Documenttranscriptie
Nederlands
Français
HANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u
de wasautomaat in gebruik neemt en bewaar de
handleiding om later iets op te zoeken.
F14B9Q/TD(W)(A)(1~9) / F147W2DB
F12B9Q/TD(W)(A)(1~9)
F10B9Q/TD(W)(A)(1~9)
P/No.: MFL68027605
ver. 25102013.00
www.lg.com
P
roductkenmerken
Bescherming tegen kreuken
Door de links-/rechtsdraaiende beweging van de trommel wordt het
kreukelen van het wasgoed tot een strikt minimum beperkt.
Ingebouwde verwarmer
De ingebouwde verwarmer verwarmt het water op de beste
temperatuur voor de ingestelde wascyclus.
Economischer door het Intelligent Wassysteem
Om het energiegebruik en het waterverbruik tot een minimum te
beperken, detecteert het Intelligent Wassysteem de grootte van de
lading en de watertemperatuur. Ook bepaalt het op basis hiervan het
optimale waterniveau en de wastijd.
추가선택
예약
Kinderslot
Het kinderslotsysteem wordt gebruikt om te vermijden dat kinderen
op een knop duwen om het programma te wijzigen terwijl de machine
draait.
Ruisarm snelheidscontrolesysteem
Door de washoeveelheid en de balans te meten, zorgt het systeem
ervoor dat de was gelijkmatig verdeeld wordt zodat het geluidsniveau
bij het centrifugeren tot een minimum herleid wordt.
Direct Drive-systeem
De moderne Blushless DC-motor drijft de trommel rechtstreeks aan
zonder gebruik te maken van riem of riemschijf.
6 Motion.
De wasmachine kan diverse trommelacties of een combinatie van
verschillende acties, afhankelijk van het geselecteerde wasprogramma
uitvoeren.
Gecombineerd met een gecontroleerde rotatiesnelheid en de capaciteit
van de trommel zowel links als rechts te roteren, zijn de wasprestaties
van de machine uitstekend met als resultaat een perfect wasresultaat.
I
nhoudsopgave
Waarschuwingen ...................................................................... 3
Kenmerken ............................................................................... 4
Installatie....................................................................................5
Aandachtspunten voor het wassen .........................................10
Zeep toevoegen ......................................................................11
Functies .................................................................................. 13
Gebruik van de wasmachine ...................................................15
Onderhoud...............................................................................22
Storingsindex ...........................................................................26
Garantiebepalingen .................................................................30
2
LEES ALLE INFORMATIE ALVORENS U HET TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Waarschuwing
Voor uw veiligheid: alle informatie in deze handleiding dient te worden opgevolgd om het
risico voor brand, explosie of een elektrische schok tot een minimum te beperken, en om
schade aan eigendommen, verwondingen of dodelijk letsel te voorkomen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar
het niet aan temperaturen onder het vriespunt of aan
de weerelementen kan worden blootgesteld.
• Het is gevaarlijk om de kenmerken van dit toestel op
enigerlei wijze aan te passen.
• Probeer de machine niet zelf te herstellen.
Herstellingen die uitgevoerd zijn door onervaren of
niet-gekwalificeerd personeel kunnen verwondingen
en/of nog ernstigere fouten veroorzaken aan de
machine.
• Hou de plaatsen onder en rondom de toestellen vrij
van brandbare materialen zoals pluizen, papier,
vodden, chemicaliën, enz.
• Nauw toezicht is nodig indien het apparaat door of in
de buurt van kinderen wordt gebruikt.
• Sta niet toe dat kinderen op, met of in dit toestel of
enig ander apparaat spelen.
• Laat de wasmachinedeur nooit open staan.
• Kinderen zouden op de geopende deur kunnen gaan
hangen of in de wasmachine kruipen.
• Breng uw hand of arm nooit in de wasmachine terwijl
deze nog draait. Wacht tot de trommel geheel tot
stilstand is gekomen.
• Het wasproces kan de brandvertrager van textiel
verminderen.
• Was of droog geen artikelen die zijn gereinigd,
gewassen, gedrenkt in of besprenkeld met brandbare
of explosieve stoffen (zoals was, olie, verf, dieselolie,
ontvetters, oplosmiddelen voor droog reinigen,
kerosine, enz.) die zouden kunnen ontvlammen of
exploderen. Olie kan achterblijven in de trommel,
waardoor er brand kan ontstaan tijdens het drogen.
Laad dus geen kleding met olievlekken.
• Om dit te vermijden volgt u zorgvuldig de was- en
verzorgingsinstructies op van de fabrikant die in het
kledingstuk zijn opgenomen.
• Sla de wasmachinedeur nooit met kracht dicht en
probeer deze niet geforceerd te openen wanneer hij
op slot zit . Dit kan schade veroorzaken aan de
wasmachine.
• Om risico op een elektrische schok tot een minimum
te beperken, trekt u de stekker van het apparaat uit
het stopcontact of haalt u de zekering van de
wasmachine uit de stoppenkast of zet de
hoofdschakelaar van het elektrisch circuit in uw huis
uit alvorens u begint met onderhoud of reiniging.
• Gebruik het apparaat nooit wanneer het beschadigd
is, niet goed functioneert, gedeeltelijk is
gedemonteerd, of er onderdelen aan ontbreken of
stuk zijn. Dit geldt ook wanneer het snoer of de
stekker zijn beschadigd.
• Neem contact op met het service centrum indien het
apparaat onder water heeft gestaan.
Risico op elektrische schokken en brand.
• Alle elektriciteitswerken, die noodzakelijk zijn voor de installatie van het toestel, moeten uitgevoerd worden
door een erkende elektricien of een deskundig persoon.
• Gebruik uitsluitend een geaard stopcontact van 220 –240 V.Gebruik geen verlengkabel of een verdeelstekker.
• Om gevaar te vermijden moet de stroomtoevoerkabel, wanneer deze beschadigd is, vervangen worden door
de fabrikant, door zijn erkende verdelers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
• Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
3
Nederlands
W aarschuwingen
K enmerken
Naam
Stroomtoevoer
Afmetinges
: Wasmachine, voorlader
: 220-240V~, 50Hz
: 600mm (B) X 550mm (D) X 850mm (H)
Gewicht.
: 62 kg
Wascapaciteit
: 7kg [F10/12/14 B 9QD(W) (A)(1~9)] /[F147W2DB]
8kg [F10/12/14 B 9TD(W) (A)(1~9)]
Max. vermogen.
: 2100W / 0.33 W (uit-stand, standby-stand)
: Niet Centrif. / 400 / 800 / 1400 [F14B9Q/TD(W) (A) (1~9)]/
[F147W2DB]
Niet Centrif. / 400 / 800 / 1200 [F12B9Q/TD(W) (A) (1~9)]
Niet Centrif. / 400 / 800 / 1000 [F10B9Q/TD(W) (A) (1~9)]
Waterverbruik
: 49 [F10/12/14 B 9QD(W) (A)(1~9)] /[F147W2DB]
56 [F10/12/14 B 9TD(W) (A)(1~9)]
Toegelaten waterdru
: 0,3-10kgf/cm (30-1000 kPa)
Het uitzicht en de kenmerken kunnen zonder voorafgaande kennisgeving afwijken.
Dit enkel om de kwaliteit van het toestel te verbeteren.
Centrifugeersnelheid
Accessoires
Toevoerleiding (1EA)
4
Moersleutel
nstallatie
Nederlands
I
Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar het niet aan temperaturen onder het
vriespunt of aan schommelende weersomstandigheden kan worden blootgesteld.
Als de wasmachine geplaatst werd op een vast tapijt, mag de het tapijt de plintopening niet
hinderen.
Vergrendelingsbouten voor vervoer
Het toestel is uitgerust met vergrendelingsbouten voor vervoer om interne schade
tijdens het transport te vermijden.
De verpakking en alle transportbouten moeten worden
verwijderd alvorens de wasmachine te gebruiken.
Wasmachine
Wanneer u de verpakking onderaan verwijdert, zorg er dan
voor ook de bijkomende verpakkingsplaat in het midden
Verpakking
onderaan te verwijderen.
onderkant
Verwijderen van de vergrendelingsbouten
1. Om interne schade tijdens het transport
te vermijden zijn de 4 speciale
vergrendelingsbouten vastgeschroefd.
Vooraleer de wasmachine in gebruik te
nemen, moet u de bouten en de rubberen
stoppen verwijderen.
• Als ze niet verwijderd worden, zal de
machine hevig schudden, veel geluid
veroorzaken en uiteindelijk in storing gaan.
2. Draai de 4 bouten los met de
meegeleverde moersleutel.
3. Verwijder de 4 bouten samen met de
rubberen stoppen door zachtjes aan de
stop te draaien. Houd de 4 bouten en de
moersleutel bij voor eventueel later
gebruik.
• Telkens wanneer het toestel verplaatst
wordt, moeten deze vergrendelingsbouten
opnieuw geplaatst worden.
4. Sluit de gaten af met de meegeleverde
afdekhoedjes.
5
I
nstallatie
Ruimtelijke installatievereisten
afvoerleiding
wasmachine
ong.
2cm
wasKuip
Passtelling met de vloer:
De toegelaten hellingsgraad onder de wasmachine
bedraagt 1˚
Stopcontact :
Moet geplaatst zijn op maximaal 1,5 meter links of
rechts van de wasmachine. Niet meer dan één toestel
aansluiten op het stopcontact.
Bijkomende vrije ruimte :
Voor inbouw tegen muur, deur en vloer is volgende vrije
ruimte noodzakelijk.
(10 cm: achterzijde / 2 cm: rechter- en linkerzijde)
Plaats of bewaar nooit wasproducten op de
wasmachine.
Positioneren
Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt gehinderd door tapijten,
matten enz.
• Probeer nooit om een oneffenheid in de vloer te corrigeren door stukken hout, karton of
soortgelijke materialen onder de wasmachine te plaatsen.
• Als de wasmachine naast een gasfornuis of een kolenkachel geplaatst moet worden,
voorzie dan een isolatie (85x60cm), bedekt met aluminiumfolie, op de zijkant van het
fornuis of de kachel tussen de twee toestellen.
• Installeer de wasmachine niet in ruimtes waar de temperatuur tot onder 0°C kan dalen.
• Zorg ervoor dat de wasmachine ook na de installatie nog gemakkelijk bereikbaar is voor
de technicus in geval van een defect.
• Eens de wasmachine is geïnstalleerd, de vier pootjes bijregelen met de meegeleverde
boutsleutel zodat het toestel stabiel staat en er een open ruimte is van ongeveer 20 mm
tussen de bovenkant van de wasmachine en de onderkant van het werkblad.
6
nstallatie
Elektrische aansluiting
1. Gebruik nooit een verlengkabel of een verdeelstekker.
2. Om gevaar te vermijden moet de stroomtoevoerkabel in geval van beschadiging, vervangen worden door de
fabrikant, zijn erkende verdelers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
3. Trek de stekker na gebruik steeds uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
4. Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
5. Het toestel moet zo geplaatst worden dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP
Het product is niet gemaakt voor het gebruik en als speelgoed door jonge kinderen zonder toezicht of voor
personen die niet in staat zijn zonder toezicht een apparaat te dedienen.
LET OP
LET OP het netsnoer
Het wordt aanbevolen de meeste machines aan te sluiten op een eigen circuit; dat wil zeggen, een circuit met
stopcontact dat alleen voor die machine gebruikt wordt, zonder verdere stopcontacten of aansluitingen op het circuit.
Controleer voor de zekerheid de specificatie-pagina van deze handleiding.
U mag de stopcontacten niet overbelasten. Overbelaste/losse/beschadigde stopcontacten of verlengsnoeren, versleten
netsnoeren, of beschadigde snoerisolatie vormen een gevaar. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok. Kijk
regelmatig het netsnoer van uw machine na; indien dit er beschadigd uitziet, haalt u dan de stekker uit het stopcontact
en laat het snoer vervangen door een authentiek snoer aangeleverd door een bevoegde dealer, alvorens de machine
opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat het snoer niet beschadigd raakt: zorg ervoor dat het b.v. niet in de knoop ligt of
afgeknepen wordt, of dat men erop kan lopen. Let vooral op stekkers, stopcontacten, en de snoeruitgang op de
machine.
Als de wasautomaat door een verlengkabel of een draagbaar aggregaat van stroom wordt voorzien, moeten de
verlengkabel of het aggregaat zodanig worden geplaatst dat er geen (was)water op geknoeid kan worden.
De wasmachine moet op de waterleiding aangesloten worden met nieuwe leidingen. Oude
leidingen mogen niet worden gebruikt.
Aansluiting van de watertoevoerleidingen
Joint
en caoutchouc
aansluiting
Raccord
rubberen
de tuyau
ringen
De toegeleverde waterdruk moet tussen 30 kPa en 1000 kPa
(0,3~10kgf/cm2)liggen.
Ontbloot of kruis de leiding niet wanneer u de toevoerleiding
aansluit op de klep.
Wanneer de toegeleverde waterdruk hoger is dan 1000 kPa, moet u
een decompressietoestel laten installeren.
• Om lekkage te vermijden werden twee ringen voorzien op het
aansluitpunt in de aansluiting van de watertoevoerleiding.
• Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen tussen
wasmachine en toevoerleiding door de kraan helemaal open te
draaien.
• Controleer regelmatig de toestand van de leiding en vervang
deze indien nodig.
• Zorg ervoor dat er geen knik zit in de leiding en dat deze niet geklemd is.
7
Nederlands
I
I
nstallatie
Deze uitrusting is niet bedoeld voor maritiem gebruik of voor gebruik in mobiele installaties zoals
caravans, vliegtuigen, enz.
Draai de plugkraan dicht wanneer de machine een langere periode niet wordt gebruikt (bijv. tijdens een
vakantie), zeker wanneer er geen vloerafloop (goot) is in de onmiddellijke omgeving van de machine.
Wanneer het toestel moet worden afgevoerd, moet u het netsnoer afknippen en de stekker vernietigen.
Maak de deurgrendel onklaar om te voorkomen dat kinderen in de machine gevangen raken.
Het verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld folie en styrofoam) kan voor kinderen gevaarlijk zijn.
Er is gevaar voor verstikking!
Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
Installatie van de afvoerleiding
ong. 100 cm
ong. 145 cm
• Wanneer de afvoerleiding aan een wasbak
bevestigd wordt, maak ze dan stevig vast
met een kettinkje.
ong. 105 cm
• Een goede bevestiging van de afvoerleiding
zal ervoor zorgen dat de vloer niet
beschadigd wordt door waterlekkage.
waskuip
Bac
de lavage
leiding-houder
ong. 100 cm
Logement
du tuyau
ong. 145 cm
Bride
kabel-binder
de
max. 100cm
min. 60cm
ong. 105 cm
• De afvoerleiding mag niet hoger dan 100 cm
boven de vloer geplaatst worden.
• Een goede bevestiging van de afvoerleiding
zal ervoor zorgen dat de vloer niet
beschadigd wordt door waterlekkage.
• Wanneer de afvoerleiding te lang is, duw ze
dan niet in de wasmachine. Hierdoor
ontstaat nl. een abnormaal geluid.
8
fixation
max. 100cm
min. 60cm
nstallatie
Niveauregeling
1. Door een wasmachine goed waterpas op te stellen voorkomt u
overgeluid en trillingen. Plaats het toestel op een stevige vloer die
waterpas is, bij voorkeur in een hoek van de kamer.
OPMERKING Een houten of zwevende vloer kan voor overmatige trillingen
of stabiliteitsproblemen bij een geladen machine zorgen.
2. Wanneer de vloer oneffen is, kan u de stelvoetjes aanpassen tot op
de gewenste hoogte (gebruik geen stukjes hout en dergelijke
onder de voetjes). Zorg ervoor dat alle vier de voetjes stevig op de
vloer rusten, en controleer of het toestel waterpas staat (gebruik een
waterpas)
Nadat u de pootjes bijgeregeld hebt, de borgmoer in tegenwijzerzin
aandraaien.
OPMERKING
Zet de wasmachine goed vast als hij op een verhoogd
platform staat: anders loopt u het risico dat hij eraf valt.
Diagonale controle
Wanneer u op de overlangse hoeken van de bovenplaat van de wasmachine
aandrukt, mag de machine absoluut niet op en neer bewegen (controleer
beide richtingen). Wanneer de machine bij deze duwbewegingen wel
beweegt, moet u de stelvoetjes weer aanpassen.
Betonnen vloeren
• Het installatieoppervlak moet proper, droog en waterpas zijn.
• Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Tegelvloeren (gladde vloeren)
• Ga met beide voeten op de Tread Mate staan en stel de machine af totdat hij recht staat. (Knip de
Tread Mate in stukken van 70x70 mm en plak de stukken op de droge tegels waar u de machine wilt
plaatsen.)
Tread Mate is een zelfklevend materiaal dat gebruikt wordt op ladders & trappen, om het uitglijden tegen
te gaan.
Houten vloeren
• Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen.
• Om trillingen te voorkomen, raden wij aan rubber doppen van ten minste 15
Rubber Cup
dop
Rubber
mm dik te plaatsen onder elk pootje van de wasmachine en deze met
behulp van schroeven te bevestigen aan ten minste 2 vloerbalken.
• Indien mogelijk de wasmachine installeren in een van de hoeken van de
ruimte waar de vloer stabieler is.
Gebruik rubber doppen om de trillingen te verminderen.
Rubber doppen (onderdeelnr. .4620ER4002B) kunt u verkrijgen bij de LG-afdeling onderdelen.
Belangrijk!
• Correcte plaatsing van de wasmachine verzekert een lange, regelmatige en betrouwbare werking.
• De wasmachine moet volledig horizontaal en stevig vast staan.
• De wasmachine mag niet gaan schommelen tijdens het wassen.
• Het installatieoppervlak moet proper zijn, vrij van vloerwas en andere smeermiddelen.
• Zorg ervoor dat de onderkant van de wasmachine niet nat wordt. Als de onderkant van de
wasmachine nat wordt, zou u kunnen uitglijden.
9
Nederlands
I
A andachtspunten voor het wassen
Voor het in gebruik nemen van de wasmachine
Kies een wascyclus (KATOEN 60°C, voeg een halve lading wasmiddel toe), zet de machine in
werking (zonder kleding). Hiermee verwijdert u eventueel in de trommel resterende aanslag.
Aandacht voor het wassen
1. Aandacht voor de labels
Controleer of uw kledingstuk een label heeft met wasinstructies. Dit zal aangeven uit welke stoffen
het stuk gemaakt is en hoe het gewassen moet worden.
2. Was sorteren
Voor de beste wasresultaten, sorteert u uw kledingstukken in ladingen die met hetzelfde
wasprogramma gewassen kunnen worden. De watertemperatuur en de centrifugeersnelheid zijn
afhankelijk van het soort stof waaruit de kledingstukken gemaakt zijn. Sorteer donkere was van
lichte was en witgoed. Was afzonderlijk als kleuren kunnen doorlopen of pluis in elkaar kan klitten
waardoor wit kan verkleuren, enz. Indien mogelijk wast u zwaar vervuilde stoffen apart van licht
vervuild goed.
- Vuil (zwaar, normaal, licht) :
Sorteer kleding volgens de vuilheidsgraad.
- Kleur (witte was, lichte was, donkere was)
Sorteer witgoed van gekleurde was.
- Pluis (pluisproducerende was, pluisverzamelende was)Was pluisproducerende was
afzonderlijk van pluisverzamelende was.
3. Aandacht bij het vullen
• Combineer grote en kleine stukken in één lading. Laad de grote stukken eerst. Grote stukken
mogen niet meer dan de helft van de gehele waslading beslaan.
• Laat de machine niet draaien met slechts één artikel erin. Dit kan instabiliteit veroorzaken. Voeg
een of twee gelijksoortige stukken toe.
• Controleer alle zakken en zorg ervoor dat ze leeg
zijn. Nagels, haarpennen, lucifers, potloden,
muntstukken en sleutels kunnen zowel uw
wasmachine als uw kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor te
zorgen dat deze geen andere kledingsstukken
scheuren.
• Behandel vuil en plekken voor door een
beetje in water opgeloste zeep op boorden omslagplekken aan te brengen.
Dit om het vuil reeds gedeeltelijk op te lossen.
• Verwijder al het vreemde materiaal.
10
eep toevoegen
Nederlands
Z
Toevoegen van wasmiddel en wasverzachter
1. De verdeellade
• Hoofdwas alleen ➔
• Voorwas + hoofdwas ➔
Opgelet
Wasverzachter
Wasmiddel
de hoofdwas
Wasmiddel
voor de voorwas
Houd waspoeder en reinigingsproducten
buiten het bereik van kinderen i.v.m.
vergiftigingsgevaar.
Bij te veel wasmiddel en of wasverzachter
bestaat het risico dat er water overstroomt.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
2. Wasverzachter toevoegen
• Niet hoger vullen dan tot aan het
maximale vulstreepje. Als het bakje
overvol is kan de wasverzachter te
vroeg vrijkomen, waardoor er vlekken
op de kleding kunnen ontstaan.
• Laat wasverzachter niet langer dan 2
dagen in de zeeplade (wasverzachter
kan uitharden)
• De wasverzachter wordt automatisch
toegevoegd gedurende de laatste
spoelcyclus.
• De lade niet openen wanneer er water
wordt aangevoerd.
• Solventen (benzeen, enz..) zijn niet
toegelaten.
OPMERKING
Geen wasverzachter rechtstreeks
op de kledij gieten.
11
Zeep toevoegen
Hoeveelheid wasmiddel
• Het wasmiddel dient gebruikt te worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant en moet worden
gekozen op basis van type, kleur, de mate van vervuiling van de stof en de wastempratuur.
• Als u meer wasmiddel gebruikt dan is voorgeschreven, ontstaat er veel schuim waardoor het
wasresultaat afneemt en zal de motor te sterk belast worden (oorzaak van storing).
• Het is aan te raden geconcentreerd wasmiddel te gebruiken voor het beste resultaat.
• Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel neem dan de aanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant in acht.
• U kunt gebruik maken van vloeibaar wasmiddel in de wasmiddeldoseerlade zodra het wascyclus
direct van start gaat.
• Vloeibaar wasmiddel kan uitharden, gebruik daarom geen vloeibaar wasmiddel tijdens uitgestelde start.
• Heeft u last van zeepsop resten, verminder dan de hoeveelheid wasmiddel.
• De hoeveelheid wasmiddel moet mogelijk aangepast worden aan het programma, watertemperatuur,
de hardheid van het water, de was hoeveelheid, en de vuilheid van het wasgoed. Zorg ervoor dat er
niet te veel schuim ontstaat.
• Raadpleeg het label van de kleding voordat u het wasmiddel en de watertemperatuur kiest.
• Gebruik enkel het aangegeven wasmiddel voor gebruik in de wasmachine.
- Algemene waspoeders voor alle stofsoorten (Koud - 95°C)
- Waspoeder voor delicate stof (Koud - 40°C)
- Vloeibaar wasmiddel voor alle stofsoorten (Koud - 95°C) of alleen aangegeven wasmiddelen
voor wol (Koud - 40°C)
• Voor een beter was- en wit-resultaat gebruikt u een wasmiddel met een algemeen bleekmiddel.
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat vloeibaar wasmiddel niet uithard.
Dit kan leiden tot blokkeringen, verminderde spoeling en geurtjes.
OPMERKING
• Volle lading: volgens de aanbevelingen van de producent.
• Gedeeltelijke lading: 3/4 van de normale hoeveelheid.
• Minimumlading: 1/2 van een volle lading.
• Het wasmiddel wordt bij het begin van de wascyclus uit de verdeler gespoeld.
Waterverzachter
• Een water verzachter, zoals Calgon, kan
worden gebruikt in regio’s met extreem hard
water. Voeg toe volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Voeg eerst wasmiddel toe en vervolgens de
water verzachter.
• Gebruik de hoeveelheid wasmiddel voor zacht
water.
Gebruik van wastabletten
1. Open de deur en stop de tabletten in de
trommel.
12
2. Laad het wasgoed in de trommel.
uncties
Aanbevolen wasprogramma's rekening houdende met het type wasgoed
Programma
Katoen
Katoen Eco
Stof- Type
Kleurvaste kledingstukken (shirts en
pyjama•s) en licht bevuilde
witkatoenen kledingstukken
(ondergoed)
Extra verzorging Licht bevuilde babykleding
Synthetisch
Polyamid, Acryl, Polyester
Donsdeken
Katoen bedlinnen, donsdeken,
kussen, deken, grand foulard met
lichte bevuiling.
Wol
Machine wasbare wol.
Delicaat
Delicate was die snel beschadigd
Snelwas 30
Licht bevuild, gekleurd wasgoed.
Instelling
Temp.
Wassen
(Optie)
60ºC
(Koud tot 95ºC)
40ºC
(Koud tot 60ºC) - Intensief Spoelen
- Voorwas
60ºC
- Intensief
(95ºC)
- Kreukvrij
40ºC
(Koud tot 60ºC)
40ºC
(Koud tot 40ºC) - Intensief
- Kreukvrij
20ºC
(Koud tot 40ºC)
Maximale lading
Evaluatie
6.0 kg
4.0 kg
1 enkel
stuk
2.0 kg
3.0 kg
2.0 kg
13
Nederlands
F
F
uncties
Watertemperatuur : kies de watertemperatuur bij het wasprogramma. Volg bij het wassen altijd de wasvoorschriften of
instructies op het label van de fabrikant.
Voorwas : Voorwas zwaar vervuilde en prote´ negevlekte stukken.
Intensief : Voor zeer vuile was, kies de optie "Intensief".
De programma-afstelling met testoptie "Katoen 60ç C+Intensief" is in overeenstemming met IEC60456 en EN60456 .
Intensief Spoelen : Voor grotere effectiviteit of een nog schoner resultaat na het spoelen kunt u de mogelijkheid Spoelen
Extra selecteren.
Kreukvrij : Als u het kreuken van kleding wilt voorkomen, selecteer dan deze functie bij het centrifugeren.
Stel programma in op de opties "Katoen Eco 40ç C + Intensief (Halve Belading)",
"Katoen Eco 60ç C +Intensief (Halve Belading)", "Katoen Eco 60ç C + Intensief (Volle Belading)"
voor test volgens EN60456 en Verordening 1015/2010
- Standaard 60ç C katoenprogramma: Katoen Eco .+ 60ç C + Intensief
- Standaard 40ç C katoenprogramma: Katoen Eco + 40ç C + Intensief
(Zij zijn geschikt om normaal vervuild, katoen wasgoed te reinigen.)
(Dit zijn de meest efficiï nte programma's wat betreft gecombineerd energie- en waterverbruik
voor het wassen van dat type katoenen wasgoed.)
* De werkelijke watertemperatuur kan afwijken van de opgegeven cyclustemperatuur.
De testresultaten zijn afhankelijk van de waterdruk, de hardheid van het water, de
waterinlaattemperatuur, de kamertemperatuur, de soort en hoeveelheid belading, mate van
vervuiling, gebruikt wasmiddel, netspanningsfluctuaties en de gekozen extra opties.
Opmerkingen : Normaal synthetisch wasmiddel wordt aanbevolen. Het wolprogramma werkt met rustige
bewegingen en rotaties op lage snelheid om de kleding te beschermen.
Informatie over hoofdwasprogramma's bij halve belading.
Programma
Tijd in minuten
Resterend
vochtgehalte
Water in liter
Energie in kWh
1400 rpm 1200/1000rpm
Katoen (40°C)
94
44 %
53 %
39
0.66
Katoen Eco (60°C)
120
44 %
53 %
49
0.74
14
De SmartDiagnosisTM functie is
alleen aanwezig voor producten
met een SmartDiagnosisTM logo.
2
1. Bij gebruik van de wascyclus met
de standaardvoorwaarden
• Om
Om de
demachine
machinetetestarten
starten
drukt
drukt
u op
u op
dede
knop "Inschakelen".
"Inschakelen".
• Druk
Druk op
opde
de"Start/Pause"-knop.
"Start/Pause"-knop.
• Standaardinstelling
Standaardinstelling
– Wassen : alleen hoofdwas
– Spoelen : 3 keer
– Essorage :
2. Manuele instelling
• Druk op de knop Aan/Uit
machine
machineop
optetestarten.
starten.
om de
• Selecteer
de
voorwaarden
die
uuwenst
tetete
• Selecteer
die
Selecteerde
devoorwaarden
voorwaarden
die
uwenst
wenst
gebruiken
door
telkens
de
gebruiken
gebruikendoor
doortelkens
telkensde
de
overeenstemmende
knoppen
inintete
overeenstemmende
overeenstemmendeknoppen
knoppenin
drukken.
drukken.
drukken.
Omdedevoorwaarden
voorwaardenvan
vanelk
elkprogramma
programmatete
Om
selecterenverwijzen
verwijzenwewenaar
naar
pagina’s1515tottot20.
20.
selecteren
pagina’s
[F1096Q/TD(W)(1~9)]
• 1000 rpm [F10B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
• Druk
de
"Start/Pause"-knop
in.
• Druk
in.in.
Drukde
de"Start/Pause"-knop
"Start/Pause"-knop
• 1200
1200 rpm
rpm [F12B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
[F1296Q/TD(W)(1~9)]
3. Piepsignaal aan/uit
• 1400
1400 rpm
rpm [F14B9Q/TD(W)(A)(1~9)]/
[F1496Q/TD(W)(1~9)]
[F147W2DB]
– Watertemperatuur: 60°C
Voorprogramma
– Programma: Katoen
• De Pieptoon- functie kan alleen worden
geactiveerd tijdens het wassen:
1. Zorg ervoor dat de wasmachine aan is
( Inschakelen aan)
2. Druk op de knop Start/Pause.
3. Druk en houd ingedrukt beide knoppen
tegelijk voor 3 sec: Voorprogramma.
• Nu is de Pieptoon-functie aangezet. Deze
blijft aan staan, ook nadat de wasmachine
is uitgeschakeld.
15
Nederlands
G ebruik van de wasmachine
G ebruik van de wasmachine
2
(1) draaiknop: Programma
(2) drukknop: Start/Pause
(3) drukknop: Centrifugeren
(4) drukknop: Watertemp.
(5) drukknop: Inschakelen
(6) drukknop: Spoelen Extra
(7) drukknop: Voorwas
(8) drukknop: Intensief
Inschakelen
(9) drukknop: Kreukvrij
(10) Kinderslot
(11) drukknop: Voorprogramma
Programme
Programme
1. Inschakelen
• Druk de “Inschakelen”-knop in om de stroom
in- en uit te schakelen
• Hij kan ook gebruikt worden om de functie
“Voorprogramma” te onderbreken.
2. Startprogramma
• Wanneer u de Ò InschakelenÓ -knop indrukt,
selecteert de wasmachine automatisch het
programma Ò KatoenÓ . De andere
standaardinstellingen worden ingesteld zoals
hieronder vermeld.
• Als u dus een wascyclus wil kiezen zonder
een programma te selecteren, drukt u op de
Ò Start/PauseÓ -knop en de wasmachine zal
het programma opstarten.
Standaardprogramma
• [F14B9Q/TD(W)(A)(1~9)]/[F147W2DB]
- Katoen was program m a / hoofdwas / norm aal
spoelen / 1400tpm / 60 C
• [F12B9Q/TD(W) $ (1~9)]
- Katoen was programma / hoofdwas / normaal
spoelen / 1200tpm / 60 C
• [F10B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
- Katoen was program m a / hoofdwas / norm aal
spoelen / 1000tpm / 60°C
16
• Afhankelijk van het type wasgoed kan u
kiezen uit 9 programma's.
• Wanneer u de "Start/Pause"-knop
Start/Pause"-knop indrukt,
wordt het bontewas programma automatisch
geselecteerd.
-Door aan de programmaknop te draaien
wordt het programma in de volgende
volgorde geselecteerd: ""Katoen - Delicaat Wol - Snelwas 30 - Spoelen+Centrifugeren Katoen Eco - Synthetisch - Donsdeken Extra verzorging”.
Rekening houdende met het type wasgoed voor elk
programma.
Kijk op pagina 13.
Start/Pause
Nederlands
G ebruik van de wasmachine
Optie
1. Start
• Deze “Start/Pause”-knop wordt gebruikt om
de wascyclus en andere programma’s te
starten of de cyclus tijdelijk te onderbreken.
2. Pause
• Druk op de “Start/Pause”-knop wanneer u de
wascyclus tijdelijk wenst te onderbreken.
• Nadat u de pauzeknop heeft ingedrukt wordt
de machine na vier minuten automatisch
uitgeschakeld.
• NB. De deur kan pas na 1 of 2 minuten
geopend worden als de modus Pause is
geselecteerd of na het einde van de
wascyclus.
• Door de knop Optie in te drukken kunnen alle
optiefuncties geselecteerd worden.
1. Intensief Spoelen
• Voor grotere effectiviteit of een nog schoner
resultaat na het spoelen kunt u de mogelijkheid
Extra verzorging spoelen selecteren.
2. Voorwas
• Als het wasgoed erg bevuild is, is het
“Voorwas” -programma erg effectief.
3. Intensief
• Voor zeer vuile was, kies de optie
"Intensief".
• Door Intensief te kiezen, wordt de duur van
het wasprogramma verlengd, afhankelijk van
het gekozen programma.
4. Kreukvrij
• Als u het kreuken van kleding wilt
voorkomen, selecteer dan deze functie bij
het centrifugeren.
Als het controlelampje brandt, is de functie
geselecteerd.
17
G ebruik van de wasmachine
Kinderslot( )
Intensief Spoelen
Intensief Spoelen
Voorwas
Voorwas
• Als u alleknoppen wilt vergrendelenom te
vermijden dat kinderen of geestelijk zwakke
personende machine kunnen bedienen, kunt
u deze functie gebruiken.
• Het kinderslot kan worden ingesteld door
gelijktijdig de Ò Intensif Spoelen Ó -knop en de
Ò VoorwasÓ -knop in te drukken.
(ongeveer3 seconden)
Intensief Spoelen
Voorwas
• Omhet kinderslotsysteem weer uit te
schakelendrukt u opnieuw gelijktijdig op de
de Ò Intensif Spoelen Ó -knop en de Ò VoorwasÓ knop. (ongeveer3 secRnden)
18
• Als u de programma-instellingen wilt wijzigen
terwijl het kinderslot actief is:
1. Druk gelijktijdig op Ò Intensif Spoelen Ó -knop en
de Ò VoorwasÓ -knop. (ongeveer3 seconden)
2. Druk op de Ò SWart/Pause Ó -knop.
3. Wijzig het gewenste programmaen druk
opnieuw op de Ò Start/Pause Ó -knop.
Intensief Spoelen
Voorwas
Kies het
gewenste
programma
• Kinderslot kan op ieder gewenst moment
worden ingesteld, uitzetten van het kinderslot
geschiedt door het volgen van de beschreven
procedure. Het ontbreken van stroom of
operationele fouten heeft geen ect op het
kinderslot.
Nederlands
G ebruik van de wasmachine
Centrifugeren
• Door op de centrifugeerknop
te drukken kan de
centrifugeersnelheid ingesteld
worden.
2
Centrif.
Centrif.
Centrif.
[F10B9Q/TD(W)(A)(1~9)][F12B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
[F14B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
[F147W2DB]
1. Keuze centrifugeersnelheid
2. Niet Centrifugeren
• De volgende centrifugeersnelheid is
beschikbaar, afhankelijk van het programma:
• Als er geen centrifugeersnelheid
ingesteld is, stopt de wasmachine nadat
het water weggepompt is.
[F14B9Q/TD(W)(A)(1~9)]/[F147W2DB]
- Katoen, Snelwas 30, Spoelen+
Centrifugeren, Katoen Eco
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800 - 1400
- Delicaat, Wol, Extra verzorging,
Donsdeken, Synthetisch,
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800
[F12B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
- Katoen, Snelwas 30, Spoelen+
Centrifugeren, Katoen Eco
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800 - 1200
- Delicaat, Wol, Extra verzorging,
Donsdeken, Synthetisch,
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800
[F10B9Q/TD(W)(A)(1~9)]
- Katoen, Snelwas 30, Spoelen+
Centrifugeren, Katoen Eco
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800 - 1000
Als het controlelampje brandt, is de functie
geselecteerd.
3. Spoelstop
• Als u kleren in de machine wilt laten
zonder te centriguren na het spoelen om
te voorkomen dat ze worden gekreukt,
druk dan op de toets "Centrifugeren" om
"Spoelstop" te selecteren.
• Om na activering van de spoelstopfunctie
verder te gaan met afpompen of
centrifugeren moet u het gewenste
programma instellen met de
programmadraaiknop.
Wanneer dit controlelampje brandt, is de functie
ingeschakeld.
- Delicaat, Wol, Extra verzorging,
Donsdeken, Synthetisch,
Spoelstop - Niet Centrif. - 400 - 800
19
G ebruik van de wasmachine
Voorprogramma
Watertemperatuur
2
• Door de
programmadraaiknop te
draaien kan de
watertemperatuur
geselecteerd worden.
- Koud
- 20°C / 40°C / 60°C / 95°C
• Naargelang het programma kan de
watertemperatuur als volgt ingesteld worden:
Het controlelampje van de gekozen temperatuur
licht op Voor verdere details verwijzen we naar
pagina 13.
Wasvoorbereiding vooraleer "Voorprogramma"
wordt opgestart
- Draai de waterkraan open.
- Laad het wasgoed en sluit de deur.
- Breng wasmiddel en wasverzachter aan in de
lade.
• Instelling “Voorprogramma”
- Druk op de “Inschakelen” -knop.
- Draai de “Programma” -knop op het gekozen
programma.
- Druk de “Voorprogramma” -knop in en stel
de gewenste tijd in.
• Elke druk op de knop doet het
voorprogramma één uur opschuiven.
• Voorprogrammais de “verwachte tijd” vanaf
nu tot het beëindigen van de wascyclus of het
geselecteerde proces (wassen, spoelen,
centrifugeren).
• Afhankelijk van de toestand van de watertoevoer
en de temperatuur kunnen het voorprogramma
en de echte wastijd lichtjes verschillen.
Instellen
De lamp wordt gebruikt voor het aangeven van de
uitgestelde tijd en het wasprogramma.
De pictogrammen (3h, 6h, 9h) tonen de
uitgestelde tijd.
De pictogrammen (wassen, spoelen en
centrifugeren) tonen hoever het wasprogramma is.
Wanneer u de uitgestelde tijd instelt is de lamp aan.
Als de lamp knippert na het instellen van de
uitgestelde tijd kan je deze functie niet gebruiken.
Nadat de uitgestelde tijd is ingesteld geeft het
display het wasprogramma aan, dan knippert de
pictogram ‘doorgaan met programma’. De
pictogram ‘klaar voor programma’ brand en ‘einde
programma’ pictogram is uit.
Nadat de uitgestelde tijd afgelopen is de
pictogrammen ‘doorgaan met programma’ en
‘klaar voor programma’ branden.
20
Nederlands
G ebruik van de wasmachine
Scherm
3. Einde wasprogramma
1. Scherm voor speciale functies
• Wanneer het kinderslot ingeschakeld is wordt
"
" getoond.
• Wanneer de tijdvertraging ingeschakeld is,
toont het scherm de resterende tijd om het
gekozen programma af te werken.
• Wanneer het programma is beeindigd en het
alarm is afgegaan wordt de stroom automatisch
uitgeschakeld.
• Schakel de wasmachine uit en draai de
waterkraan dicht.
4. Resterende tijd
• Tijdens de wascyclus wordt de resterende
wastijd getoond.
• Aanbevolen programmatijden door de
fabrikant.
Katoen 95°C
Katoen 60°C
Katoen Eco
Synthetisch
Donsdeken
Extra verzorging
Delicaat
Wol
Snelwas 30
Spoelen+Centrifugeren
F14B9Q/T
D(W)(A)(1~9)
F147W2DB
F10/12B9Q/
TD(W)(1~9)
124’
122’
161’
159’
139’
137’
120’
118’
100’
100’
147’
145’
47’
47’
35’
35’
30’
30’
20’
18’
• De wastijd kan verschillen afhankelijk van de
grootte van de lading, de druk van het
leidingwater, de watertemperatuur en andere
gebruiksvoorwaarden.
• Wanneer een instabiliteit wordt vastgesteld of
wanneer het programma om schuim te
verwijderen werkt, zal de wastijd langer dan
gemiddeld zijn.
(De maximale tijdsverlenging bedraagt 45
minuten.)
21
O
nderhoud
Verwijder de kledingstukken uit de wasmachine van zodra de wascyclus
beëindigd is. Kledingstukken die in de wasmachine achterblijven kunnen erg
kreuken en verkleuren en ze kunnen allerlei geuren opnemen.
Om elektrische schokken te vermijden trekt u de stekker uit het stopcontact
vooraleer u de binnenzijde van de wasmachine reinigt.
Watertoevoerfilter
- ’Voorwas & Anti Kreuk knop licht op wanneer het water niet in de wasmiddellade komt.
- Wanneer uw water zeer hard is of sporen draagt van kalkafzetting, kan de
watertoevoerfilter dichtslibben. Het is daarom noodzakelijk om de filter regelmatig te
reinigen.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Draai de watertoevoer- leiding los.
3. Reinig de filter met een harde borstel.
4. Breng de toevoerleiding weer aan.
22
Pompfilter spoelen
De afvoerfilter verzamelt draadjes en andere kleine voorwerpen die in de was zijn
achtergebleven. Door regelmatig te controleren of de filter nog zuiver is, zal uw machine
beter blijven draaien.
! OPGELET Laat de filter eerst leeglopen via de afvoerleiding, open vervolgens de
pomp en verwijder alles wat de filter eventueel heeft kunnen
verstoppen.
! OPGELET Open het filter niet voor de helft. Het filter dient uitgeschakeld te
worden en volledig gesloten te worden om lekkage te voorkomen.
1. Open de plintdekselkap ( ) met een
muntstuk. Draai aan de afvoerstop ( ) om de
leiding naar buiten te brengen.
001
1
2. Trek de afvoerstop eruit ( ), waardoor het
water uit de filter loopt. Gebruik een kom om
het water op te vangen. Als er geen water
meer uitkomt, draai dan de pompfilter ( )
naar links open.
3
2
3. Verwijder al het vreemde materiaal uit de
pompfilter ( ).
4. Draai het pompfilter na het reinigen naar rechts
tot het eind totdat het de witte lijnen op het
filter en het filterhuis bereikt. Steek vervolgens
de aftapplug in de slag.
3
2
23
Nederlands
O nderhoud
O nderhoud
Reinigen van de verdeellade
❋ Na een tijdje zullen de wasmiddelen en de wasverzachters sporen nalaten in de lade.
• De lade moet regelmatig onder stromend water gereinigd worden.
• Indien nodig kan de lade volledig uit de machine verwijderd worden door de klep naar
beneden te drukken en de lade eruit te nemen.
• Om het reinigen te vergemakkelijken kan het bovenste gedeelte van het compartiment voor
de wasverzachter verwijderd worden.
De holte van de lade
❋ Het wasmiddel kan zich eveneens ophopen aan de
binnenzijde van de holte. Deze moet regelmatig met
een oude tandenborstel gereinigd worden.
• Wanneer u de lade gereinigd heeft, plaatst u ze terug op
zijn plaats in de machine .Vervolgens voert u een
spoelcyclus zonder wasgoed uit.
De wastrommel
• Als u in een gebied met hard water woont, kan er zich op den duur kalkaanslag vormen
op plekken waar u het niet kunt zien en niet gemakkelijk kunt verwijderen. Na een tijd kan
de kalkaanslag de machine verstoppen en als dit niet goed in de gaten wordt gehouden,
moet de machine worden vervangen.
• Hoewel de wastrommel uit roestvrij staal bestaat, kunnen er kleine roestvlekken ontstaan
die worden veroorzaakt door kleine metalen voorwerpen (paperclips, veiligheidsspelden)
die in de trommel zijn achtergebleven.
• De wastrommel moet af en toe worden gereinigd.
• Zorg, als u anti-kalkmiddel, verf of bleekmiddel gebruikt, dat deze geschikt zijn voor
gebruik in een wasmachine.
❋ Anti-kalkmiddel kan chemicaliën bevatten die delen van uw wasmachine kunnen beschadigen.
❋ Verwijder eventuele vlekken met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
❋ Gebruik nooit staalwol.
24
Nederlands
O nderhoud
De wasmachine reinigen
1. Buitenzijde
Een goede zorg voor uw wasmachine kan de levensduur in belangrijke mate verlengen.
De buitenzijde van de machine kan het beste worden gereinigd met warm water en een
neutraal niet-agressief huishoudmiddel.
Poets gemorst waspoeder e.d. onmiddellijk af met een vochtige doek. Stoot niet tegen het
oppervlak of bewerkt het niet met scherpe voorwerpen.
❋ BELANGRIJK: Gebruik geen methylalcohol, verdunners of gelijkaardige producten.
2. Binnenzijde
Droog na rond de flexibele ring in de opening van de wasmachinedeur en het glas.
Deze plaatsen moeten altijd goed schoon zijn om een waterdichte afsluiting te kunnen
garanderen.
Voer een volledige wascyclus met warm water uit.
Herhaal deze procedure indien nodig.
OPMERKING
Verwijder hardwaterafzettingen alleen met reinigingsmiddelen die
wasmachineveilig zijn.
Voorzorgsmaatregelen voor de winter
Als de machine zich bevindt in een ruimte waar het kan vriezen of verplaatst wordt wanneer
het vriest, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden om te vermijden dat
de wasmachine beschadigd wordt:
1. Sluit de watertoevoerkraan af.
2. Koppel de leidingen van de watertoevoer en de afvoer los, en laat ze leeglopen.
3. Steek de stekker van de elektrische stroomkabel in een goed geaard stopcontact.
4. Giet 3,8 liter van een niet-toxisch antivriesmiddel in de lege wastrommel. Sluit de deur.
5. Stel de centrifugeercyclus in en laat de wasmachine 1 minuut centrifugeren om al het water
uit de machine af te voeren. Een beetje antivries zal in de machine blijven zitten.
6. Trek de stekker uit het stopcontact, droog de binnenzijde van de trommel, en sluit de deur.
7. Verwijder de verdeellade. Spoel al het water uit de compartimenten weg en maak ze
droog. Plaats de lade terug.
8. Bewaar de machine rechtopstaand.
9. Om het antivriesmiddel na opslag uit de machine te verwijderen, laat u de machine een
volle cyclus doorlopen met zeep zonder een . waslading toe te voegen.
25
S
toringsindex
❋ De wasmachine is voorzien van automatische veiligheidsfuncties die fouten tijdig detecteren,
diagnosticeren en ook nog eens dienovereenkomstig reageren.
Wanneer de machine niet naar behoren werkt of helemaal niet meer werkt, kan u de
hiernavolgende punten nakijken vooraleer contact op te nemen met een servicepunt.
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Rammelend geluid
• Vreemde voorwerpen zoals
muntstukken of veiligheidsspelden
kunnen in de trommel of in de
pomp zitten.
Leg de wasmachine stil en controleer
de trommel en de afvoerfilter.
Als het geluid blijft voortduren nadat
de wasmachine opnieuw werd
opgestart, neem dan contact op met
uw plaatselijke verdeler.
Bonkend geluid
• Een zware lading kan een
bonkend geluid produceren. Dit is
meestal normaal.
Als het geluid doorgaat, is de
wasmachine waarschijnlijk uit balans.
Stop de machine en herverdeel de
was.
Trillend geluid
• Zijn alle vergrendelingsbouten en
verpakkingen verwijderd?
• Rusten alle stelvoetjes stevig op
de grond?
Als u hem niet verwijderd heeft bij de
installatie: zie "Installatie" voor het
verwijderen van de
vergrendelingsbouten. Waslading
ongelijk verdeeld in de trommel. Stop
de wasmachine en herverdeel de was.
Waterlekkage
• De aansluiting van de
toevoerleiding is los aan de zijde
van het kraantje of aan de zijde
van de wasmachine.
• De afvoerleidingen van de woning
zijn verstopt.
Controleer en draai de
leidingaansluitingen vast.
Te veel wasmiddel of een verkeerd
wasmiddel? De vorming van schuim
kan waterlekkage veroorzaken.
Te veel schuim
Het water komt niet of
te traag in de machine
• Onvoldoende watertoevoer in de
regio.
Controleer een andere kraan in huis.
• Watertoevoerkraan niet helemaal
opengedraaid.
Draai de kraan helemaal open.
• Watertoevoerleiding geplooid.
• Filter van de toevoerleiding is
verstopt.
Leg de leiding recht.
Controleer de filter van de
toevoerleiding.
Het water wordt niet of • De afvoerleiding is geklemd of
te traag uit de machine verstopt.
• De afvoerfilter is verstopt.
afgevoerd.
26
Ontstop de afvoerpijpen. Contacteer
indien nodig een loodgieter.
Reinig de afvoerleiding en leg hem
recht.
Reinig de afvoerfilter.
toringsindex
Symptoom
De wasmachine wil
niet starten.
Mogelijke oorzaak
Oplossing
• De stekker steekt niet in het
stopcontact of de aansluiting is
los.
Zorg ervoor dat de stekker stevig in het
stopcontact zit.
• De zekering is doorgeslagen, de
stroomonderbreker is
aangeslagen of er was een
stroompiek.
Reset de stroomonderbreker of vervang
de zekering.
De capaciteit van de zekering niet
verhogen.
Indien het een probleem van overlading
is, moet dit worden hersteld door een
erkend elektricien.
Draai de watertoevoerkraan open.
• De watertoevoer is niet
aangesloten.
De wasmachine wil
niet centrifugeren.
Nederlands
S
❋ Controleer of de deur goed
gesloten is.
Sluit de deur en druk de "Start/Pause"knop in.
Nadat u op de "Start/Pause"-knop
gedrukt heeft kan het een aantal
minuten duren vooraleer de kleding in
de wasmachine begint te centrifugeren.
De deur moet vergrendeld zijn
vooraleer het centrifugeren kan
beginnen.
De deur gaat niet
open.
Wanneer de machine ingeschakeld is,
kan de deur, om
veiligheidsredenen, niet geopend
worden.
Wacht één of twee minuten vooraleer u
de deur opent.
Hierdoor heeft het elektrisch
deurmechanisme voldoende tijd om de
deur vrij te geven.
De wascyclus wordt
vertraagd.
De wastijd kan verschillen naargelang
de washoeveelheid, de druk van de
waterleiding, de watertemperatuur en
andere gebruiksvoorwaarden.
Wanneer instabiliteit wordt vastgesteld
of wanneer het programma voor de
verwijdering van schuim actief is, zal de
wastijd de verwachte tijd overschrijden.
27
S
toringsindex
Symptoom
Mogelijke oorzaak
• Onvoldoende watertoevoer in de regio
• Watertoevoerkraan niet volledig open.
• Knik in watertoevoerleiding.
• De
de toevoerleiding is
verstopt.
• Als waterlekkage optreedt in de
toevoerslang, licht de indicator “ ”
rood op vervang de toevoerslang.
Oplossing
<Fig 1>
Controleer een ander kraantje in huis.
Zet het kraantje helemaal open.
Trek de leiding recht.
• Afvoerleiding is geklemd of verstopt.
Reinig de afvoerleiding en trek ze recht.
• Te kleine lading
• Lading uit balans
• Het toestel heeft een instabiliteitsdetectie- en
correctiesysteem. Wanneer individueel zware
artikelen zoals badkamermatten, gordijnen, enz. in
de machine geladen worden is het mogelijk dat het
systeem de centrifugeercyclus onderbreekt of zelfs
helemaal stopt wanneer vastgesteld wordt dat de
instabiliteit te groot is, zelfs na verschillende
pogingen om te centrifugeren.
• Wanneer het wasgoed nog te nat is op het einde
van de cyclus, breng dan kleine kledingstukken in
de trommel om de balans te herstellen en herhaal
de centrifugeercyclus.
Voeg 1 of 2 gelijksoortige artikelen toe om
de lading in balans te brengen.
Herschik de lading om het centrifugeren
mogelijk te maken.
• Is de deur geopend ?
Sluit de deur.
Als "
"niet vrijgegeven wordt,
moet u contact opnemen met de verdeler.
Trek de stekker uit het stopcontact en
neem contact op met de verdeler.
• Als het teveel aan water te wijten is aan een
defecte waterklep, dan krijgt u het volgende
icoon "
".
•"
Draai de waterkraan dicht.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Neem contact op met de verdeler.
" wordt getoond wanneer de sensor voor
het waterpeil defect is.
• Overbelasting in de motor.
• Overbelasting in de motor.
• Er is een fout opgetreden tijdens het programma
28
Start het programma oprieuw.
toringsindex
De SMARTDIAGNOSIS™functie is alleen aanwezig voor producten met een SMARTDIAGNOSIS™logo.
Sommige mobiele telefoon toestellen kunnen het geluid onderdrukken waardoor de SMARTDIAGNOSIS™
functie niet werkt.
Gebruiksaanwijzing SMARTDIAGNOSIS™
• Gebruik deze functie alleen wanneer service erom vraagt.
De informatie overdracht werkt hetzelfde als een fax, en werkt alleen wanneer u belt naar
service.
• SMARTDIAGNOSIS™kan alleen geactiveerd worden wanneer de wasmachine aan staat.
Wanneer de wasmachine uit staat kan SMARTDIAGNOSIS™niet worden gebruikt.
Wanneer er een probleem optreedt met uw wasmachine, belt u service.
Volg de instructie van service, en de stappen die service aangeeft.
1. Druk op de aan/uit knop om de wasmachine
aan te zetten.
Druk of draai niet aan andere knoppen.
2. Zodra service aangeeft kunt u de microfoon van
uw telefoon vlakbij de aan/uit knop houden.
Max. 10 mm
3. Houd de temperatuur knop voor 3 seconde ingedrukt terwijl u de microfoon van uw telefoon
vlakbij de aan/uit knop houdt.
4. Houd de microfoon van uw telefoon bij de aan/uit knop totdat de data overdracht is voltooid.
De data overdracht duurt ongeveer 17 seconde, dit kunt u op het wasmachine display
volgen.
• Voor het beste data overdracht adviseren wij de telefoon niet te bewegen.
• Wanneer de data overdracht mislukt kunt u gevraagd worden de voorgaande stappen te
herhalen.
• Wanneer u de aan/uit knop tijdens de data overdracht indrukt zal de data overdracht via
SMARTDIAGNOSIS™geannuleerd worden.
5. Zodra het aftellen voorbij is en u geen geluid meer hoort, kunt u het gesprek met service
hervatten. Service kan u verder adviseren en assisteren middels de ontvangen data.
Smart Diagnosis is een probleemoplossende funtie ontworpen als aanvulling op de traditionele
manier van het service-proces. De e�ectiviteit van deze functie is afhankelijk van verschillende
factoren, waaronder de ontvangstkwaliteit van de mobiele telefoon en externe geluiden tijdens de
transmissie.
Daarom kan LG niet garanderen dat Smart Diagnosis altijd een exacte diagnose kan stellen in elke
situatie.
29
Nederlands
S
G arantiebepalingen
Uw oude toestel wegdoen
1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak op een
product staat, betekent dit dat het product valt onder de Europese
Richtlijn 2002/96/EC.
2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden
meegegeven met het huishoudelijk afval, maar moeten worden
ingeleverd bij speciale inzamelingspunten die door de lokale of
landelijke overheid zijn aangewezen.
3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt negatieve
gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude toestel?
Neem dan contact op met uw gemeente, de afvalophaaldienst of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
De garantie geldt niet in geval van:
• Voorrijkosten naar uw huis om u te leren het product te gebruiken.
• Als het product aangesloten is op een ander net dan het aangegeven op de plaat.
• Als de fout veroorzaakt is door ongeluk, nalatigheid, misbruik of bovenmachtige redenen.
• Als de fout veroorzaakt is door een ander dan het gewoon huishoudelijk gebruik of niet
volgens de gebruikershandleiding.
• De gebruikinstructies van het product aanpassen of de instelling van het product
veranderen.
• Als de fout veroorzaakt is door ongedierte, zoals ratten, kakkerlakken, enz.
• Lawaai of vibratie als normaal beschouwd, zoals water afvoeren, centrifugeren of de
inname van warm water.
• De installatie corrigeren, bijvoorbeeld, het product waterpas stellen of
• Verwijderen van vreemde voorwerpen/stoffen uit de machine, pomp of filter, zoals gruis,
nagels, bh-beugels, knopen, enz.
• Verwijderen van zekeringen of veranderen van kabels of waterleidingen.
• Niet toegestane reparaties.
• Directe of indirecte schade aan persoonlijke eigendom veroorzaakt door eventuele
gebreken aan dit apparaat.
• Als dit product voor commerciële doeleinden is, wordt hij niet gewaarborgd.
(bijvoorbeeld, voor verkoop-en marketing activiteiten, zoals in openbare toiletten,
sportscholen, hotels, enz.)
30
Nederlands
31
Operationele gegevens
Productkaart_Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1061/2010 van de Commissie
De naam van de leverancier of het handelsmerk
De typeaanduiding van de leverancier
LG
LG
LG
F14B9Q
F12B9Q
F10B9Q
D(W)(A)(1~9)
D(W)(A)(1~9) D(W)(A)(1~9)
F147W2DB
De nominale capaciteit in kg
7
7
7
De energie-efficiëntieklasse
A+++
A+++
A+++
Krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 een "EU-milieukeur" is
toegekend aan de huishoudelijke wasmachine
No
No
Het gewogen jaarlijkse energieverbruik (AEC) in kWh per jaar gebaseerd
op 220 standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60°C en 40°C
bij volledige en gedeeltelijke lading, en het verbruik in de
energiebesparende standen. Het werkelijke verbruik wordt bepaalddoor
de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
156
156
kg
No
156
kWh/Jear
Het energieverbruik
- Het standaard katoen 60°C bij volledige lading
0.80
0.80
0.80
kWh
- Het standaard katoen 60°C bij gedeeltelijke lading
0.64
0.64
0.64
kWh
- Het standaard katoen 40°C bij gedeeltelijke lading
0.60
0.60
0.60
kWh
0.33
0.33
0.33
W
10 000
10 000
10 000
Het gewogen energieverbruik in de uitstand en de
sluimerstand.
Het gewogen jaarlijkse waterverbruik (AWC) in liter per jaar gebaseerd
op 220 standaard wascycli voor de katoenprogramma’s op 60°C en 40°C
bij volledige en gedeeltelijke lading. Het werkelijke waterverbruik wordt
bepaald door de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
Centrifuge-efficiëntieklasse op een schaal van G (minst efficiënt)
tot A (meest efficiënt).
De maximale centrifugesnelheid voor het standaard katoenprogramma op
60°C bij volledige lading of het standaard katoenprogramma op 40°C bij
gedeeltelijke lading, indien deze lager is, en het resterend vochtgehalte
voor het standaard katoenprogramma op 60°C bij volledige lading of
het standaard katoenprogramma op 40°C bij gedeeltelijke lading,
indien dit hoger is.
A
B
B
1400
1200
1000
44
53
53
Litres/
year
rpm
%
De vermelding dat het "Katoen Eco 60°C / 40°C + Intensief" de standaard wasprogramma’s zijn waarop de
informatie op het etiket en de productkaart betrekking heeft, dat deze programma’s geschikt zijn voor het
wassen van normaal bevuild katoenen wasgoed en dat ze de meest efficiënte programma’s zijn wat het
gecombineerd energie- en waterverbruik betreft;
Het programma tijd
- Het standaard katoen 60°C bij volledige lading
240
240
240
min
- Het standaard katoen 60°C bij gedeeltelijke lading
209
209
209
min
- Het standaard katoen 40°C bij gedeeltelijke lading
212
212
212
min
10
10
10
min
De duur van de sluimerstand (Tl)
De geluidsemissie via de lucht, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond
tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, tijdens de was- en centrifugefasen
van het standaard katoenprogramma op 60°C bij volledige lading.
54 (Wassen)
75 (Centrif.)
Als de huishoudelijke wasmachine bestemd is voor inbouw, dient dit te worden vermeld.
32
54 (Wassen) 54 (Wassen)
74 (Centrif.) 74 (Centrif.)
dB(A)