Documenttranscriptie
Conditions de garantie
gebruiksaanwijzing noteren.
Garantie contractuelle
Modelaanduiding
PNC-nr.
S-nr.
Pendant 1 an à compter de la mise en service, le constructeur remplacera les pièces défectueuses, sauf dans les cas prévus au chapitre “Réserves”.
Conditions d’application :
Pour l’application de cette garantie, vous devez vous adresser au
distributeur qui vous a vendu l’appareil et lui présenter le Certificat de
Garantie. En complément, le Distributeur Vendeur pourra on non
prendre à sa charge les frais de main d’œuvre, ainsi que les frais de
déplacement et de transport, selon les conditions de vente qu’il pratique.
Réserves :
Nous attirons votre attention sur le fait que cette garantie ne pourra
être appliquée :
• si les détériorations proviennent d’une cause étrangère à l’appareil
(chocs, variations anormales de la tension électrique, etc.) ou du
non-respect des conditions d’installation ou d’utilisation indiquées
dans cette Notice d’Utilisation, fausse manoeuvre, négligence,
installation défectueuse ou non conforme aux règles et prescriptions imposées par les organismes de distribution de l’Electricité, de
l’Eau, du Gaz, etc.
• si l’utilisateur a apporté une modification sur le matériel ou enlevé
les marques ou numéros de série.
• si une réparation a été effectuée par une personne non agréée par
le constructeur ou le vendeur.
• si l’appareil a été utilisé à des fins commerciales ou industrielles ou
pour d’autres buts que des buts ménagers pour lesquels il a été
conçu.
• si l’appareil a été acheté ou réparé hors du territoire français.
Garantie légale
Les dispositions de la garantie contractuelle ne sont pas exclusives
du bénéfice, au profit de l’acheteur, de la garantie légale pour défauts
et vices cachés, la dite garantie s’appliquant en tout état de cause
dans les conditions des articles 1641 et suivants du Code Civil.
....................
....................
....................
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG
service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist
zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij
koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op
dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
22
43
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V,
max. 15 W
1.
Om het apparaat uit te zetten
de temperatuurregelaar op
stand „0" draaien.
2.
Stekker uit het stopcontact
trekken.
3.
Voor het verwisselen van de
lamp de schroef die de
afdekking van het lampje
bevestigt, eruit draaien.
4.
Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
En cas de dysfonctionnement, le vendeur de votre appareil
est le premier habilité à intervenir.
A défaut (déménagement de votre part, fermeture du
magasin où vous avez effectué l’achat...), veuillez consulter:
- L’Assistance Technique Consommateùrs pour toutes
questions techniques.
ou
- Le Service Conseil Consommateurs pour toutes questions
ou informations concernant l’utilisation de votre appareil ou pour
toutes autres questions commerciales.
Vous trouverez ci-dessous les coordonnées de ces deux services
En cas d’intervention sur votre appareil, exigez du Service
Après-Vente les Pièces de Rechange certfiées Constructeur.
D613
5.
Defecte lamp verwisselen.
6.
De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
7.
De koelkast aanzetten.
En appelant un Service Après-Vente, indiquez-lui toutes
les références et numéros ( PNC, N° de série,... )
Ces indications figurent sur la plaque signalétique.
Questions Techniques
Assistance Technique Consommateurs
AEG
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
Storingen / reparaties
(voor bezoek servicetechnicus)
tel.
fax
tel.
fax
0172 - 468 172
0172 - 468 155
0172 - 468 268
0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
BP20139 - 60307 SENLIS Cedex
Tél: 03 44 62 27 72
e-mail:
[email protected]
permanence tél. du lundi au vendredi de 8 h 30 à 12 h 30 et de 13 h 30 à 18 h 00
Choisir un nouvel appareil et/ou conseils d’utilisation
Service Conseil Consommateurs
AEG
BP50142 - 60307 SENLIS CEDEX
Tél: 03 44 62 29 29 Fax: 03 44 62 21 54
e-mail:
[email protected]
permanence téléphonique du lundi au vendredi de 8 h 30 à 18 h 00
42
23
Geachte klant,
Apparaat koelt te sterk.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...".
Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze
klantenservice u te allen tijde ter beschikking.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Temperatuur is te laag inge- Temperatuurregelaar tijsteld.
delijk op een hogere stand
zetten.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang opengestaan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn gro- Temperatuurregelaar op een
tere hoeveelheden warme koudere stand zetten.
levensmiddelen opgeslagen.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Binnenverlichting werkt niet. Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Zie hoofdstuk “Lamp verwisselen”.
Sterke rijpvorming in het
Deurafdichting is lek (even- Op de ondichte plaatsen de
apparaat, eventueel ook aan tueel na het verwisselen van deurafdichting voorzichtig
de deurafdichting.
de deuraanslag).
met een föhn® verwarmen
(niet heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Stelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat iets wegtrekken.
Een onderdeel, bijv. een lei- Dit onderdeel voorzichtig
ding, aan de achterkant van wegbuigen.
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van
het apparaat aan of tegen
de muur.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
24
Na het wijzigen van de tem- Dit is normaal, het betreft
peratuurinstelling start de
geen storing.
compressor niet direct.
De compressor start na enige tijd automatisch.
Water op de bodem van de Ontdooiwaterafvoer is verkoelruimte of op de legvstopt.
lakken.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
41
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de
hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen
verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete
gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij
reparatie tot onze klantenservice.
Storing
Apparaat werkt niet.
40
Mogelijke oorzaken
Verhelpen
Apparaat is niet aangezet.
Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcontact of zit los.
Stekker in stopcontact
steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Inhoud
Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . 28
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Muur-afstandhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . 33
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Invriezenen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . 40
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . 43
25
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met
de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt.
Reglementaire toepassing
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Let op!
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen
verantwoording nemen voor eventuele schaden.
– sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden danvoor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht
zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1.
Levensmiddelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen
kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2.
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
3.
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6.
Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
7.
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
26
39
5.
draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker
weer in het stopkontakt. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u
zou uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur verkorten.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1.
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4.
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
5.
Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het
nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in
het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percen-tage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers
etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen
c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat
werken.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ontstaan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze
klantenservice.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
of schakel c.q. draai de zekering er uit.
38
27
Weggooien
Ontdooiing van het toestel
Informatie over de verpakking van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimt
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de
zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Het ontdooien van de koelkast
heeft automatisch plaats elke
keer dat de compressor stopt.
Het dooiwater wordt via een
afvoerkanaaltje opgevangen in
een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat
boven de compressor bevindt.
Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in
het afvoerkanaal regelmatig
D037
schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik
voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het
apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het ontdooien van de vriezer
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een
laag van circa 4mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel.Voor
het uitvoeren van deze handeling hoeft u het aparaat biet uit te
schakelen of het vriesvak leeg te maken.Wanneer zich een dikke laag
ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1.
draai de thermostaaaknop op
“0” of trek de steker uit het
stopkontakt;
2.
omwikkel de levensmiddelen
met meerdere kranten en
bewaar ze op een koele
plaats;
3.
laat de deur openstaan en
plaats een teiltje op het hoogste rek van het koelkastvak
onder het afvoergaatje, open
het deksetje van de afvoer.
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
28
4.
PR151
droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje
weer af met open het dekseltje;
37
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
1.
2
De in te vriezen levensmiddelen in de vriezer van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met
reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien
kunnen.
Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang openen van de
deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
Het maken van ijsblokjes
36
1.
Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het diepvrieskast plaatsen
en laten bevriezen.
2.
Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder
stro-mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie
voor een omgevingstemperatuur van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+18 tot +38 °C
T
+18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat
staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
29
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
100 mm
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
10 mm
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
10 mm
Om veiligheidsredenen moet
de ventilatie zodanig zijn als
aangegeven in de afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
Koelen van levensmiddelen
NP007
Muur-afstandhouders
In het documentenzakje bevinden zich twee afstandhouders
die in de bovenste hoeken aan
de achterzijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven
los,
steek
de
afstandhouder onder de schroefkop en draai de schroeven
weer vast.
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven
de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op
elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n)
gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen,
in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of
knoflook niet in de koelkast.
PR153
Deurdraairichting
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit
te stopcontact halen..
Ga nu verder als volgt te werk:
30
1.
Trek het ventilatierooster (D),
dat door palwerk vastgezet is,
uit.
2.
Verwijder het onderscharnier
(E) door de twee schroeven,
die het bevestigen, los te
draaien.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoe-veelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm35
Interieur
3.
Trek dedeur van stift (D) schroef hem af en breng hem aan
de andere kant weer aan.
Legvlakken
4.
Verwijder de twee beschermdopjes van de gaatjes voor de
scharnierpinnen en monteer
ze aan de andere kant.
• Afhankelijk van model en
uitrusting zijn legvlakken van
glas, kunststof of roosters
meegeleverd.
• Een legvlak in de onderste
geleiders boven de groenteen fruitbak schuiven en ook
laten liggen. De legvlakken
kunnen in hoogte versteld
worden:
• Daartoe het legvlak zo ver
naar voren trekken tot hetnaar boven en naar beneden
bewogen kan worden en er
uit gehaald kan worden.
Hermonteer de deur.
6.
Hermonteer het onderscharnier
(E) aan de andere kant door
middel van de twee schroeven
die u eerder verwijderd hebt.
7.
Verwijder het stopstuk (F) uit
het ventilatierooster (D) door
het naar de pijlrichting te
duwen en breng hem aan de
andere kant weer aan.
8.
Hermonteer het ventilatierooster (D), voer het door palwerk
in.
9.
De handgreep losschroeven.
Aan de andere kant van de
deur bevestigen nadat u de
dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgekomen
gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in
het zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u kontroleren
of het deurrubber rondom
goed op de sponning sluit. In
een koud vertrek (in de winter)
kan het gebeuren dat dat niet
het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat
bespoedigen, dan kunt u het
rubber warm maken met een
föhn.
D338
• Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
• De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de achterste helft
schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder
liggende plank grote artikelen te plaatsen.
Het verplaatsen van deurvakken
• De ruimte tussen deurvakken
kan naar behoefte aangepast
worden. Ga daartoe als volgt
te werk: Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat
het loskomt. Verplaats daarna het vak naar de gewenste
hoogte.
PR270/1
34
5.
F
E
F
F
D
F
D
D590
PR228
31
Omkeren draairichting deurtje
1.
2.
Maak het steunstukje(1) los
door met een schroevedraaier
op de binnenveer te drukken
en verwijder het tegelijkertijd
met het deurtje; verwijder naaf
(2) en monteer haar aan de
andere kant op het vrijgekomen gaatje; draai het deurtje
180° om, verwijder het steunstukje (1) en monteer het aan
de andere kant;
Bedieningspaneel
4
180°
3
2
A
1
PR140
Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats
te schuiven tot ze geblokkeerd worden.
Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzeke-ren is het
deurtje voorzien van een eenvoudige veerin-stallatie, waardoor het
deurtje open blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd
uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minste 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
32
0 1
2
B
A-
Controlelampje elektrische voeding
B-
Thermostaatknop (temperatuurkeuzeknop)
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «0» (STOPstand). Het controlelampje licht op; dit geeft aan dat het apparaat in
bedrijf is.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“
of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
“3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
33