8 / 12
7 Voor de ingebruikname
INSTRUCTIE
Vermijd verstoringen van de verbinding
Om onderbrekingen in de connectiviteit tussen de apparaten te voorkomen, dient u de volgende pun-
ten in overweging te nemen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
1. Plaats het basisstation (ontvanger) en de draadloze sensor (zender) zo dicht mogelijk bij elkaar.
2. Stel de stroomvoorziening voor het basisstation in en wacht tot de binnentemperatuur wordt weer-
gegeven.
3. Stel de stroomvoorziening voor de draadloze sensor in.
4. Plaats het basisstation en de draadloze sensor binnen het effectieve zendbereik.
5. Zorg ervoor dat het basisstation en de draadloze sensor aan hetzelfde kanaal zijn toegewezen.
Vervang bij het vervangen van de batterijen altijd de batterijen in het hoofdtoestel en alle sensoren en
vervang ze in de juiste volgorde, zodat de verbinding op afstand kan worden hersteld. Als een van de
apparaten op netspanning staat, moet de stroomtoevoer ook voor dit apparaat bij het vervangen van
de accu's kortstondig worden onderbroken. Als slechts in één van de apparaten (de draadloze sensor)
batterijen worden vervangen, kan het signaal niet of niet correct worden ontvangen.
Opmerking: het effectieve bereik kan sterk worden beïnvloed door bouwmaterialen en de positie van
de hoofd- en remote units. Door externe invloeden (verschillende RC-apparaten en andere storings-
bronnen) kan de maximale afstand aanzienlijk worden gereduceerd. In dergelijke gevallen raden we
aan om het hoofdtoestel en de draadloze sensor op andere plaatsen te plaatsen. Soms is het enige
wat nodig is, is een verhuizing van een van deze onderdelen van een paar centimeter!
8 Instellen van de stroomvoorziening
Base unit
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
2. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
4. Wacht tot de binnentemperatuur op het basisstation wordt weergegeven.
Remote sensor
5. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
6. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
7. Verplaats de schuifregelaar CH naar de positie voor het gewenste zendkanaal (instelling CH1,
CH2 of CH3 met schermweergave).
8. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
INSTRUCTIE!Bij gebruik van een buitensensor wordt kanaal 1 aanbevolen als standaardinstel-
ling.
9 Automatische tijdinstelling
Nadat de stroom is hersteld, zoekt het toestel automatisch naar het radiosignaal. Het duurt ongeveer
3-8 minuten om dit proces te voltooien.
Als het radiosignaal correct wordt ontvangen, worden de datum en tijd automatisch ingesteld en wordt
het ontvangstsymbool weergegeven.
Als er geen radiosignaal wordt ontvangen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk gedurende ca. 2 seconden op de OMLAAG-knop om de ontvangst van het radiosignaal op-
nieuw te starten.