AEG Electrolux Santo 64140 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

SANTO
Kühlschrank
Réfrigérateur
Koelkast
Gebrauchsanweisung
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
42
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieu-
we koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie
over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van
het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kun-
nen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorge-
ven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwij-
zingen letten die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
1. Dit symbool leidt u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. . . .
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze servi-
ce-afdeling u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Informatie over de verpakking van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Opstelplaats / Het apparaat heeft lucht nodig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Apparaat richten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Toetsen voor temperatuurinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Temperatuurindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Ingebruikname - Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
COOLMATIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
COOLMATIC-toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Functiestoringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Binnenuitrusting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Flessenhouder / Variabele box. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Juist bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Wat te doen als .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
43
44
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Toepassing volgens de voorschriften
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere
doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording
nemen voor eventuele schade.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de
hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aan-
sluitsnoer staat.
Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vak-
mensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de
fabrikant of onze service-afdeling.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobu-
taan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit bescha-
digd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwe-
Veiligheid
45
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties
terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige
toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek
raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen
of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, navullingen voor
aanstekers etc. in het koelapparaat.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig
te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of
het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
• Als u boven op het apparaat bevroren producten legt kan zich door
de kou in de holle ruimte van het bovenblad condenswater vormen.
In deze holle ruimte zitten elektronische onderdelen. Als er condens-
water op deze onderdelen druppelt, kan kortsluiting het apparaat
beschadigen. Leg daarom geen bevroren producten boven op het
apparaat.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uit-
schakelen.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aan-
wijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan
het apparaat uitvoeren.
• Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden.
Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg.
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kun-
nen hergebruikt worden!
De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnenin.
>PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer
in een container voor oud papier gedeponeerd worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact
trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten
verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende
kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in
andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen is te verkrijgen bij de
plaatselijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het trans-
port beschermd.
1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
46
Het apparaat heeft lucht nodig
Het apparaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag ontbre-
ken is een goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen
apparaat en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventila-
tierooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en
dergelijke worden afgedekt.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiatoren, naast een fornuis of andere warmtebronnen
plaatsen;
alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de binnen-
kant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische fornuizen 3 cm;
– tot olie- en kolenfornuizen 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isole-
rende plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat,
is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich
geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
47
Opstellen
48
Apparaat richten
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden
in de vloer compenseren door in- of uitdraaien van de twee stelvoetjes
voor.
Overzetten van het deurscharnier
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd)
naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het overzetten van het deurscharnier mag het
apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker
uit het stopcontact halen.
1. Apparaat schuin naar achteren kan-
telen.
2. Deurscharnierschroeven (K) uitdraai-
en en deurscharnier (1) naar beneden
uit de scharnierbus nemen.
3. Deur iets openen en naar beneden
uitnemen.
4. Bovenste scharnierstift (A) uitdraaien
en op de tegenoverliggende zijde
weer monteren.
5. Deur in de bovenste scharnierstift (A)
zetten en deur sluiten.
6. Scharnierstift van het deurscharnier
(1) in de linker scharnierbus van de
deur zetten en deurscharnier met de
schroeven (K) goed vastdraaien.
7. Deurgreep losnemen en op de tegen-
overliggende zijde monteren.
Schroefgaten met plugjes afsluiten.
A
EG97
K
1
A
EG98
A
12
Beschrijving van het apparaat
Vooraanzicht
3
8
9
1 = Boter-/kaasvak
met klep
2 = Variabele box (niet
bij alle modellen)
3 = Deurvak
4 = Flessenvak
Flessenhouder
(niet bij alle
modellen)
5 = Fruit-/groentebak
6 = Legvlakken
7 =
Binnenverlichting
8 = Bedieningspaneel
9 = Typeplaatje
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde vereist.
Het stopcontact moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker
altijd uit het stopcontact kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 ampère te zijn. Indien het
stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is,
dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat
het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
49
Beschrijving apparaat
Bedieningspaneel
1 Netspanninglampje (groen)
2 AAN/UIT-toets
3 Toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
4 Temperatuurindicatie
5 Toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
6 Lampje voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel)
• COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte
7 COOLMATIC-toets
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld met de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen zijn verbonden met de lampjes van de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“
(KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE tempe-
ratuur (een lampje brandt) op de GEWENSTE temperatuur (een lamp-
je knippert) omgeschakeld.
• Elke keer als er opnieuw op een van beide toetsen wordt gedrukt,
wordt de GEWENSTE temperatuur steeds een indicatievakje verder
gezet.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE tempera-
tuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte bereikt moet worden, kan inge-
steld worden op een in de indicatie aanwezige temperatuur. De
GEWENSTE temperatuur wordt knipperend aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die nu in de koel-
ruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt aangegeven door
het continu branden van een lampje.
50
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten
informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dit
ogenblik in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur), het
overeenkomstige lampje brandt.
• Als de temperatuur in de koelruimte hoger is dan het bereik van de
temperatuurindicatie, zijn alle lampjes van de temperatuurindicatie
uit.
• Als de temperatuur in de koelruimte lager is dan het bereik van de tem-
peratuurindicatie, blijft het lampje voor de laagste indicatie branden.
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat
moment ingestelde temperatuur aangegeven (GEWENSTE tempera-
tuur).
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Ingebruikname - Temperatuur instellen
1. Stekker in het stopcontact steken.
2. Toets AAN/UIT indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden.
3. Druk op één van de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat
moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „+“ (WARMER)
en „-“ (KOUDER) instellen (zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurin-
stelling"). De temperatuurindicatie geeft onmiddellijk de gewijzigde
instelling aan.
Bij elke druk op een toets wordt de temperatuur een indicatievakje
verder gezet.
Instelbaar temperatuurbereik: +2°C tot +8°C
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een bewaartem-
peratuur van ca. +5°C in de koelruimte in de regel koud genoeg.
5. Wanneer na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer
ingedrukt worden, dan schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd
(ongeveer 5 seconden) om en geeft opnieuw de op dat moment in de
51
koelruimte heersende, WERKELIJKE temperatuur aan. De indicatie gaat
van knipperen naar constant branden over.
De compressor start en loopt dan automatisch.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet
direct, als op dat ogenblik automatisch ontdooid wordt.
In de fabriek is de temperatuur ingesteld op +5°C.
Omdat de bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt,
kunt u direct na het inschakelen levensmiddelen in de koelruimte leg-
gen.
COOLMATIC
COOLMATIC-toets
De COOLMATIC-functie is uitermate geschikt voor het
snel koelen van grotere hoeveelheden in de koelruimte
bijvoorbeeld dranken en salades voor een feestje.
1. Door te drukken op de COOLMATIC toets wordt de COOLMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt
automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2°C ingesteld. Na ver-
loop van 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd.
Het gele lampje gaat uit. De oorspronkelijk ingestelde GEWENSTE tem-
peratuur geldt dan weer en de temperatuurindicatie geeft weer de
temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte heerst.
2. Door opnieuw op de COOLMATIC toets te drukken kan de COOLMATIC-
functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje
gaat uit.
Als de COOLMATIC-functie is ingeschakeld, kan de temperatuurinstel-
ling niet worden gewijzigd.
Functiestoringen
Als de elektronica van het apparaat een defect bemerkt dat verhindert
dat de WERKELIJKE temperatuur bepaald kan worden, dan gaan alle
lampjes van de temperatuurindicatie knipperen. Het apparaat schakelt
over op een noodprogramma totdat de service-afdeling de storing ver-
holpen heeft.
52
53
Apparaat uitschakelen
Het apparaat is beschermd tegen abusievelijk inschakelen.
Om uit te schakelen toets AAN/UIT ca. 5 seconden ingedrukt houden.
De temperatuurindicatie en het groene netspanninglampje gaan uit.
Aanwijzing: De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden,
als de stekker uit het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen
stroom aanwezig is.
Na aansluiting op het stroomnet start het apparaat weer op de stand
waar het voor de stroomonderbreking op stond.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Apparaat uitschakelen door toets AAN/UIT in te drukken tot de indica-
tie uitgaat (zie boven).
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
3. Apparaat goed schoonmaken (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
4. Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Binnenuitrusting
Legvlakken
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas of roos-
ters meegeleverd.
Het glazen legvlak boven de groente- en fruitbakken moet altijd blij-
ven liggen, opdat fruit en groente langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
1. Daartoe het legvlak zover naar voren
trekken tot het naar boven of onde-
ren bewogen kan worden en eruit
gehaald kan worden.
2. Om de legvlakken op een andere
hoogte te zetten in omgekeerde
volgorde te werk gaan.
Binnenuitrusting
54
Plaatsen van grote verpakkingen (niet
bij alle modellen):
De voorste helft van het tweedelige
glazen legvlak eruit halen en op een
andere hoogte erin schuiven.
Hierdoor wordt ruimte gewonnen om
op het daaronder gelegen legvlak
grote verpakkingen te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uit-
genomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
Flessenhouder (niet bij alle modellen)
Sommige modellen hebben een flessen-
houder in het flessenvak. Hij dient als
bescherming tegen het omvallen van losse
flessen en kan aan de zijkant verschoven
worden worden.
Variabele box
(niet bij alle modellen, uitvoering afhankelijk van model)
Sommige modellen hebben een variabele box die naar de zijkant ver-
schoven kan worden en onder een deurvak is aangebracht.
De box kan onder ieder deurvak worden aangebracht.
1. Voor het omzetten het deurvak
met de variabele box naar boven
uit de houders in de deur tillen en
de beugel uit de geleider onder het
deurvak nemen.
2. Inzetten op een andere hoogte
geschiedt in omgekeerde volgorde.
55
De variabele box kan ook in de koelruimte aan de zijkant van een leg-
vlak gehangen worden:
1. Trek daartoe het legvlak zo ver naar
voren tot het naar boven of naar
beneden weggedraaid en er uit
gehaald kan worden.
2. De beugel aan de zijkant aan het leg-
vlak hangen en het legvlak weer in
de geleiders schuiven.
Juist bewaren
In de koelruimte heersen, fysisch
bepaald, diverse temperaturen. De
laagste temperatuur heerst op de
onderste legvlakken. Warmer is het
op de bovenste legvlakken en in de
vakken in de deur. Waar in de koel-
ruimte de juiste temperatuur heerst
voor de diverse soorten levensmid-
delen laat het voorbeeld hiernaast
zien.
Tip: Levensmiddelen dienen altijd
afgedekt of verpakt in de koelruimte
gezet te worden om uitdrogen en
geur- of smaakoverdracht op andere
artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– vershoudzakken en -folies van polyethyleen;
– kunststof dozen met deksel;
– speciale kappen van kunststof met rubber band;
– aluminiumfolie.
56
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
Het ontdooien van de verdamper in de achterwand van de koelruimte
geschiedt automatisch.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door het afvoergat naar een bakje aan de
compressor gevoerd en verdampt daar.
Het dooiwaterafvoergat moet regelmatig worden gereinigd (zie hoofd-
stuk "Reiniging en onderhoud").
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonma-
ken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of scha-
kel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schok-
ken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen– of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- schoonmaakmiddelen die azijnzuur bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koelartikelen er uit halen. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen
3. Verwijder rijp met een zachte kunststof schraper, bijv. een deegkrabber.
Gebruik in geen geval harde of spitse voorwerpen.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
6. Het dooiwaterafvoergat aan de achterzij-
de van de koelruimte schoonmaken
m.b.v. de in het afvoergat geplaatste
groene reinigingsstift.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
57
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende ventilatie van het apparaat.
Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Houd de verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het
apparaat, schoon.
58
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd
tot onze service-afdeling.
Storing
Apparaat werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet ingescha-
keld.
Stekker zit niet in het
stopcontact of zit los.
Zekering is doorgeslagen
of defect.
Stopcontact is defect.
Een elektricien het defect
aan het stroomnet laten
verhelpen.
Oplossing
Het apparaat inschakelen.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren,
eventueel vervangen.
Lamp is defect.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-
vangen”.
Binnenverlichting werkt
niet.
Het apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuurregelaar tijde-
lijk op warmere instelling
draaien.
De temperatuur in de koel-
ruimte is niet laag genoeg.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk
“Ingebruikname”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar tijde-
lijk op een koudere stand
zetten.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Wat te doen als ...
59
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een haardroger
verwarmen (niet heter dan
ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarm-
de deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer helemaal sluit.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het overzet-
ten van het deurscharnier).
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van het
apparaat aan of tegen de
muur.
Stelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de
legvlakken.
Dooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en onderhoud”.
Nadat u op de toets COOL-
MATIC gedrukt heeft of
nadat de temperatuur-
instelling gewijzigd is, start
de compressor niet gelijk.
Dit is normaal, er zijn geen
storingen.
De compressor start na een
tijdje automatisch.
Temperatuurinstelling niet
mogelijk.
COOLMATIC-functie inge-
schakeld.
COOLMATIC met de hand
uitschakelen of met de
temperatuurinstelling
wachten, tot de functie
automatisch is uitgescha-
keld (zie ook hoofdstuk
COOLMATIC).
60
Lamp vervangen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het vervangen
van de lamp het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcon-
tact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W, fitting: E14.
1. Om het apparaat uit te schakelen toets AAN/UIT indrukken, tot het
netspanninglampje uitgaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Voor het vervangen van de lamp de bevesti-
gingsschroef eruit draaien, volgens de afbeel-
ding (pijl) op de lampafdekking drukken en
deze naar achteren losnemen.
4. Defecte lamp vervangen.
5. Lampafdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
6. Apparaat weer in gebruik nemen.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Bepalingen, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechni-
ci (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
– 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering
– 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energie-
efficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en
de betreffende combinaties.
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, wor-
den koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs
een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levens-
middelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot
verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor,
condensor en leidingen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof,
heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze
warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelappa-
raat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de bin-
nenruimte geplaatst of direct achter de binnenwand ingeschuimd en
daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven
door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant
van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het
dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en
vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de conden-
sor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecon-
denseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de
condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is
daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het appa-
raat, aangebracht.
61
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
Änderungen vorbehalten
Sous réserve de modifications
2222 660-26 -01- 0204 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG Electrolux Santo 64140 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor