HOTPOINT/ARISTON WDG 8640B EU Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
61
NL
Nederlands
NL
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding
te lezen.
Inhoud
Installatie, 62-63
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 64
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasadroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 65
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Beschrijving van de wasdroogmachine, 66-67
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 68
Programma’s en opties, 69
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 70
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Storingen en oplossingen, 71
Service, 72
WDG 8640
Gebruiksaanwijzing
62
NL
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de
koudwaterkraan met
een mondstuk met
schroefdraad van 3/4
gas (zie afbeelding).
Voordat u de
wasadroogmachine
aansluit moet u het water
laten lopen totdat het
helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan
de wasadroogmachine
door hem op
de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich
binnen de waarden van de tabel Technische
Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat
worden geleverd.
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren
voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de wasadroogmachine blijven
zodat de nieuwe gebruiker de functies en
betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasadroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasadroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer
en de rubberen ring
met bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de
wasadroogmachine ooit worden vervoerd, dan
moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasadroogmachine op een
rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen
tegen een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal
is kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser
vaster te schroeven
(zie afbeelding);
de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag deniet overschrijden.
63
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis,
zonder hem te
buigen, aan een
afvoerleiding of aan
een afvoer in de muur
tussen de 65 en 100
cm van de grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde
steun aan de kraan
(zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de
buis; indien dit niet te vermijden is moet het
verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de
oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn
dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen
van de wasadroogmachine kan dragen,
zoals aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de
waarden die zijn aangegeven in de tabel
Technische Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker
van de wasadroogmachine. Indien dit niet
zo is moet de stekker of het stopcontact
vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasadroogmachine is gnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of
samengedrukt worden.
65 - 100 cm
! De voedingskabel mag alleen door een
bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de
wasadroogmachine in gebruik neemt, dient u
een wascyclus uit te voeren met wasmiddel
maar zonder wasgoed, op het programma
“WASMACHINE REINIGEN”.
Technische gegevens
Model
WDG 8640
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 60,5
Vermogen
van 1 tot 8 kg voor het wassen;
van 1 tot 6 kg voor het drogen;
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 62 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuu
Controle-
program-
ma’s vol-
gens de
norm
EN 50229
wassen: programma 4;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 8 kg lading.
drogen: het drogen van de
kleinste lading moet worden
uitgevoerd door het selec-
teren van het droogniveau
“A1” (Strijk). De lading moet
bestaan uit 2 lakens, 1 kus-
sensloop en 1 handdoek;
het drogen van het over-
gebleven wasgoed moet
worden uitgevoerd door het
droogniveau “A4” (Extra) te
selecteren.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende CE voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
64
NL
Onderhoud en verzorging
Reinigen van de pomp
De wasadroogmachine is voorzien van
een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet
te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant ervan
bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorkant van de
wasadroogmachine
met behulp van een
schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan
af. Hiermee beperkt u slijtage van de
waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasadroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de
wasadroogmachine
• De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit
schuurmiddelen of oplosmiddelen.
• De wasadroogmachine beschikt over een
programma “WASMACHINE REINIGEN”
voor het reinigen van de binnenkant van de
automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de
automaat volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid
die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile
was) of de speciale reinigingsmiddelen voor
wasautomaten kunnen worden gebruikt als
hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40
wascycli uit te voeren.
Om het programma te
activeren drukt u 5 sec.
op de toets A (zie afb.).
Het programma start
automatisch en heeft
een duur van circa 70
minuten. Om de cyclus
te beëindigen drukt u
op de toets START/
PAUSE.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te
lichten en naar
voren te trekken (zie
afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
1
2
A
65
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8
jaar en ouder, door personen met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen,
of met onvoldoende ervaring of kennis worden
gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer
zij toereikende instructies hebben gekregen
betreffende het veilige gebruik van het apparaat
en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende
gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door
kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie,
aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar,
terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet
met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water
gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te
drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen,
waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en
kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber
bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd
worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten
overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt
worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de
artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het
wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen
om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer nooit de deur van de Wasdroogmachine: het
veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van
de deur voorkomt, kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de Wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
Als het apparaat verplaatst moet worden doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en heel voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
• De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
• Droog geen wasgoed dat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
• Droog geen schuimrubber of elastomeren of
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
• Controleer dat gedurende het drogen de water
kraan open is.
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt
het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u
het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het afdekpaneel
aan de voorkant van
de wasdroogmachine
met behulp van een
schroevendraaier (zie
afbeelding).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding
naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem
daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur,
vereist dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het
milieu te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.Consumenten
moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor
informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun
oude apparaat.
20
66
NL
Beschrijving van de
wasadroogmachine
Bedieningspaneel
Knop TEMPERATUUR
DRAAIKNOP
PROGRAMMA’S
Wasmiddelbakje
Knop ON/OFF
Knop
CENTRIFUGE
Knop en controlelampje
START/PAUSE
DISPLAY
Knoppen en
controlelampjes
FUNCTIE
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Knop ON/OFF : druk even op de toets om de
wasadroogmachine aan of uit te zetten. Het groene
START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert
geeft aan dat de wasadroogmachine aanstaat. Om
de wasadroogmachine tijdens de wascyclus uit te
zetten moet u de toets iets langer, circa 3 seconden,
ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk
indrukt zal de wasadroogmachine niet uitgaan. Als u de
wasadroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet wordt de
cyclus automatisch geannuleerd.
DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het
gewenste programma (zie “Programmatabel”).
Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare
opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen
optie zal aanblijven.
Knop
SCHOONMAAK ACTIE
: druk op deze toets
om de gewenste wasintensiteit te kiezen.
Knop TEMPERATUUR : druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display aangegeven.
Knop CENTRIFUGE : druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in
zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display
aangegeven.
Toets DROGEN : druk hierop om het drogen te
verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen
droogniveau of droogtijd leest u af op het display.
Knop met controlelampje START/PAUSE: als het groene
controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets
drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is
gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauseren drukt u nogmaals op de toets;
het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het
symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het
programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets.
Toets TOETSBLOKKERING : om de blokkering
van het bedieningspaneel te activeren dient u de
toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Het
ontstoken symbool geeft aan dat het bedieningspaneel
geblokkeerd is. Op deze manier kunt u voorkomen dat
er ongewilde wijzigingen aan de programma’s worden
aangebracht (met uitzondering van de knop ON/OFF),
bijvoorbeeld bij aanwezigheid van kinderen. Om de
blokkering van het bedieningspaneel te deactiveren dient
u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden.
Stand- by modus
Deze wasadroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de
wasadroogmachine weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 0,5 W
SCHOONMAAK
ACTIE
Knop
TOETSBLOKKERING
toets
DROGEN
toets
67
NL
Het display is nodig om de wasadroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het
geselecteerde wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de
centrifugesnelheid of van het type drogen die zijn voorzien bij het ingestelde programma of bij de laatstgekozen programma’s,
indien deze compatibel zijn met het gekozen programma.
In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
“wasfase”:
Wassen
Spoelen
Centrifugeren/ Waterafvoer
Drogen
In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Drogen” aangegeven.
De streepjes “temperatuur” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
De streepjes “centrifuge” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
He symbool gaat aan tijdens de afregeling van het drogen.
Controlelampje deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasadroogmachine opent.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen.
Display
B
C
A
68
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
1. DE Wasadroogmachine AANZETTEN. Druk optoets ; het
groene controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een
temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd
kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het
apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en
centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de
laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met
het gekozen programma. Door op de toets te drukken
kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de
koude wascyclus OFF”. Door te drukken op de toets
kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen,
tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt
zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren.
! Uitzondering: als u het programma 4 selecteert kunt u de
temperatuur tot op 90° instellen.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat
automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past
bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat
u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de
droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven
door “OFF”. Als u nogmaals op de knoppen drukt zult u
wederom op de maximale waarden terugkeren.
Het is mogelijk het drogen in te stellen:
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijk “A1”: geschikt voor wasgoed dat naderhand moet
worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen
verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken.
Hanger “A2”: ideaal voor die kledingstukken die geen
volledige droging nodig hebben.
Kast “A3”: geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan
worden gelegd, zonder te worden gestreken.
Extra “A4”: geschikt voor wasgoed dat volledig droog
moet zijn, zoals handdoeken en badjassen.
B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en
drogen meer is dan het toegestane maximum, dan voert u eerst
het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en
laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen
voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Herhaal deze
handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van de
droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau (12-13-
14) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk
het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen
met de toets DROGEN .
Als u met de programmaknop het droogniveau katoen
selecteert en u op de toets “Eco” drukt, zal er een
automatische droging plaatsvinden waarmee u een
aanzienlijke energiebesparing bereikt. Dit gebeurt dankzij een
optimale combinatie van de luchttemperatuur en de duur van
de cyclus. Op het display verschijnt het droogniveau “A2”.
De gewenste wasintensiteit te kiezen.
Met de optie kunt u het wasprogramma optimaliseren
op basis van de vuilgraad van het wasgoed en de
gewenste wasintensiteit.
Selecteer het wasprogramma, de cyclus wordt
automatisch ingesteld op het niveau “Normal”, dat
geoptimaliseerd is voor middelmatig vuile was (deze
instelling geldt niet voor de cyclus “Wol” die automatisch
wordt ingesteld op het niveau “Delicate”).
Voor zeer vuile was drukt u op de toets totdat u het
niveau “Intensive bereikt. Dit niveau garandeert een
kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het gebruik van een
grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus, en
een grotere mechanische beweging van de trommel. Hierdoor
worden zelfs de hardnekkigste vlekken verwijderd. Kan met of
zonder bleekmiddel gebruikt worden.
Als u bleekmideel wil toevoegen plaatst u het bijgeleverde
bakje 4 in vakje 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor
nooit het “max” niveau, aangegeven op de centrale spil, te
overschrijden (zie fig. op pag. 70).
Voor niet zo vuile was of voor een voorzichtigere
behandeling van het wasgoed drukt u op de toets
totdat u het niveau “Delicate” bereikt. Deze cyclus zorgt
voor een beperktere mechanische beweging waardoor fijne
was perfect kan worden gewassen.
De kenmerken van de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de optie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren;
desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het
ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen
en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een
eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede
optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie
geactiveerd is zal aangaan.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan
met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het
symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een
programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de
wasadroogmachine in pauzestand door middel van de toets
START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna
de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/
PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. Druk
nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te
hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekstEND verschijnt
op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen. Open het deurtje, laad het
wasgoed uit en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal
worden onderbroken en de wasadroogmachine gaat uit.
69
NL
Programma’s en opties
Wasopties
Eco
De functie Eco draagt bij aan energiebesparing door het
voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een
voordeel voor zowel het milieu als de energierekening. De
versterkte werking en het geoptimaliseerde waterverbruik
garanderen uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde
tijdsduur als een standaardcyclus. Om betere wasresultaten
te verkrijgen, wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel
aanbevolen.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
1, 2, 3, 7, 8, 9, 11, 13, 14, , .
Als u ook de functie drogen kiest zal aan het einde van de
wascyclus automatisch een droogcyclus worden uitgevoerd
die ook voor een aanzienlijke energiebesparing zal zorgen.
Dit gebeurt dankzij een optimale combinatie van de
luchttemperatuur en de duur van de cyclus.
! Deze kan worden geactiveerd op de programma’s 4 en 5.
Programmatabel
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 4
met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te
stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste
vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het
bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start te
verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst
“OFF” verschijnt.
! Deze optie kan bij alle programma’s worden geactiveerd.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
C)
Maximaal
toerental
(toeren
per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas Wassen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
1
Vlekkenverwijdering
40° 1400
-
-
5
2
Witte was
60° 1400
-
-
5
3
Katoen + Voorwas: zeer vuile witte was. 90° 1400
-
8
4
Katoen (1-2): zeer vuile wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 90°)
1400
-
8
5
Katoen: niet zo vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
-
8
6
Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800
-
4
7
Antiallergie
60° 1400
-
5
8
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
-
-
2
9
Extra Delicaat
30° 0
-
-
1
10
Snelle was 30: voor het snel opfrissen van niet zo vuil
wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
-
-
3,5
11
Was & Droog
30° 1400
-
-
1
12
Katoen Droog
- -
- - - - 6
13
Synthetisch Droog
- -
- - - - 4
14
Wol Droog
- -
- - - - 2
Spoelen
- 1400
- - -
8
Centrifugeren en Waterafvoer
- 1400
- - - -
8
U kunt de duur van de wasprogrammas op het display controleren.
70
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het
wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasadroogmachine
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas
en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
Vak 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin
strooit moet u controleren of
het aanvullende bakje 4 er
niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of
vloeibaar) Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden
we u aan het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een
correcte dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel
doet u het schotje terug in de opening B.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Extra Vak 4: Bleekmiddel
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Vlekkenverwijdering: dit programma 1 is geschikt
voor het wassen van zeer vuil kleurvast wasgoed. Het
programma garandeert een hogere wasklasse dan de
standaard klasse (klasse A). Meng tijdens dit programma
nooit kleding van verschillende kleuren. We raden u aan
waspoeder te gebruiken. We raden u aan hardnekkige
vlekken voor te behandelen met wasversterkers.
Witte was: gebruik deze cyclus 2 voor het wassen van wit
wasgoed. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige
behoud uw stralend witte was. Voor een beter resultaat
raden we u aan een wasmiddel in poedervorm te gebruiken.
Als u een droogfunctie aan het einde van de wascyclus
selecteert, wordt automatisch een droogcyclus uitgevoerd
M
AX
1
2
4
3
A
B
zoals in de buitenlucht zou plaatsvinden. De voordelen zijn
het niet geel worden van de was door de zonnestralen en
het grijs worden ervan als gevolg van de kleine stofdeeltjes
die in de lucht aanwezig zijn. U kunt droogcycli alleen op
niveaus instellen
Antiallergie: gebruik het programma 7 voor het verwijderen
van de voornaamste allergenen zoals stuifmeel, mijten,
katten- en hondenhaar.
Wol: het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston
wasmachine is door The Woolmark Company getest en
goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die
als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de
aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van
het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de
fabrikant van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het
eerste wasmachinemerk dat voor zijn wasprestaties en
het verbruik van water en energie van The Woolmark
Company de certificering Woolmark Apparel Care –
Platinum verkregen heeft. (M1127)
Extra Delicaat: gebruik het programma 9 voor het
wassen van zeer fijne was met stras of pailetten.
Voor het wassen van zijden kleding of gordijnen
selecteert u de cyclus 9 en stelt u het niveau “Delicate
in van de optie .We raden u aan de kleding
binnenstebuiten te draaien voor u hem wast en om kleine
kledingstukken in het speciale zakje voor fijne was te
stoppen. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de
fijne was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Als u de droogfunctie uitsluitend op een tijdsbasis
selecteert, zal aan het einde van de wascyclus een
bijzonder fijne droogcyclus van start gaan, gekenmerkt
door lichte bewegingen en door een qua temperatuur
bijzonder gecontroleerde luchtstroom.
De aanbevolen tijden zijn:
1 kg synthetische was --> 150 min.
1 kg synthetische en katoenen was --> 180 min.
1 kg katoenen was --> 180 min.
De droogtegraad zal afhangen van de lading wasgoed en
de samenstelling van het materiaal.
Was & droog: gebruik het programma 11 voor het
snel wassen en drogen van kledingstukken (Katoen
en Synthetisch) die niet zo vuil zijn. Als u deze cyclus
selecteert kunt u tot aan 1 kg wasgoed wassen en drogen,
in slechts 45 minuten. Gebruik voor de beste resultaten
een vloeibaar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen
en vlekken eerst voor met een speciaal product.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal
de wasadroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans
is zal de wasadroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats
van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de
waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u
aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
71
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasadroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasadroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasmachine ontvangt geen
water (Op de display knippert de
tekst “H2O”).
De wasadroogmachine blijft water
aan-en afvoeren
De wasadroogmachine voert het
water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasadroogmachine lekt.
De controlelampjes van deOpties”
en het controlelampje START/PAUSE
gaan snel knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
De Wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
Er is een uitgestelde start ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien,
de wasadroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem
voordoen, waarbij de wasadroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze
storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine
handmatig te worden ingesteld.
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zieInstallatie).
De wasadroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasadroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasadroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor
wasadroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken.
• Er is geen stroom.
• De deur is niet goed dicht.
• Uitgestelde start is ingesteld.
• De DROOG toets staat op OFF.
72
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
het type storing;
het model wasadroogmachine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasadroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASDROOGMACHINE ! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen. NL Nederlands Inhoud Installatie, 62-63 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 64 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasadroogmachine Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controle van de buis van de watertoevoer WDG 8640 Voorzorgsmaatregelen en advies, 65 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur Beschrijving van de wasdroogmachine, 66-67 Bedieningspaneel Display Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 68 Programma’s en opties, 69 Programmatabel Wasopties Wasmiddelen en wasgoed, 70 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Storingen en oplossingen, 71 Service, 72 61 NL Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasadroogmachine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasadroogmachine uitpakken. 2. Controleer of de wasadroogmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasadroogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasadroogmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 62 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis helder is. 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasadroogmachine aansluit moet u het water laten lopen totdat het 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasadroogmachine door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af; of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasadroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasadroogmachine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasadroogmachine is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasadroogmachine in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma “WASMACHINE REINIGEN”. Technische gegevens WDG 8640 breedte cm 59,5 Afmetingen hoogte cm 85 diepte cm 60,5 van 1 tot 8 kg voor het wassen; Vermogen van 1 tot 6 kg voor het drogen; Elektrische zie het typeplaatje met de techaansluitinnische eigenschappen dat op gen het apparaat is bevestigd Aansluiting max. druk 1 MPa (10 bar) waterleiding min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 62 liters Snelheid tot 1400 toeren per minuu centrifuge wassen: programma 4; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 8 kg lading. drogen: het drogen van de kleinste lading moet worden Controleuitgevoerd door het selecprogramteren van het droogniveau ma’s vol“A1” (Strijk). De lading moet gens de bestaan uit 2 lakens, 1 kusnorm sensloop en 1 handdoek; EN 50229 het drogen van het overgebleven wasgoed moet worden uitgevoerd door het droogniveau “A4” (Extra) te selecteren. Deze apparatuur voldoet aan de volgende CE voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) Model 63 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasadroogmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. De wasadroogmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. Reinigen van de wasadroogmachine ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. • De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. • De wasadroogmachine beschikt over een programma “WASMACHINE REINIGEN” voor het reinigen van de binnenkant van de automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de automaat volledig leeg is. Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile was) of de speciale reinigingsmiddelen voor wasautomaten kunnen worden gebruikt als hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40 wascycli uit te voeren. Om het programma te A activeren drukt u 5 sec. op de toets A (zie afb.). Het programma start automatisch en heeft een duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/ PAUSE. Reinigen van het wasmiddelbakje 1 2 Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 64 Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasadroogmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. - Geen ongewassen kledingstukken drogen. - Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen. - Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen, waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden. - Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt worden. - Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden. LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel te laten drogen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer nooit de deur van de Wasdroogmachine: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de Wasdroogmachine te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • Als het apparaat verplaatst moet worden doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en heel voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. • De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen. • Droog geen wasgoed dat met ontvlambare oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline). • Droog geen schuimrubber of elastomeren of kledingstukken met rubberen opschriften e.d. • Controleer dat gedurende het drogen de water kraan open is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Handmatige opening van de deur Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 3. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasdroogmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding). 20 4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. 65 NL Beschrijving van de wasadroogmachine NL Bedieningspaneel TOETSBLOKKERING toets Knop ON/OFF SCHOONMAAK ACTIE Knop TEMPERATUUR Knop DISPLAY Knop en controlelampje Wasmiddelbakje DRAAIKNOP PROGRAMMA’S START/PAUSE Knop Knoppen en controlelampjes CENTRIFUGE FUNCTIE DROGEN toets Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Knop ON/OFF : druk even op de toets om de wasadroogmachine aan of uit te zetten. Het groene START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasadroogmachine aanstaat. Om de wasadroogmachine tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasadroogmachine niet uitgaan. Als u de wasadroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen optie zal aanblijven. Knop SCHOONMAAK ACTIE : druk op deze toets om de gewenste wasintensiteit te kiezen. Knop TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. Knop CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display aangegeven. 66 Toets DROGEN : druk hierop om het drogen te verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droogniveau of droogtijd leest u af op het display. Knop met controlelampje START/PAUSE: als het groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauseren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Toets TOETSBLOKKERING : om de blokkering van het bedieningspaneel te activeren dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Het ontstoken symbool geeft aan dat het bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier kunt u voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programma’s worden aangebracht (met uitzondering van de knop ON/OFF), bijvoorbeeld bij aanwezigheid van kinderen. Om de blokkering van het bedieningspaneel te deactiveren dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Stand- by modus Deze wasadroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasadroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 0,5 W B Display NL A C Het display is nodig om de wasadroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de centrifugesnelheid of van het type drogen die zijn voorzien bij het ingestelde programma of bij de laatstgekozen programma’s, indien deze compatibel zijn met het gekozen programma. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”: Wassen Spoelen Centrifugeren/ Waterafvoer Drogen In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Drogen” aangegeven. De streepjes “temperatuur” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden. De streepjes “centrifuge” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden. He symbool gaat aan tijdens de afregeling van het drogen. Controlelampje deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasadroogmachine opent. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. 67 Het uitvoeren van een was- of droogcyclus NL 1. DE Wasadroogmachine AANZETTEN. Druk optoets ; het groene controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. ! Uitzondering: als u het programma 4 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen. Het drogen instellen De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “OFF”. Als u nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de maximale waarden terugkeren. Het is mogelijk het drogen in te stellen: A - Aan de hand van het gewenste droogniveau: Strijk “A1”: geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken. Hanger “A2”: ideaal voor die kledingstukken die geen volledige droging nodig hebben. Kast “A3”: geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan worden gelegd, zonder te worden gestreken. Extra “A4”: geschikt voor wasgoed dat volledig droog moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten. Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum, dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet. Alleen drogen Selecteer met de programmaknop een droogniveau (12-1314) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen met de toets DROGEN . Als u met de programmaknop het droogniveau katoen selecteert en u op de toets “Eco” drukt, zal er een automatische droging plaatsvinden waarmee u een aanzienlijke energiebesparing bereikt. Dit gebeurt dankzij een 68 optimale combinatie van de luchttemperatuur en de duur van de cyclus. Op het display verschijnt het droogniveau “A2”. De gewenste wasintensiteit te kiezen. Met de optie kunt u het wasprogramma optimaliseren op basis van de vuilgraad van het wasgoed en de gewenste wasintensiteit. Selecteer het wasprogramma, de cyclus wordt automatisch ingesteld op het niveau “Normal”, dat geoptimaliseerd is voor middelmatig vuile was (deze instelling geldt niet voor de cyclus “Wol” die automatisch wordt ingesteld op het niveau “Delicate”). Voor zeer vuile was drukt u op de toets totdat u het niveau “Intensive” bereikt. Dit niveau garandeert een kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus, en een grotere mechanische beweging van de trommel. Hierdoor worden zelfs de hardnekkigste vlekken verwijderd. Kan met of zonder bleekmiddel gebruikt worden. Als u bleekmideel wil toevoegen plaatst u het bijgeleverde bakje 4 in vakje 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, aangegeven op de centrale spil, te overschrijden (zie fig. op pag. 70). Voor niet zo vuile was of voor een voorzichtigere behandeling van het wasgoed drukt u op de toets totdat u het niveau “Delicate” bereikt. Deze cyclus zorgt voor een beperktere mechanische beweging waardoor fijne was perfect kan worden gewassen. De kenmerken van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit. ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. ! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasadroogmachine in pauzestand door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/ PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen. Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasadroogmachine gaat uit. Programma’s en opties Programma’s Programmatabel NL Maximale Temp (°C) Beschrijving van het Programma Maximaal Wasmiddel toerental (toeren Drogen per BleekVoorwas Wassen minuut) middel Maximale Duur lading cyclus Wasver(kg) zachter 1400 1400 1400        -    5 5 8 1400  -    8 1400 800 1400 800 0      -         -      8 4 5 2 1 10 Snelle was 30: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). 30° 800  -  -  3,5 11 Was & Droog 30° 1400  -  -  1 12 Katoen Droog - -  - - - - 6 13 Synthetisch Droog - -  - - - - 4 14 Wol Droog - -  - - - - 2 Spoelen - 1400  - - -  8 Centrifugeren en Waterafvoer - 1400  - - - - 8 Vlekkenverwijdering Witte was 4 Katoen (1-2): zeer vuile wit en kleurecht bont wasgoed. 5 6 7 8 9 Katoen: niet zo vuile witte en bonte fijne was. Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. Antiallergie Katoen + Voorwas: zeer vuile witte was. Wol: voor wol, kasjmier, etc. Extra Delicaat U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 40° 60° 90° 60° (Max. 90°) 40° 60° 60° 40° 30° 1 2 3 De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Wasopties Eco De functie Eco draagt bij aan energiebesparing door het voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel voor zowel het milieu als de energierekening. De versterkte werking en het geoptimaliseerde waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus. Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 3, 7, 8, 9, 11, 13, 14, , Uitgestelde start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. ! Deze optie kan bij alle programma’s worden geactiveerd. . Als u ook de functie drogen kiest zal aan het einde van de wascyclus automatisch een droogcyclus worden uitgevoerd die ook voor een aanzienlijke energiebesparing zal zorgen. Dit gebeurt dankzij een optimale combinatie van de luchttemperatuur en de duur van de cyclus. ! Deze kan worden geactiveerd op de programma’s 4 en 5. 69 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasadroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren A B en giet het wasmiddel of de 4 wasversterker er als volgt in: Vak 1: Wasmiddel voor 1 voorwas (poeder) 2 3 Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het aanvullende bakje 4 er niet in zit. MAX Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het schotje terug in de opening B. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. Extra Vak 4: Bleekmiddel Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Vlekkenverwijdering: dit programma 1 is geschikt voor het wassen van zeer vuil kleurvast wasgoed. Het programma garandeert een hogere wasklasse dan de standaard klasse (klasse A). Meng tijdens dit programma nooit kleding van verschillende kleuren. We raden u aan waspoeder te gebruiken. We raden u aan hardnekkige vlekken voor te behandelen met wasversterkers. Witte was: gebruik deze cyclus 2 voor het wassen van wit wasgoed. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud uw stralend witte was. Voor een beter resultaat raden we u aan een wasmiddel in poedervorm te gebruiken. Als u een droogfunctie aan het einde van de wascyclus selecteert, wordt automatisch een droogcyclus uitgevoerd 70 zoals in de buitenlucht zou plaatsvinden. De voordelen zijn het niet geel worden van de was door de zonnestralen en het grijs worden ervan als gevolg van de kleine stofdeeltjes die in de lucht aanwezig zijn. U kunt droogcycli alleen op niveaus instellen Antiallergie: gebruik het programma 7 voor het verwijderen van de voornaamste allergenen zoals stuifmeel, mijten, katten- en hondenhaar. Wol: het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wasmachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik van water en energie van The Woolmark Company de certificering Woolmark Apparel Care – Platinum verkregen heeft. (M1127) Extra Delicaat: gebruik het programma 9 voor het wassen van zeer fijne was met stras of pailetten. Voor het wassen van zijden kleding of gordijnen selecteert u de cyclus 9 en stelt u het niveau “Delicate” in van de optie .We raden u aan de kleding binnenstebuiten te draaien voor u hem wast en om kleine kledingstukken in het speciale zakje voor fijne was te stoppen. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de fijne was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Als u de droogfunctie uitsluitend op een tijdsbasis selecteert, zal aan het einde van de wascyclus een bijzonder fijne droogcyclus van start gaan, gekenmerkt door lichte bewegingen en door een qua temperatuur bijzonder gecontroleerde luchtstroom. De aanbevolen tijden zijn: 1 kg synthetische was --> 150 min. 1 kg synthetische en katoenen was --> 180 min. 1 kg katoenen was --> 180 min. De droogtegraad zal afhangen van de lading wasgoed en de samenstelling van het materiaal. Was & droog: gebruik het programma 11 voor het snel wassen en drogen van kledingstukken (Katoen en Synthetisch) die niet zo vuil zijn. Als u deze cyclus selecteert kunt u tot aan 1 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 45 minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasadroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasadroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasadroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasadroogmachine gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Er is een uitgestelde start ingesteld. De wasmachine ontvangt geen water (Op de display knippert de tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasadroogmachine blijft water • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). aan-en afvoeren • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasadroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasadroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasadroogmachine voert het • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine water niet af of centrifugeert niet. handmatig te worden ingesteld. • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasadroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasadroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasadroogmachine lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Opties” • Doe de wasadroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. en het controlelampje START/PAUSE Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. gaan snel knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasadroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. De Wasdroogmachine droogt niet. • • • • • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. Er is geen stroom. De deur is niet goed dicht. Uitgestelde start is ingesteld. De DROOG toets staat op OFF. 71 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasadroogmachine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasadroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 72
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

HOTPOINT/ARISTON WDG 8640B EU Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding