NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VER
MOGEN
TIJD
NAGAAR
TIJD
TIPS
Hele kip
1000
G
700 W
(MAX)
18 - 20
MIN.
5 - 10
MIN.
Draai de kip halv-
erwege de berei-
dingstijd om. Con-
troleer of het vlees-
sap helder gekleurd
is wanneer de berei-
dingstijd voorbij is.
Kip
( lets of
stukken)
500
G
8 - 10
MIN.
5
MIN.
Controleer of het
vleessap helder
gekleurd is wanneer
de bereidingstijd
voorbij is.
Bacon
150
G
3 - 4
MIN.
1 - 2
MIN.
Plaats deze op keu-
kenpapier op een
bord in 2 of 3 lagen
en dek ze af met nog
meer keukenpapier.
Groenten
(vers)
300
G
3 - 4
MIN.
1 - 2
MIN.
Met deksel bereiden
en 2 tl zout toevoe-
gen.
Groenten
(diepvr-
ies)
250 -
400
G
3 - 4
MIN.
5 - 6
MIN.
1 - 2
MIN.
Met deksel bereiden
Aardap-
pelen, in
schil
1
STUK
4 STUKS
4 - 6
MIN.
12 - 15
MIN.
2
MIN.
5
MIN.
Inprikken met een
vork. (1 stuk = 250
g). Halverwege om-
draaien.
Gehakt-
brood
600 -
700
G
600 W
12 - 14
MIN.
5
MIN.
Hele vis
600
G
8 - 9
MIN.
4 - 5
MIN.
Vel insnijden en
afgedekt bereiden.
Vis
(moten
of lets)
400
G
5 - 6
MIN.
2 - 3
MIN.
Dunste delen naar
het midden van het
bord plaatsen. Met
deksel bereiden.
KOOKTABEL
HOE MEER VOEDSEL U WILT BEREIDEN , hoe
langer de bereiding zal duren. Een
vuistregel is dat de dubbele hoeveel-
heid voedsel bijna tweemaal zoveel
tijd vergt.
H
OE LAGER DE BEGINTEMPERATUUR, hoe
langer de vereiste bereiding-
stijd. Voedsel op kamertem-
peratuur kookt sneller dan
voedsel dat rechtstreeks uit
de koelkast komt.
A
LS U MEERDERE STUKKEN VAN
hetzelfde voedsel bereidt,
bijvoorbeeld aardappelen in de
schil, dient u deze in een kring in
de oven te zetten, zodat ze gelijk-
matig gaar worden.
S
OMMIGE VOEDINGSMIDDELEN ZIJN BEDEKT
DOOR EEN SCHIL OF MEMBRAAN , bijvoor-
beeld aardappels, appels en eidoo-
iers. Prik in dergelijke gevallen met
een vork of cocktailprikker in het
voedsel om de druk te verminderen
en openbarsten te voorkomen.
K
LEINERE STUKKEN VOEDSEL KOKEN
SNELLER DAN GROTERE STUKKEN EN RE-
GELMATIG gevormde stukken
worden gelijkmatiger gaar dan
onregelmatig gevormde stukken.
H
ET ROEREN EN OMSCHEPPEN VAN
VOEDSEL zijn technieken die
zowel voor traditioneel koken
als het koken met de magnetron
worden gebruikt om de warmte
snel tot midden in het voedsel
te verdelen en het over-
koken bij de buitenran-
den te voorkomen.
W
ANNEER U VOEDSEL MET
EEN ONREGELMATIGE VORM of
dikte bereidt, moet u het
dunste gedeelte van het
voedsel in de richting van het
midden van het bord plaatsen,
waar het als laatste verwarmd zal
worden.
V
OEDSEL DAT VEEL VET EN SUIKER bevat
zal sneller koken dan voedsel dat
veel water bevat. Vet en suiker
bereiken ook een hogere tem-
peratuur dan water.
L
AAT HET VOEDSEL NA HET BEREIDEN
altijd even staan. Dit levert altijd
een verbetering van het resultaat
op aangezien de temperatuur op
die manier gelijkmatig over het
voedsel verdeeld zal worden.
SNELLE REFERENTIEGIDS
BEDIENINGSPANEEL
DE BEREIDING ONDERBREKEN OF STOPPEN
DE BEREIDING ONDERBREKEN
Door de deur te openen kan de bereiding worden
onderbroken om het voedsel te controleren, om te
draaien of door te roeren.
V
ERDERGAAN MET DE BEREIDING
Sluit de deur. De bereiding wordt hervat vanaf het punt waarop deze is
onderbroken.
W
ANNEER U NIET VERDER WILT GAAN
Haal het voedsel uit de oven, draai de instelknop op nul en sluit de deur.
q
SELECTEER HET VERMOGEN EN DE
FUNCTIE door de multifuncti-
onele knop te draaien.
w
DRAAI DE INSTELKNOP naar re-
chts om de gewenste bere-
idingstijd in te stellen. De
oven start automatisch.
VERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
M
AX
(700 W)
VERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, ko e,
thee of ander voedsel met een hoog watergehalte.
Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een
lager niveau kiezen.
600 W
BEREIDEN VAN vis, groenten, vlees enz.
400 W
VOORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en ei-
ergerechten en voor het
afmaken van casseroles. Laten sudderen van stoofscho-
tels, smelten van boter.
ONTDOOIEN
ONTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
WARMHOUDEN
VOOR HET WARM H
OUDEN
van voedsel na het bereiden.
MAGNETRONVERMOGEN KIEZEN
MAX 30