Magnat Audio NEO FLEX 230, NEO FLEX 130, TV Cables Neo Flex 130 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Magnat Audio NEO FLEX 230 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GEACHTE KLANT,
van harte gefeliciteerd met de aankoop van dit MAGNAT Car Hifi product. U heeft
gekozen voor een topproduct en wij hopen dat u er een lange tijd plezier aan beleefd.
Lees deze instructie a.u.b. nauwkeurig door. Zo bent u verzekerd van een
onberispelijke functie van het apparaat. Technische wijzigingen zijn voorbehouden.
UW NIEUWE SUBWOOFER.......
......is de ultimatieve uitbreiding van uw Car Hifi installatie. Hij is bestemd voor de
weergave van het basbereik tot de laagste frequenties en met het hoogste
volumebereik. De subwoofer wordt aangesloten op uw Car Hifi versterker die wij
in ieder geval adviseren. Technische gegevens, tips en nadere informatie vindt u
verderop in deze instructie.
TECHNISCHE GEGEVENS
NEO FLEX 130 NEO FLEX 230
Belastbaarheid RMS/max.: 230 W / 460 W 325 W / 650 W
Impedantie (nominaal): 4 ohm 4 ohm
Frequentiebereik: 22500 Hz 22500 Hz
Gevoeligheid: 90 dB/W/m 92 dB/W/m
Afmetingen (BxHxD): 390 x 370 x 370 mm 68
5 x 370 x 380 mm
Gewicht: 9 kg 16 kg
PLAATSEN EN MONTEREN VAN DE SUBWOOFERS
Let er op dat de bekasting van de subwoofer op een vlakke ondergrond ligt. De
membraan (en event. de basreflexbuis) mag niet direct tegen de binnenwanden van het
voertuig worden geplaatst.
Bevestig de subwoofer in ieder geval dusdanig dat hij niet kan verschuiven.
Schade die ontstaat door plotselinge veranderingen van snelheid (bv. door hevig
remmen) valt niet onder de garantie.
19
NL
AANSLUITEN VAN DE VOLUMEVERSTERKER (AFBEELDING 1)
De subwoofer dient in ieder geval op een externe volumeversterker te worden
aangesloten. Deze biedt het vereiste elektrische vermogen en de nodige reserve. In de
bijgevoegde handleiding vindt u ook het aansluitdiagram voor het gebruik van een sub-
woofer.
Bij de basisuitvoering van een volumeversterker hoort ook een actieve frequentie
wisselschakeling (laagdoorlaat) waarmee u ongewenste middentonen van de
subwoofer weg houdt.
AFBEELDING 1
A mono-subwoofer
B stereo-subwoofer
1. autoradio
2. Y-adaptor
3. twee stereoversterkers of een versterker met vier kanalen
4. middentonen- en hogetonenluidsprekers
5. condensatoren (in optie)
6. gebrugde constructie
7. subwoofer
EXTRA PASSIEVE FILTERS (AFBEELDING 2)
Voor het geval dat u niet beschikt over een actieve filterschakeling (bv. gebruik van een
monoblok of een tweekanaals eindtrap in tri-modus) moet een passieve frequentiewis-
sel deze taak overnemen. Kies a.u.b. de scheidingsfrequentie van uw subwoofer en
schakel de constructieonderdelen als volgt.
20
NL
21
NL
Scheidings- Subwoofer Spoel L / min. Condensator C /
frequentie draaddiameter doorslagweerstand
60 Hz 380 mm 15 mH /1.5 mm
2
470uF / 100Vdc
80 Hz 380/300 mm 12 mH / 1.0 - 1.5 mm
2
330uF / 100Vdc
90 Hz 300 mm 10 mH / 1.0 mm
2
330uF / 100Vdc
110 Hz 300/250 mm 8.2 mH / 0.7 - 1.0 mm
2
220uF / 100Vdc
130 Hz 250 mm 6.8 mH / 0.7 mm
2
220uF / 100Vdc
160 Hz 250/200 mm 5.6 mH / 0.5 - 0.7 mm
2
150uF / 100Vdc
Door het gebruik van subwoofers verhoogt u het volumebereik van uw audiosysteem
aanmerkelijk. Ter beveiliging van uw hoog/middentoon-systemen adviseren wij om deze
bovendien te beschermen met een condensator (100 - 200uF in seire voor het
complete hoog/midden-toonsysteem).
LET BIJ DE KEUZE VAN DE CONSTRUCTIEONDERDELEN OP HET
VOLGENDE:
Kernspoelen bieden een voordelige prijs/productie-verhouding, bereiken echter bij
een zeer hoog volume ook het verzadigingsbereik, wat tot akoestische vervorming
leidt. Let er daarom op dat de spoelen zo weinig mogelijk ferriet/ijzer bevatten.
Neem beslist de aanbevolen minimale draaddiameter in acht.
Als condensatoren gebruikt u elektrolytcondensatoren met een zo mogelijk hoge
doorslagweerstand.
Bevestig de constructieonderdelen niet direct aan de luidspreker. Bevestig de
onderelen met schroeven, kabelbinderbandjes en smeltlijm. Houd de kabelwegen
zo kort mogelijk.
De constructieonderdelen zijn verkrijgbaar in de vakhankel voor elektronica.
TE GEBRUIKEN KABELS
Voor het bedrijfsveilige en passende transporten van het vermogen van de versterker
naar de subwoofer dient u er bij de keuze van de luidsprekerkabels op te letten dat een
kabellengte > 3 meter een kabeldiameter van 2 x 4 mm
2
vereist. Voor kortere
22
NL
kabels is een dwarsdoorsnede van 2 x 2.5 mm
2
voldoende. Leg de kabels dusdanig aan
dat kortsluiting wordt vermeden. Dat betekent dat de kabel nooit door metalen
onderdelen mag worden vastgeklemd. Overtuig u er van dat de klemmen aan de
luidspreker goed zijn aangetrokken en controleer het onderlinge contact regelmatig.
POLING VAN DE SUBWOOFER
Voertuigen bieden verschillende plaatselijke omstandigheden. In verband hiermee kan
de poling van de subwoofer het best worden bepaald door te testen. Gebruik
hiervoor een muziekstuk dat u goed kent en kies de instelling die u het best bevalt.Een
aantal radio’s/bedieningsapparaten bieden ook de mogelijkheid om de poling direct
aan het apparaat zelf in te stellen (fase). Een verpoling komt overeen met een
fasendraaiing van 180 graden.
AANSLUITING VAN DE STROOMVOORZIENING (AFBEELDING 3)
Belangrijke aanwijzing. A.u.b. zorgvuldig doorlezen.
Verbind de +12V-aansluiting met het +12V-boordnet van uw auto. De +12 V-aansluiting
van de subwooferverlichting (afb. 3, rechter klemschroef) moet via een kabelzekering
(500 mA traag, nauwkeurige aanduiding: T500mAL 250V, zekering en zekeringhouder
niet bij de levering inbegrepen) verbonden worden met de geschakelde plus-leiding van
het boordnet.
Deze geschakelde leiding is de via het contactslot geschakelde plus-leiding in het vo-
ertuig (klem 15).
De klem 15 is echter niet altijd in staat, voldoende stroom te leveren voor de verlichting
van de subwoofer, bij overbelasting kan de elektronica van uw voertuig beschadigd wor-
den.
De verlichting van de subwoofer heeft een stroomopname van 250 mA.
Er moet gelet worden op de maximale stroomwaarde die de geschakelde leiding op klem
15 kan leveren.
Is deze onvoldoende, dan moet een elektronische relaisschakeling toegevoegd
worden.
Laat derhalve de montage bij voorkeur door een vakman verrichten, vooral wanneer u
niet vertrouwd bent met het boordnet van uw voertuig.
23
NL
Is in het voertuig geen geschakelde plus-leiding aanwezig of is deze moeilijk
toegankelijk, dan kan als alternatief de stroomvoorziening van de subwooferverlichting
via een AAN-/UIT-schakelaar en m.b.v. een kabelzekering 500 mAtraag verbonden wor-
den met de plus-pool van de auto-accu.
De min-aansluiting van de subwooferverlichting moet geleidend met het chassis van het
voertuig verbonden worden.
Zekering met zekeringhouder (kabelzekering), relaisschakeling en schakelaar zijn ver-
krijgbaar bij de speciaalzaak.
Let op !
In geen geval mag de verlichting permanent met de auto-accu verbonden blijven, aan-
gezien anders de accu binnen enkele dagen ontladen wordt.Bij gebruik van een aparte
schakelaar die met de accu verbonden is, moet bij het verlaten van het voertuig
de verlichting uitgeschakeld worden.
/