AEG OEKOS.S2373-6KA Handleiding

Type
Handleiding
22
Conditions de garantie
Garantie contractuelle
Pendant 1 an à compter de la mise en service, le constructeur rem-
placera les pièces défectueuses, sauf dans les cas prévus au chapi-
tre “Réserves”.
Conditions d’application :
Pour l’application de cette garantie, vous devez vous adresser au
distributeur qui vous a vendu l’appareil et lui présenter le Certificat de
Garantie. En complément, le Distributeur Vendeur pourra on non
prendre à sa charge les frais de main d’œuvre, ainsi que les frais de
déplacement et de transport, selon les conditions de vente qu’il prati-
que.
Réserves :
Nous attirons votre attention sur le fait que cette garantie ne pourra
être appliquée :
• si les détériorations proviennent d’une cause étrangère à l’appareil
(chocs, variations anormales de la tension électrique, etc.) ou du
non-respect des conditions d’installation ou d’utilisation indiquées
dans cette Notice d’Utilisation, fausse manoeuvre, négligence,
installation défectueuse ou non conforme aux règles et prescrip-
tions imposées par les organismes de distribution de l’Electricité, de
l’Eau, du Gaz, etc.
• si l’utilisateur a apporté une modification sur le matériel ou enlevé
les marques ou numéros de série.
• si une réparation a été effectuée par une personne non agréée par
le constructeur ou le vendeur.
• si l’appareil a été utilisé à des fins commerciales ou industrielles ou
pour d’autres buts que des buts ménagers pour lesquels il a été
conçu.
• si l’appareil a été acheté ou réparé hors du territoire français.
Garantie légale
Les dispositions de la garantie contractuelle ne sont pas exclusives
du bénéfice, au profit de l’acheteur, de la garantie légale pour défauts
et vices cachés, la dite garantie s’appliquant en tout état de cause
dans les conditions des articles 1641 et suivants du Code Civil.
43
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding ....................
PNC-nr. ....................
S-nr. ....................
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheids-
bepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG
service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaar-
den die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-
achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist
zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij
koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-
eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op
dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
Choisir un nouvel appareil et/ou conseils d’utilisation
permanence téléphonique du lundi au vendredi de 8 h 30 à 18 h 00
Service Conseil Consommateurs
AEG
BP50142 - 60307 SENLIS CEDEX
Tél: 03 44 62 29 29 Fax: 03 44 62 21 54
23
En cas de dysfonctionnement, le vendeur de votre appareil
est le premier habilité à intervenir.
A défaut (déménagement de votre part, fermeture du
magasin où vous avez effectué l’achat...), veuillez consulter:
- L’Assistance Technique Consommateùrs pour toutes
questions techniques.
ou
- Le Service Conseil Consommateurs pour toutes questions
ou informations concernant l’utilisation de votre appareil ou pour
toutes autres questions commerciales.
Vous trouverez ci-dessous les coordonnées de ces deux services
En cas d’intervention sur votre appareil, exigez du Service
Après-Vente les Pièces de Rechange certfiées Constructeur.
En appelant un Service Après-Vente, indiquez-lui toutes
les références et numéros ( PNC, N° de série,... )
Ces indications figurent sur la plaque signalétique.
Questions Techniques
Assistance Technique Consommateurs
AEG
BP20139 - 60307 SENLIS Cedex
Tél: 03 44 62 27 72
permanence tél. du lundi au vendredi de 8 h 30 à 12 h 30 et de 13 h 30 à 18 h 00
4242
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V,
max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten
de temperatuurregelaar op
stand „0" draaien.
2. Stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Voor het verwisselen van de
lamp de schroef die de
afdekking van het lampje
bevestigt, eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
5. Defecte lamp verwisselen.
6. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
D613
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen tel. 0172 - 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) fax 0172 - 468 155
Storingen / reparaties tel. 0172 - 468 268
(voor bezoek servicetechnicus) fax 0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
24
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke infor-
matie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan even-
tuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-
misch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...".
Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze
klantenservice u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
41
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het verwisselen van
de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een föhn® verwarmen
(niet heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van
het apparaat aan of tegen
de muur.
De compressor start na eni-
ge tijd automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tem-
peratuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de legv-
lakken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikna-
me”.
Lamp is kapot. Zie hoofdstuk “Lamp verwis-
selen”.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk. Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
25
Inhoud
Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . 28
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Muur-afstandhouders ........ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . ... ....................33
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . 33
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...........34
Legvlakken . . . .......................................34
Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .........34
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Invriezenen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Apparaat uitzetten . . . . . . .............................38
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .........40
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...... 40
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..... 42
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........... 43
40
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stekker in stopcontact
steken.
Zekering is los of kapot. Zekering controleren,even-
tueel vernieuwen
Stopcontact is kapot. Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de
hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen
verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete
gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige repara-
ties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij
reparatie tot onze klantenservice.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruim-
te gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
26
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met
de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen
verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aan-
brengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan-
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van leven-
smiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht
zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik geno-
men wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobu-
taan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
39
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderde-
len.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Levensmiddelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen
kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ont-
dooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte con-
troleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groe-
ne stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
27
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het
nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explo-
deren! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in
het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percen-tage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvrie-
zen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers
etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen
c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-
aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat
werken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepa-
reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ontstaan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze
klantenservice.
38
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
of schakel c.q. draai de zekering er uit.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-
ging en onderhoud”).
5. Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker
weer in het stopkontakt. Na twee of drie uur kunt u de diepvriespro-
dukten weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u
zou uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ontdooiproces te ver-
snellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheid-
sduur verkorten.
28
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de
zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het
apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levens-
gevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
37
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimt
Het ontdooien van de koelkast
heeft automatisch plaats elke
keer dat de compressor stopt.
Het dooiwater wordt via een
afvoerkanaaltje opgevangen in
een bakje dat zich aan de ach-
terkant van het apparaat
boven de compressor bevindt.
Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in
het afvoerkanaal regelmatig
schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik
voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Het ontdooien van de vriezer
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een
laag van circa 4mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel.Voor
het uitvoeren van deze handeling hoeft u het aparaat biet uit te
schakelen of het vriesvak leeg te maken.Wanneer zich een dikke laag
ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaaaknop op
“0” of trek de steker uit het
stopkontakt;
2. omwikkel de levensmiddelen
met meerdere kranten en
bewaar ze op een koele
plaats;
3. laat de deur openstaan en
plaats een teiltje op het hoog-
ste rek van het koelkastvak
onder het afvoergaatje, open
het deksetje van de afvoer.
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje
weer af met open het dekseltje;
PR151
D037
29
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-iso-
latieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat
staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
36
Het maken van ijsblokjes
1. Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het diepvrieskast plaatsen
en laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder
stro-mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spit-
se of scherpe voorwerpen losmaken.
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navul-
lingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen sprin-
gen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
1. De in te vriezen levensmiddelen in de vriezer van het apparaat plaat-
sen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met
reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien
kunnen.
2 Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang openen van de
deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
30
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet
de ventilatie zodanig zijn als
aangegeven in de afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afge-
dekt.
Deurdraairichting
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het appa-
raat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit
te stopcontact halen..
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Trek het ventilatierooster (D),
dat door palwerk vastgezet is,
uit.
2. Verwijder het onderscharnier
(E) door de twee schroeven,
die het bevestigen, los te
draaien.
Muur-afstandhouders
In het documentenzakje bevin-
den zich twee afstandhouders
die in de bovenste hoeken aan
de achterzijde geplaatst die-
nen te worden. Draai de sch-
roeven los, steek de
afstandhouder onder de sch-
roefkop en draai de schroeven
weer vast.
100 mm10 mm
10 mm
NP007
PR153
35
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de vol-
gende eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruim-
te;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circu-
leren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven
de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op
elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n)
gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen,
in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of
knoflook niet in de koelkast.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vrie-
svermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoe-veelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm-
31
3. Trek dedeur van stift (D) sch-
roef hem af en breng hem aan
de andere kant weer aan.
4. Verwijder de twee bescherm-
dopjes van de gaatjes voor de
scharnierpinnen en monteer
ze aan de andere kant.
5. Hermonteer de deur.
6. Hermonteer het onderscharnier
(E) aan de andere kant door
middel van de twee schroeven
die u eerder verwijderd hebt.
7. Verwijder het stopstuk (F) uit
het ventilatierooster (D) door
het naar de pijlrichting te
duwen en breng hem aan de
andere kant weer aan.
8. Hermonteer het ventilatieroo-
ster (D), voer het door palwerk
in.
9. De handgreep losschroeven.
Aan de andere kant van de
deur bevestigen nadat u de
dopjes met een priem doorge-
prikt heeft. De vrijgekomen
gaatjes afsluiten met de bijgele-
verde dopjes; deze vindt u in
het zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deur-
draairichting moet u kontroleren
of het deurrubber rondom
goed op de sponning sluit. In
een koud vertrek (in de winter)
kan het gebeuren dat dat niet
het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aan-
gepast hebben. Wilt u dat
bespoedigen, dan kunt u het
rubber warm maken met een
föhn.
E
F
D
F
F
F
D
D590
PR228
34
Het verplaatsen van deurvakken
• De ruimte tussen deurvakken
kan naar behoefte aangepast
worden. Ga daartoe als volgt
te werk: Trek het vak gelei-
delijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat
het loskomt. Verplaats daar-
na het vak naar de gewenste
hoogte.
Interieur
Legvlakken
Afhankelijk van model en
uitrusting zijn legvlakken van
glas, kunststof of roosters
meegeleverd.
• Een legvlak in de onderste
geleiders boven de groente-
en fruitbak schuiven en ook
laten liggen. De legvlakken
kunnen in hoogte versteld
worden:
• Daartoe het legvlak zo ver
naar voren trekken tot het-
naar boven en naar beneden
bewogen kan worden en er
uit gehaald kan worden.
• Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoe-
ren.
• De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de achterste helft
schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder
liggende plank grote artikelen te plaatsen.
D338
PR270/1
32
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd
uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minste 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zeke-
ring, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controle-
ren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waar-
den van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Omkeren draairichting deurtje
1. Maak het steunstukje(1) los
door met een schroevedraaier
op de binnenveer te drukken
en verwijder het tegelijkertijd
met het deurtje; verwijder naaf
(2) en monteer haar aan de
andere kant op het vrijgeko-
men gaatje; draai het deurtje
180° om, verwijder het steun-
stukje (1) en monteer het aan
de andere kant;
2. Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats
te schuiven tot ze geblokkeerd worden.
Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzeke-ren is het
deurtje voorzien van een eenvoudige veerin-stallatie, waardoor het
deurtje open blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt.
PR140
1
2
180°
33
In gebruik nemenen temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaar-
de. Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «0» (STOP-
stand). Het controlelampje licht op; dit geeft aan dat het apparaat in
bedrijf is.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“
of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
“3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
Bedieningspaneel
A - Controlelampje elektrische voeding
B - Thermostaatknop (temperatuurkeuzeknop)
AB
4
32
1
0

Documenttranscriptie

Conditions de garantie gebruiksaanwijzing noteren. Garantie contractuelle Modelaanduiding PNC-nr. S-nr. Pendant 1 an à compter de la mise en service, le constructeur remplacera les pièces défectueuses, sauf dans les cas prévus au chapitre “Réserves”. Conditions d’application : Pour l’application de cette garantie, vous devez vous adresser au distributeur qui vous a vendu l’appareil et lui présenter le Certificat de Garantie. En complément, le Distributeur Vendeur pourra on non prendre à sa charge les frais de main d’œuvre, ainsi que les frais de déplacement et de transport, selon les conditions de vente qu’il pratique. Réserves : Nous attirons votre attention sur le fait que cette garantie ne pourra être appliquée : • si les détériorations proviennent d’une cause étrangère à l’appareil (chocs, variations anormales de la tension électrique, etc.) ou du non-respect des conditions d’installation ou d’utilisation indiquées dans cette Notice d’Utilisation, fausse manoeuvre, négligence, installation défectueuse ou non conforme aux règles et prescriptions imposées par les organismes de distribution de l’Electricité, de l’Eau, du Gaz, etc. • si l’utilisateur a apporté une modification sur le matériel ou enlevé les marques ou numéros de série. • si une réparation a été effectuée par une personne non agréée par le constructeur ou le vendeur. • si l’appareil a été utilisé à des fins commerciales ou industrielles ou pour d’autres buts que des buts ménagers pour lesquels il a été conçu. • si l’appareil a été acheté ou réparé hors du territoire français. Garantie légale Les dispositions de la garantie contractuelle ne sont pas exclusives du bénéfice, au profit de l’acheteur, de la garantie légale pour défauts et vices cachés, la dite garantie s’appliquant en tout état de cause dans les conditions des articles 1641 et suivants du Code Civil. .................... .................... .................... Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven. Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt. Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen! Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn overeengekomen. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0 – 89/336/EWG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn 22 43 Lamp verwisselen Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien. Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W 1. Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand „0" draaien. 2. Stekker uit het stopcontact trekken. 3. Voor het verwisselen van de lamp de schroef die de afdekking van het lampje bevestigt, eruit draaien. 4. Op de afdekking van het lampje drukken en deze achteruit laten glijden. En cas de dysfonctionnement, le vendeur de votre appareil est le premier habilité à intervenir. A défaut (déménagement de votre part, fermeture du magasin où vous avez effectué l’achat...), veuillez consulter: - L’Assistance Technique Consommateùrs pour toutes questions techniques. ou - Le Service Conseil Consommateurs pour toutes questions ou informations concernant l’utilisation de votre appareil ou pour toutes autres questions commerciales. Vous trouverez ci-dessous les coordonnées de ces deux services En cas d’intervention sur votre appareil, exigez du Service Après-Vente les Pièces de Rechange certfiées Constructeur. D613 5. Defecte lamp verwisselen. 6. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien. 7. De koelkast aanzetten. En appelant un Service Après-Vente, indiquez-lui toutes les références et numéros ( PNC, N° de série,... ) Ces indications figurent sur la plaque signalétique. Questions Techniques Assistance Technique Consommateurs AEG Klantenservice Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen: Consumentenbelangen (voor algemene, product- of gebruiksinformatie) Storingen / reparaties (voor bezoek servicetechnicus) tel. fax tel. fax 0172 - 468 172 0172 - 468 155 0172 - 468 268 0172 - 468 255 Belangrijk! Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze BP20139 - 60307 SENLIS Cedex Tél: 03 44 62 27 72 e-mail: [email protected] permanence tél. du lundi au vendredi de 8 h 30 à 12 h 30 et de 13 h 30 à 18 h 00 Choisir un nouvel appareil et/ou conseils d’utilisation Service Conseil Consommateurs AEG BP50142 - 60307 SENLIS CEDEX Tél: 03 44 62 29 29 Fax: 03 44 62 21 54 e-mail: [email protected] permanence téléphonique du lundi au vendredi de 8 h 30 à 18 h 00 42 23 Geachte klant, Apparaat koelt te sterk. Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantenservice u te allen tijde ter beschikking. De levensmiddelen zijn te warm. Temperatuur is te laag inge- Temperatuurregelaar tijsteld. delijk op een hogere stand zetten. Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Ingebruikname”. Deur heeft te lang opengestaan. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. In de laatste 24 uur zijn gro- Temperatuurregelaar op een tere hoeveelheden warme koudere stand zetten. levensmiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een warmtebron. Binnenverlichting werkt niet. Lamp is kapot. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Zie hoofdstuk “Lamp verwisselen”. Sterke rijpvorming in het Deurafdichting is lek (even- Op de ondichte plaatsen de apparaat, eventueel ook aan tueel na het verwisselen van deurafdichting voorzichtig de deurafdichting. de deuraanslag). met een föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Ongewone geluiden. Apparaat staat niet recht. Stelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Apparaat iets wegtrekken. Een onderdeel, bijv. een lei- Dit onderdeel voorzichtig ding, aan de achterkant van wegbuigen. het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier wie ecologisch denkt, handelt ook zo ... 24 Na het wijzigen van de tem- Dit is normaal, het betreft peratuurinstelling start de geen storing. compressor niet direct. De compressor start na enige tijd automatisch. Water op de bodem van de Ontdooiwaterafvoer is verkoelruimte of op de legvstopt. lakken. Zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”. 41 Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantenservice. Storing Apparaat werkt niet. 40 Mogelijke oorzaken Verhelpen Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopcontact of zit los. Stekker in stopcontact steken. Zekering is los of kapot. Zekering controleren,eventueel vernieuwen Stopcontact is kapot. Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman laten verhelpen. Inhoud Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . 28 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Muur-afstandhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . 33 Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Invriezenen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . 40 Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . 43 25 • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen. Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Reglementaire toepassing • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. Let op! • Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. – sap van citroen– of sinaasappelschillen; – boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden danvoor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. 1. Levensmiddelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. 2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”). 3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien. 4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. 5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. 6. Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken. 7. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke 26 39 5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in het stopkontakt. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen. Belangrijk Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen. Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur verkorten. Apparaat uitzetten Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: 1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen. 2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien. 3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen. 4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). 5. Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen. apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percen-tage kan in het vriesvak gelegd worden. • Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. • Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantenservice. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit. 38 27 Weggooien Ontdooiing van het toestel Informatie over de verpakking van het apparaat Het ontdooien van de koelruimt Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de compressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier verdampt het water. Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig D037 schoon te maken, teneinde te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: Het ontdooien van de vriezer In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag van circa 4mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel.Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het aparaat biet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken.Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien. Ga als volgt te werk: 1. draai de thermostaaaknop op “0” of trek de steker uit het stopkontakt; 2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten en bewaar ze op een koele plaats; 3. laat de deur openstaan en plaats een teiltje op het hoogste rek van het koelkastvak onder het afvoergaatje, open het deksetje van de afvoer. • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis. Transportbescherming verwijderen Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. • Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. 28 4. PR151 droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje weer af met open het dekseltje; 37 te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. 1. 2 De in te vriezen levensmiddelen in de vriezer van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen. Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard. Het maken van ijsblokjes 36 1. Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het diepvrieskast plaatsen en laten bevriezen. 2. Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder stro-mend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort: Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. 29 Uw koeltoestel heeft lucht nodig 100 mm Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen: • Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte; 10 mm • dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het; 10 mm Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in de afbeelding. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt. Koelen van levensmiddelen NP007 Muur-afstandhouders In het documentenzakje bevinden zich twee afstandhouders die in de bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven los, steek de afstandhouder onder de schroefkop en draai de schroeven weer vast. • plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst. Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt. Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast. PR153 Deurdraairichting De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is. Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit te stopcontact halen.. Ga nu verder als volgt te werk: 30 1. Trek het ventilatierooster (D), dat door palwerk vastgezet is, uit. 2. Verwijder het onderscharnier (E) door de twee schroeven, die het bevestigen, los te draaien. Invriezenen en diepgevroren opslaan In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn. • Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoe-veelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm35 Interieur 3. Trek dedeur van stift (D) schroef hem af en breng hem aan de andere kant weer aan. Legvlakken 4. Verwijder de twee beschermdopjes van de gaatjes voor de scharnierpinnen en monteer ze aan de andere kant. • Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof of roosters meegeleverd. • Een legvlak in de onderste geleiders boven de groenteen fruitbak schuiven en ook laten liggen. De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden: • Daartoe het legvlak zo ver naar voren trekken tot hetnaar boven en naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden. Hermonteer de deur. 6. Hermonteer het onderscharnier (E) aan de andere kant door middel van de twee schroeven die u eerder verwijderd hebt. 7. Verwijder het stopstuk (F) uit het ventilatierooster (D) door het naar de pijlrichting te duwen en breng hem aan de andere kant weer aan. 8. Hermonteer het ventilatierooster (D), voer het door palwerk in. 9. De handgreep losschroeven. Aan de andere kant van de deur bevestigen nadat u de dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgekomen gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in het zakje van de documentatie. Belangrijk Na het omkeren van de deurdraairichting moet u kontroleren of het deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm maken met een föhn. D338 • Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren. • De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de achterste helft schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder liggende plank grote artikelen te plaatsen. Het verplaatsen van deurvakken • De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk: Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aangegeven richting totdat het loskomt. Verplaats daarna het vak naar de gewenste hoogte. PR270/1 34 5. F E F F D F D D590 PR228 31 Omkeren draairichting deurtje 1. 2. Maak het steunstukje(1) los door met een schroevedraaier op de binnenveer te drukken en verwijder het tegelijkertijd met het deurtje; verwijder naaf (2) en monteer haar aan de andere kant op het vrijgekomen gaatje; draai het deurtje 180° om, verwijder het steunstukje (1) en monteer het aan de andere kant; Bedieningspaneel 4 180° 3 2 A 1 PR140 Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats te schuiven tot ze geblokkeerd worden. Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzeke-ren is het deurtje voorzien van een eenvoudige veerin-stallatie, waardoor het deurtje open blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt. Voor ingebruikname • Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minste 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). • Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. 32 0 1 2 B A- Controlelampje elektrische voeding B- Thermostaatknop (temperatuurkeuzeknop) In gebruik nemen en temperatuurregeling • U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «0» (STOPstand). Het controlelampje licht op; dit geeft aan dat het apparaat in bedrijf is. Stand „0“ betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling. Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling. Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: - de kamertemperatuur; - de frequentie waarmee de deuren geopend worden; - de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; - de plaats van het apparaat. De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“ of „4“ terug. Belangrijk! Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt. Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ontdooien weer automatisch. 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

AEG OEKOS.S2373-6KA Handleiding

Type
Handleiding