NEUTRO CV140/EG Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
32
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET APPARAAT
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN DE VRIEZER
DE VRIEZER ONTDOOIEN EN REINIGEN
REINIGING EN ONDERHOUD
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
33
ALVORENS HET APPARAAT
MILIEUTIPS
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van
voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand
nog eens kunt raadplegen.
1.
Controleer na het uitpakken van het apparaat
of het niet beschadigd is en of de deur goed
sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf
de levering van het apparaat van eventuele
schade op de hoogte te worden gesteld.
2.
Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat
in werking te stellen, om het koelcircuit perfect
te kunnen laten functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4.
Reinig de binnenkant van het apparaat alvorens
het in gebruik te nemen.
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingssymbool.
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een
bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken/verwerken van het apparaat
Het apparaat is vervaardigd van materiaal dat
kan worden gerecycled.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens
de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten
(AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve consequenties voor het
milieu en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het apparaat of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
apparaat niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het
wordt afgedankt onbruikbaar door de
voedingskabel door te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking
en breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een
paar dagen, aangezien het voor kinderen een
bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere
informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit
bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie het
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed
heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is.
Het is daarom noodzakelijk om te controleren
of de leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn.
Dit product bevat gefluorideerd broeikasgas dat
onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas
zit in een hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Verklaring van overeenstemming
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG)
nr. 1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de
laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die de
richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen
vervangt).
- de veiligheidsvereisten van de EMC-richtlijn
89/336/EEG, gewijzigd door de Richtlijn
93/68/EEG.
De elektrische veiligheid van het apparaat is
alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste
wijze op een efficiënt werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke
34
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesvak uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak
want deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het apparaat of van andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De
dampen die hieruit voortkomen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en
boven het apparaat om een goede ventilatie
te garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het
apparaat vrij van obstakels.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar
(25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
Gebruik voor de aansluiting op de
waterleiding de bij het nieuwe apparaat
geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de temperatuur
binnen de volgende waarden ligt, die op hun
beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse
die op het typeplaatje staat aangegeven: het is
mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert
als het voor een lange tijd in een ruimte wordt
gelaten met een hogere of lagere temperatuur
dan het genoemde bereik.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen andere mechanische,
elektrische of chemische systemen die het
ontdooiproces versnellen dan door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
de koelkast niet.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten
in de vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door de
fabrikant is gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis
van het apparaat, behalve als zij tijdens het
gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de
gaten gehouden worden om te voorkomen dat
zij met het apparaat gaan spelen.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of
vervangen.
Gebruik geen enkele of meervoudige
adapters of verlengsnoeren.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
35
GEBRUIK VAN DE VRIEZER
In deze vriezer kunnen al ingevroren voedingsmiddelen
worden geplaatst en verse voedingsmiddelen worden
ingevroren.
Ingebruikneming van de vriezer
Het is niet nodig de temperatuur van de vriezer in te stellen met
de thermostaat, aangezien het apparaat al ingesteld is in de
fabriek.
Steek de stekker in het stopcontact.
Het alarm wordt geactiveerd, aangezien de temperatuur in de
vriezer nog niet laag genoeg is om de levensmiddelen erin te
zetten.
Zet de levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het alarm is
uitgeschakeld (raadpleeg voor meer informatie het bijgeleverde
productinformatieblad).
Temperatuurinstelling
Raadpleeg het bijgeleverde productinformatieblad voor de
regeling van de temperatuur.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de binnentemperatuur van de vriezer.
De thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden
aangepast.
Invriezen
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan
worden ingevroren is in kg aangegeven op het typeplaatje
van het apparaat.
Druk 24 uur voordat u de levensmiddelen in de vriezer plaatst op
de toets voor het snelvriezen (totdat het gele lampje gaat branden)
voor een optimaal resultaat.
In het algemeen is ongeveer 24 uur snelvriezen nadat het voedsel
in de vriezer is gezet voldoende; schakel de snelvriesfunctie na
deze periode uit
Let op:
Bij kleine hoeveelheden levensmiddelen kan de snelvriesfunctie al
na enkele uren worden uitgeschakeld om energieverspilling te
voorkomen.
36
Adviezen voor het invriezen en conserveren van de verse
voedingsmiddelen.
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die geschikt
zijn voor invriezen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen,
om de voedingsstoffen, de structuur, de consistentie, de kleur
en de smaak te behouden.
Het verdient de voorkeur vlees en wild vóór het invriezen
voldoende lang te laten besterven.
Opmerking:
Warme levensmiddelen altijd laten afkoelen alvorens ze in te
vriezen.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten
onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in,
tenzij de ontdooide levensmiddelen gebruikt worden voor het
bereiden van een gerecht. Nadat het ontdooide levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Invriezen en conserveren van voedingsmiddelen
Leg de in te vriezen voedingsmiddelen in de daarvoor geschikte
vakken.
De koudeaccu's (indien aanwezig) dienen in de daarvoor geschikte
ruimten geplaatst te worden (boven het laatste rooster) of boven
de levensmiddelen die in het bovenste vak bewaard worden.
Belangrijk:
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse,
ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden.
Alle beschreven functies verwijzen naar de werking van het
product zonder de koudeaccu's, met uitzondering van de
stijgtijd van de temperatuur.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
De ingevroren producten opbergen en indelen in de vriezer.
Het is raadzaam de bewaardatum op de verpakking aan te geven,
om te zorgen dat het product tijdig geconsumeerd zal worden.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende
punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het
product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er
vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in
isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de vriezer.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een
minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op
de verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
MAANDEN VOEDSEL
37
Verwijderen van de laden
Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze een stukje op en haal ze
weg.
Voor meer ruimte kunnen de laden (behalve de onderste), de
bijbehorende glijblokjes en het witte wegneembare rooster
worden verwijderd (indien aanwezig) (
Afb.1
)
Controleer of de lading de grenswaarden (op de zijwanden van het
product, indien aanwezig) niet overschrijdt.
Vak
In dit vak mogen alleen ijsblokjes worden gemaakt en koudeaccu’s
worden geplaatst, zoals weergegeven op
Afb.2
en
Afb.3
, (indien
aanwezig).
Houd u voor de bewaartijd strikt aan de aanwijzingen op de
verpakkingen van de diepvriesproducten.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in het daarvoor
bedoelde vriesvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is
vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om het los
te maken.
Om de ijsblokjes eenvoudig te verwijderen buigt u het bakje
om.
Opmerking:
De deur van de vriezer gaat meteen nadat hij gesloten is wat
moeilijk open (behalve bij de modellen met een speciaal ventiel).
Wacht twee tot drie minuten, zodat de druk weer op normaal
niveau is.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
38
DE VRIEZER ONTDOOIEN EN REINIGEN
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten.
Druk bij de elektronische modellen op de aan/uit-toets
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Wij raden u aan de vriezer een of twee maal per jaar te
ontdooien, of wanneer de ijslaag op de koelroosters te
dik is geworden.
IJsvorming op de koelroosters is een normaal
verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee
zich het ijs vormt, hangt af van de omgeving waarin het
apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee de
deur wordt geopend en is over het algemeen groter op
de bovenste roosters.
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u
weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats of in een koeltas.
Laat de deur van de vriezer open zodat het ijs kan smelten.
Reinig de binnenkant van de vriezer met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Plaats de levensmiddelen weer in het vak.
Sluit de deur van de vriezer.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Schakel de vriezer in.
Opmerking: druk bij de elektronische modellen op de
aan/uit-toets, nadat u de stekker in het stopcontact
hebt gestoken en voordat u het apparaat start.
Raadpleeg voor de correcte ontdooiprocedure het
PRODUCTINFORMATIEBLAD.
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten.
Druk bij de elektronische modellen op de start/stoptoets,
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Reinig geregeld de condensator aan de achterkant van het
apparaat met een stofzuiger of een borstel.
Reinig het vak geregeld met een vochtige spons met lauw water
en/of een neutraal schoonmaakmiddel Spoel en droog het
apparaat met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen
Als u de vriezer langere tijd niet gebruikt
Maak de vriezer leeg.
Haal de stekker van de vriezer uit het stopcontact.
Ontdooi het apparaat en reinig de binnenwanden.
Laat de deur open om te voorkomen dat er
onaangename geuren ontstaan en om het apparaat te
laten drogen
Opmerking: druk bij de elektronische modellen op de
start/stoptoets, nadat u de stekker in het stopcontact hebt
gestoken en voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
39
OPSPOREN VAN STORINGEN
Als u de volgende geluiden hoort
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Werken de beveiligingen van de elektrische
installatie van uw woning correct?
Is de voedingskabel beschadigd?
2. Ongewone ijsvorming.
Is het afvoerkanaal voor het dooiwater
correct geplaatst?
Zit de deur goed dicht?
3. De gele, rode en groene
controlelampjes gaan niet branden.
Controleer eerst de aanwijzingen
onder punt 1, en vervolgens:
Neem contact op met de klantenservice.
Opmerkingen:
Als de voorste rand van het vriezer warm is,
is er geen sprake van een defect; dit is een
normaal verschijnsel, het voorkomt
condensvorming.
Het koelcircuit kan borrelen of
expansiegeluiden maken; dat is normaal.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen zelf kunt verhelpen
(zie “Storingen opsporen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en
herhaal de handeling na een uur.
3.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje binnenin
het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat door
onze Klantenservice wordt niet beschouwd als
een ingreep die onder de garantie valt.
De deur kan niet worden omgekeerd op
apparaten met een handgreep op de voorkant
...werkt uw product
uitstekend!!!
40
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen. Installatie in een warme omgeving,
rechtstreekse blootstelling aan de zon of opstelling van het apparaat in de buurt van een warmtebron
(kachel, fornuis) verhogen het stroomverbruik en dienen te worden vermeden.
Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende minimumafstanden worden aangehouden:
- 30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen of petroleum;
- 3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of gasfornuizen.
Laat voor een optimale werking
- tenminste 5 cm vrije ruimte boven het apparaat;
- tenminste 4 cm afstand van de achterwand;
- plaats andere meubels of apparaten op een voldoende grote afstand zodat de lucht kan circuleren.
Installeer het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats, zorg dat het op een vlakke
ondergrond staat en stel indien nodig de pootjes aan de voorkant bij.
De binnenkant schoonmaken.
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
Houdt u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en het opgenomen vermogen staan op het typeplaatje in
het apparaat.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen
die veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan vervangen door
een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is
geplaatst.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

NEUTRO CV140/EG Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding