Genius MISTRAL ENV Handleiding

Type
Handleiding
7
NEDERLANDS
Lees de instructies aandachtig door alvorens het product
te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige
raadpleging.
VEILIGHEIDSNORMEN
Het automatische systeem MISTRAL ENV garandeert, als het op
correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van
veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels
accidentele ongemakken voorkomen:
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta
niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt
staan, vooral als hij in werking is.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem per ongeluk kan worden bediend.
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spe-
len.
Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet
kunnen hinderen.
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst
ontgrendeld is.
In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toe-
gang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie
van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische
voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de
normale werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van
het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend
u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatisch systeem MISTRAL ENV voor vleugelpoorten is een
elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel
overbrengt door middel van een wormschroefsysteem.
Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersona-
liseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het
systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt.
De MISTRAL ENV automatisering kan zorgen, mits naar behoren
geïnstalleerd en aangepast, een installatie voldoet aan de huidige
veiligheidsnormen. Het beheer van een virtuele encoder verder
verhoogt het veiligheidsniveau van automatisering. Dankzij de
virtuele encoder is het automatisch systeem in staat constant de
positie van de poort te controleren, en de beweging ervan stil te
zetten als er obstakels zijn.
Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde ge-
drag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s.
Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocel-
len) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een
obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt.
Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet
worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de
aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen:
Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschake-
laar (ook als de stroom is uitgevallen).
Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1 - a.
Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1 - b.
Til de bedieningshendel op, fig. 1 - c.
Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshen-
del 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem,
fig. 1 - d.
Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel
met de hand uit.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en
mag de installatie niet elektrisch worden gevoed.
HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld.
Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de
pijl in.
Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel.
Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand
kan worden bewogen.
Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit,
om na te gaan of alle functies van het automatische systeem
correct zijn hersteld.
ONDERHOUD
Om te verzekeren dat het apparaat goed blijft functioneren en
voldoende veilig is, is het wenselijk elke zes maanden een alge-
mene controle van de installatie te laten uitvoeren. In het boekje
“Handleiding voor de gebruikeris een formulier te vinden waarop
de ingrepen kunnen worden geregistreerd.
REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend
GENIUS-servicecentrum.
LEVERBARE ACCESSOIRES
Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 1Fig. 1
26
NEDERLANDS
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
1. BESCHRIJVING pag.27
2. AFMETINGEN pag.27
3. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.28
4. INSTALLATIE pag.28
4.1. Elektrische aansluitmogelijkheden (standaard installatie) pag.28
4.2. Voorbereidende controles pag.28
4.3. Installatiematen pag.28
4.4. Installatie van de aandrijvingen pag.29
4.5. Bekabeling van de aandrijving pag.30
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.30
6. HANDBEDIENDE WERKING pag.30
6.1. Herstel van de normale werking pag.30
7. ONDERHOUD pag.30
8. REPARATIE pag.30
9. LEVERBARE ACCESSOIRES pag.30
10. SPECIALE TOEPASSINGEN pag.30
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 98/37/EG)
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De aandrijving mod. MISTRAL ENV ENV met voeding 230Vac
is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de zin van de Richtlijn
98/37/EG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit.
En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een on-
derdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 89/392/EEG en daaropvolgende wijzigingen, zoals overgenomen in de
nationale wetgeving bij presidentieel besluit DPR n. 459 van 24 juli 1996, is verklaard.
Grassobbio, 12.06.2009
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
27
NEDERLANDS
AUTOMATISCH SYSTEEM MISTRAL ENV
1. BESCHRIJVING
Het automatisch systeem MISTRAL ENV voor vleugelpoorten is een elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overbrengt door
middel van een wormschroefsysteem.
Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het systeem niet goed
werkt of als de stroom uitvalt.
De MISTRAL ENV automatisering kan zorgen, mits naar behoren geïnstalleerd en aangepast, een installatie voldoet aan de huidige veiligheidsnormen. Het
beheer van een virtuele encoder verder verhoogt het veiligheidsniveau van automatisering.
Het systeem kan alleen correct werken en heeft alleen de verklaarde eigenschappen als er GENIUS accessoires en veiligheidsvoorzieningen
worden gebruikt.
• Aangezien er geen mechanische koppeling aanwezig is, dient er een bedieningsunit met regelbare elektronische koppeling te worden gebruikt
om de nodige beveiliging tegen inklemming te garanderen.
• Het automatische systeem MISTRAL ENV is ontworpen en gebouwd voor controle op de toegang door voertuigen. Het mag niet voor andere doe-
leinden worden gebruikt.
• Het is niet mogelijk het openen van deuren of poorten van vluchtwegen te automatiseren
2. AFMETINGEN
Pos. Beschrijving Pos. Beschrijving
a
Motorvertraging
e
Achterste beugel
b
Ontgrendelmechanisme
f
Achterste bevestiging
c
Steel
g
Pen achterste bevestiging
d
Voorste beugel
h
Deksel klemmenbord
Pos. Beschrijving Pos. Beschrijving
a
Motorvertraging
e
Achterste beugel
b
Ontgrendelmechanisme
f
Achterste bevestiging
c
Steel
g
Pen achterste bevestiging
d
Voorste beugel
h
Deksel klemmenbord
Fig. 1Fig. 1
Fig. 2Fig. 2
28
NEDERLANDS
3. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN MISTRAL ENV
Voeding 24 Vdc
Nominaal vermogen motor (W) 35
Duwkracht (daN) 150
Condensator (µF) /
Slag (mm) 300
Uitschuifsnelheid stang (cm/sec) Van 1.6 tot 2.1
Vleugel max (m)
a
3
Gebruiksfrequentie bij 20°C 80 cycli/ dag
Opeenvolgende cycli
b
30
Omgevingstemperatuur werking (°C) -20 +55
Gewicht aandrijving 7.5
Afmetingen aandrijving Zie fig. 2
Beschermingsgraad IP 54
a
De weergegeven waarde betreft een vleugel met een elektroslot. Zonder
elektroslot is de vleugel maximaal 2,5 m.
b
Het maximum aantal opeenvolgende cycli wordt beperkt door middel
van software.
4. INSTALLATIE
4.1. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN (STANDAARD INSTALLATIE)
Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten geschikte starre
en/of buigzame leidingen worden gebruikt.
Om interferenties te voorkomen wordt geadviseerd de verbindingska-
bels van de accessoires op laagspanning en de bedieningskabels
gescheiden te houden van de voedingskabels 230/115 V~ door
gebruik te maken van aparte buizen.
4.2. VOORBEREIDENDE CONTROLES
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de con-
structie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan de volgende
eisen voldoen:
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met
de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
De lengte van de vleugel dient in overeenstemming te zijn met de eigen-
schappen van de aandrijving.
De constructie van de vleugels dient stevig en stijf te zijn, geschikt voor
het automatische systeem.
De beweging van de vleugels moet regelmatig en gelijkmatig zijn, zonder
wrijvingen en verstroevingen langs de hele openingsbeweging.
Met de overdraagbare motoren controleren dat het rooster men niet
erg enig verplaatst
De scharnieren moeten voldoende stevig en in goede staat zijn.
Er moeten mechanische eindaanslagen voor opening en sluiting zijn.
Er dient een goede aarding aanwezig te zijn voor de elektrische aansluiting
van de aandrijving.
Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit te
voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd wordt.
De staat van de constructie van de poort is direct van invloed
op de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische
systeem.
Pos. Descrizione
a
Operatori
b
Fotocellule
c
Apparecchiatura elettronica
d
Pulsante a chiave
e
Lampeggiante
Pos. Descrizione
a
Operatori
b
Fotocellule
c
Apparecchiatura elettronica
d
Pulsante a chiave
e
Lampeggiante
Fig. 3Fig. 3
4.3. INSTALLATIEMATEN
Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van fig. 4.
Controleer zorgvuldig of de afstand tussen de geopende vleugel en
eventuele obstakels (muren, omheiningen, enz.) groter is dan de
ruimte die de aandrijving nodig heeft.
4.3.1. algemene Regels vooR het bepalen van de installatiematen
Voor openingen van de vleugel onder 90° : A+B=C
Voor openingen van de vleugel van meer dan 90° : A+B<C
Kleinere maten A en B hebben hogere perifere snelheden van de
vleugel tot gevolg.
• Het verschil tussen maat A en maat B mag niet groter zijn dan 4 cm:
grotere verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid tijdens
de openende en sluitende beweging van de poort.
Houd een maat Z aan, zodat de aandrijving niet tegen de pilaster
stoot.
Als de afmetingen van de pilaster of de positie
van het scharnier het niet mogelijk maken de
aandrijving te installeren, moet er een nis in
de pilaster worden gemaakt om de maat A
te kunnen respecteren, zoals aangegeven
op fig. 5. De afmetingen van de nis moeten
zodanig zijn dat de aandrijving gemakkelijk
kan worden geïnstalleerd en kan draaien, en
dat het ontgrendelmechanisme kan worden
bediend.
Fig. 4Fig. 4
Model
a
A B
C
a
D
b
Z
c
L
E
c
MISTRAL ENV
90° 145 145 290 85
60 1110 45
110° 120 135 295 60
a
nuttige slag van de aandrijving
b
maximum afmeting
c
minimum afmeting
Model
a
A B
C
a
D
b
Z
c
L
E
c
MISTRAL ENV
90° 145 145 290 85
60 1110 45
110° 120 135 295 60
a
nuttige slag van de aandrijving
b
maximum afmeting
c
minimum afmeting
Fig. 5Fig. 5
29
NEDERLANDS
4.4. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVINGEN
Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft bepaald.
In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel nauwkeurig direct op de
pilaster worden gelast (fig. 6). In het geval van een gemetselde pilaster
moet de speciale plaat (optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7)
worden gebruikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen.
Las de beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat.
Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de beugel
perfect horizontaal is.
Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals aange-
geven op fig. 8.
Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 6).
Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig. 9 ref. a.
Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 6.1).
Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9 ref. b.
Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig.10.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Fig. 6Fig. 6
Fig. 7Fig. 7
Fig. 8Fig. 8
Fig. 9Fig. 9
Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de bijgeleverde
pennen, zoals aangegeven op fig. 11.
Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste beugel op
terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt (fig. 12).
Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten (fig. 12).
Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan worden
vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de constructie van
de poort worden aangebracht.
Ontgrendel de aandrijving (zie par. 6) en controleer met de hand of
de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan en stopt tegen
de mechanische eindaanslagen, en of de beweging van de vleugel
regelmatig en zonder wrijvingen verloopt.
Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen vanaf punt
8.
Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las de beugel
definitief.
Als het vanwege de constructie van de vleugel niet mogelijk is de
beugel te lassen, kan de speciale, met schroeven bevestigde beugel
(optie) worden gebruikt. Gebruik hiervoor geschikte bevestigings-
systemen (fig. 13). Ga vervolgens te werk zoals wordt beschreven
voor de beugel die wordt gelast.
Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigingen in
te vetten.
4.5. BEKABELING VAN DE AANDRIJVING
In de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor de aansluiting
van de motor en van de encoder.
Voor de aansluitingen moet de bijgeleverde kabel worden gebruikt
voor het mobiele gedeelte, of anders een kabel met dezelfde door-
snede die geschikt is voor mobiel gebruik buiten.
Handel als volgt om de motor te bekabelen:
Exploitatie van een gat voor beïnvloed het deksel gemonteerd, Fig 14.
Monteer de bijgeleverde kabelklemmen.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
1.
2.
Fig. 10Fig. 10
Fig. 11Fig. 11
Fig. 12Fig. 12
Fig. 13Fig. 13
30
NEDERLANDS
Voer de aansluitingen van de motor uit, raadpleeg daarvoor de tabel
van Fig. 15.
Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven, Fig. 16.
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Sluit vervolgens de besturingseenheid aan volgens de bijbehorende
instructies.
Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de status van de
leds zoals in de tabel in de instructies van de apparatuur.
Programmeer de elektronische apparatuur volgens de eigen wensen.
Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle accessoires die
ermee verbonden zijn goed werken, en besteed vooral aandacht aan
de veiligheidsvoorzieningen.
Overhandig het boekje “Handleiding voor de gebruikeren het Onde-
rhoudsblad aan de eindgebruiker.
Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en de manier
waarop het gebruikt moet worden, uit.
Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische systeem
mogelijk gevaar kan ontstaan.
Het bestand “Handleiding voor de gebruikerwordt in het midden van
dit boek als een verwisselbare bestand.
6. HANDBEDIENDE WERKING
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden
verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet
goed werkt, dient u als volgt te handelen:
Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook
als de stroom is uitgevallen).
Schuif het beschermdeksel weg, fig. 17 - a.
Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 17 - b.
Til de bedieningshendel op, fig. 17 - c.
Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180°
in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig. 17 - d.
Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de
hand uit.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 14Fig. 14
Fig. 15Fig. 15
Pos. Kleur Beschrijving
a
Blauw Fase 1
b
Niet gebruikt
c
Bruin Fase 2
d
Niet gebruikt
e
Niet gebruikt
f
Niet gebruikt
T Niet gebruikt
Pos. Kleur Beschrijving
a
Blauw Fase 1
b
Niet gebruikt
c
Bruin Fase 2
d
Niet gebruikt
e
Niet gebruikt
f
Niet gebruikt
T Niet gebruikt
Fig. 16Fig. 16
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het ontgrendel-
systeem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie
niet elektrisch worden gevoed.
6.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld.
Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in.
Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel.
Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan
worden bewogen.
Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na
te gaan of alle functies van het automatische systeem correct zijn
hersteld.
7. ONDERHOUD
Om te verzekeren dat het apparaat goed blijft functioneren en voldoe-
nde veilig is, is het wenselijk elke zes maanden een algemene controle
van de installatie te laten uitvoeren. In het boekje Handleiding voor de
gebruikeris een formulier te vinden waarop de ingrepen kunnen worden
geregistreerd.
8. REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en
geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
9. LEVERBARE ACCESSOIRES
Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
10. SPECIALE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn
UITDRUKKELIJK VERBODEN.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 17Fig. 17
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die
Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder
ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden
Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik
van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali
dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene
convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the
equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising
the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications
qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication .
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las caracte-
rísticas esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modifica-
ciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Ei-
genschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw,
konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de veranderingen aan te
brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de
fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken.
Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer:
Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
tel. 0039.035.4242511
fax. 0039.035.4242600
www.geniusg.com
00058I0825 Rev.1

Documenttranscriptie

Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging. VEILIGHEIDSNORMEN Het automatische systeem MISTRAL ENV garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, vooral als hij in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk kan worden bediend. • Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet kunnen hinderen. • Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. Fig. 1 Om de aandrijving op handbediening te houden moet het ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie niet elektrisch worden gevoed. Herstel van de normale werking Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten: 1. Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld. 2. Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in. 3. Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg. 4. Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel. 5. Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 6. Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na te gaan of alle functies van het automatische systeem correct zijn hersteld. BESCHRIJVING Het automatisch systeem MISTRAL ENV voor vleugelpoorten is een elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overbrengt door middel van een wormschroefsysteem. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt. De MISTRAL ENV automatisering kan zorgen, mits naar behoren geïnstalleerd en aangepast, een installatie voldoet aan de huidige veiligheidsnormen. Het beheer van een virtuele encoder verder verhoogt het veiligheidsniveau van automatisering. Dankzij de virtuele encoder is het automatisch systeem in staat constant de positie van de poort te controleren, en de beweging ervan stil te zetten als er obstakels zijn. Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s. Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt. Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is. ONDERHOUD Om te verzekeren dat het apparaat goed blijft functioneren en voldoende veilig is, is het wenselijk elke zes maanden een algemene controle van de installatie te laten uitvoeren. In het boekje “Handleiding voor de gebruiker” is een formulier te vinden waarop de ingrepen kunnen worden geregistreerd. REPARATIE De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. LEVERBARE ACCESSOIRES Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires. HANDBEDIENDE WERKING NEDERLANDS In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen: 1. Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook als de stroom is uitgevallen). 2. Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1 - a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1 - b. 4. Til de bedieningshendel op, fig. 1 - c. 5. Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig. 1 - d. 6. Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de hand uit.  INHOUDSOPGAVE 1. BESCHRIJVING 2. AFMETINGEN 3. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 4. INSTALLATIE 4.1. Elektrische aansluitmogelijkheden (standaard installatie) 4.2. Voorbereidende controles 4.3. Installatiematen 4.4. Installatie van de aandrijvingen 4.5. Bekabeling van de aandrijving 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 6. HANDBEDIENDE WERKING 6.1. Herstel van de normale werking 7. ONDERHOUD 8. REPARATIE 9. LEVERBARE ACCESSOIRES 10. SPECIALE TOEPASSINGEN pag.27 pag.27 pag.28 pag.28 pag.28 pag.28 pag.28 pag.29 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 98/37/EG) Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De aandrijving mod. MISTRAL����� ENV met voeding 230Vac • is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de zin van de Richtlijn 98/37/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: • 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. • 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit. • En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 89/392/EEG en daaropvolgende wijzigingen, zoals overgenomen in de nationale wetgeving bij presidentieel besluit DPR n. 459 van 24 juli 1996, is verklaard. NEDERLANDS Grassobbio, 12.06.2009 Het symbool De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. 26 AUTOMATISCH SYSTEEM MISTRAL ENV 1. BESCHRIJVING Het automatisch systeem MISTRAL ENV voor vleugelpoorten is een elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overbrengt door middel van een wormschroefsysteem. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt. De MISTRAL ENV automatisering kan zorgen, mits naar behoren geïnstalleerd en aangepast, een installatie voldoet aan de huidige veiligheidsnormen. Het beheer van een virtuele encoder verder verhoogt het veiligheidsniveau van automatisering. • Het systeem kan alleen correct werken en heeft alleen de verklaarde eigenschappen als er GENIUS accessoires en veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt. • Aangezien er geen mechanische koppeling aanwezig is, dient er een bedieningsunit met regelbare elektronische koppeling te worden gebruikt om de nodige beveiliging tegen inklemming te garanderen. • Het automatische systeem MISTRAL ENV is ontworpen en gebouwd voor controle op de toegang door voertuigen. Het mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. • Het is niet mogelijk het openen van deuren of poorten van vluchtwegen te automatiseren Beschrijving Pos. Beschrijving a Motorvertraging e Achterste beugel b Ontgrendelmechanisme f Achterste bevestiging c Steel g Pen achterste bevestiging d Voorste beugel h Deksel klemmenbord Fig. 1 2. AFMETINGEN Fig. 2 27 NEDERLANDS Pos. 3. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voeding 4.3. Installatiematen MISTRAL ENV 24 Vdc Nominaal vermogen motor (W) 35 Duwkracht (daN) 150 Condensator (µF) / Slag (mm) 300 Uitschuifsnelheid stang (cm/sec) Gebruiksfrequentie bij 20°C Opeenvolgende cycli Van 1.6 tot 2.1 3 Vleugel max (m) a 80 cycli/ dag 30 b Omgevingstemperatuur werking (°C) Gewicht aandrijving -20 +55 7.5 Afmetingen aandrijving Zie fig. 2 Beschermingsgraad � Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van fig. 4. IP 54 De weergegeven waarde betreft een vleugel met een elektroslot. Zonder elektroslot is de vleugel maximaal 2,5 m. � b Het maximum aantal opeenvolgende cycli wordt beperkt door middel van software. a 4. INSTALLATIE Fig. 4 4.1. Elektrische aansluitmogelijkheden (standaard installatie) Model MISTRAL ENV a A B Ca Db 90° 145 145 290 85 110° 120 135 295 60 a Zc L Ec 60 1110 45 nuttige slag van de aandrijving b maximum afmeting c minimum afmeting Controleer zorgvuldig of de afstand tussen de geopende vleugel en eventuele obstakels (muren, omheiningen, enz.) groter is dan de ruimte die de aandrijving nodig heeft. 4.3.1. Algemene regels voor het bepalen van de installatiematen • Voor openingen van de vleugel onder 90° : A+B=C • Voor openingen van de vleugel van meer dan 90° : A+B<C • Kleinere maten A en B hebben hogere perifere snelheden van de vleugel tot gevolg. Pos. a b c d e Descrizione Operatori Fotocellule Apparecchiatura elettronica Pulsante a chiave Lampeggiante • Het verschil tussen maat A en maat B mag niet groter zijn dan 4 cm: grotere verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid tijdens de openende en sluitende beweging van de poort. • Houd een maat Z aan, zodat de aandrijving niet tegen de pilaster stoot. Fig. 3 Als de afmetingen van de pilaster of de positie van het scharnier het niet mogelijk maken de aandrijving te installeren, moet er een nis in de pilaster worden gemaakt om de maat A te kunnen respecteren, zoals aangegeven op fig. 5. De afmetingen van de nis moeten zodanig zijn dat de aandrijving gemakkelijk kan worden geïnstalleerd en kan draaien, en dat het ontgrendelmechanisme kan worden bediend. • Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten geschikte starre en/of buigzame leidingen worden gebruikt. • Om interferenties te voorkomen wordt geadviseerd de verbindingskabels van de accessoires op laagspanning en de bedieningskabels gescheiden te houden van de voedingskabels 230/115 V~ door gebruik te maken van aparte buizen. NEDERLANDS 4.2. Voorbereidende controles Voor een goede werking van het automatische systeem moet de constructie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan de volgende eisen voldoen: • De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. • De lengte van de vleugel dient in overeenstemming te zijn met de eigenschappen van de aandrijving. • De constructie van de vleugels dient stevig en stijf te zijn, geschikt voor het automatische systeem. • De beweging van de vleugels moet regelmatig en gelijkmatig zijn, zonder wrijvingen en verstroevingen langs de hele openingsbeweging. • Met de overdraagbare motoren controleren dat het rooster men niet erg enig verplaatst • De scharnieren moeten voldoende stevig en in goede staat zijn. • Er moeten mechanische eindaanslagen voor opening en sluiting zijn. • Er dient een goede aarding aanwezig te zijn voor de elektrische aansluiting van de aandrijving. Fig. 5 Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit te voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd wordt. De staat van de constructie van de poort is direct van invloed op de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem. 28 4.4. Installatie van de aandrijvingen 1. Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft bepaald. In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel nauwkeurig direct op de pilaster worden gelast (fig. 6). In het geval van een gemetselde pilaster moet de speciale plaat (optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7) worden gebruikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen. Las de beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat. Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de beugel perfect horizontaal is. Fig. 10 8. Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de bijgeleverde pennen, zoals aangegeven op fig. 11. Fig. 11 9. Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste beugel op terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt (fig. 12). 10. Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten (fig. 12). Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan worden vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de constructie van de poort worden aangebracht. Fig. 6 11. Ontgrendel de aandrijving (zie par. 6) en controleer met de hand of de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan en stopt tegen de mechanische eindaanslagen, en of de beweging van de vleugel regelmatig en zonder wrijvingen verloopt. 12. Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen vanaf punt 8. 13. Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las de beugel definitief. Als het vanwege de constructie van de vleugel niet mogelijk is de beugel te lassen, kan de speciale, met schroeven bevestigde beugel (optie) worden gebruikt. Gebruik hiervoor geschikte bevestigingssystemen (fig. 13). Ga vervolgens te werk zoals wordt beschreven voor de beugel die wordt gelast. Fig. 7 2. Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals aangegeven op fig. 8. Fig. 12 Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigingen in te vetten. Fig. 8 4.5. Bekabeling van de aandrijving Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 6). Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig. 9 ref. a. Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 6.1). Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9 ref. b. Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig.10. In de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor de aansluiting van de motor en van de encoder. Voor de aansluitingen moet de bijgeleverde kabel worden gebruikt voor het mobiele gedeelte, of anders een kabel met dezelfde doorsnede die geschikt is voor mobiel gebruik buiten. Handel als volgt om de motor te bekabelen: 1. Exploitatie van een gat voor beïnvloed het deksel gemonteerd, Fig 14. 2. Monteer de bijgeleverde kabelklemmen. Fig. 9 29 NEDERLANDS 3. 4. 5. 6. 7. Fig. 13 Fig. 14 3. Voer de aansluitingen van de motor uit, raadpleeg daarvoor de tabel van Fig. 15. Fig. 17 Fig. 15 Pos. a b c d e f T Kleur Blauw Niet gebruikt Bruin Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Om de aandrijving op handbediening te houden moet het ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie niet elektrisch worden gevoed. Beschrijving Fase 1 — Fase 2 — — — — 6.1. Herstel van de normale werking Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten: 1. Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld. 2. Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in. 3. Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg. 4. Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel. 5. Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 6. Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na te gaan of alle functies van het automatische systeem correct zijn hersteld. 4. Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven, Fig. 16. 7. ONDERHOUD Om te verzekeren dat het apparaat goed blijft functioneren en voldoende veilig is, is het wenselijk elke zes maanden een algemene controle van de installatie te laten uitvoeren. In het boekje “Handleiding voor de gebruiker” is een formulier te vinden waarop de ingrepen kunnen worden geregistreerd. 8. REPARATIE De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 9. LEVERBARE ACCESSOIRES NEDERLANDS Fig. 16 Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires. 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 10. SPECIALE TOEPASSINGEN • Sluit vervolgens de besturingseenheid aan volgens de bijbehorende instructies. • Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de status van de leds zoals in de tabel in de instructies van de apparatuur. • Programmeer de elektronische apparatuur volgens de eigen wensen. • Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle accessoires die ermee verbonden zijn goed werken, en besteed vooral aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen. • Overhandig het boekje “Handleiding voor de gebruiker” en het Onderhoudsblad aan de eindgebruiker. • Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en de manier waarop het gebruikt moet worden, uit. • Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische systeem mogelijk gevaar kan ontstaan. Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN. Het bestand “Handleiding voor de gebruiker” wordt in het midden van dit boek als een verwisselbare bestand. 6. HANDBEDIENDE WERKING In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen: 1. Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook als de stroom is uitgevallen). 2. Schuif het beschermdeksel weg, fig. 17 - a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 17 - b. 4. Til de bedieningshendel op, fig. 17 - c. 5. Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig. 17 - d. 6. Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de hand uit. 30 1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor- schriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale. The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication. Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication . Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial. Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen. De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken. Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer: Via Padre Elzi, 32 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALY tel. 0039.035.4242511 fax. 0039.035.4242600 [email protected] www.geniusg.com 00058I0825 Rev.1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

Genius MISTRAL ENV Handleiding

Type
Handleiding