AEG L87695WD Handleiding

Type
Handleiding
L 87695 WD NL Gebruiksaanwijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. WASPROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
7. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
9. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN WASSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
10. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN DROGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
11. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - WASSEN EN DROGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
12. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
13. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
14. FEJLSØGNING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
15. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde-
ren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als de deur open is.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen ver-
richt.
NEDERLANDS 3
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Respecteer het maximale laadvermogen van 9 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri-
kant of diens technische dienst of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situ-
aties te voorkomen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de
trommel worden geblokkeerd.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C of
als het is blootgesteld aan het weer.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de voedings-
kabel moet worden vervangen, dan
MOET dit gebeuren door onze Klan-
tenservice.
4
www.aeg.com
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richt-
lijnen.
Aansluiting aan de
waterleiding
Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
Het apparaat moet met de nieuwe
slangset worden aangesloten op een
kraan. Oude slangsets mogen niet op-
nieuw worden gebruikt.
Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die lang
niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische
schokken, brand, brandwonden
en schade aan het apparaat.
Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
Het laatste deel van het droogpro-
gramma vindt plaats zonder warmte
(koelcyclus) om ervoor te zorgen dat
het wasgoed niet beschadigd raakt.
Als u het apparaat voor het einde van
de droogcyclus stopzet, dient u het
wasgoed te verwijderen en uit te han-
gen, zodat de warmte zich kan ver-
spreiden.
Als u wasmiddel, wasverzachter of ge-
lijksoortige producten gebruikt, dient
u de instructies op de verpakking te
volgen.
Veeg eventuele pluisjes die zich rond-
om het apparaat hebben opgehoopt,
weg.
Droog geen beschadigde kleding met
vulling of voering.
Artikelen van schuimrubber (latex-
schuim), douchemutsjes, waterdichte
kleding en artikelen met een rubberen
binnenkant mogen niet worden ge-
droogd.
Artikelen die in contact zijn geweest
met stoffen als spijsolie, aceton, alco-
hol, benzine, petroleum, vlekkenver-
wijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen vooraf-
gaande aan het drogen eerst te wor-
den gewassen in heet water met een
extra hoeveelheid wasmiddel.
Droog geen artikelen in het apparaat
als er industriële chemische reinigings-
middelen zijn gebruikt.
Zorg dat er geen aanstekers of lucifers
in zakken van kleding zijn achtergeble-
ven.
Droog uitsluitend textiel dat in de
droogautomaat mag worden ge-
droogd. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
Droog geen ongewassen artikelen in
het apparaat.
Als u het wasgoed heeft gewassen
met een vlekverwijderaar, voer dan
een extra spoelcyclus uit voordat u het
apparaat start.
Voorwerpen van kunststof die niet hit-
tebestendig zijn.
Als u gebruik maakt van een was-
middelbal, verwijdert u de bal voor-
dat u het droogprogramma instelt.
Gebruik geen wasmiddelbal wan-
neer u een non-stopprogramma in-
stelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
NEDERLANDS 5
Ga niet op de open deur zitten of
staan.
Houd u aan de maximale belading.
Droog geen druipnatte kledingstuk-
ken in het apparaat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
te
600 / 850 / 605 mm
Totale diepte 640 mm
Aansluiting aan het elek-
triciteitsnet:
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar
de laagspanningsapparatuur geen bescherming te-
gen vocht biedt.
IPX4
Waterleidingdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading was-
goed
Katoen 9 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen 7 kg
Synthetica 3 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1600 Toeren per minuut
1)
Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
6
www.aeg.com
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3 8
9
5
6
7
4
1
0
1
1
1
2
1
Bovenblad
2
Afwasmiddeldoseerbakje
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Afvoerpomp
7
Stelvoetjes
8
Afvoerslang
9
Watertoevoerklep
10
Hoofdkabel
11
Transportbouten
12
Stelvoetjes
4.1 Kinderbeveiliging
Als u deze beveiliging activeert, kunt u
de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat
u kinderen of huisdieren in de trom-
mel opsluit. Voor het inschakelen van
de kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk
rechtsom totdat de groef horizontaal
staat. Voor het uitschakelen van de
kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk links-
om totdat de groef weer verticaal
staat.
NEDERLANDS 7
4.2 Accessoires
1 2
34
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwijde-
ren.
2
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan
de achterzijde van het apparaat na-
dat u de transportbouten hebt ver-
wijderd.
3
Toevoerslang met geïntegreerd
beschermingssysteem tegen wa-
teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voor-
komen.
4
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van
een gootsteen te bevestigen.
5. BEDIENINGSPANEEL
Aan/Uit
Katoen
Synthetica
Strijkvrij
Fijne W
as
Wol/Zijde
20 Min. - 3 kg
Spoelen
Centrifugeren/
Pompen
Eco
ocE repuS
potS noN
.niM 06
Katoen
acitehtnyS
Wo
l
nessirfpO
kuerktnO
C°.pmeT
TPM
Start/Pauze
daargetgoorD
djitgoorD
/nekkelV
sawrooV
artxE
Spoelen
djiT
Besparen
Start-
letstiu
1 2 3
4
6789101112
5
1
Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
2
Programmaknop
3
Display
4
Automatische droogtoets (Droogte-
graad)
5
Droogtijdtoets (Droogtijd)
6
Start/Pauze-toets (Start/Pauze)
7
Startuitsteltoets (Startuitstel)
8
Tijdbesparingstoets (Tijdbesparen)
9
Extra spoel-toets (Extra Spoelen)
10
Vlekken/Voorwas-toets (Vlekken/
Voorwas)
11
Toets kort centrifugeren (TPM)
12
Temperatuurtoets (Temp.°C)
5.1 Aan/uit-toets
1
Druk op deze toets om het apparaat in
of uit te schakelen. Er klinkt een geluid
als het apparaat wordt ingeschakeld.
8
www.aeg.com
De AUTO Stand-by functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
6
.
Alle instellingen worden geannu-
leerd
Druk op de knop
1
om het appa-
raat weer in te schakelen.
Stel het wasprogramma en alle mo-
gelijke opties
5 minuten na afloop van het waspro-
gramma. Raadpleeg 'Aan het einde
van het programma'.
5.2 Programmaschakelaar
2
Draai deze knop om een programma in
te stellen. Het bijbehorende program-
ma-indicatielampje gaat branden.
5.3 Display
3
A HC
NOP
D E F G I
LM
KB J
Op het display verschijnt:
A
De temperatuur van het ingestelde programma
Koud water
B
De centrifugeersnelheid van het ingestelde program-
ma
Niet centrifugeren symbool
1)
Spoelstop-symbool
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren / Pompen.
C
Voorwasfase
Wasfase
Spoelgangenfase
Centrifugefase
NEDERLANDS 9
De fasesymbolen
Als een programma is ingesteld, gaan alle symbolen die ver-
band houden met dat programma aan.
Als het programma is begonnen, wordt alleen het symbool van
de werkende fase getoond.
Als het programma is voltooid, is het symbool van de laatste fa-
se aan.
D
Het droogsymbool gaat aan als u een droogprogram-
ma kiest.
E
Het stoomsymbool gaat aan als u een stoomprogram-
ma kiest.
F
Het anti-kreuksymbool gaat aan als u een droogpro-
gramma kiest.
G
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het
symbool brandt.
U kunt de deur van het apparaat openen als het sym-
bool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is vol-
tooid:
De functie "Spoelstop" is aan.
Er staat water in de trommel.
H
Het kinderslotsymbool gaat aan als het apparaat wordt
ingeschakeld.
I
Het symbool startuitstel gaat aan als u de functie star-
tuitstel inschakelt.
J
De programmatijd (was- en/of droogfase)
Als het programma start, neemt de programmatijd
in stappen van 1 minuut af.
Startuitstel
Als u op de toets Startuitstel drukt, toont het display
de uitgestelde starttijd.
•Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden
er alarmcodes op het display weergegeven. Raad-
pleeg 'Probleemoplossing'.
De display toont dit bericht enkele seconden wan-
neer:
U met dit wasprogramma geen functie kunt instellen
U het wasprogramma probeert te wijzigen als het in
werking is
Als het programma is voltooid.
10
www.aeg.com
Droogniveausymbolen: gaan aan als u een automatisch droogpro-
gramma kiest.
K
Symbool voor extra droog niveau
Symbool voor opbergdroog niveau
Symbool voor strijkdroog niveau
L
Het droogtijdsymbool gaat aan als u een droogpro-
gramma kiest.
M
Het symbool voor overdosering van wasmiddel gaat
aan het einde van de cyclus aan als het apparaat de-
tecteert dat er te veel wasmiddel is gebruikt.
Grafische balkjes
Het lege indicatiebalkje verschijnt alleen als de bijbe-
horende functie beschikbaar is voor het ingestelde
programma.
Het indicatiebalkje wordt gevuld in overeenstemming
met de ingestelde functies.
Als u een verkeerde keuze maakt, geeft het bericht Err aan dat de keu-
ze niet mogelijk is.
N
Het tijdbesparingssymbool gaat aan als u een van de-
ze programmatijden instelt.
Verkorte tijd
Extra kort
O
Het symbool voor extra spoelen gaat aan als deze
functie is ingeschakeld.
Het nummer geeft het totaal aantal spoelgangen weer.
Het indicatiebalkje brandt volledig als u het maximale
aantal spoelgangen instelt.
P
Het vlekkensymbool gaat aan als u de bijbehorende
functie inschakelt.
Het voorwassymbool gaat aan als deze functie wordt
ingeschakeld.
Het indicatiebalkje brandt niet volledig als u slechts
één van de functies instelt.
Het indicatiebalkje gaat volledig branden als u de
twee functies instelt.
NEDERLANDS 11
5.4 Toets automatische
drogen 4
Druk op deze toets om automatisch het
droogniveau van uw wasgoed in te stel-
len. Het symbool van het ingestelde ni-
veau wordt op het display weergegeven.
Extra droog
Kastdroog
Strijkdroog
U kunt niet alle niveaus voor alle
stofsoorten automatisch instel-
len.
5.5 Droogtijdtoets
5
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen. De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt
de droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden voor
de verschillende stofsoorten in-
stellen.
5.6 Toets Start/Pauze
6
Druk op toets
6
om het programma te
starten of te onderbreken.
5.7 Toets startuitstel
7
Druk op toets
7
om de start van een
programma vanaf 30 minuten tot 20 uur
uit te stellen.
5.8 Toets tijd
8
Druk op de toets 8 om de duur van het
programma te verkorten.
Eenmaal drukken om 'Verkorte duur'
in te stellen voor voorwerpen met da-
gelijks vuil.
Tweemaal drukken om 'Extra snel' in
te stellen voor licht vervuilde voorwer-
pen.
Sommige programma's accepte-
ren alleen één van de twee func-
ties.
5.9 Toets extra spoelen
9
Druk op toets
9
om spoelfases toe te
voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
5.10 Toets Vlekken-Voorwas
10
Druk op de toets
10
om een vlekken en/
of voorwasfase toe te voegen aan het
programma.
Druk herhaaldelijk op de toets om één
of twee opties in te schakelen. Het bijbe-
horende symbool en het indicatiebalkje
gaan branden op de display.
VLEKKEN PLUS
Gebruik deze functie voor wasgoed
met vlekken die moeilijk te verwijde-
ren zijn.
Als u deze functie instelt, doet u vlek-
kenverwijderaar in het vakje
. Deze
functie verlengt de duur van het was-
programma.
Deze functie is niet beschikbaar
bij een temperatuur lager dan
40°C.
VOORWAS
Gebruik deze functie om een voorwas-
fase toe te voegen voor de wasfase.
We raden u aan om deze functie te
gebruiken als u wasgoed heeft dat
zeer vervuild is.
Het instellen van deze functie
verlengt de duur van het waspro-
gramma.
5.11 Toets centrifugeren
11
Druk op deze toets om:
De maximale snelheid van de centrifu-
gefase van het programma te verla-
gen.
De display toont alleen de centri-
fugesnelheden die voor het inge-
stelde programma beschikbaar
zijn.
Schakel de centrifugefase uit.
Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel
deze functie in om kreukels in stoffen
12
www.aeg.com
te voorkomen. Het apparaat pompt
geen water af als het programma is
voltooid.
5.12 Temperatuurtoets
12
Druk op knop
12
om de standaard tem-
peratuur te wijzigen. Als het display het
volgende weergeeft
- -, verwarmt het
apparaat het water niet.
5.13 Geluidssignalenfunctie
U hoort geluidssignalen als:
U het apparaat inschakelt.
U het apparaat uitschakelt.
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid.
Het apparaat ondervindt een storing.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op toets
10
en toets
9
gedurende 6
seconden.
Als u de geluidssignalen uitscha-
kelt, blijven ze alleen werken als
u op de toetsen drukt en er een
storing optreedt.
5.14 Functie kinderslot
Deze functie voorkomt dat kinderen spe-
len met het bedieningspaneel.
Druk om de functie te activeren, tege-
lijkertijd op toets
12
en toets
11
tot-
dat de display het symbool
toont.
Druk om de functie te deactiveren, te-
gelijkertijd op toets
12
en toets
11
totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
Voordat u drukt op de toets Start/Pau-
ze
6
: kan het apparaat niet starten.
Nadat u drukt op de toets Start/Pauze
6
, worden alle toetsen en de pro-
grammaschakelaar uitgeschakeld.
5.15 Permanente extra
spoelfunctie
Met deze functie kunt u de extra spoel-
functie permanent aan laten als u een
nieuw programma instelt.
Voor het inschakelen van de functie
drukt u tegelijkertijd op toets
8
en
toets
7
tot de display het symbool
toont.
Druk, om de functie uit te schakelen
tegelijkertijd op toets
8
en toets
7
tot het symbool uit gaat.
6. WASPROGRAMMA'S
Programma
Temperatuur
Type lading
Max. gewicht van lading
Beschrij-
ving van
de cyclus
Functies
WASPROGRAMMA'S
Katoen
95° - koud
Wit en bont katoen, zwaar
vervuild.
max. lading 9 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Lang cen-
trifugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
/
VLEKKEN
2)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
NEDERLANDS 13
Programma
Temperatuur
Type lading
Max. gewicht van lading
Beschrij-
ving van
de cyclus
Functies
Synthetica
60° - koud
Synthetische of gemengde
stoffen, normaal vervuild.
max. lading 4 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
/
VLEKKEN
2)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
Strijkvrij
4)
60° - koud
Synthetische stoffen. De
was- en centrifugefases
van dit programma zijn be-
hoedzaam om te voorko-
men dat het wasgoed gaat
kreuken. Het apparaat
voegt extra spoelgangen
toe.
max. lading 4 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
Fijne Was
40° - koud
Fijn wasgoed zoals acryl,
viscose, polyester stoffen,
normaal vervuild.
max. lading 4 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
/
VLEKKEN
2)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
Wol / Zijde
40° - koud
Wollen artikelen voor in de
machine en met de hand
te wassen wollen artikelen
en fijne was waarin het
«handwas»-symbool staat.
max. lading 2 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
20 Min. - 3 kg
40° - 30°
Snelle was voor sportkle-
ding, of katoenen en syn-
thetische licht vervuilde of
slechts eenmaal gedragen
kleding.
max. lading 3 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
Spoelen
Koud
Alle stoffen.
max. lading 9 kg
Eén keer
spoelen
met extra
centrifuge-
fase
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
5)
14
www.aeg.com
Programma
Temperatuur
Type lading
Max. gewicht van lading
Beschrij-
ving van
de cyclus
Functies
Centrifuge-
ren / Pom-
pen
6)
Alle stoffen.
De centrifugefase zal de
instelling bepalen voor ka-
toenen wasgoed. Stel de
centrifugeersnelheid in
volgens het type stof.
max. lading 9 kg
Afvoer van
het water
Centrifu-
gefase
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
NIET CENTRIFUGE-
REN
DROOGPROGRAMMA'S
Wol
Wollen artikelen
max 1 kg
Alleen tijd-
gestuurde
droogpro-
gramma's
Synthetica Synthetische stoffen
max 3 kg
Automa-
tisch of
tijdge-
stuurd dro-
gen
Katoen
Katoenen artikelen max 7
kg
Automa-
tisch of
tijdge-
stuurd dro-
gen
Non Stop 60
Min.
30°
Compleet programma sa-
mengesteld uit wasfase +
droogfase voor een kleine
lading met gemengde
stoffen (katoenen en syn-
thetische artikelen).
max 1 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
Automa-
tisch dro-
gen
WASPROGRAMMA'S
Super Eco
Koud
Gemengde stoffen (katoen
en synthetische stoffen).
Dit programma is bedoeld
om energie, water en tijd
te besparen.
7)
max. lading 3 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Eco
8)
60° - 40°
Wit en bont katoen, nor-
maal vervuild.
Stel dit programma in voor
een goed wasresultaat en
om het stroomverbruik te
verlagen. De tijd van het
wasprogramma wordt ver-
lengd.
max. lading 9 kg
Wassen
Spoelgan-
gen
Lang cen-
trifugeren
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
/
VLEKKEN
2)
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
NEDERLANDS 15
1)
Als u vloeibare wasmiddelen gebruikt, is het niet mogelijk om VOORWAS te kiezen.
2)
De functie Vlekken is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
3)
Als u de tijd Extra kort instelt, adviseren wij u de hoeveelheid lading te verminderen. Het
is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een optimaal wasresultaat kan
dan niet gegarandeerd worden.
4)
Dit programma is niet compatibel met drogen.
5)
Druk op de toets EXTRA SPOELEN om spoelgangen toe te voegen. Met een lage
centrifugeersnelheid voert het apparaat behoedzame spoelbeurten uit met kort
centrifugeren.
6)
Voor het uitsluitend instellen van het programma AFPOMPEN, stelt u de functie NIET
CENTRIFUGEREN in.
7)
Dit programma is geschikt voor wasmiddelen die op lage temperaturen effectief zijn.
8)
Katoenen energiebesparend programma » op 60°C met een belading van 9 kg is het
referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig
de richtlijnen 92/75/EEG.
Programma
1)
Type lading Max. lading
STOOMPROGRAMMA'S
Opfrissen Katoen en synthetische stoffen
Dit programma verwijdert luchtjes uit
het wasgoed.
Stoom verwijdert geen dieren-
luchtjes.
tot 1.5 kg
Ontkreuk Katoen en synthetische stoffen
Dit programma helpt bij het ontkreuken
van het wasgoed.
tot 1.5 kg
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedra-
gen wasgoed. Deze programma's kunnen kreukels en luchtjes vermin-
deren en het wasgoed zachter maken.
Gebruik geen wasmiddel. Verwijder vlekken indien nodig door te was-
sen of plaatselijke vlekverwijderaar te gebruiken.
Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus.
Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding:
Kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt is voor
de droger
Kleding met stukjes plastic, metaal, hout, en dergelijke
1)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de
cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de artikelen aan de lucht te drogen
gedurende 10 minuten om de vochtigheid te laten verdampen. Voor optimaal resultaat
dient u het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de trommel te halen. Na
een stoomcyclus kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder
moeite!
16
www.aeg.com
6.1 Woolmark-certificaat
De wolwascyclus van de machine is getest en
goedgekeurd door Woolmark voor het was-
sen van wollen kleding waarvan in het label
staat dat het handwas is, op voorwaarde dat
de kledingstukken worden gewassen volgens
de instructies op het label in het kledingstuk
en die van de fabrikant van deze wasmachi-
ne. M1144
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is het
Woolmark-symbool is een certificeringshan-
delsmerk.
6.2 Programma’s voor automatisch drogen
Droogniveau Soort weefsel Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe-
ken, etc.)
tot 7 kg
KASTDROOG
Voor op te bergen kleding-
stukken
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe-
ken, etc.)
tot 7 kg
Synthetische en gemeng-
de stoffen
(truien, blouses, onder-
goed, huishoudlinnen)
tot 3 kg
Strijkdroog
Voor strijken
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over-
hemden, etc.)
tot 7 kg
NEDERLANDS 17
6.3 Programma’s voor tijdgestuurd drogen
Droogheidsgraad Soort weefsel
Lading
(kg)
Centri-
fugeer-
snel-
heid
(tpm)
Aanbevo-
len tijden
(min)
Extra droog
Artikelen van bad-
stof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe-
ken, etc.)
7 1600 240 - 250
5 1600 140 - 160
2 1600 85 - 95
Kastdroog
1)
Voor op te bergen
kledingstukken
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe-
ken, etc.)
7 1600 230 - 240
5 1600 130 - 150
2 1600 75 - 85
Kastdroog
Voor op te bergen
kledingstukken
Synthetische en ge-
mengde stoffen
(truien, blouses, onder-
goed, huishoudlinnen)
3 1200 135 - 145
1 1200 40 - 50
Strijkdroog
Geschikt voor arti-
kelen die gestreken
moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over-
hemden, etc.)
7 1600 210 - 230
5 1600 100 - 120
2 1600 65 - 75
Wol droog Wol (truien) 1 1200 110 - 130
1)
Aanwijzingen voor testinstituten
Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met de EERSTE
drooglading van 6 kg (samenstelling: kussensloop en handdoeken) door selectie van het
programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor katoen.
De TWEEDE drooglading van 3 kg (samenstelling: 3 lakens en handdoeken) moet
worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor
katoen.
7. VERBRUIKSWAARDEN
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de
maximale laadcapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en de-
ze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maxima-
le laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 9 kg, de pro-
grammaduur is langer dan 2 uur, lading 1 kg, de programmaduur is nog
geen uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt
in het display.
18
www.aeg.com
Programma Energiever-
bruik
(KWh)
Waterverbruik
(liter)
Programma-
duur
(minuten)
Katoen 60° 1.60 69
Raadpleeg
voor de duur
van de pro-
gramma's de
display op
het bedie-
ningspaneel.
Katoen ECO 60°
1)
1.05 63
Katoen 40° 1.0 69
Synthetische stoffen 40° 0.60 48
Fijne was 40° 0.70 58
Wool/ Handwash 30° 0.70 58
1)
"Katoen ECO" op 60°C met een belading van 9 kg is het referentieprogramma voor de
gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze ta-
bel zijn slechts richtlijnen. Ze kun-
nen variëren afhankelijk van de
hoeveelheid en het soort was-
goed, de temperatuur van het
aangevoerde water en de omge-
vingstemperatuur
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmid-
dellade om het afvoersysteem te ac-
tiveren.
2.
Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade. Stel het pro-
gramma voor katoen in op de hoog-
ste temperatuur zonder wasgoed en
start het programma. Dit verwijdert
al het mogelijke vuil uit de trommel
en de kuip.
9. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN WASSEN
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
3.
Druk op toets
1
om het apparaat in
te schakelen.
4.
Plaats het wasgoed in de machine.
5.
Gebruik de juiste hoeveelheid was-
middelen en toevoegingen.
6.
U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type la-
ding en de mate van vervuiling.
9.1 Wasgoed in de machine
doen
1.
Open de deur van het apparaat.
2.
Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
3.
Sluit de deur.
NEDERLANDS 19
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan waterlek-
kage of beschadigd wasgoed ontstaan.
9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma
en voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het
programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter,
stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmid-
delen.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel.
Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poe-
der of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
20
www.aeg.com
De stand van de klep controleren
1.
Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze stopt.
2.
Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
3.
Draai de klep omhoog om poeder-
wasmiddel te gebruiken.
4.
Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM-
LAAG:
Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde-
len.
Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet
in.
5.
Meet het wasmiddel en wasverzach-
ter af.
6.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voor-
zichtig. Zorg bij het sluiten van de
lade dat de klep geen blokkering
veroorzaakt.
9.3 Een programma instellen
en starten
1.
Draai de programmaschakelaar. Het
bijbehorende programma-indicatie-
lampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets
6
knippert in
het rood.
3.
De display toont de standaard tem-
peratuur, de centrifugesnelheid en
de lege indicatiebalkjes van de be-
schikbare functies.
4.
Om de temperatuur en/of de centri-
fugesnelheid te wijzigen, drukt u op
de bijbehorende toetsen.
5.
Stel de beschikbare functies in.
NEDERLANDS 21
6.
Druk op toets
6
om het program-
ma te starten. Het lampje van toets
6
is aan.
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt
met water.
De wasmachine past de cy-
clustijd automatisch aan op
het wasgoed dat u in de
trommel hebt gedaan, voor
perfecte wasresultaten bin-
nen een minimaal benodigde
tijd. Na ongeveer 15 minuten
vanaf de start van het pro-
gramma geeft de display de
nieuwe tijdwaarde weer.
9.4 Een programma
onderbreken
1.
Als u op de toets
6
drukt: Het indi-
catielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets
6
drukt.
Het wasprogramma gaat verder.
9.5 Een programma annuleren
1.
Druk op toets
1
om het program-
ma te annuleren en om het apparaat
uit te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets
1
om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water
weg.
9.6 Een functie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets
6
drukt: Het indi-
catielampje knippert.
2.
De ingestelde functie wijzigen.
9.7 Het startuitstel instellen
1.
Druk herhaaldelijk op toets
7
tot
het aantal minuten of uren op de
display verschijnt. De bijbehorende
symbolen gaan branden.
2.
Druk op toets
6
, het apparaat be-
gint met aftellen van de uitgestelde
start.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma automa-
tisch gestart.
Voordat u op toets
6
drukt om
het apparaat te starten, kunt u de
instelling van de uitgestelde start
annuleren of wijzigen.
U kunt de uitgestelde start niet
instellen bij het Stoom program-
ma.
9.8 De uitgestelde start
annuleren
1.
Als u op de toets
6
drukt: Het bij-
behorende indicatielampje knippert.
2.
Druk herhaaldelijk op toets
7
tot
de display 0’ toont.
3.
Als u op de toets
6
drukt: Het pro-
gramma wordt gestart.
9.9 Deur openen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachi-
ne vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets
6
. Het deurvergren-
delingssymbool in de display gaat
uit.
2.
Open de deur van het apparaat.
3.
Sluit de deur van de machine en
druk op toets
6
. Het programma
of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het water-
peil in de trommel te hoog zijn,
blijft het symbool voor de deur-
vergrendeling aan en kunt u de
deur niet openen. U opent in dat
geval de deur als volgt:
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Wacht enkele minuten.
3.
Zorg ervoor dat er zich geen
water in de trommel bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient u
het programma opnieuw in te
stellen.
22
www.aeg.com
9.10 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen klinken.
In de display gaat het symbool
aan.
Het indicatielampje van de toets Start/
Pauze
6
gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat
uit.
Druk op toets
1
om het apparaat uit
te schakelen. Vijf minuten na afloop
van het programma schakelt energie-
besparingsfuncie het apparaat auto-
matisch uit.
Als u het apparaat weer inscha-
kelt, wordt het einde van het als
laatste ingestelde programma in
de display weergegeven. Draai
de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Haal het wasgoed uit de wasmachine.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes te voorkomen.
Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1.
Verlaag zo nodig de centrifugesnel-
heid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
6
.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3.
Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit
en kunt u de deur openen.
4.
Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het af-
voeren van water en centrifuge-
ren.
10. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Draai de waterkraan open. Plaats de
afvoerslang in de gootsteen of sluit de
slang aan op de afvoerleiding.
Plaats het wasgoed in het apparaat.
Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed. Op het dis-
play verschijnt een minimale tijdswaar-
de.
Het droogsymbool gaat
branden.
Het anti-kreuksymbool gaat
branden.
Het droogtijdsymbool gaat
branden.
Voor de beste droogprestaties
stelt u bij het wassen de maxi-
maal voor uw wasgoed toegesta-
ne centrifugeersnelheid in.
U kunt uw wasgoed op twee manieren
drogen:
Met automatisch drogen
Blijf op de toets
4
drukken totdat er
een zwarte lijn onder een van de
droogniveausymbolen verschijnt.
Het extra droge niveau gaat
aan.
Het kastdroge niveau gaat
aan.
Het strijkdroge niveau gaat
aan.
Het droogtijdsymbool gaat
uit.
NEDERLANDS 23
Op het display verschijnt een tijds-
waarde, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading. Als er
meer of minder wasgoed in de trom-
mel zit, past het apparaat de tijds-
waarde tijdens de cyclus automatisch
aan.
Druk op toets
6
om het programma
te starten.
Het deursymbool voor de
vergrendeling gaat bran-
den.
Het droogsymbool begint
te knipperen.
Het symbool van het inge-
stelde niveau blijft branden.
De andere niveausymbolen
gaan uit.
U kunt niet alle niveaus voor alle
soorten wasgoed instellen.
Met tijdgestuurd drogen:
Blijf op de toets
5
drukken om de
tijdswaarde in te stellen (zie de tabel
«Droogprogramma»).
Het droogsymbool gaat
branden.
Het anti-kreuksymbool gaat
branden.
Het droogtijdsymbool gaat
branden.
Tijdswaarde instellen
Telkens als u deze toets indrukt wordt
de droogtijd met 5 minuten verlengd.
Na een paar seconden verandert de
ingestelde tijdswaarde op het display:
het apparaat berekent ook de duur
van de anti-kreukbeveiliging en af-
koelfasen.
Definitieve tijdswaarde
Druk op toets
6
om het programma
te starten. Elke minuut wordt de nieu-
we tijdswaarde op het display weerge-
geven.
Het droogsymbool be-
gint te knipperen.
Het deursymbool voor de
vergrendeling gaat bran-
den.
Als u een tijdswaarde van slechts
10 minuten instelt, voert het ap-
paraat alleen een afkoelfase uit.
Aan het einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen klinken.
In het scherm gaat het symbool
aan.
Het indicatielampje van de toets Start/
Pauze
6
gaat uit.
De laatste minuten van de droogcy-
clus voert het apparaat een anti-kreuk-
fase uit.
Het anti-kreuksymbool knip-
pert.
De deur blijft vergrendeld.
Druk op toets
1
om het apparaat uit
te schakelen. Een paar minuten na af-
loop van het programma schakelt de
energiebesparende functie het appa-
raat automatisch uit.
Wanneer het deurslotlampje
uit
gaat, kunt u de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes te voorkomen.
Draai de waterkraan dicht.
24
www.aeg.com
11. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - WASSEN EN
DROGEN
11.1 NON-STOP-programma -
wassen en automatisch drogen
LET OP!
Plaats geen plastic voorwerp/
bal met wasmiddel in de trom-
mel.
Druk op toets
1
om het apparaat in
te schakelen.
Plaats het wasgoed in het apparaat.
Meet het wasmiddel en de wasver-
zachter af.
Draai de programmaknop op het was-
programma. De symbolen van de ver-
schillende wasfasen worden op het
display weergegeven.
LET OP!
De ingestelde centrifugeersnel-
heid mag niet lager zijn dan de
automatische snelheid van het
ingestelde programma.
Stel de beschikbare opties in.
Blijf op de toets
4
drukken totdat er
een zwarte lijn onder een van de
droogniveausymbolen verschijnt.
Het strijkdroge ni-
veau gaat aan.
Het kastdroge niveau
gaat aan.
Het extra droge ni-
veau gaat aan.
Het droogsymbool
gaat branden.
Het anti-kreuksym-
bool gaat branden.
De tijdswaarde op het display is de
duur van de was- en droogfasen, bere-
kend aan de hand van een standaard
wasgoedlading.
Druk op toets
6
om het programma
te starten.
Het ingestelde droogni-
veausymbool blijft aan.
De andere niveausymbo-
len gaan uit.
Het deursymbool voor de
vergrendeling gaat bran-
den.
Elke minuut wordt de nieuwe tijds-
waarde op het display weergegeven.
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het apparaat
een anti-kreukfase en de afkoel-
fasen uit.
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch.
De geluidssignalen klinken.
Wanneer het symbool
uit gaat,
kunt u de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes te voorkomen.
11.2 NON-STOP-programma -
wassen en tijdgestuurd
drogen
LET OP!
Plaats geen plastic voorwerp/
bal met wasmiddel in de trom-
mel.
Druk op toets
1
om het apparaat in
te schakelen.
Plaats het wasgoed in het apparaat.
Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
Draai de programmaknop op het was-
programma. De symbolen van de ver-
schillende fasen in de wascyclus wor-
den op het display weergegeven.
De ingestelde centrifugeersnelheid
mag niet lager zijn dan de automati-
sche snelheid van het ingestelde
programma.
Stel de beschikbare opties in.
Druk op toets
5
om de waarde van
de droogtijd in te stellen.
NEDERLANDS 25
Het droogsymbool gaat
branden.
Het anti-kreuksymbool
gaat branden.
Het droogtijdsymbool
gaat branden.
De ingestelde droogtijdwaarde wordt
in het display weergegeven.
Droogtijdwaarde in-
stellen
Na een paar seconden wordt de totale
duur van de cycli weergegeven:
Definitieve tijdswaarde
(wassen + drogen +
anti-kreukbeveiliging +
afkoelfase)
Als u een droogtijd van slechts
10 minuten instelt, zijn de anti-
kreukbeveiligings- en afkoelfasen
ook in de definitieve tijdswaarde
opgenomen.
Druk op toets
6
om het programma
te starten.
De deur blijft vergren-
deld.
Elke minuut wordt de nieuwe tijds-
waarde op het display weergegeven.
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch.
De geluidssignalen klinken.
Wanneer het deursymbool voor de
vergrendeling
uit gaat, kunt u
de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes te voorkomen.
11.3 Pluisjes op kleding
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen kle-
ven.
Dit nadeel verergert bij technische stof-
fen.
Ter voorkoming van pluisjes in uw was-
goed, bevelen wij u het volgende aan:
Was geen donkere stoffen na het was-
sen en drogen van lichte stoffen (nieu-
we spons, wol en sweaterstof) en vice
versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst ge-
wassen zijn.
Reinig het afvoerfilter.
Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur gron-
dig met een natte doek.
Voor het verwijderen van pluisjes in
de trommel, stelt u een speciaal pro-
gramma in:
Maak de trommel leeg.
Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
Stel het spoelprogramma in.
Druk om de reinigingsfunctie in te
schakelen, tegelijkertijd toets
9
en
11
in totdat CLE op het display ver-
schijnt.
Druk op toets
6
om het programma
te starten.
12. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
12.1 Wasgoed sorteren
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
Sommige bonte weefsels kunnen uit-
lopen als zij de eerste keer worden ge-
wassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
26
www.aeg.com
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Maak riemen
vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle ar-
tikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken bin-
nenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordij-
nen in een zak of kussensloop.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
Beugelbeha's.
Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen hand-
matig verdelen in de trommel en de
centrifugefase opnieuw starten.
12.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en was-
middel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te ver-
wijderen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars ver-
krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type
vlek en stof.
12.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabe-
handelingsproducten die bedoeld zijn
voor gebruik in een wasautomaat.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervui-
ling.
Stel geen voorwasfase in als u vloeiba-
re wasmiddelen gebruikt.
Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloei-
bare wasmiddel toe met een doseer-
bal.
12.4 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een waterver-
zachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke
waterautoriteit voor de waterhardheid in
uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de wa-
terhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
mmol/l (millimol per liter - een interna-
tionale eenheid voor de hardheid van
water).
Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
NEDERLANDS 27
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
12.5 Milieutips
Gebruik minder water en energie om het
milieu te helpen, volg deze instructies:
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat normaal
vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de
maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenver-
wijderaar als u een programma met
een lage temperatuur instelt.
Controleer de waterhardheid om de
juiste hoeveelheid wasmiddel te ge-
bruiken.
12.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij droog-
programma's de droogprogrammata-
bel.
Voor het volgende wasgoed mag
geen droogprogramma worden inge-
steld:
Zeer fijne was
Synthetische gordijnen
Wol en zijde
Kledingstukken met metalen invoeg-
stukken
Nylon stockings
Dekbedden
–Bedspreien
Dekbedovertrekken
–Anoraks
Slaapzakken
Stoffen met restjes haarspray, nagel-
remover of iets dergelijks
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken
12.7 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
wasdroger
= Droogprogramma op hoge tem-
peratuur
= Droogprogramma op lage tem-
peratuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de wasdroger
12.8 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
Snelheid van de laatste keer centrifu-
geren
Standaard droogtegraad
Soort wasgoed
Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
ALGEMENE TIPS
Raadpleeg de tabel «Droogprogram-
ma's» om de gemiddelde droogtijden
op te zoeken.
U zult uit ervaring merken wat de beste
manier is om uw wasgoed goed droog
te krijgen. Houd bij hoe lang uw droog-
programma's duren.
Statische lading na het drogen voorko-
men:
Gebruik wasverzachter tijdens de was-
fase.
Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel moge-
lijk uit het apparaat haalt.
12.9 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
28
www.aeg.com
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of krimpen
van kleding te voorkomen,
moet u de was niet té droog
maken.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt.
13.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
te gebruiken om deze kalk te verwijde-
ren.
Gebruik een speciaal product voor was-
automaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de produ-
cent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
13.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
13.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelma-
tig een onderhoudswas uit. Om dit te
doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het heetste wasprogramma in
voor katoen
Gebruik de juiste hoeveelheid poe-
derwasmiddel met biologische eigen-
schappen.
Houd de deur enige tijd open na elke
wasbeurt, om schimmels te voorkomen
en onprettige geurtjes te verwijderen.
13.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnen-
kant.
13.5 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwijde-
ren.
Ga als volgt te werk:
Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
Start een kort programma voor katoen
op de maximale temperatuur met een
kleine hoeveelheid wasmiddel.
NEDERLANDS 29
13.6 Wasmiddeldoseerlade
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
1.
Druk op de hendel.
2.
Trek de doseerlade naar buiten.
3.
Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabe-
handelingsmiddelen.
4.
Maak alle onderdelen schoon met
water.
5.
Maak de ruimte van de wasmiddel-
doseerlade schoon met een borstel.
6.
Plaats de wasmiddeldoseerlade te-
rug in de ruimte.
13.7 Afvoerpomp
Controleer de afvoerpomp regel-
matig en zorg dat deze schoon
is.
De pomp schoonmaken als:
Het apparaat geen water wegpompt.
De trommel niet kan draaien.
Het apparaat een ongebruikelijk ge-
luid maakt door een blokkade in de af-
voerpomp.
De display een alarmcode weergeeft
door een probleem met de wateraf-
voer.
WAARSCHUWING!
1.
Trek de stekker uit het stop-
contact.
2.
Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik is.
Reinig de afvoerpomp niet
als het water in de machine
heet is. Het water moet koud
zijn voordat u de afvoer-
pomp kunt reinigen.
30
www.aeg.com
De afvoerpomp reinigen:
1.
Open het afvoerpompdeurtje.
2.
Trek de klep naar voren om hem te
verwijderen.
3.
Plaats een bak onder de uitsparing
van de afvoerpomp om het uitstro-
mende water op te vangen.
4.
Druk de twee hendels in en trek het
afvoerkanaal naar voren om het wa-
ter eruit te laten stromen.
1
2
5.
Als de bak vol met water is, duwt u
het afvoerkanaal terug en leegt u de
bak. Herhaal stap 4 en 5 tot er geen
water meer uit de afvoerpomp
stroomt.
6.
Duw het afvoerkanaal terug en draai
het filter om het te verwijderen.
7.
Verwijder stof en voorwerpen uit de
pomp.
8.
Zorg dat het schoepenrad op de
juiste wijze kan draaien. Neem als
dit niet lukt, contact op met de klan-
tenservice.
NEDERLANDS 31
1
2
9.
Reinig het filter onder de water-
kraan en plaats het terug in de spe-
ciale geleiders van de pomp.
10.
Zorg ervoor dat het filter stevig vast-
zit om waterlekkage te voorkomen.
11.
Plaats de klep terug en sluit het af-
voerpompdeurtje.
13.8 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat niet met water wordt ge-
vuld.
De machine langdurig water vult.
Het lampje van toets
6
knippert en
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop-
lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van
de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4.
Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
45°
20°
6.
Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppelin-
gen stevig vast zitten om lekkage te
voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
13.9 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en
met (6) van "De afvoerpomp reinigen"
uit.
Maak de pomp zo nodig schoon.
32
www.aeg.com
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerpompklep.
Als u het water afvoert met de noodaf-
voerprocedure, dient u het afvoersys-
teem opnieuw te activeren:
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmid-
deldoseerlade.
2.
Start het programma om water af te
voeren.
13.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0 °C, dan dient u het resterende water
uit de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Verwijder de watertoevoerslang.
4.
Plaats de twee uiteinden van de toe-
voerslang in een bak en laat het wa-
ter uit de slang stromen.
5.
Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
6.
Als de afvoerpomp leeg is, instal-
leert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0 °C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoor-
delijk voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
14. FEJLSØGNING
Het apparaat start niet of stopt tijdens
het programma.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt,
neem contact op met de service afde-
ling.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat
u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat
wordt niet met
water gevuld.
De waterkraan is geslo-
ten.
Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
Controleer of de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
De filters in de water-
toevoerslang zijn ver-
stopt.
Reinig de filters Zie het hoofd-
stuk "Onderhoud en reiniging".
De waterkraan is ver-
stopt of aangezet met
kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De aansluiting van de
watertoevoerslang is
niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
NEDERLANDS 33
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het wa-
terleidingbedrijf.
Het apparaat
pompt geen water
weg.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
Er is een wasprogram-
ma zonder afvoerfase
ingesteld.
Stel het afvoerprogramma in.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
Stel het afvoerprogramma in.
De deur is open of
niet goed geslo-
ten.
Sluit de deur goed.
Het bescher-
mingssysteem te-
gen lekkage is
aan.
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stop-
contact.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met de
klantenservice.
De centrifugefase
werkt niet.
De centrifugefase staat
uit.
Stel het centrifugeprogramma
in.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
Balansproblemen met
de waslading.
Verdeel de artikelen handmatig
in de trommel en start de centri-
fugefase opnieuw.
Het programma
start niet.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon-
tact.
De zekering in de me-
terkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
U hebt niet op toets
6
gedrukt.
Druk op toets
6
.
Startuitstel is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start
om het programma direct te
starten.
34
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het kinderslot is geacti-
veerd.
Het kinderslot uitschakelen.
Er ligt water op de
vloer.
Lekkage bij de koppe-
lingen van de waterslan-
gen.
Zorg dat de koppelingen goed
zijn aangedraaid.
Lekkage van de afvoer-
pomp.
Zorg dat het filter van de afvoer-
pomp goed is bevestigd.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Controleer of de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
U kunt de deur
van het apparaat
niet openen.
Het wasprogramma is
bezig.
Laat het wasprogramma beëin-
digen.
Er staat water in de
trommel.
Kies het programma pompen of
centrifugeren.
Het apparaat
maakt een abnor-
maal geluid.
Het apparaat staat niet
waterpas.
Het apparaat waterpas afstellen.
Raadpleeg "Montage".
U hebt de verpakking
en/of de transportbou-
ten niet verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of
de transportbouten. Raadpleeg
"Montage".
De lading is erg klein. Voeg meer wasgoed aan de
trommel toe.
Het apparaat vult
zich met water en
pompt dit direct
weg.
Het uiteinde van de af-
voerslang hangt te laag.
Zorg dat de afvoerslang zich op
de juiste hoogte bevindt.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Het door u gebruikte
wasmiddel was niet cor-
rect of onvoldoende.
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige
vlekken niet voor het
wassen uit het wasgoed
gehaald.
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwij-
deren.
Onjuiste temperatuur
ingesteld.
Zorg dat u de juiste tempera-
tuur instelt.
Te veel wasgoed gela-
den.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Het apparaat
droogt niet of
droogt niet goed.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
Het afvoerfilter is ver-
stopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er zit te veel wasgoed in
de trommel.
Haal wat wasgoed uit de trom-
mel.
NEDERLANDS 35
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
U hebt een verkeerd
droogniveau of de ver-
keerde droogtijd inge-
steld.
Stel een langere droogtijd in.
Het wasgoed zit
vol met pluisjes
van verschillende
kleuren.
De stoffen die tijdens
de vorige wasbeurt zijn
gewassen, hebben
pluisjes met een andere
kleur afgegeven.
De droogfase helpt bij het
verwijderen van (een deel
van) de pluizen.
Maak het wasgoed schoon
met een pluisverwijdermid-
del.
Als er veel pluisjes in de
trommel aanwezig zijn,
herhaalt u deze proce-
dure nogmaals.
Maak de trommel, pakking en
deur grondig schoon met een
natte doek.
Voer een spoelgang uit.
Plaats een wollen of donzige
doek in de trommel.
Voer een droogprogramma
van 10 minuten uit.
Verwijder de oude wollen
doek.
Schakel het apparaat na de controle in.
Het programma gaat verder vanaf het
punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt,
neemt u contact op met onze klanten-
service.
Als het display andere alarmcodes aan-
geeft, neemt u contact op met onze
klantenservice.
15. MONTAGE
15.1 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde ver-
kooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de be-
vestigingsplaatjes als u het apparaat op
een plint plaatst.
Volg de instructies die bij de set zijn
meegeleverd.
15.2 Uitpakken
1.
Gebruik de handschoenen. De ex-
terne folie eraf trekken. Gebruik zo
nodig een mes.
36
www.aeg.com
2.
Verwijder de kartonnen deksel.
3.
Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
4.
De interne folie eraf trekken.
5.
Open de deur. Verwijder het piep-
schuim blok van de deur en alle an-
dere onderdelen uit de trommel.
6.
Plaats het piepschuim verpakkings-
materiaal op de vloer achter het ap-
paraat. Plaats het apparaat met de
achterzijde voorzichtig op het kar-
tonnen deksel. Zorg dat u de slan-
gen niet beschadigt.
NEDERLANDS 37
1
2
7.
Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8.
Zet het apparaat weer rechtop.
9.
Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
10.
Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat gelever-
de moersleutel.
11.
Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
12.
Doe de plastic dopjes in de gaatjes.
U vindt deze doppen in de zak van
de gebruikershandleiding.
38
www.aeg.com
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten
en verpakking voordat u het ap-
paraat installeert.
Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te be-
waren voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
15.3 Plaatsing en waterpas zetten
x4
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het apparaat niet
stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
Gebruik de stelvoetjes om het appa-
raat waterpas te zetten. Een juiste af-
stelling van het apparaat voorkomt tril-
lingen en lawaai en het bewegen van
het apparaat als deze in bedrijf is.
Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of ver-
gelijkbare materialen onder de
voeten van het apparaat om de-
ze waterpas te stellen.
NEDERLANDS 39
15.4 De toevoerslang
20
O
20
O
20
O
45
O
45
O
45
O
Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar links
of rechts. Maak de ringmoer los om
hem in de juiste stand te zetten.
Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroef-
draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen
niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als
de toevoerslang te kort is. Neem
contact op met de klantenservice
voor vervanging van de toevoers-
lang.
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt lek-
kage in de slang door natuurlijke slijta-
ge. Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de klanten-
service om de slang te laten vervangen.
15.5 Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de
afvoerslang aan te sluiten:
40
www.aeg.com
Met de plastic slanggeleider.
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af-
voert. Bevestig de geleider op de wa-
terkraan of wand.
Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de afvoers-
lang moet altijd geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnendiameter van de
afvoerpijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de af-
voerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat resterende deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast
met een klem.
NEDERLANDS 41
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem contact
op met de klantenservice voor
de andere afvoerslang en het
verlengstuk.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
42
www.aeg.com
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
132926252-C-202013
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

AEG L87695WD Handleiding

Type
Handleiding