, voordat u de greep aantrekt. Controleer na het monteren op de fiets
dat de hendelaanslag is verwijderd.
8. Controleer dat de greep stijf is geworden.
Raadpleeg “Mineraalolie toevoegen en ontluchten” om te ontluchten indien de greep
niet stijf wordt.
De remleiding op de subremgreep monteren
Wees voorzichtig bij het doorsnijden van de leiding, want er kan olie lekken wanneer de leiding
wordt doorgesneden.
44
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
1. Monteer de subremgreep op de feitelijke montagelocatie en in de
feitelijke montagehoek.
2. Snijd de remleiding door daar waar het stuur begint te buigen.
Snijd met een hobbymes of gelijkaardig gereedschap.
Trek tape of enige andere materialen die de remleiding vasthouden, af.
Verwijder de remleiding van de greepzijde. Gooi de remleiding na verwijdering weg. U
dient de verbindingsbout te hergebruiken. Zorg er dus voor dat u deze op een veilige
plaats bewaart (gooi deze niet weg).
Stuur begint te buigen
45
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
3. Bepaal de geschikte lengte en plaats een markering op de remleiding.
Verwijder de leidingafdekking van de subremgreep en plaats een markering aan het
uiteinde van de verbindingsbout.
Er zijn twee verbindingsbouten. Wanneer u deze verbindt met de remklauw, gebruikt u
de verbindingsbouten in de posities die in de afbeelding worden aangegeven.
Verbindingsbout
4. Breng een snijmarkering aan.
Breng een snijmarkering aan op 18 mm vanaf de markering, naar het uitende van de
leiding toe.
18 mm
Snijmarkering
Vinkje
5. Snijd de remleiding en monteer het insteekverbindingsstuk.
Raadpleeg stappen 3 tot 11 van “De leiding doorsnijden” in “De remleiding monteren.”
46
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
6. Breng de leidingafdekking, verbindingsbout en snijring aan over de
remleiding.
Verbindingsbout
Remleiding
Leidingafdekking
Snijring
7. Controleer dat de snijring zich in de positie aangegeven in de
afbeelding bevindt en breng vervolgens vet aan op de schroefdraden
van de verbindingsbout en het buitenste oppervlak van de snijring.
Verbindingsstuk
Remleiding
Vinkje
Vet
Verbindingsbout
2 mm
47
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
8. Monteer de remleiding in de subremgreep.
Plaats de leiding tot aan de markering op de buitenbehuizing van de leiding.
Zorg ervoor dat de remleiding niet gedraaid is.
Verbindingsbout
Vinkje
NOTITIE
Zorg dat de remleiding bij het monteren niet verdraait. Controleer dat de
remklauw en subremgreep zich in de posities aangegeven in de afbeelding
bevinden.
Linkergreep
Rechtergreep
48
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
9. Draai de verbindingsbout vast terwijl u op de remleiding duwt.
5 - 7 Nm
Verbindingsbout
10.
Monteer de leidingafdekking.
Leidingafdekking
49
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De remleiding monteren
11.
Plaats de remleiding om de greep en de subremgreep aan te sluiten op
de montagelocatie.
Gebruik de remleiding die bij de subremgreep zit.
12.
Bepaal de juiste lengte en plaats een vinkje op de remleiding aan de
subremgreepzijde.
Verwijder de leidingafdekking van de subremgreep en plaats een markering aan het
uiteinde van de verbindingsbout.
Er zijn twee verbindingsbouten. Wanneer u deze aansluit op de greep, gebruikt u de
verbindingsbouten in de posities die in de afbeelding worden aangegeven.
Verbindingsbout
13.
Raadpleeg stappen 4 tot 9 om de remleiding te snijden en te monteren.
50
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
14.
Raadpleeg “De remleiding vervangen” voor informatie over het
monteren van de remleiding op de greepzijde.
NOTITIE
Zorg dat de remleiding bij het monteren niet verdraait. Controleer dat de greep
en subremgreep zich in de posities aangegeven in de afbeelding bevinden.
15.
Nadat u de remleiding hebt gemonteerd, raadpleegt u “SHIMANO-
mineraalolie vervangen” om de mineraalolie te injecteren en het
systeem te ontluchten.
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
Gebruikte kabels
Aangewezen binnenkabel Aanbevolen buitenkabel
ST-RX810
Ø 1,2 mm
Buitenkabelkapje met buisje /
SP41-buitenkabel
SP41
Ø 4 mm
ST-RX600/
ST-RX400/
ST-RX810-LA
Ø 1,2 mm
Tegenoverliggende zijde
Normaal buitenkabelkapje /
SP41-buitenkabel
Ø 4 mm
SP41
51
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
NOTITIE
Zorg dat er zich geen stof op de binnenkabel afzet.
Als het vet van de binnenkabel is afgeveegd, wordt het aanbrengen van SIS SP41-vet
(Y04180000) aanbevolen.
Montageplaats buitenkabelkapje met buisje
OT-SP41
(aluminiumtype) (zijde schakeleendheid)
OT-RS900
Afgedicht buitenkabelkapje
Kabeleindje met lang buisje
Kabeleindje met lang buisje
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de zadelpen voor
informatie over het buitenkabelkapje op de zadelpen.
*
Kabeleindje met kort buisje
(greepzijde schakelen)
*
TECHNISCHE TIPS
Plaats het bolronde deel van het kabeleindje met kort buisje in de groef van de steun.
52
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
De buitenkabel inkorten
1. Snij de buitenkabel door met een kabelkniptang (TL-CT12) enz.
Snij het uiteinde van de buitenkabel tegenover de markering door.
SP41
Buitenkabelkapje met buisje
NOTITIE
Gebruik een kabel die nog wat extra lengte over heeft, zelfs als het stuur
helemaal naar links of rechts is gedraaid.
2. Verwijder het buitenkabelkapje met buisje van de doorgesneden
buitenkabel.
3. Strek het uiteinde van de voering (Ø 2,2 of meer) uit met dun
gereedschap zoals een TL-CT12-naald.
Maak het afgeknipte uiteinde perfect rond.
SP41
TL-CT12
naald
53
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
NOTITIE
Let erop dat u door de TL-CT12-naald geen verwondingen aan uw handen
oploopt.
4. Monteer het buitenkabelkapje met buisje.
Plaats de buitenkabel tot deze goed contact maakt met het zitoppervlak van het
buitenkabelkapje met buisje.
SP41
Buitenkabelkapje met buisje
Buitenkabel
NOTITIE
Zorg er bij het plaatsen van de buitenkabel voor dat het uiteinde van het
buitenkabelkapje met buisje niet inzakt.
De schakelbinnenkabel/zadelpenkabel doortrekken
In de afbeelding wordt de rechtergreep getoond.
1. Zet de greep in de bovenste stand.
Bedien de ontspanner 10 keer of meer.
ST-RX810-LA heeft geen ontspanner; u hoeft deze dus niet te bedienen.
Ontspanner
54
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
2. Draai het remgreeprubber vanaf de achterkant om.
3. Verwijder de kabelafdekking van de steun.
Verwijder deze met een schroevendraaier enz.
Kabelafdekking
4. Voer de binnenkabel door, zoals aangegeven op de afbeelding.
NOTITIE
Let er bij het insteken van de kabel op dat de coating van de binnenkabel niet
beschadigd raakt.
55
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
5. Steek de kabel zodanig naar binnen dat het binnenkabelkapje aan de
eenheid wordt bevestigd.
6. Voer de binnenkabel door, zoals aangegeven op de afbeelding.
Kabeleindje met kort buisje
7. Monteer de kabelafdekking op de steun.
TECHNISCHE TIPS
Er kan pluisvorming optreden als de coating is beschadigd tijdens de montage
van de binnenkabel, maar dit heeft geen invloed op de werking van het
onderdeel.
56
MONTAGE / HET VERWIJDEREN
De schakelkabel/zadelpenkabel monteren
8. Bevestig de buitenkabel tijdelijk op het stuur met tape enz.
Tape
Tape
Buitenkabel
9. Omwikkel het stuur met stuurlint.
57
AFSTELLING
Het bereik afstellen
AFSTELLING
Het bereik afstellen
1. Draai de stelschroef voor het remgreepbereik om het bereik af te
stellen.
ST-RX810/BL-RX810/ST-RX810-LA
Het vastdraaien van de stelschroef (rechtsom) vergroot de afstand tussen de startpositie
van de greep en het stuur, terwijl het losdraaien van de schroef (linksom) de afstand
verkleint.
Stelschroef remgreepbereik
(1)
(2)
(1)
(2)
(2)
(2)
(1)
(1)
58
AFSTELLING
Het bereik afstellen
ST-RX400/ST-RX600/BL-RX600
Het vastdraaien van de stelschroef (rechtsom) verkleint de afstand tussen de startpositie
van de greep en het stuur, terwijl het losdraaien van de schroef (linksom) de afstand
vergroot.
Stelschroef remgreepbereik
(1)
(1)
(2)
(2)
(1)
(1)
(2)
(2)
BL-RX812
Het vastdraaien van de stelschroef (rechtsom) vergroot de afstand tussen de startpositie
van de greep en het stuur, terwijl het losdraaien van de schroef (linksom) de afstand
verkleint.
Stelschroef
remgreepbereik
NOTITIE
Controleer dat de rem goed functioneert na het afstellen. Gebruikt u een
subremgreep, bevestig dan de goede werking van de rem aan de hand van
zowel de hoofdgreep als de subremgreep.
59
AFSTELLING
De vrije slag afstellen
De vrije slag afstellen
Stel het bewegingsbereik van de greep af tot het remblok en de remschijf contact maken. Stel
het bereik af als de startpositie van de greep verandert bij de afstelling van de vrije slag.
1. Draai het remgreeprubber vanaf de achterkant om.
2. Draai de stelschroef voor vrije slag om de slag af te stellen.
Het vastdraaien van de stelschroef voor de vrije slag (rechtsom) verkleint het
bewegingsbereik van de greep, terwijl het losdraaien van de schroef (linksom) het
bewegingsbereik vergroot.
(1)
Stelschroef voor vrije slagafstelling
Verankeringsgebied van
het blok
Verankeringsgebied van
het blok
(2)
(2)
(2)
(1)
60
AFSTELLING
De vrije slag afstellen
NOTITIE
De vrije slag kan niet worden afgesteld voor ST-RX400/ST-RX600/BL-RX600/BL-
RX812.
Stop met het losdraaien van de stelschroef voor de vrije slag als de vrije slag niet
meer groter wordt. Als de stelschroef voor de afstelling van de vrije slag te ver
wordt losgedraaid, kan de stelschroef uit het steunhuis vallen. Forceer de
stelschroef voor de vrije slag niet. Anders kunt u de stelschroef beschadigen.
Verwijder de tussenring van de stelschroef voor vrije slag niet.
Plaats de stelschroef voor vrije slag zodanig dat deze het remgreeprubber niet
hindert.
61
ONDERHOUD
De remblokken vervangen
ONDERHOUD
De remblokken vervangen
NOTITIE
Dit remsysteem is zo ontworpen dat de speling tussen de remschijf en de remblokken
automatisch wordt aangepast door het langzaam naar buiten komen van de zuigers
naarmate de remblokken verder afslijten. Daardoor moeten de zuigers terug op hun
plaats worden geduwd wanneer de remblokken worden vervangen.
TECHNISCHE TIPS
Vervang de remblokken in de volgende gevallen.
Wanneer er olie aan de remblokken kleeft
Wanneer de remblokken zijn afgesleten tot een dikte van 0,5 mm
Wanneer de aandrukveer van de remblokken de remschijf hindert
1. Verwijder het wiel van het frame.
2. Verwijder de remblokken uit de klauw.
(1) Verwijder de houdclip.
(2) Verwijder de remblokas.
(3) Verwijder de remblokken uit de klauw.
Houdclip
(2)
(1)
Remblokken
(3)
3. Reinig de zuigers en het omliggende gebied.
62
ONDERHOUD
De remblokken vervangen
4. Duw de zuigers recht naar achteren, zover als het kan.
Gebruik plat gereedschap om de zuigers naar achteren te duwen, waarbij u ervoor zorgt
dat u ze niet verdraait.
Zuiger
NOTITIE
Duw de zuigers niet naar binnen aan de hand van scherp gereedschap. Hierdoor
kunnen de zuigers worden beschadigd.
5. Plaats een aandrukveer voor remblokken in de nieuwe remblokken.
Aangezien er vinnen staan op de voor- en achterkant van de gevinde blokken, plaatst u
de blokken zoals wordt getoond in de afbeelding.
Aandrukveer remblok
Blokken met ribben
6. Monteer de remblokken.
(1) Plaats de remblokken in de klauw.
(2) Plaats de remblokas.
(3) Monteer de houdclip.
63
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
(4) Monteer het remblokafstandsstuk (rood).
Houdclip
(2)
(3)
Remblokafstandsstuk
(rood)
(4)
Remblokken
(1)
0,2 - 0,4 Nm
7. Druk de remgreep enkele keren in en zorg ervoor dat de
hendelbediening stijf wordt.
8. Verwijder het remblokafstandsstuk en monteer het wiel.
9. Controleer dat de remschijf de remblokken niet hindert.
Controleer, indien dat wel het geval is, of het wiel correct is gemonteerd. Als er geen
probleem is met de montageplaats van het wiel, raadpleeg dan “De remklauw
monteren” en pas de positie van de klauw aan.
SHIMANO-mineraalolie vervangen
Er wordt aanbevolen om de olie te vervangen wanneer de olie in de reservoirtank zichtbaar is
verkleurd.
De mineraalolie afvoeren
Volg de landelijke en/of lokale regels om gebruikte olie af te voeren.
64
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
1. Positioneer de fiets zoals in de afbeelding wordt aangegeven.
Monteer een ontluchtingsvulstuk (geel) op de klauw en zet de fiets vast met een stander
enz.
Remleiding
Remklauw
2. Draai het remgreeprubber vanaf de voorkant om.
3. Zet de greep in een positie waarbij het bovenste oppervlak van de
ontluchtingsschroef parallel staat met de grond.
65
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
4. Verwijder de ontluchtingsschroef en O-ring.
Ontluchtingsschroef
O-ring
5. Monteer een zak en buis op de ontluchtingsnippel.
(1) Plaats een dopsleutel van 7 mm in de positie die in de afbeelding wordt aangegeven.
(2) Sluit de zak en de verbonden buis aan op de ontluchtingsnippel.
Ontluchtingsnippel
66
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
6. Draai de ontluchtingsnippel los.
De olie zal worden afgevoerd. De bediening van de remgreep tijdens de afvoer van de
olie zorgt ervoor dat de olie eenvoudiger wordt afgevoerd.
Ontluchtingsnippel
Mineraalolie toevoegen en ontluchten
Wanneer u olie toevoegt, gebruik dan alleen SHIMANO-mineraalolie.
Gebruikt u geen subremgreep, zijn de procedures in stap 4 en 10 tot 14 niet nodig.
NOTITIE
Draai de afdichtingsbout op de subremgreep niet los bij het vervangen van de
mineraalolie.
Afdichtingsbout
67
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
1. Plaats de fiets zoals wordt getoond in de afbeelding.
Monteer een ontluchtingsvulstuk (geel) op de klauw en zet de fiets vast met een staander
enz.
Remleiding
Remklauw
NOTITIE
Voor het ontluchten van de klauw hebt u de SM-DISC (olietrechter en
oliestopper) nodig.
2. Draai het remgreeprubber vanaf de voorkant om.
3. Zet de greep in een positie waarbij het bovenste oppervlak van de
ontluchtingsschroef parallel staat met de grond.
68
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
NOTITIE
Wees voorzichtig dat u bij het kantelen niet met kracht aan de remleiding of
schakelkabel trekt.
4. Kantel de subremgreep 30° naar beneden vanaf de horizontale positie.
U hoeft deze procedure niet uit te voeren als er geen subremgreep gemonteerd is.
30°
5. Verwijder de ontluchtingsschroef en O-ring.
Ontluchtingsschroef
O-ring
TECHNISCHE TIPS
Pas op dat u de ontluchtingsschroef of O-ring niet laat vallen.
69
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
6. Monteer de trechteradapter op de olietrechter.
Olietrechter
Trechteradapter
7. Bevestig de olietrechter.
Olietrechter
70
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
8. Zet de greep in een positie waarbij het in de afbeelding aangegeven
oppervlak van de steun parallel staat met de grond.
Voer de afstelling uit door de hoek van de hendel te veranderen enz.
NOTITIE
Wees voorzichtig dat u bij het kantelen niet met kracht aan de remleiding of
schakelkabel trekt.
9. Voeg de olie toe via de ontluchtingsnippel.
(1) Plaats een dopsleutel van 7 mm in de positie die in de afbeelding wordt aangegeven.
(2) Voeg olie toe tot de spuit vol is en sluit de buis vervolgens aan op de
ontluchtingsnippel.
(3) Bevestig de buis met een slanghouder zodat deze niet loskomt.
(4) Draai de ontluchtingsnippel met 1/8 omwenteling los.
(5) Druk op de zuiger van de spuit om de olie toe te voegen.
71
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
(6) De olie begint nu uit de olietrechter te stromen. Blijf de olie toevoegen tot er geen
luchtbellen meer zitten in de olie die eruit komt.
Ontluchtingsnippel
Slanghouder
NOTITIE
Zet het hoofddeel van de remklauw vast in een clip om te vermijden dat de buis
per ongeluk loskomt.
Zorg ervoor dat u de greep niet meerdere keren aantrekt en loslaat. Doet u dat
wel, duurt het ontluchten langer, omdat er luchtbellen in de remklauw
achterblijven, zelfs als er geen bellen verschijnen. (Als de greep herhaaldelijk
werd ingedrukt en losgelaten, moet u alle olie laten weglopen en vervolgens
opnieuw olie toevoegen.)
72
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
10.
U dient de subremgreep ongeveer 10 keer vast te grijpen en los te
laten.
Grijp de subremgreep over 1 tot 2 seconden langzaamaan vast tot deze in contact komt
met het stuur, en laat de greep vervolgens over 1 tot 2 seconden langzaamaan los.
Blijf verder werken tot stap 15 met de spuit aangesloten, zonder de ontluchtingsnippel
op de remklauw dicht te doen.
11.
Behoud tijdens het ontluchten het olieniveau door extra olie toe te
voegen.
Voeg extra olie toe zodat er geen lucht naar binnen wordt gezogen (lucht geraakt niet
binnen) wanneer het oliepeil in de trechter daalt.
12.
Voeg de olie toe via de ontluchtingsnippel.
(1) Druk op de zuiger van de spuit om de olie toe te voegen.
73
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
(2) Blijf olie toevoegen totdat de olie die naar buiten stroomt geen luchtbellen meer
bevat.
Ontluchtingsnippel
Slanghouder
13.
Voer de volgende hendelbediening uit.
(1) Grijp de subremgreep vast tot deze in contact komt met het stuur.
(2) Bij het vastgrijpen van de remgreep, grijpt u de hoofdremgreep snel vast tot deze in
contact komt met het stuur (ongeveer 0,5 seconden).
(3) Laat de subremgreep los.
74
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
(4) Laat de hoofdremgreep los.
Snel (ongeveer 0,5 seconde)
(1) (2)
(3) (4)
14.
Voeg de olie toe via de ontluchtingsnippel.
(1) Druk op de zuiger van de spuit om de olie toe te voegen.
75
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
(2) Blijf olie toevoegen totdat de olie die naar buiten stroomt geen luchtbellen meer
bevat.
Ontluchtingsnippel
Slanghouder
15.
Van zodra er geen luchtbellen meer in de olie aanwezig zijn, plaatst u
de greep in de positie waarbij de steun zich op 45° bevindt, zoals in de
afbeelding wordt aangegeven.
Voer de afstelling uit door de hoek van de hendel te veranderen enz.
45°
16.
Vul de olietrechter met olie tot er geen luchtbellen meer aanwezig zijn
in de olie en sluit tijdelijk de ontluchtingsnippel.
17.
Verwijder de spuit.
Houd het uiteinde van de spuitbuis vast met een wegwerpdoekje enz. zodat de olie zich
niet verspreidt.
76
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
18.
Ontlucht.
De meeste luchtbellen die in het remsysteem achterblijven, kunnen worden verwijderd
door de volgende handeling uit te voeren.
(1) Plaats een dopsleutel van 7 mm in de positie die in de afbeelding wordt aangegeven.
(2) Sluit de buis met bevestigde zak aan op de ontluchtingsnippel.
(3) Draai de ontluchtingsnippel los.
(4) Na een tijdje komen de olie en de luchtbellen vanzelf uit de ontluchtingsnippel in de
buis.
Ontluchtingsnippel
TECHNISCHE TIPS
Het kan helpen om de remleiding zachtjes te schudden, voorzichtig op de steun
van de greep en de klauw te tikken met een schroevendraaier of de positie van
de klauwen te verschuiven.
77
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
19.
Behoud tijdens het ontluchten het olieniveau door extra olie toe te
voegen.
Voeg extra olie toe zodat er geen lucht naar binnen wordt gezogen (lucht geraakt niet
binnen) wanneer het oliepeil in de trechter daalt.
20.
Als er geen luchtbellen meer uit de ontluchtingsnippel komen, moet de
nippel tijdelijk worden vastgedraaid.
Ontluchtingsnippel
78
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
21.
Met de greep ingedrukt, draait u de ontluchtingsnippel snel achter
elkaar los en vast.
Draai telkens ongeveer 0,5 seconde los en vast om enige luchtbellen in de klauw los te
laten.
Ontluchtingsnippel
22.
Herhaal stap 21 twee tot drie keer en draai de ontluchtingsnippel
vervolgens vast.
Ontluchtingsnippel
79
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
23.
Zet de greep in een positie waarbij het in de afbeelding aangegeven
oppervlak van de steun parallel staat met de grond.
Voer de afstelling uit door de hoek van de hendel te veranderen enz.
24.
Bedien de greep.
Herhaal traag tot er geen luchtbellen meer verschijnen.
80
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
25.
Zet de greep in een positie waarbij het in de afbeelding aangegeven
oppervlak van de steun op 45° ten opzichte van de grond staat.
Voer de afstelling uit door de hoek van de hendel te veranderen enz.
45°
26.
Bedien de greep.
De luchtbellen in het systeem komen via de poort omhoog in de olietrechter. Herhaal
traag tot er geen luchtbellen meer verschijnen.
81
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
27.
Controleer dat de greep stijf is geworden.
Los Beetje stijf Stijf
NOTITIE
Als de greep niet stijf wordt, moet de procedure vanaf stap 18 worden herhaald.
28.
Zet de greep in een positie waarbij het bovenste oppervlak van de
ontluchtingsschroef parallel staat met de grond.
Voer de afstelling uit door de hoek van de hendel te veranderen enz.
82
ONDERHOUD
SHIMANO-mineraalolie vervangen
29.
Dicht de olietrechter met de oliestopper.
Zorg ervoor dat de zijde van de oliestopper waaraan de O-ring is bevestigd naar beneden
wijst.
O-ring
Oliestopper
30.
Verwijder de olietrechter.
Verwijder de olietrechter terwijl deze nog is afgedicht door de oliestopper.
83
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
31.
Draai vast met een ontluchtingsschroef waarop een O-ring werd
bevestigd.
Draai vast tot er olie naar buiten komt om te garanderen dat er geen luchtbellen in de
reservoirtank achterblijven.
Ontluchtingsschroef
0,5 - 0,7 Nm
NOTITIE
Bedien de greep niet. Als deze wordt bediend, bestaat er een risico dat er
luchtbellen in de cilinder terechtkomen.
32.
Veeg eventuele olie die eruit is gekomen, af.
De remleiding vervangen
Nadat u de remleiding hebt vervangen, raadpleegt u “SHIMANO-mineraalolie vervangen” om
de mineraalolie te injecteren en het systeem te ontluchten.
Raadpleeg “De remleiding op de subremgreep monteren” voor informatie over het vervangen
van de remleiding aan de remgreepzijde.
84
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
De lengte van de leiding controleren en de leiding
doorsnijden
1. Leid de remleiding naar de uiteindelijke montageplaats.
2. Breng na de bepaling van de geschikte lengte een vinkje aan op de
remleiding.
Breng markeringen aan op zowel de greepzijde als op de klauwzijde van de leiding.
Verbindingsbout
Vinkje
Voor de greepzijde Voor de remklauwzijde
3. Snijd de remleiding door.
Raadpleeg “De leiding doorsnijden” in “De remleiding monteren”.
85
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
Voor de greepzijde
1. Plaats de verbindingsbout met flens en de snijring over de remleiding.
Snijring
Remleiding
Verbindingsbout met flens
2. Controleer dat de snijring zich in de positie aangegeven in de
afbeelding bevindt en breng vervolgens vet aan op de schroefdraden
van de verbindingsbout en het buitenste oppervlak van de snijring.
Verbindingsstuk
Remleiding
Vinkje
Vet
Verbindingsbout met flens
2 mm
3. Monteer de remleiding in de greep.
Zet de greep vast op het stuur of in een bankschroef en breng de remleiding recht naar
binnen.
86
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
4. Draai de verbindingsbout met flens vast terwijl u op de remleiding
duwt.
Zorg ervoor dat de remleiding recht is tijdens het duwen.
Verbindingsbout met flens
5 - 6 Nm
NOTITIE
Om op het stuur te bevestigen, stelt u de hoek van de steun af door de steun van
het stuur te kantelen zodat u de moersleutel kunt draaien. Zorg ervoor dat u het
stuur enz. daarbij niet beschadigt.
5. Bevestig de remleiding tijdelijk op het stuur door middel van tape enz.
Voor de klauwzijde
1. Plaats de verbindingsbout en de snijring over de remleiding.
Snijring
Verbindingsbout
Remleiding
87
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
2. Controleer dat de snijring zich in de positie aangegeven in de
afbeelding bevindt en breng vervolgens vet aan op de schroefdraden
van de verbindingsbout en het buitenste oppervlak van de snijring.
Verbindingsstuk
Remleiding
Vinkje
Vet
Verbindingsbout
2 mm
3. Monteer de remleiding in de klauw.
Steek de leiding naar binnen tot de vooraf aangebrachte vinkjes op de leiding bedekt
zijn.
88
ONDERHOUD
De remleiding vervangen
NOTITIE
Zorg dat de remleiding bij het monteren niet verdraait.
Controleer dat de klauw en greep zich in de posities aangegeven in de afbeelding
bevinden.
Linker greep
Rechter greep
4. Draai de verbindingsbout vast terwijl u op de remleiding duwt.
5 - 7 Nm
Verbindingsbout
89
ONDERHOUD
Afstelling wanneer de zuigers niet goed werken
Afstelling wanneer de zuigers niet goed
werken
De klauw bevat twee zuigers. Stel de zuigers af met de volgende procedure als deze zuigers
niet correct werken, als ze ongelijk naar buiten steken of als de remblokken in contact blijven
met de remschijf.
1. Verwijder het wiel van het frame.
2. Verwijder de remblokken uit de klauw.
Verwijder de houdclip en verwijder vervolgens de remblokas.
Houdclip
Remblokken
3. Reinig de zuigers en het omliggende gebied.
4. Duw de zuigers recht naar achteren, zover als het kan.
Gebruik plat gereedschap om de zuigers naar achteren te duwen, waarbij u ervoor zorgt
dat u ze niet verdraait.
Zuiger
NOTITIE
Duw de zuigers niet naar binnen aan de hand van scherp gereedschap. Hierdoor
kunnen de zuigers worden beschadigd.
90
ONDERHOUD
De naamplaat vervangen
5. Monteer de remblokken en het remblokafstandsstuk (rood) in de
klauw.
6. Bedien de greep doorheen het volledige bewegingsbereik en druk de
greep nog enkele keren in zodat de twee zuigers naar hun startposities
bewegen.
7. Verwijder het remblokafstandsstuk en monteer het wiel.
8. Controleer dat de remschijf de remblokken niet hindert.
Draai als dat wel het geval is de bevestigingsbout los en stel deze af totdat dit niet meer
het geval is.
De naamplaat vervangen
1. Bedien de rem terwijl u met de greep een schakeling uitvoert.
De schroef wordt zichtbaar.
2. Verwijder de schroef en vervang de naamplaat.
0,15 - 0,2 Nm
NOTITIE
De schroef is klein. Zorg ervoor dat u deze niet laat vallen.
Het remgreeprubber vervangen
1. Verwijder het remgreeprubber.
91
ONDERHOUD
Het remgreeprubber vervangen
2. Monteer een nieuw remgreeprubber.
Plaats de uitsteeksels op het remgreeprubber in de holtes in het steunhuis tijdens het
aanbrengen op het remgreeprubber.
Om het remgreeprubber te monteren, verwijdert u de greep en de remleiding van het
frame, of verwijdert u de remklauw van het frame, en haalt u het remgreeprubber door
vanaf de klauwzijde.
NOTITIE
De binnenkant van het remgreeprubber heeft een markering die de linkerkant
of rechterkant aangeeft.
Voer de ontluchtingsprocedure opnieuw uit na het verwijderen van de
remleiding.
TECHNISCHE TIPS
Het is gemakkelijker om de montage uit te voeren als er alcohol wordt
aangebracht aan de binnenkant van het remgreeprubber.
92
ONDERHOUD
De hoofdhendelsteun vervangen
De hoofdhendelsteun vervangen
1. Bedien de ontspanner twee keer of vaker en verzet de hoofdgreep
vervolgens twee versnellingen.
ST-RX810-LA heeft geen ontspanner; u hoeft deze dus niet te bedienen.
Ontspanner
Hoofdversteller
93
ONDERHOUD
De hoofdhendelsteun vervangen
2. Houd de basis van de hoofdgreep vast met uw vingers en zet
vervolgens alleen de hoofdgreep terug in de oorspronkelijke positie.
Hoofdversteller
Hoofdhendelsteun
3. Verwijder de aanslag.
Draai de hoofdhendelsteun met een sleufkopschroevendraaier of vergelijkbaar
gereedschap in de richting van de pijl.
94
ONDERHOUD
De kabelafdekking vervangen
4. Trek de hoofdhendelsteun naar buiten.
5. Breng een nieuwe hoofdhendelsteun aan.
De kabelafdekking vervangen
1. Draai het remgreeprubber vanaf de achterkant om.
2. Verwijder de kabelafdekking van de steun.
Verwijder deze met een schroevendraaier enz.
Kabelafdekking
95
ONDERHOUD
Een ontkoppeld binnenkabelkapje naar buiten trekken (schakelkabel)
3. Plaats een nieuwe kabelafdekking in het gat van de steun.
Breng voor de montage lichte vouwmarkeringen aan op de kabelafdekking.
Een ontkoppeld binnenkabelkapje naar
buiten trekken (schakelkabel)
Als het moeilijk is om het binnenkabelkapje naar buiten te trekken, kunt u de onderstaande
procedure volgen.
1. Verwijder de greep van het stuur en verwijder vervolgens het
remgreeprubber.
TECHNISCHE TIPS
Om een soepele schakeltoestand te behouden, wordt aanbevolen dat de
binnenkabel samen met de kabelgeleider wordt vervangen als deze ontkoppeld
is.
96
ONDERHOUD
Een ontkoppeld binnenkabelkapje naar buiten trekken (schakelkabel)
2. Verwijder de afdekking van de eenheid.
Verwijder de schroeven die zich aan de onderkant van de steun bevinden.
Afdekking eenheid
3. Trek het binnenkabelkapje los van de kabelhaak van het
kabelmechanisme.
NOTITIE
Let erop dat u de veer niet per ongeluk aanraakt. Er zou dan een storing kunnen
ontstaan.
4. Monteer de afdekking van de eenheid.
0,2 - 0,25 Nm
97
ONDERHOUD
De SL-kabelgeleider vervangen
De SL-kabelgeleider vervangen
1. Draai het remgreeprubber vanaf de achterkant om.
2. Open de kabelafdekking.
Open deze met een schroevendraaier enz.
Kabelafdekking
3. Trek de SL-kabelgeleider uit.
Gebruik puntig gereedschap om deze eruit te wrikken.
SL-kabelgeleider
98
ONDERHOUD
De SL-kabelgeleider vervangen
4. Duw de nieuwe SL-kabelgeleider met de hand naar binnen.
5. Sluit de kabelafdekking.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99

Shimano BL-RX812 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor