Wacker Neuson FUH20/1/042 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
Omvormer
FUH20
Type FUH20
Document 5100020600
Editie 01.2017
Versie 04
Taal nl
2 100_0000_0001.fm
Copyright © 2017 Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Printed in Germany
Alle rechten, in het bijzonder het wereldwijd geldende auteursrecht, het recht op vermenigvuldiging en
het recht op distributie, voorbehouden.
Dit drukwerk mag door de ontvanger alleen voor het bedoelde doel worden gebruikt. Het mag op geen
enkele wijze gedeeltelijk of geheel worden vermenigvuldigd of vertaald worden zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming.
Herdruk of vertaling, ook gedeeltelijk, uitsluitend met schriftelijke toestemming van Wacker Neuson
Produktion GmbH & Co. KG.
Elke inbreuk op de wettelijke bepalingen, voornamelijk de voorschriften ter bescherming van het
auteursrecht, worden civiel- en strafrechtelijk vervolgd.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG werkt voortdurend aan de verbetering van zijn producten
in het kader van technische vooruitgang. Derhalve moeten we ons het recht voorbehouden om
wijzigingen in afbeeldingen en beschrijvingen in deze documentatie voorbehouden, zonder dat daaruit
aanspraak op wijzigingen aan reeds geleverde machines kan voortvloeien.
Onder voorbehoud van fouten.
De machine op het voorblad kan voorzien zijn van specifieke uitrustingen (opties).
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Wackerstraße 6
D-85084 Reichertshofen
www.wackerneuson.com
Tel.: +4984533403200
E-Mail: service-LE@wackerneuson.com
Originele gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
5100020600IVZ.fm 3
1 Voorwoord ..............................................................................................................................4
2 Inleiding ..................................................................................................................................5
2.1 Gebruik van de gebruiksaanwijzing............................................................................................. 5
2.2 Opbergen van de gebruiksaanwijzing.......................................................................................... 5
2.3 Voorschriften voor ongevallenpreventie ...................................................................................... 5
2.4 Aanvullende informatie................................................................................................................ 5
2.5 Doelgroep.................................................................................................................................... 5
2.6 Verklaring van de symbolen ........................................................................................................ 5
2.7 Wacker Neuson-contactpersoon ................................................................................................. 6
2.8 Beperking van aansprakelijkheid................................................................................................. 6
2.9 Markering van de machine .......................................................................................................... 6
3 Veiligheid ................................................................................................................................7
3.1 Uitgangspunten ........................................................................................................................... 7
3.2 Kwalificaties van het bedienend personeel.................................................................................. 9
3.3 Beschermingsmiddelen ............................................................................................................... 9
3.4 Transport ..................................................................................................................................... 9
3.5 Veiligheid..................................................................................................................................... 9
3.6 Veiligheid bij het gebruik van elektrische apparaten.................................................................. 10
3.7 Onderhoud................................................................................................................................. 12
4 Sticker met veiligheidsinstructies .....................................................................................13
5 Constructie en werking .......................................................................................................14
5.1 Meegeleverd.............................................................................................................................. 14
5.2 Gebruiksdoel.............................................................................................................................. 14
5.3 Werkwijze .................................................................................................................................. 14
6 Componenten en bedieningselementen ...........................................................................15
7 Transport ..............................................................................................................................16
8 Bediening en gebruik ..........................................................................................................17
8.1 Vóór gebruik .............................................................................................................................. 17
8.2 In gebruik nemen....................................................................................................................... 17
8.3 Buiten gebruik stellen ................................................................................................................ 18
9 Onderhoud ...........................................................................................................................19
9.1 Onderhoudsschema .................................................................................................................. 19
9.2 Onderhoudswerkzaamheden..................................................................................................... 19
10 Oplossen van storingen ......................................................................................................20
10.1 Storingstabel.............................................................................................................................. 20
11 Afvalverwerking ...................................................................................................................21
11.1 Weggooien van oude elektrische en elektronische apparaten.................................................. 21
12 Technische gegevens .........................................................................................................22
13 Woordenlijst .........................................................................................................................24
EG-conformiteitsverklaring
........................................................................................25
1 Voorwoord
100_0000_0002.fm 4
1 Voorwoord
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie en procedures voor het veilige, juiste en
duurzame gebruik van deze Wacker Neuson-machine. Het zorgvuldig te lezen, begrijpen en in acht
nemen van deze gebruiksaanwijzing helpt u gevaren voorkomen en reparatiekosten en uitvaltijden te
verminderen. Op die manier verhoogt u de beschikbaarheid en verlengt u de levensduur van de
machine.
Deze gebruiksaanwijzing bevat geen instructies voor uitgebreide onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door de Wacker Neuson-servicedienst of
door erkende technici worden uitgevoerd. De Wacker Neuson-machine dient overeenkomstig de
instructies in deze gebruiksaanwijzing bediend en onderhouden te worden. Onvakkundig gebruik of
onderhoudswerkzaamheden die niet volgens de instructies worden uitgevoerd kunnen gevaren
veroorzaken. Daarom dient deze gebruiksaanwijzing altijd beschikbaar te zijn op de locatie waar de
machine wordt gebruikt.
U dient defecte machinecomponenten altijd direct te vervangen!
Voor vragen over het gebruik of het onderhoud staan de Wacker Neuson-contactpersonen te allen tijde
voor u klaar.
2 Inleiding
100_0000_0013.fm 5
2 Inleiding
2.1 Gebruik van de gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing moet worden beschouwd als onderdeel van de machine en moet tijdens de
gehele levensduur ervan veilig worden opgeborgen. Deze gebruiksaanwijzing moet aan volgende
eigenaren of gebruikers van deze machine worden doorgegeven.
2.2 Opbergen van de gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de machine en moet in de directe nabijheid van de machine
op een voor het personeel toegankelijke plaats worden opgeborgen.
Bij verlies of wanneer u een tweede exemplaar nodig hebt, hebt u twee mogelijkheden:
Downloaden vanaf het internet - www.wackerneuson.com
Contact opnemen met uw Wacker Neuson-vertegenwoordiger.
2.3 Voorschriften voor ongevallenpreventie
Naast de aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing zijn ook de plaatselijke
voorschriften voor ongevallenpreventie en de landelijke arbeidswetgeving van toepassing.
2.4 Aanvullende informatie
Deze gebruiksaanwijzing is van toepassing op verschillende machinemodellen uit een productserie.
Daardoor kunnen sommige afbeeldingen enigszins afwijken van uw machine. Bovendien kunnen
modelafhankelijke componenten zijn beschreven die niet met uw machine zijn meegeleverd.
De in deze gebruiksaanwijzing opgenomen informatie is gebaseerd op machines die op het moment van
publicatie werden geproduceerd. Wacker Neuson behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen in deze informatie door te voeren.
Er moet voor worden gezorgd dat mogelijke wijzigingen of aanvullingen door de fabrikant direct in deze
gebruiksaanwijzing worden doorgevoerd.
2.5 Doelgroep
Personen die met deze machine werken moet regelmatig met betrekking de risico's van de omgang met
deze machine worden opgeleid.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor de volgende personen:
Bedienend personeel:
Deze personen hebben instructies ontvangen over de machine en over de mogelijke risico's in het geval
van onvakkundig gebruik.
Gekwalificeerde monteurs:
Deze personen hebben een vakopleiding gevolgd en beschikken over aanvullende kennis en ervaring.
Zij zijn in staat om de aan hen opgedragen taken te beoordelen en mogelijke risico's te herkennen.
2.6 Verklaring van de symbolen
Deze gebruiksaanwijzing bevat speciaal uitgelichte veiligheidsinstructies uit de volgende categorieën:
GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en LET OP.
Voor alle werkzaamheden aan en met deze machine moeten de aanwijzingen en veiligheidsinstructies
worden gelezen en zijn begrepen. Alle opmerkingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing
moeten ook worden doorgegeven aan onderhouds- en transportpersoneel.
GEVAAR
Deze combinatie van symbool en signaalwoord staat voor een gevaarlijke situatie, die tot
de dood of zwaar letsel leidt wanneer deze niet wordt vermeden.
WAARSCHUWING
Deze combinatie van symbool en signaalwoord staat voor een gevaarlijke situatie, die tot
de dood of zwaar letsel kan leiden wanneer deze niet wordt vermeden.
2 Inleiding
100_0000_0013.fm 6
2.7 Wacker Neuson-contactpersoon
De contactpersoon bij Wacker Neuson is, afhankelijk van het land, uw Wacker Neuson-servicedienst,
een Wacker Neuson-filiaal of een Wacker Neuson-dealer.
Via het internet onder www.wackerneuson.com.
2.8 Beperking van aansprakelijkheid
Bij de volgende overtredingen sluit Wacker Neuson alle aansprakelijkheid voor persoonlijke en materiële
schade uit:
Niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing
Gebruik dat niet in overeenkomst is met de voorschriften.
Gebruik door niet opgeleid personeel.
Gebruik van niet toegestane reserveonderdelen en accessoires.
Onvakkundige omgang.
Wijzigingen in de constructie in welke vorm dan ook.
Niet in acht nemen van de "Algemene voorwaarden".
2.9 Markering van de machine
Gegevens op het typeplaatje
Het typeplaatje bevat informatie die deze machine eenduidig identificeert. Deze informatie is nodig bij
het bestellen van reserveonderdelen en bij technische vragen.
Voer de informatie op de machine in de volgende tabel in:
VOORZICHTIG
Deze combinatie van symbool en signaalwoord staat voor een mogelijk gevaarlijke
situatie, die lichte verwondingen of beschadiging van de machine kan leiden wanneer
deze niet wordt vermeden.
LET OP
Aanvullende informatie.
Omschrijving Uw informatie
Groep en type
Bouwjaar
Machinenr.
Versienr.
Artikelnr.
3 Veiligheid
7 100_0103_si_0003.fm
3 Veiligheid
3.1 Uitgangspunten
Nieuwste stand van de techniek
Het apparaat is gebouwd overeenkomstig de nieuwste stand van de techniek en de erkende
veiligheidstechnische richtlijnen. Onvakkundig gebruik kan echter levensgevaarlijke situaties
veroorzaken voor de gebruiker of derden, of de werking van het apparaat hinderen of andere materiële
schade veroorzaken.
Gebruik conform de voorschriften
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het aandrijven van trilnaalden en trilmotoren.
De aan te sluiten apparaten moeten de juiste specificaties (spanning, frequente, aantal fasen) hebben
om te mogen worden aangesloten.
Tot het correcte gebruik behoort ook het in acht nemen van alle instructies in deze gebruiksaanwijzing
alsmede het opvolgen van de voorgeschreven onderhoudsinstructies.
Iedere andere of hierbuiten vallende toepassingen worden als niet correct beschouwd. Schade als
gevolg daarvan vallen buiten de aansprakelijkheid en de garantieverplichtingen van de fabrikant. De
gebruiker draagt hiervoor het volledige risico.
Wijzigingen in de constructie
Voer in geen enkel geval wijzigingen uit in de constructie zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daarmee uw eigen veiligheid en de veiligheid van anderen in gevaar!
Daarnaast komen de aansprakelijkheid en de garantieverplichtingen van de fabrikant te vervallen.
In het bijzonder in de volgende gevallen is sprake van wijzigingen in de constructie:
Openen van het apparaat en permanent verwijderen van Wacker Neuson-componenten.
Inbouwen van componenten van andere fabrikanten dan Wacker Neuson of die wat betreft
constructie en kwaliteit niet gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijke componenten.
Het monteren van accessoires van andere fabrikanten dan Wacker Neuson.
Reserveonderdelen of accessoires van Wacker Neuson kunnen altijd in- of opgebouwd worden, ga
daarvoor op het internet naar www.wackerneuson.com.
Boor niet in de behuizing, bijv. om plaatjes aan te brengen. Er kan water in de behuizing dringen en het
apparaat beschadigen.
Voorwaarden voor het gebruik
Voor het probleemloze en veilige gebruik van het apparaat zijn de volgende voorwaarden van
toepassing:
Vakkundig transport, opslag en plaatsing.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Gebruik
Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften en wanneer deze technisch volledig intact is.
Gebruik het apparaat altijd met zorg wat betreft de veiligheid en de mogelijke gevaren en met alle
veiligheidsvoorzieningen. Wijzig veiligheidsvoorzieningen niet en schakel ze niet uit.
Controleer de werking van de bedieningselementen en de veiligheidsvoorzieningen voordat u met het
apparaat gaat werken.
Gebruik het apparaat nooit in een omgeving met explosiegevaar.
LET OP
U dient alle aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing in acht te
nemen. Wanneer u de veiligheidsinstructies niet in acht neemt, kan dat leiden tot
elektrische schokken, brand en/of zwaar letsel, alsmede tot beschadiging van de machine
en/of beschadiging van andere eigendommen. Bewaar de veiligheidsinstructies en de
aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
3 Veiligheid
100_0103_si_0003.fm 8
Onderhoud
Voor probleemloze en ononderbroken werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk. Wanneer het apparaat niet naar behoren wordt
onderhouden, komt daarmee de veiligheid ervan in gevaar.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie vereist is.
Storingen
Bij storingen dient u het apparaat direct uit te schakelen en vast te zetten.
Los storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen direct op!
Laat beschadigde of defecte componenten direct vervangen!
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Oplossen van storingen.
Reserveonderdelen, accessoires
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die wat betreft constructie en
kwaliteit gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijke componenten.
Gebruik alleen accessoires van Wacker Neuson.
Wanneer u dit niet in acht neemt, komt onze aansprakelijkheid volledig te vervallen.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
Bij de volgende overtredingen sluit Wacker Neuson alle aansprakelijkheid voor persoonlijke en materiële
schade uit:
Wijzigingen in de constructie.
Niet correct gebruik.
Niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing.
Onvakkundige omgang.
Gebruik van reserveonderdelen van andere fabrikanten dan Wacker Neuson of die wat betreft
constructie en kwaliteit niet gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijke componenten.
Het gebruik van accessoires van andere fabrikanten dan Wacker Neuson.
Gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing op het apparaat of binnen handbereik op de plaats waar het apparaat
wordt gebruikt.
Wanneer u de gebruiksaanwijzing kwijtraakt of een nieuw exemplaar nodig hebt, kunt u contact
opnemen met uw Wacker Neuson-contactpersoon of de gebruiksaanwijzing downloaden van het
internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze gebruiksaanwijzing door aan volgende gebruikers of eigenaren van het apparaat.
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen in acht voor ongevalpreventie en
milieubescherming, bijv. over de omgang met gevaarlijke stoffen en het dragen van persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Vul de gebruiksaanwijzing aan met instructies voor het in acht nemen van bedrijfs- of overheidsrichtlijnen
en nationale of algemeen geldende richtlijnen .
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en olie- en vetvrij.
Bedieningselementen zoals de Aan/Uit-schakelaar, de gashendel etc., mogen niet onrechtmatig worden
vastgezet, gemanipuleerd of aangepast.
Controle op beschadiging
Controleer het uitgeschakelde apparaat minimaal eenmaal per dienst op zichtbare beschadigingen en
gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar zijn.
Laat beschadigingen en gebreken direct repareren.
3 Veiligheid
9 100_0103_si_0003.fm
3.2 Kwalificaties van het bedienend personeel
Kwalificaties van het bedienend personeel
Alleen opgeleid personeel mag het apparaat starten en gebruiken. Daarnaast zijn de volgende
voorwaarden van toepassing:
Ze zijn lichamelijk en geestelijk fit.
Ze zijn opgeleid in het zelfstandig bedienen van het apparaat.
Ze zijn geïnstrueerd over het correcte gebruik van het apparaat.
Ze zijn op de hoogte van de noodzakelijke veiligheidsmechanismes.
Ze zijn gerechtigd om apparaten en systemen overeenkomstig de normen van de veiligheidstechniek
zelfstandig in bedrijf te stellen.
Ze zijn door het bedrijf of de exploitant aangewezen om het apparaat zelfstandig te bedienen.
Onjuiste bediening
Bij onjuiste bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel kunnen risico's ontstaan voor
de gezondheid van de gebruiker of van derden, alsmede voor het apparaat en andere eigendommen.
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de gebruiksaanwijzing beschikbaar stellen aan de gebruiker en ervoor zorgen dat de
gebruiker deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het gebruik
Neemt u alstublieft de volgende aanbevelingen in acht:
Werk alleen met het apparaat wanneer u in een goede fysieke conditie bent.
Werk geconcentreerd, vooral aan het einde van de werkdag.
Werk niet met het apparaat wanneer u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, met beleid en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw gezichtsvermogen, reactiesnelheid
en beoordelingsvermogen kunnen hierdoor zijn aangetast.
Werk zo, dat u derden geen schade kan toebrengen.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren binnen de gevarenzone bevinden.
3.3 Beschermingsmiddelen
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauw aansluitend, maar niet hinderlijk.
Draag op de bouw lang haar niet los en draag geen losse kleding of sieraden, ook geen ringen. Er is
sprake van letselgevaar, bijv. door het blijven haken aan bewegende delen van het apparaat.
Draag alleen brandvertragende werkkleding.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Gebruik uw persoonlijke beschermingsmiddelen, om letsel en gezondheidsrisico's te vermijden:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkkleding van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Gehoorbescherming.
3.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Zet voor transport het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportvoertuig tegen omkiepen, vallen en wegglijden.
3.5 Veiligheid
Omgeving met explosiegevaar
Gebruik het apparaat nooit in een omgeving met explosiegevaar.
3 Veiligheid
100_0103_si_0003.fm 10
Werkomgeving
Zorg ervoor dat u met de omgeving vertrouwd bent voordat u met werken begint. Daartoe behoren bijv.
de volgende punten:
Hindernissen in de werkomgeving.
Draagkracht van de ondergrond.
Noodzakelijke afscherming van de bouwput, in het bijzonder naar de openbare weg.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Apparaat in gebruik nemen
Neem de veiligheids- en waarschuwingsinstructies op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing in acht.
Gebruik nooit een apparaat waarvoor onderhoud of reparaties moeten worden uitgevoerd.
Neem het apparaat in gebruik overeenkomstig de gebruiksaanwijzing.
Voorkom aanraking van lichaamsdelen met geaarde componenten.
Gebruik componenten van het apparaat niet om op te staan of om het apparaat mee vast te zetten
Gebruik de beschermleiding, de aansluitkabel of andere componenten van het apparaat nooit om op te
staan of om het apparaat mee vast te zetten.
Apparaat uitschakelen
Zet in de volgende situaties het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact:
Voor pauzes.
Wanneer u het apparaat niet gebruikt.
Zet of leg het apparaat zo weg, dat hij niet kan omkiepen, wegglijden of vallen.
Opslaglocatie
Sla het afgekoelde apparaat na gebruik op in een afgesloten, schone, vorstvrije en droge plaats die niet
toegankelijk is voor kinderen.
3.6 Veiligheid bij het gebruik van elektrische apparaten
Stroomvoorziening voor elektrische apparaten van beschermingsniveau I
U moet het apparaat aansluiten op een stopcontact met randaarde van 15 A/16 A en de juiste beveiliging
tegen overbelasting.
Daarbij is het gebruik van één van de volgende aardlekschakelaars vereist:
Standaard aardlekschakelaar (pulsstroomgevoelig, type A).
Voor alle soorten stroomgevoelige aardlekschakelaar (type B).
LET OP
De nominale spanning kunt u aflezen op het typeplaatje van het apparaat.
3 Veiligheid
11 100_0103_si_0003.fm
U mag het apparaat alleen op stroomvoorzieningen aansluiten, wanneer alle apparaatcomponenten
technisch volledig intact zijn. Let in het bijzonder op de volgende componenten:
Stekker.
Aansluitkabel over de gehele lengte.
Schakelmembraan van de aan/uit-schakelaar, wanneer aanwezig.
Stopcontact.
U mag het apparaat alleen aansluiten op stroomvoorzieningen waarvan de aansluiting van de randaarde
(PE) intact is.
Bij het aansluiten op vaste of mobiele stroomgeneratoren moet minstens één van de volgende
veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn:
FI-veiligheidsschakelaar.
ISO-beveiliging.
IT-netwerk.
Wanneer u het apparaat aansluit op een bouwkast, moet deze geaard zijn.
Verlengkabel
U mag het apparaat alleen gebruiken met een onbeschadigde en geteste verlengkabel!
U mag alleen verlengkabels gebruiken met beschermingsgeleider en een correcte
beschermingsgeleideraansluiting op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van
beschermingsniveau I, zie het hoofdstuk Technische gegevens).
U mag alleen geteste verlengkabels gebruiken, die geschikt zijn voor gebruik op de bouw: middelgrote
leidingen met rubberen mantel H05RN-F of beter – Wacker Neuson adviseert gebruik te maken van
H07RN-F, H07BQ-F, een SOOW-kabel of een voor het land specifieke, gelijkwaardige uitvoering.
U moet verlengkabels met beschadigingen (bijv. scheurtjes in de ommanteling) of loszittende stekkers
en koppelingen direct vervangen.
Kabelhaspels en stekkerdozen moeten aan dezelfde vereisten voldoen als de verlengkabel.
Beveilig verlengkabels, stekkerdozen, kabelhaspels en koppelingen tegen regen, sneeuw en andere
vormen van vocht.
Aansluitkabels beveiligen
Gebruik de aansluitkabel niet om het apparaat aan te trekken of mee op te tillen.
Trekker de stekker van de aansluitkabel niet aan de kabel uit het stopcontact.
Bescherm de aansluitkabel tegen hitte, olie en scherpe randen.
U moet de aansluitkabel in het geval van beschadigingen of een loszittende stekker direct laten
vervangen door uw vertegenwoordiger bij Wacker Neuson.
Beschermen tegen vocht
Bescherm het apparaat tegen regen, sneeuw en andere vormen van vocht. Dit kan tot beschadigingen
of storingen leiden.
LET OP
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik in openbare laagspanningsnetten die worden
gebruikt voor woongebieden.
In een woonomgeving kan dit apparaat hoogfrequente storingen veroorzaken, waarvoor
mogelijk onstoringsvoorzieningen vereist zijn.
LET OP
Neem de van toepassing zijn landelijke veiligheidsrichtlijnen in acht!
3 Veiligheid
100_0103_si_0003.fm 12
3.7 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd voor zover en op de manier zoals in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Alle overige werkzaamheden moeten door uw contactpersoon bij
Wacker Neuson worden uitgevoerd.
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Afsluiten van de stroomvoorziening
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken om het
apparaat van de stroomvoorziening af te sluiten.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na ieder gebruik.
Gebruik daarvoor geen brandstof of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreiniger. Indringend water kan het apparaat beschadigen. Bij elektrische
apparaten is sprake van ernstig letselgevaar door elektrische schokken.
4 Sticker met veiligheidsinstructies
13 100_0103_ls_0002.fm
4 Sticker met veiligheidsinstructies
Op uw apparaat is een sticker aangebracht, die belangrijke aanwijzingen en veiligheidsinstructies bevat.
Zorg ervoor dat de sticker leesbaar blijft.
Vervang ontbrekende of onleesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonderdelen.
Nr. Sticker Beschrijving
1
Waarschuwing voor hete oppervlakken.
2 Let op elektrische schokken.
Behuizing niet openen.
Lees de gebruiksaanwijzing door.
2
1
0219413
5 Constructie en werking
100_0103_sf_0003.fm 14
5 Constructie en werking
5.1 Meegeleverd
Het apparaat wordt volledig gemonteerd geleverd en is na het uitpakken direct klaar voor gebruik.
Met het apparaat wordt meegeleverd:
Omvormer
Gebruiksaanwijzing
5.2 Gebruiksdoel
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het aandrijven van trilnaalden en trilmotoren.
Het apparaat is bedoeld voor het omvormen van bouwstroom naar stroom die door aan te sluiten
apparaten kan worden gebruikt.
5.3 Werkwijze
Werking
Het apparaat vormt de 1-fasige netspanning op de ingang om in 3-fasige krachtstroom op de uitgang.
Door de geïntegreerde veiligheidsscheidingstransformator wordt de uitgang galvanisch gescheiden van
de netspanning op de ingang.
Eigenschappen van het apparaat
Maximale bescherming van de gebruiker door geïntegreerde veiligheidsscheidingstransformator
voor het genereren van de veiligheidslaagspanning.
De uitgang is beveiligd tegen kortsluiting en aardlekken.
Uitschakeling bij te hoge temperatuur.
Uitschakeling bij overbelasting.
Omvormer
De omvormer bestaat uit een gelijkrichter en een wisselrichter, bewaakt door stuurelektronica.
De gelijkrichter vormt de ingangsspanning (1-fasige lichtstroom) om in gelijkspanning.
De wisselrichter vormt de gegenereerde gelijkspanning om in krachtstroom (3-fasige lichtstroom).
Bij het inschakelen van het apparaat zorgt de stuurelektronica ervoor dat het langzaam aanloopt en
voorkomt daarmee dat kritieke inschakelstromen ontstaan.
6 Componenten en bedieningselementen
15 100_0103_cp_0004.fm
6 Componenten en bedieningselementen
Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving
1 Greep 3 Aansluitkabel
2 Aansluiting met afdekking 4 Controlelampje-bedrijfsindicator
1
2
3
4
7 Transport
100_0103_tr_0002.fm 16
7 Transport
Apparaat transporteren
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de verbinding tussen de aangesloten apparaten en de omvormer.
3. Rol de aansluitkabel op.
4. Plaats het apparaat in of op een daarvoor geschikt transportmiddel.
5. Zet het apparaat of het transportmiddel goed vast zodat het niet kan vallen of wegglijden.
WAARSCHUWING
Onvakkundige omgang kan tot letsel of grote materiële schade leiden.
U dient alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing te lezen en in acht te
nemen, zie het hoofdstuk Veiligheid.
8 Bediening en gebruik
17 100_0103_op_0003.fm
8 Bediening en gebruik
8.1 Vóór gebruik
Het apparaat is na het uitpakken klaar voor gebruik.
Het apparaat controleren
Controleer het apparaat en alle componenten op beschadigingen.
De stroomtoevoer controleren
Controleer of het elektriciteitsnet of de verdeelkast op de bouw de juiste bedrijfsspanning heeft (zie
het typeplaatje van het apparaat of het hoofdstuk Technische gegevens).
Controleer of het elektriciteitsnet of de verdeelkast op de bouw overeenkomstig de geldende
landelijke normen en richtlijnen is gezekerd.
8.2 In gebruik nemen
Belangrijke instructie voor het aansluiten van verbruikers
U mag de nominale stroom van alle aangesloten verbruikers niet overschrijden
De som van de nominale stromen van alle aangesloten verbruikers mag niet groter zijn dan de maximale
nominale uitgangsstroom van de omvormer.
De maximale nominale uitgangsstroom staat op het typeplaatje vermeld.
Voorbeeld:
Omvormer, maximale nominale uitgangsstroom 20 A.
U mag geen verbruikers aansluiten waarvan de nominale stroom groter is dan 20 A.
Het apparaat op de stroomvoorziening aansluiten
Sluit het apparaat alleen aan op 1-fasige lichtstroom, voor de aansluitwaarden zie het hoofdstuk
Technische gegevens. Neem de instructies in het hoofdstuk Veiligheid bij het gebruik van elektrische
apparaten in acht.
WAARSCHUWING
Onvakkundige omgang kan tot letsel of grote materiële schade leiden.
U dient alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing te lezen en in acht te
nemen, zie het hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING
Beschadigingen van een component van het apparaat of van de aansluitkabel kunnen tot
lichamelijk letsel leiden door elektrische schokken.
Neem een beschadigd apparaat niet in gebruik!
Laat een beschadigd apparaat direct repareren.
WAARSCHUWING
Onvakkundige omgang kan de isolatie van de omvormer beschadigen.
Levensgevaar door elektrische schokken en brandgevaar.
De som van de nominale stromen van alle aangesloten verbruikers mag niet groter
zijn dan de maximale nominale uitgangsstroom van de omvormer.
De nominale stroom van alle aangesloten verbruikers mag niet groter zijn dan de
maximale nominale stroom van de aansluiting.
8 Bediening en gebruik
100_0103_op_0003.fm 18
1. Schakel alle aan te sluiten apparaten uit met de schakelaar van dat apparaat.
2. Sluit wanneer nodig een toegestane verlengkabel aan op de omvormer.
3. Steek de stekker van de omvormer in het stopcontact.
Nadat u de stekker van de omvormer in het stopcontact hebt gestoken is hij klaar voor gebruik.
8.3 Buiten gebruik stellen
Apparaat uitschakelen
1. Schakel alle aangesloten apparaten uit met de schakelaar van dat apparaat.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de verbinding tussen de aangesloten apparaten en de omvormer.
LET OP
Elektrische spanning.
Onjuiste spanning kan het apparaat beschadigen.
Controleer of de spanning van de stroomvoorziening overeenkomt met de gegevens
van het apparaat, zie het hoofdstuk Technische gegevens.
WAARSCHUWING
Aanlopen van aangesloten apparaten.
Letselgevaar door ongecontroleerd aanlopende apparaten.
Schakel alle apparaten uit voordat u ze op de stroomvoorziening aansluit.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
Controleer de aansluitkabel en de verlengkabel op beschadigingen.
Gebruik alleen verlengkabels waarvan de beschermingsgeleider op de stekker en op
de koppeling is aangesloten (alleen voor apparaten met beschermingsniveau I, zie het
hoofdstuk Technische gegevens).
LET OP
Voor de toegestane lengtes en doorsneden van de kabels, zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
LET OP
Tijdens het opstarten van het apparaat knippert het controlelampje rood en groen.
Wanneer het apparaat klaar is voor gebruik, brandt het controlelampje groen.
9 Onderhoud
19 100_0103_mt_0003.fm
9 Onderhoud
9.1 Onderhoudsschema
9.2 Onderhoudswerkzaamheden
Visuele controle op beschadigingen
Controleer alle onderdelen en componenten op beschadigingen.
Laat beschadigingen herstellen door uw Wacker Neuson-vertegenwoordiger.
Het apparaat reinigen
1. Veeg de behuizing met een vochtige en schone doek af.
WAARSCHUWING
Onvakkundige omgang kan tot letsel of grote materiële schade leiden.
U dient alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing te lezen en in acht te
nemen, zie het hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schokken bij onvakkundig uitgevoerde werkzaamheden.
Reparaties en daaropvolgende veiligheidscontroles mogen alleen door een
geautoriseerde elektricien en overeenkomstig de geldende richtlijnen worden
uitgevoerd.
Activiteit Dagelijks vóór gebruik Na gebruik
Visuele controle van alle componenten op
beschadigingen.
Behuizing.
Aansluitkabel.
Greep.
Aansluiting.
Het apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Beschadigingen van een component van het apparaat of van de aansluitkabel kunnen tot
lichamelijk letsel leiden door elektrische schokken.
Neem een beschadigd apparaat niet in gebruik.
Laat een beschadigd apparaat direct repareren.
LET OP
Reinig het apparaat niet met een hogedrukspuit of met een stoomreiniger!
10 Oplossen van storingen
100_0103_ts_0004.fm 20
10 Oplossen van storingen
10.1 Storingstabel
Met het controlelampje is de diagnose van storingen eenvoudiger.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De omvormer doet het niet.
Controlelampje brandt rood.
Netspanning onderbroken.
Ontbrekende netspanning.
Omvormer start zelfstandig als de
juiste netspanning (weer) aanwezig
is.
De omvormer doet het niet.
Controlelampje knippert rood.
Kortsluiting bij één van de
aangesloten apparaten.
Afname van 2 fasen* bij één van
de aangesloten apparaten.
Mechanisch defect bij één van
de aangesloten apparaten.
1. Reset uitvoeren:
stekker van de omvormer uit het
stopcontact halen en weer
terugzetten.
2. Verbinding tussen aangesloten
apparaten en omvormer
verbreken en weer aansluiten.
3. Reset nogmaals uitvoeren:
Kortsluiting in de omvormer. 1. Aansluiting tussen aangesloten
apparaten en omvormer
verbreken.
2. Reset uitvoeren:
stekker van de omvormer uit het
stopcontact halen en weer
terugzetten.
3. Als de storing niet is opgelost,
laat u apparaat repareren.**
De omvormer doet het niet.
Controlelampje knippert 2 keer
rood.
Omvormer is uitgeschakeld
vanwege te hoge temperatuur
(> 85 °C).
1. Stekker van de omvormer uit het
stopcontact trekken en het
apparaat laten afkoelen.
2. Reset uitvoeren:
stekker van de omvormer uit het
stopcontact halen en weer
terugzetten.
De stroomafname van de
aangesloten apparaten verlagen.
De omvormer doet het niet.
Controlelampje knippert 5 keer
rood.
Overbelasting: er zijn apparaten
aangesloten met een te hoge
afname van nominale stroom.
Afname van 2 fasen* bij één van
de aangesloten apparaten.
De oorzaak van de
overbelasting wegnemen.
Verbinding tussen aangesloten
apparaten en omvormer
verbreken en weer aansluiten.
De omvormer doet het niet.
Controlelampje knippert 6 keer
rood.
Omvormer detecteert een interne
fout tijdens de zelftest.
De stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen en contact
opnemen met de servicedienst van
uw Wacker Neuson-
vertegenwoordiger.**
*
Afname van 2 fasen: afname van 2 fasen betekent de onderbreking van één of meerdere fasen in het apparaat
of naar het apparaat toe. Daardoor stijgt de stroomafname in de nog intacte fasen, het aangesloten apparaat
loopt soms niet aan en raakt oververhit. U herkent deze storing wanneer het apparaat niet aanloopt en alleen
bromt, of als het toerental verandert zonder dat de belasting verandert.
**
Laat deze werkzaamheden door de servicedienst van uw Wacker Neuson-vertegenwoordiger uitvoeren.
11 Afvalverwerking
100_0000_0004.fm 21
11 Afvalverwerking
11.1 Weggooien van oude elektrische en elektronische apparaten
Wanneer deze machine op de juiste manier wordt weggegooid, worden negatieve gevolgen voor mens
en milieu voorkomen, kunnen schadelijke stoffen doelgericht worden verwerkt en kunnen waardevolle
grondstoffen worden hergebruikt.
Voor klanten in EU-landen
Deze machine valt onder de Europese richtlijn voor verouderde elektrische en elektronische apparaten
(Waste Electrical and Electronical Equipment - WEEE) alsmede onder de van toepassing zijnde
landelijke richtlijnen. De WEEE-richtlijn geeft daarbij het kader voor een voor de hele EU geldende
omgang met oude elektrische apparaten.
De machine is voorzien van het hiernaast getoonde symbool van een doorgestreepte
vuilnisbak. Dit betekent dat u de machine niet met het normale huisvuil weg mag gooien,
maar dat u deze af dient te geven voor gescheiden en milieuvriendelijke afvalverwerking.
Dit apparaat wordt beschouwd als professioneel elektrisch gereedschap uitsluitend voor
commercieel gebruik (zgn. B2B-apparaten conform de WEEE-richtlijn). In tegenstelling tot
voornamelijk in particuliere huishoudens gebruikte apparaten (zgn. B2C-apparaten) mag deze machine
daarom in sommige EU-landen, bijv. in Duitsland, niet bij de verzamelplaatsen van de publiekrechtelijke
afvalverwerkende instanties (bijv. gemeentelijke afvalstortplaatsen) worden afgegeven. In geval van
twijfel kunt u bij uw verkooppunt informatie krijgen over de wettelijke wijze voor het weggooien van
elektrische B2B-apparaten in het betreffende land, om ervoor te zorgen dat uw machine volgens de
geldende wettelijke voorschriften wordt weggegooid. Hierbij dient u ook eventuele aanwijzingen hierover
in het koopcontract resp. in de algemene voorwaarden van uw verkooppunt in acht te nemen.
Voor klanten in andere landen
Het wordt aanbevolen deze machine niet met het normale huisvuil weg te gooien, maar ze af te geven
voor gescheiden en milieuvriendelijke afvalverwerking. Ook nationale richtlijnen verplichten soms tot de
gescheiden afvalverwerking van elektrische en elektronische producten. Op die manier verzekert u zich
ervan dat de machine op de juiste manier volgens de nationaal geldende voorschriften weggegooid
wordt.
12 Technische gegevens
22 100_0103_td_0003.fm
12 Technische gegevens
Omschrijving Eenheid FUH20/1/042
Artikelnr. 5100001554
Nominale stroom A 7,8
Nominale spanning V 230
Nominale frequentie Hz 50
Nominaal vermogen kVA 1,8
Fasen ~ 1
Uitgangsstroom A 20
Uitgangsspanning V 42
Uitgangsfrequentie Hz 200
Nominale uitgangsspanning kVA 1,4
Aantal uitgangsfasen ~ 3
Lengte mm 545
Breedte mm 138
Hoogte mm 241
Lengte aansluitkabel m 1,5
Gewicht kg 8,9
Stekker CEE 7/7 (type EF)
Aantal aansluitingen. 1
Type aansluiting CEE 3P 32A 4h 50V 100-200Hz
Beschermingsniveau l
Beschermingsklasse IP44
Opslagtemperatuur °C -25 – +50
Bedrijfstemperatuur °C -15 – +40
Geluidsdrukniveau dB
(A)
dB(A) < 70
Norm EN ISO 11201
12 Technische gegevens
100_0103_td_0003.fm 23
12.0.1 Verlengkabel
Gebruik alleen verlengkabels met een toegestane lengte, zie
het hoofdstuk Veiligheid.
U kunt de vereiste kabeldoorsnede van de verlengkabel in de volgende tabel aflezen:
Voorbeeld
U hebt een omvormer en wilt een verlengkabel van 50 m lang gebruiken.
Het apparaat heeft een ingangsspanning van 230 V.
Volgens de tabel moet uw verlengkabel een doorsnede hebben van 2,5 mm
2
.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
Controleer de aansluitkabel en de verlengkabel op beschadigingen.
Gebruik alleen verlengkabels waarvan de beschermingsgeleider op de stekker en op
de koppeling is aangesloten (alleen voor apparaten met beschermingsniveau I, zie het
hoofdstuk Technische gegevens).
LET OP
U kunt het type en de spanning van uw apparaat vinden op het typeplaatjes of onder het
artikelnummer in het hoofdstuk Technische gegevens.
Apparaat Spanning
[V]
Verlenging
[m] (ft)
Kabeldoorsnede
[mm
2
]
FUH20/1/042 230 1
~ < 38 (126) 1,5
<
64 (209) 2,5
<
102 (333) 4,0
13 Woordenlijst
100_0000_0005.fm 24
13 Woordenlijst
Beschermingsniveau
Het beschermingsniveau conform DIN EN 61140 classificeert elektrische machines met betrekking tot
de veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van elektrische schokken. Er zijn vier beschermingsniveaus:
IP-beschermingsklasse
De beschermingsklasse conform DIN EN 60529 geeft de geschiktheid van elektrische machines aan
voor bepaalde gebruiksomstandigheden en de bescherming tegen risico's.
De beschermingsklasse wordt aangegeven met een IP-code conform DIN EN 60529.
Beschermingsniveau Betekenis
0 Buiten de basisisolatie geen extra bescherming.
Geen beschermingsgeleider.
Stekker zonder aansluiting voor beschermingsgeleider.
I Aansluiting van alle elektrisch geleidende componenten van de behuizing op de
beschermingsgeleider.
Stekker met aansluiting voor beschermingsgeleider.
II Versterkte of dubbele isolatie (beschermisolatie).
Geen aansluiting op de beschermingsgeleider.
Stekker zonder aansluiting voor beschermingsgeleider.
III Machines worden aangedreven met een veilige laagspanning (<50 V).
Aansluiting op de beschermingsgeleider is niet nodig.
Stekker zonder aansluiting voor beschermingsgeleider.
Code Betekenis 1ste cijfer:
Bescherming tegen aanraking van gevaarlijke onderdelen.
Bescherming tegen indringen van vreemde voorwerpen.
0 Niet beschermd tegen aanraking.
Niet beschermd tegen vreemde voorwerpen.
1 Beschermd tegen aanraking met de rug van de hand.
Beschermd tegen grote vreemde voorwerpen met een doorsnede van >50 mm.
2 Beschermd tegen aanraking met een vinger.
Beschermd tegen middelgrote vreemde voorwerpen (doorsnede van >12,5 mm).
3 Beschermd tegen aanraking met gereedschap (doorsnede >2,5 mm).
Beschermd tegen kleine vreemde voorwerpen (doorsnede van >2,5 mm).
4 Beschermd tegen aanraking met draad (doorsnede >1 mm).
Beschermd tegen korrelvormige vreemde voorwerpen (doorsnede van >1 mm).
5 Beschermd tegen aanraking.
Bescherm tegen stofophoping aan de binnenkant.
6 Volledig beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen binnendringen van stof.
Code Betekenis 2de cijfer:
Bescherming tegen binnendringen van water
0 Niet beschermd tegen binnendringend water.
1 Beschermd tegen loodrecht vallende waterdruppels.
2 Beschermd tegen schuin vallende waterdruppels (15° hoek).
3 Beschermd tegen spattend water (60° hoek).
4 Beschermd tegen spatwater uit alle richtingen.
5 Beschermd tegen waterstralen (straalstroom) uit alle richtingen.
6 Beschermd tegen sterke waterstralen (vollopen).
7 Beschermd tegen kortdurend onderdompelen in water.
8 Beschermd tegen permanent onderdompelen in water.
Originele conformiteitsverklaring
EG-conformiteitsverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant.
Product
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften van de
volgende richtlijnen en normen:
2014/35/EU (2014-02), 2014/30/EU (2014-02), 2011/65/EU (2015-03), EN 61558-1 (2009-04), EN 61558-2-16
(2013-11), EN 61558-2-23 (2010-10), EN 61800-3 (2012-03)
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Robert Räthsel,
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Product FUH20
Productsoort Omvormer
Productfunctie Omvormen van spanning en frequentie
Artikelnummer 5100001554
Helmut Bauer
Directeur
Reichertshofen, 2-1-2017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Wacker Neuson FUH20/1/042 Handleiding

Type
Handleiding